Sidor som bilder
PDF
ePub

(P. FADDEGON Pz. en J. KLOPPENBURG,) De Indijking en Droogmaking van de Zuiderzee en het IJ, met kanalen, van af den IJssel bij Arnhem, langs Amsterdam tot in de Noordzee; voorgesteld en aangeprezen als een krachtig middel tot verheffing van Handel, Scheepvaart en Landbouw in Nederland. Amsterdam, 1848. 8°. (Coll. J. K.) Verslag van de door het Bestuur der stad Amsterdam benoemde Kommissie tot onderzoek naar de mogelijkheid om, door het smalle gedeelte van Holland, een Kanaal geschikt voor de Groote Scheepvaart en eene veilige Haven aan te leggen. Amst., 1853. 4o. Met graphische voorstelling van gelijktijdige waarnemingen in de Noordzee, te Wijk aan Zee en in het IJ te Spaarndam en te Durgerdam, in Augustus en September 1851, in 5 bldn. en 4 uitslaande krtn.

J. KLOPPENBURG, Het Kanaal van Amsterdam tot in de Noordzee, met eene Indijking van het Y, beschouwd in het belang van de Stad en het Gewest. Amst., 1854. 80. (Coll. J. K.) Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noord-Zee, bij Holland op zijn Smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noord-Zee, voor de zeeschepen, zonder last te breken. (Amst., 1855.) folio.

J. H. CORDES, Korte beoordeeling der ontworpen Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Amst., 1858. 8o.

J. KLOPPENBURG, De Indijking van het Y en het Kanaal naar de Noordzee, verdedigd tegenover de Korte beoordeeling deswege van J. H. Cordes. Amst., 1858. 8o. (Coll. J. K.)

H. A. INSINGER, Holland op zijn Smalst en de verbetering van het Noord-Hollandsche Kanaal, onderling vergeleken, naar aanleiding der Korte beoordeeling der ontworpene Doorgraving van Holland op zijn Smalst, door J. H. Cordes. Amst., 1858. 8o. J. H. CORDES, Antwoord aan den Heer H. A. Insinger, op zijne Onderlinge vergelijking van Holland op zijn Smalst, met de verbetering van het Noord-Hollandsch Kanaal. Amst., 1858. 8o. Bijvoegsel tot het Algemeen Handelsblad No. 8341, dd. 13 Sept. 1858, bevattende o. a. een opstel: Doorgraving van Holland op zijn Smalst, door (J.) K(LOPPENBURG). folio. (Coll. J. K.)

B. W. CROKER en СH. BURN, Noordzee-Haven en Kanaal voor Amsterdam. (Doorgraving van Holland op zijn Smalst.) Het plan waarvoor concessie is gevraagd. Met 2 pltn. (Amst., 1859.) 8o. J. D. DIETS, Nadere beschouwing over de Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Met eene plaat. Amst., 1859. 80. (Niet in den handel.)

N. C. SIEBURGH, De Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Eene Voorlezing, gehouden voor de leden van het Collegie #Zeemanshoop", den 29sten Maart 1859. Amst., 1859. 8°.

Een Woord over Holland op zijn Smalst. Leyden, 1859. 8°.

De anonieme schrijver van dit "Woord" bestrijdt daarin de hierboven genoemde brochures van J. D. DIETS en N. C. SIEBURGH.

Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken over eene Verbinding van Amsterdam met de Noordzee, door middel van een Kanaal door Holland op zijn Smalst, uitgebragt door den Raad van den Waterstaat, benoemd 19 April 1839. 's Gravenh., 1859. 40. Met 3 krtn. en 2 plans.

J. G. JäGER, Brief aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 26 September 1859, bevattende bedenkingen omtrent de schikking der geldelijke aangelegenheden tusschen de Regering en het Gemeentebestuur van Amsterdam, voor eene Verbinding van de Hoofdstad met de Noordzee. Gedrukt afschrift. folio. Het Ministerie contra de Hoofdstad, door een Ministerieel. (Amst., 1859.) 8o.

Memorie van Toelichting op het Voorloopig Verslag over het Kanaal door Holland op zijn Smalst, ingediend door eene Commissie, benoemd uit het Comité ter Bevordering der Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Amst., 1859. 8°.

H. A. INSINGER, Verkorte Verhandeling, voorgedragen in de Afdeeling Koophandel der Maatschappij Felix Meritis, op den 15den December 1859. Uitgegeven door het Comité ter Bevordering der Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Amst., 1860. 80. Met kaart.

