to AMOVE, Wegdoen, uit den weg doen. AMP. (†) AMPER, Een gezwollenbeid. AMPHIBIOUS, Half in 't water en half op 't land zich onthoudende, balfflachtig. AMPHIBOLOGY, Dubbelzinnigbeid. AMPHISH, Die onder de Evennachtlyn woonende, de fchaduw ter wéderzyde bebben; Tweezyds Schaduwige. AMPHITHEATRE, Een ronde Schouwburg. AMPLE, Wydluftig, breed. →AMPLIATION, Uitbreiding, als ook, een uitstel van vonnis tot dat een zaak verder onderzocht is. AMPLIFICATION, Vergrooting, uitbreiding. Amplified, Vergroot. Amplifier, Vergrooter, uitbreider. to AMPLIFY, Vergrooten, uitbreiden. Amplifying, Vergrooting, vermeerdering. AMPLITUDE, Uitgeftrektheid grootte. AMPLY, Wydloopiglyk. zetting der Lédemaaten. AMULET, Aan de bals hangend ge neesmiddel tegen vergif. AMURCOSITY, Vuilbeid, morzigbeid, droeffem. to AMUSE, Opbouden, op den tuil bouden, de zinnen beezig bouden, verbysteren, om den tuin leiden. To amuse the enemy, Den vyand met lift ophouden, den vyand werk geeven. To amufe one with fair words, Iemand met fchoone woorden op den tuil bouden. Amufed, Op den tuil gebouden, bézig gebouden. Amusement, Bézigbouding der zin nen, tydverleutering, op den tuil bouding. Amufer, Ophouder, misleider. Amufing, Opbouding, op den tuil boudende. AMYGDALATE, Amandelmelk. AN. AN, Een, een lédeken dat voor eenNaamwoord gevoegd wordt beginnende met een Klinker, als: An Eagle, Een Arend. maatig. Analogically, Evenrediglyk, evenmaatiglyk. ANALOGY, Evenrédigheid, gelykvormigheid,évenmaatigheid, over eenkomst. Analogifm, Een onbeantwoordelyk bewys, van de oorzaak tot de uitaverkinge. Analogifts, Voogden die geen rékening behoeven te doen. ANALYSIS, Oploffing, ontknooping, ontleeding. ANARCHY, of Anarchifm, Heerfcheloosheid, een Staat zonder regeering, regeeringlooze Staat. ANATHEMA, Vloek, vervloeking, ban. to ANATHEMATIZE, Vervloeken, vloeken, in den ban doen. Anathematized, Vervloekt. ANATOMICAL, Ontleedkundig. Anatomically, Op een ontleedkun dige wyze. ANATOMIST, Een ontleeder. to ANATOMIZE, Ontleeden, ope nen, opfnyden. Anatomizing, Ontleeding, opfnyding; ontleedende. ANATOMY, Ontleeding, ontleed. kunde, als méde een Geraamte. The art of Anatomy, De Qntleedkunde. ANC. ANCESTORS, Voorouders. Ancestral, (derived from one's ancestors), Dat van de Voorouders gekomen is, 't geen men van bun beeft. een anker. to ANCHOR, Ankeren, 't anker uitwerpen. Anchorage, Ankergrond, als méde Ankergeld. Here is good anchorage, Hier is goede ankergrond. Anchored, Geankerd. ANCHORESS, Eene Kluizenaarin, Nonne. ANCHORET Anchorite, Een Kluizenaar. De Kerkelyke Oudvaders. The ancients, De Ouden. AND, En, ende. And yet, En evenwel, nogthans. To go and fee, Gaan zien, gaan kyken. And fo forth, En zo voort, enz. A little more and he had been drown'd, Het fcbeelde weinig of by zou verdronken geweeft zyn. Without ifs or ands, Zonder eeni- A toaft and butter, Geboterd brood, Two and two, Paar aan paar. ANDIRON, Een Brand-yzer, vuur yzer, baard-yzer. ANE. An angling rod, Een bengel-roe- | ANIMOSITY, Hevigheid, drift, de, bengel riet. An angling-line, Een bengelfnoer. To be angry at (of with) one, He is foon angry, Hy is ligt geraakt. Angrily, Grimmiglyk, toorniglyk. to kend. The animadverfive faculty, Het aanmerkend (of opmerkend) vermoogen. ANIMADVERT, Aanmerken, bespeuren. To animadvert a thing upon one, Iemand over een zaak berifpen. Animadverted, Aangemerkt, beSpeurd. ANIMAL, Dierlyk. An animal, Een dier. ANIMALCULA, Kleine diertjes, die niet dan door vergrootglaazen te zien zyn. to ANIMATE, Aanmoedigen, moed geeven, als méde bezielen. Animated, Aangemoedigd, gemoedigd, bezield. Animated needle, Een naald aan den zeilfleen geftreeken. Animating, Aanmoediging; -aanmoedigende. Animation, (the time when the