Sidor som bilder
PDF
ePub

F. J. MONE, Uebersicht der Niederländischen Volks-Literatur älterer Zeit. Tübingen, 1838. 8o.

J. C. W. LE JEUNE, Letterkundig Overzigt en Proeven van de Nederlandsche Volkszangen sedert de XVe eeuw. 's Gravenh, 1828. 8o. G. D. J. SCHOTEL, Geschiedenis der Rederijkers in Nederland. Amst., 1862-1864. 2 dln. kl. 8o.

J. HARTOG, De Spectatoriale Geschriften van 1741-1800. Bijdrage tot de kennis van het huiselijk, maatschappelijk en kerkelijk leven onder ons Volk, in de tweede helft der 18e eeuw. Utrecht, 1872. 8o.

Uitgegeven door het Prov. Utrechtsche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.

ADR. PARS, Index Batavicus, of Naamrol van de Batavise en Hollandse Schrijvers. Van Julius Cesar af, tot dese tijden toe. Met kopere Afbeeldsels. Leiden, 1701. 4o.

S. PETRUS, De Scriptoribus Frisiae, Decades XVI. Franequerae, 1699. — Ejusd. Apologia pro Antiquitate et Origine Frisiorum, cum B. G. Furmerii Peroratione, contra U. Emmium, ad Ordines Frisiae. Ibid. 1699. 1 bd. kl. 80.

F. A. SNELLAERT, Verhandeling over de Nederlandsche Dichtkunst in België, sedert hare eerste opkomst tot aen de dood van Albert en Isabella. Brussel, 1838. 4o.

C. A. SERRURE, Geschiedenis der Nederlandsche en Fransche Letterkunde in het Graefschap Vlaenderen, van de vroegste tyden tot aen het einde der Regering van het Huis van Burgondie. Gent, 1855. 80.

N. CORNELISSEN, De l'Origine, des Progrès et de la Décadence des Chambres de Rhétorique, établies en Flandre; avec une Notice historique sur Jacques van Artevelde. Gand. (1813.) 80.

Voorin een eigenhandige brief van den Schrijver aan den Hoogleeraar H. W.
Tydeman, dd. 18 April 1820.

PH. BLOMMAERT, De Nederduitsche Schryvers van Gent. Gent, 1861. 8o. Met portret van Ph. van Lansberge.

J. A. SNELLAERT, Taelcongres en Vlaemsch feest, gehouden te Gent den 23 en 24 Oct. 1841. Gent, 1842. 80.

FR. OETKER, Le mouvement Flamand (de Vlaemsche Taelstryd). (Trad. de l'Allemand.) Tournai, 1858. 80.

Vlaemsche Commissie. Instelling, Beraedslagingen, Verslag, Officieele Oorkonden. Onder toezigt van leden der Commissie uitgegeven. Brussel, 1859. 80.

Verslag, opgesteld ter aanvulling van het officiële.

Het Nederduitsch Tooneel in Belgie. Verzameling van Oorkonden, Verslagen enz., uitgegeven ter gelegenheid van den Tooneelkundigen Prijskamp, ingericht te Brussel, door Koninkl. besluit van 16 Julij 1864. Brussel, 1864. 8o.

P. G. WITSEN GEYSBEEK, Biographisch, Anthologisch en Critisch Woordenboek der Nederduitsche dichters. Amst., 1821-27. 6 dln. 80.

D. BUDDINGH, De Dietscher Jacob van Maerlant en zijne zoogenoemde Vlamingschap. Amst. en Brussel, 1869. 8o.

Vormt het le Stuk van het Archief voor Nederl. Oudheden, Geschiedenis en Letterkunde. Uitgeg. door D. Buddingh.

R. H. VAN SOMEREN, Over het Volkslied Wilhelmus van Nassauwen". Met eene Bijdrage door P. A. Brugmans. Utrecht, 1834. 8°. Met 1 pl. en muziek.

H. J. KOENEN, Redevoering over Kiliaen van Duffel, als Lexikograaf. ('s Hertogenbosch, 1860.) 8o.

Uittreksel uit de Handelingen van het Nederl. Taalcongres te 's Hertogenbosch, 1860.

H. E. MOLTZER, Shakspere's invloed op het Nederlandsch Tooneel der 17e Eeuw. Gron., 1874. 8o.

J. TEN

BRINK, Gerbrand Adriaensen Brederoô. Historieschaesthetische studie van het Nederlandsche Blijspel der 17e eeuw. Nieuwe uitgaaf. Met uitvoerig register. Rotterdam, 1871. 8°. P. J. ANDRIESSEN, De Muiderkring, of Vijftien jaren van den bloeitijd onzer Letterkunde, 1623-1637. Amst. (1863.) 8o. Met platen.

H. PRINS DE JONG, De betrekking tusschen Hooft en Vondel. Historisch-kritische studie over den Muiderkring. (Amst., 1868.) 80.

Overdruk uit de Dietsche Warande. Dl. IX. 3.