Beschouwingen over Holland op zijn Smalst. Leyden, 1860. 8o. (J. KLOPPENBURG,) Voorloopige beoordeeling van het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, over de Doorgraving van Holland op zijn Smalst. 8°. (Coll. J. K.) Overgenomen uit N°. 346, 349 en 352 van het Nieuw Amsterdamsch Handelsen Effectenblad, 1860, alwaar dit Opstel voorkomt onder het opschrift: Hoe Amsterdam in de Haag gewogen wordt en te ligt bevonden.

J. K(LOPPENBURG,) De Waterstaat en de Doorgraving van Holland op zijn Smalst. 80.

(Coll. J. K.)

Overgenomen uit het Alg. Handelsblad dd. 28 Nov. 1860. D. DRONKERS, Open Brief aan den Burgemeester van Amsterdam. Middelburg, 1860. 80.

Amsterdamsche Courant van 24 en 30 Oct. 1860, No. 252 en 257, en van 11 en 18 Sept. 1861, No. 215 en 261; waarin stukken betreffende de Doorgraving van Holland op zijn Smalst en de Kanaal-Maatschappij, benevens een uitgeknipt artikel, dd. 26 Sept. 1861, betreffende dezelfde onderwerpen. folio. (Coll. J. K.)

Dertien Nummers van het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad van 1860-63, waarin stukken en berigten betreffende de Doorgraving van Holland op zijn Smalst, waarvan vele door J. KLOPPENBURG. folio. (Coll. J. K.)

(J. KLOPPENBURG,) Hoe staan wij thans met de Doorgraving van Holland op zijn Smalst? Eene vraag in Maart 1861. Amst., (Coll. J. K.)

1861. 8°.

H. A. INSINGER, Korte Memorie, moetende dienen ten betooge, dat de Tielsche zeegaten verzanden en dat de kust bij Wijk aan Zee onveranderd is gebleven. Amst., 1861. 8o.

(J. KLOPPENBURG,) De verleende Koncessie.

(Coll. J. K.)

Overgedrukt uit de Amsterdamsche Courant van 25 Oct. 1861, No. 253. Bijblad tot de Amsterdamsche Courant van 29 Januarij 1862, No. 25, waarin: Voorwaarden waarnaar concessie wordt verleend tot het maken van een Kanaal ter verbinding van de Noorden Zuiderzee en daarmede in verband staande werken, benevens Indijking en Droogmaking van gronden in het Oostelijk en Westelijk IJ, benevens in het Wijkermeer. folio. (Coll. J. K.)

A. HUET, De Noordzee vóór Amsterdam. Eene voorlezing, gehouden in de Afdeeling Koophandel" van de Maatschappij Felix Meritis. 2e druk. Amst., 1862. 8o.

R. G. B. DE VAYNES VAN BRAKELL, Amsterdam weder eene Zeestad. Blik op het overwegend belang voor ons land om de diep bevaarbare zee weder voor Amsterdam gebragt te zien. Arnhem, 1862. 8°.

J. G. JÄGER, Noordzee-Haven en Kanaal naar de Zuiderzee, met afsluiting van het Oostelijk IJ, en landaanwinning. Amst. (1862.) folio.

Memorie van Toelichting, behoorende bij het plan bedoeld in art. 2 der Concessie, dd. 7/10 Dec. 1861, voor het maken van een Kanaal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee en daarmede in verband staande werken, benevens Indijking en Droogmaking van gronden in het Oostelijk en Westelijk IJ, benevens het Wijkermeer. Met eene begrooting van kosten, met aanwijzing van den tijd en de orde der uitvoering. Aangeboden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, 17 April 1862.

J. K(LOPPENBURG), De Haven aan de Noordzee, 2 Junij 1862. (Uit een No. van het Handelsblad.) (Coll. J. K.)

J. K(LOPPENBURG), De vijf Vragen ter behandeling voor het Kon. Instituut van Ingenieurs, 7 Julij 1862.

Overgedrukt uit het Nieuw Amst. Handels- en Effectenblad.

(Coll. J. K.)

(J. KLOPPENBURG,) Wordt Amsterdam alléén gebaat door de Doorgraving van Holland op zijn Smalst? Amst., 1862. 8o.

(J. KLOPPENBURG,) Wordt Amsterdam alléén gebaat door de Doorgraving van Holland op zijn Smalst? 2e druk. Amst., 1862. 8o. (Coll. J. K.)

Hierbij eene aankondiging dezer Brochure, uitgeknipt uit het Nieuw Amst. Handels- en Effectenblad.

H. A. INSINGER, De stelling, dat de Texelsche zeegaten verzanden, verdedigd. (Amst., 1862.) 80.

Algemeen Handelsblad van 18 Nov. 1862, No. 9643, bevattende een opstel over de Doorgraving van Holland op zijn Smalst en de Kanaal-Maatschappij. folio. (Coll. J. K.)