GEER. BRANDT, Het Leeven van P. C. Hooft en de Lijkreeden. Met Inleiding en Aanteekeningen, door J. C. MATTHES. Gron., 1874. 80.

(J. VAN VLOTEN,) Vondels Eenvoud. Amsterdam, 1862. roy. 8o. A. S. Kok, Vondel in eenige van zijn Vrouwenkarakters; eene bijdrage tot billijke waardeering van 's Dichters dramatische Kunstwerken. Amst., 1864. roy. 80.

G. PENON, Historische en bibliographische beschouwing van Vondels Hekeldichten. Acad. Proefschr. Groningen, 1873. 80.

J. TEN BRINK, Vondel bekroond door het dankbaar nageslacht. Eene herinnering aan de oprichting van het Standbeeld en de Vondelsfeesten in de Hoofdstad, op 17, 18 en 19 Oktober 1867. Arnhem, 1868. roy. 8o.

Aan de Vriesen bij de ontbloting van het borstbeeld des dichters Gijsbert Jacobs in de St. Martini kerk te Bolsward. Deventer, 1823. 8°.

W. BISSCHOP, Justus van Effen geschetst in zijn Leven en Werken. Bijdrage tot de geschiedenis der Letterkunde in de 18e eeuw. Utrecht, 1859. 8°.

Uitgegeven door het Prov. Utr. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. G. D. J. SCHOTEL, Leven, gedrukte Werken en Handschriften van C. van Alkemade en P. van der Schelling. Breda, 1833. 8o. Met fac.-sim.

G. D. J. SCHOTEL, De Balth. Huydecoperi in Linguam Literasque Belgicas meritis. Lugd. Bat., 1830. 40.

J. A. CLIGNETT, Vertoog over het aantal Handschriften, door Huydecoper gebruikt bij de uitgaaf der Rijmkronijk van Melis Stoke. 's Gravenh., 1825. 80.

Vrymoedige gedachten, over den lofwaerdigen jongen dichter A. Loosjes P.z., ten spoore van meerder kunstyver. Briefswijze en tevens Toneel-lievend ten verzoeke van een Vriend voorgesteld. Onder de Spreuk: Als Apen hooghe klimmen willen, Dan siet men eerst haer naekte billen. Amst., 1782. 80.

J. P. MICHELL, Iets ter nagedachtenis van P. Nieuwland. Amst., 1794. 8°. Met 1 plt.

J. CLARISSE, Over Hieron. van Alphen, als Dichter en Kinderdichter. Twee Voorlezingen. Rotterd., 1836. 8°. Met 1 portr. J. G. OTTEMA, Gelegenheidsrede bij de oprigting van het Monument voor Simon Stijl, te Harlingen. Leeuw., 1860. 8°. Met platen.

Hierachter: J. E. VAN PANHUIJS, Aanspraak bij de onthulling van het Monument voor S. Stijl, en Antwoord van den Burgemeester van Harlingen, Mr. P. Adama Zijlstra. (1860.) 8°.

H. FRIJLINK, Elisabeth Wolff, geb. Bekker en Agatha Deken, zoo uit hare geschriften als uit andere bescheiden geschetst. Gevolgd van eene Lijst der Werken, geschreven door A. WOLFF, E. WOLFF, geb. BEKKER, A. DEKEN en MARIA BOSCH. Amst., 1862. Met portretten. Dez., Bijvoegsels en Verbeteringen. Met facsim. Ald., 1863. 1 bd. 8o.

P. H. WITKAMP, Gedempte Looijerssloot;
Zie Hoofdafd. Geschiedenis, III. D. c.

Arent Fokke Simonsz. enz.

Hulde toegebragt aan de nagedachtenis van J. F. Helmers. Amst., 1815. 80.

Hierin Lofrede, door G. J. MEIJER; Lofzang, door M. C. VAN HALL; Redevoering, door H. H. KLIJN, en Zangen, door B. KLIJN, BZ.

Het Treurspel: Maria van Lalain, of de Verovering van Doornik, tegen deszelfs naamloozen aanrander verdedigd. Amst., 1818. 80.

Gerigt tegen cene recensie in de Weegschaal voor 1818, No. 2, zoo als later bleek, geschreven door W. MESSCHERT, met medehulp van TOLLENS. Deze verdediging is ouderteckend O-V-S., initialen van Openhartigheid, Vertrouwen en Stilzwijgendheid. Op de vraag, of er inderdaad een Genootschap onder dien naam bestond, zoo als op den titel van het volgende boekje staat, kunnen we niet met zekerheid antwoorden.

Wederspraak op den Brief van H. Tollens Cz., te Rotterdam, wegens het Treurspel: Maria van Lalain; door het Genootschap onder de Zinspreuk: Openhartigheid, Vertrouwen en Stilzwijgendheid, te Amsterdam. Amst., 1818. 8o.

J. SCHELTEMA, Lettre à MM. les Rédacteurs de la Galerie des contemporains sur la nécessité de rectifier et completter l'article concernant J. Koning. La Haye, 1819. 8o.

Gedenkzuil voor Mr. Rhynvis Feith. Leeuw., 1825. 80o. Met portret.

Hierin de Lofrede van M. C. VAN HALL, die van W. H. WARNSINCK, benevens Rouwzangen.

Jo. DE VRIES, Barend Klyn Bz., bijzonder uit het oogpunt van nationaliteit beschouwd. Znd. pl. en jrt. (1830?) 8o.

Mr. W. Bilderdijk's Eerste Huwelijk. Naar zijne Briefwisseling met vrouw en dochter (1784-1807), medegedeeld door zijn aangehuwden Kleinzoon J. C. TEN BRUMMELER ANDRIESSE. Leiden, 1873. 8o. Met portret van de eerste vrouw van Bilderdijk. H. J. KOENEN, Over de verdiensten van Bilderdijk ten aanzien van de beoefening onzer taal. Redevoering. 's Hertogenb., 1860. 8o. B. KLINKERT, Lijst der Werken, geschreven door of met Bijdragen voorzien van wijlen Mr. W. Bilderdijk en Vrouwe K. W. Bilderdijk, geb. Schweickhardt; alphabetisch gerangschikt en met 3 Bijlagen voorzien. Amst. (1853.) roy. 8o.

Gratis-Bijvoegsel van De Navorscher, 1853.

XXVI Maart MDCCCLXVII. Gedenksteenplaatsing te 's Gravenhage, in den voorgevel van het huis aan de Princengracht (zuidzijde) Nommer 32 waar, van 1786 tot 1795, gewoond heeft Mr. Willem Bilderdijk. Toespraak en Dichthulde van Dr. WAP en Mr. J. VAN LENNEP, enzv. 's Gravenhage, 1867. 8o. Jo. DE VRIES, Iets ter vereering van mijnen Vriend Cornelis Willem Westerbaen. Znd. pl. en jrt. (1832?) 8o.

J. H. L. VAN DER SCHAAFF, Korte biographische notitie omtrent Mr. G. van Lennep. Doesborgh. (1864.) 8o. Niet in den handel.

Ter Nagedachtenis van Cornelis Loots, door H. HAAKMAN, M. C. VAN HALL, J. KINKER, H. H. KLIJN, J. VAN WALRÉ, H. TOLLENS, Cz. Amst., 1835. 80.

P. SCHELTEMA, Het Leven en de Letterkundige verrigtingen van den Geschiedschrijver Mr. Jac. Scheltema. Amst., 1849. 80. Met portret.

Hulde, der nagedachtenis van Jan van Walré toegebragt, door de aloude Rederijkkamer: "De Wijngaardranken", onder de Zinspreuk: Liefde bovenal. Haarlem. (1838.) 8o. Met portret.

J. GEEL, Mededeeling aan alle recenserende geleerden in ons Vaderland. Amst., 1837. 8o.

Over de geweigerde plaatsing eener recensie van Prof. Geels (doch anoniem verschenen) vertaling van Sterne's Sentimenteele reis, in den Recensent.

J. W. VAN DEN BRINK, Nicolaas Godfried van Kampen, geschetst als mensch en geleerde. Leyden, 1839. 8o.

S. MULLER, Levens- en Karakterschets van Nicolaas Godfried van Kampen. Haarl., 1840. 8o. Met portret van Van Kampen.

S. MULLER, Brief aan de Redactie der Vaderlandsche Letteroefeningen. Amst., 1840. 8°.

Bevat eene kleine nalezing op voorgaande Levensschets.

B. H. LULOFS, Gelderlands voortreffelijke Dichter, Letter- en Landhuishoudkundige Mr. A. C. W. Staring van den Wildenborch, in zijn Leven, Karakter en Verdiensten geschetst. (Met portr. en facs.) Arnh., 1843. 8°.

P. VAN LIMBURG BROUWER, Het Leven van Mr. Samuel Iperuszoon Wiselius. Met portret en fac.-similé. Groning., 1846. 80. J. VAN LENNEP. Het Leven van Mr. C. van Lennep en Mr. D. J. van Lennep, beschreven en toegelicht uit hun gedichten en andere oorspronkelijke bescheiden en in verband met hun tijd beschouwd. Amst., 1861-62. 4 dln. in 2 bdn. 8°. Met 2 portretten. en fac-similé's.

Ieder deel heeft nog een tweeden titel.

(W. MOLL?) Ter gedachtenis van Matthijs Siegenbeek. 8°.

Overgedrukt uit de Kerkelijke Courant van 22 Dec. 1856.

H. J. KOENEN, Ter nagedachtenis van Mr. C. M. van der Kemp. Amsterdam, 1862. 80.

J. H. PEETSOLD en P. J. DE BOSSON, Hulde aan de nagedachtenis van A. P. van Groningen. Dordr., 1862. 80.

Aan C. Busken Huet, naar aanleiding van zijn opstel: "Een avond aan het Hof", opgenomen in het dezer dagen verschenen Nommer van den Gids. 's Gravenhage, 1865. 80.

« FöregåendeFortsätt »