H. P. G. QUACK, De Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Een laatste woord. Amst., 1862. 8o.

(H. A. INSINGER,) Aan den Koning. Amst., 1863. folio.

Dankadres, geteekend door het Comité ter Bevordering der Doorgraving van Holland op zijn Smalst en een duizendtal firma's van ingezetenen.

(J. P. LEIJS,) 23 Janvier 1863. A Monsieur J. G. Jaeger, Promoteur du Canal à la Mer d'Amsterdam. (Amst.,) 26 Janvier 1863. 4o. plano.

Een Vers in de Fransche taal.

Hoezee! Amsterdam krijgt een Kanaal naar de Noordzee! Amst., J. H. en G. van Heteren. Z. j. kl. 8o.

(A. S. VAN NIEROP,) De Doorgraving van Holland en de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij. Advies over het Voorstel tot Gemeente-deelneming in die Maatschappij. Door een Oud-Lid der Staten-Generaal. 2e druk. Amst., 1863. 8o.

(A. S. VAN NIEROP,) Brief aan den Gemeenteraad van Amsterdam, ten geleide van het Advies over de Doorgraving van Holland, door een Oud-Lid der Staten-Generaal. Amst., 1863. 8o. Brief over de Negotiatie der Amsterdamsche Kanaalmaatschappij. Amst., 1863. 80.

Bijblad tot de Amsterdamsche Courant van 5 Junij 1863, No. 131, bevattende het Verslag van het verhandelde in den Gemeenteraad van Amsterdam, dd. 3 Junij, over de Deelneming van de Stad Amsterdam in de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij. folio. Bijblad tot de Amsterdamsche Courant van 26 en 27 Julij 1863, No. 175, bevattende het Rapport der financiële Kommissie ор het Voorstel van vijf Leden van den Raad, betreffende den afkoop door de Stad van het regt van tolheffing. folio.

J. K(LOPPENBURG), Holland op zijn Smalst in Augustus 1863. Amst., 1863. 8o. (Coll. J. K.)

Verslag van het Algemeen Comité, uitgebragt in eene Vergadering van Inschrijvers in de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, gehouden den 6den Oct. 1863 te Amsterdam. Amst., 1863. 80.

Het Wetsontwerp betreffende het Noordzee-Kanaal. Amst., 1864. 8o. Overgedrukt uit de Arnhemsche Courant van 23 April 1864.

Holland op zijn Smalst. Memorie van beantwoording beantwoord. Amst., 1864. 8°.

Holland op zijn Smalst of Holland op zijn Malst? Door een Amsterdammer. Amst., 1864. 8°.

Holland op zijn Smalst. Nalezing op de Kamer-debatten. Amst., 1864. 8°.

Een ernstig woord over de Doorgraving van Holland. Mei 1844. Amst., 1864. 80.

Nu of nooit? Het Kanaal naar zee. November 1864. (Amst., 1864.) 8o.

Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij.

Naamlijst der Aandeelhouders, volgens de opgaven der Inschrijvers tot en met 10 December 1864. 8°.

Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij. Statuten, met bijvoeging der wetten van 24 Jan. 1863 en 11 Junij 1864. Amst., 1865. 8o.

Rapport omtrent de zaken der Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, uitgebragt door de daartoe in de bijeenkomst van inschrijvers van 18 Januarij 1865 benoemde Commissie. Amst., (1865.) 8o.

ALOF, Het Noordzee-kanaal door Holland op zijn Smalst beschreven voor aankomende jongelingen, die met deze groote onderneming wenschen bekend te worden. Met een kaartje. Leeuwarden, 1867. 8o.

Dit boekje zag in 1865 te Kampen het licht. Plaats en jaartal, hierboven genoemd, als op den titel voorkomende, zijn over het oorspronkelijke heen geplakt. Afschrift van een brief van den Heer J. KLOPPENBURG, dd. 25 Maart 1865, aan den Heer J. DIRKS, Direkteur-Ingenieur der Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij. 11 blz. folio. Onuitgegeven. (Coll. J. K.)

Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij. Verslag, uitgebragt in de Eerste Gewone jaarlijksche Algemeene Vergadering van Aandeelhouders op 31 Mei 1865. Amst., 1865. 8°. Afschrift van een brief van de Directie der Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, dd. 12 Sept. 1865, in antwoord op een schrijven van den Heer J. KLOPPENBURG aan Bestuurders dier Maatschappij, van den 16den Julij van dat jaar. 1 blz. 4o. Onuitgegeven. (Coll. J. K.)

Iets over de Overbrugging van het Nieuwe Kanaal. Amst., 1865. 8o.

« FöregåendeFortsätt »