human embryo is animated), Bezield, van een ongebooren kind als het leven ontfangt, wordt dit gezegd. onluft, wrok, verbittering. ANKLE, zie Ancle. ANN. ANNALS, Jaarboeken. Annalift, Een Hiftoriefchryver. ANNATES, Annats, Eerstelingen van Kerkelyke inkomsten. to ANNEAL, Glasfchilderen 't Glas in den oven bakken, olie beftryken, beoliën. Annealed,Op glas gefchilderd, beolied. The annealing of glafs, Het vast branden der køleuren op glas in een oven. met to ANNOINT, zie to Anoint. ANNOSITY, Ouderdom. ANNOTATION, Aantekening. to ANNOUNCE, Aankondigen, verkondigen. Announced, Aangekondigd. to ANNOY, Befchaadigen, kwetsen, beleedigen, afbreuk doen. To annoy the Enemy, Den Vyand afbreuk doen. Annoyance, Befchaadiging, beleediging. Annoyed, Gekwest, beschaadigd, beleedigd. Annoyer, Een beleediger, befchaa diger. ANNUAL, Jaarlykfcb. Annually, Alle jaaren, jaarlyks. Annuitant, De trekker van Faargel den of Lyfrenten. ANNUITY, Jaargeld, Lyfrente. To buy an annuity, Eene lyfrente koopen, zyn geid op lyfrenten zetten. APH. APHONIA, Spraakeloosheid, ftombeid. APHORISM, Een kortbondige Spreuk. Apith tricks, Aapen-fpel, Aapen. APOCALYPSE, Het Boek der Openbaringe. the APOCRYPHA, De Apokryphe Boeken. Apocryphal, Verborgen, buitenrégelig, Apokryf. APOLOGETICAL, Apologetick, Verdeedigend. an APOLOGETICK, (Subft.) Een Verdeedigfcbrift. APOLOGIST, Apologer, Een ver antwoording fchryver. to APOLOGIZE, Een verdeediging Schryven, verantwoorden. APOLOGUE, Een zinryke fabel, leerzaam verdichtfel. APOLOGY, Verantwoording, verdeediging. To make an apology, Eene verantwoording doen. APOMECOMETRY,, De konft om afgelegen APOCOMETRY, dingen te meeten en derzelver afstand uit terékenen. Apoplectical, Beroerd, dat tot de beroerdheid behoort. APOPLEXY, Beroerdheid, geraaktbeid. APOPTHTHEGM, Een korte zinryke Spreuk. APOSTACY, Afval, afwyking in de Godsdienft. APOSTATE, Een afvallige. Apoftatical, Afvallig. to APOSTATIZE," Afvallen, afwyken. APOSTEME,, Een gezwel, zweer, ettergezwel. Apofthume, zie Impoftume. To appear in publick, Opentlyk To appear in print, In openbaa dat bet geene ik zeg, de waar The benefits are vaft that will appear upon this Conjunction, Uit de faamenloop dier zaaken zal groot voordeel getrokken worden. To appear, (or to ftand) for one, Voor iemand inftaan, in zyn plaats verfchynen, zyn zaak opneemen. To appear against one, Tégen iemand verfchynen, iemand tegenvallen. This hope made a peculiar Joy to appear in his eyes, Deeze boop deed de Vreugd uit zyne oogen fcbitteren. It appears, Het blykt. I'ill make it appear, Ik zal 't doen blyke . Appearance, Verfchyning, fchyn, vertooning, waarfchynelykheid. There was no appearance of truth, Daar was geen schyn van waarbeid. To make a small appearance, of of people, Daar was een groote toeloop van volk. What appearance of it? Wat waarfcbynelykbeid is daar toe? Appearance in a court of juftice, Verfcbyning in een gerechtshof, voor de Balie. Default of appearance, Defout, als men niet verfchynt. To enter in a Bond for appearance, Zich fchriftelyk verbinden om op een bepaalde dag voor den Rechter te verfchynen. to Save appearances, De uiterlyke febyn van zynen pligt gedaan te bebben, bewaaren. Appearing, Verfchynende. APPEASSABLE, Verzoenlyk. to APPEASE, Bevreedigen,ftillen, verzoenen. Appealed, Bevreedigd, geruft gefteld. Appeafer, Een vreedemaaker, bevreediger, verzoener. Appealing, Bevreediging ; vreedigende, een voorrecht van hun grootheid | Apple-yard, Een boogaard. An Appendix of a book, Een to gaan. Appertaining, Behoorende. APPERTINANCE, Toebehoor, afbangkelykheid. The appertinance of a lamb, Den afval, de ingewanden van een laan. Appertinances, Het toebebooren, de toebeboorigheden. APPETENCE, Appetency, Graag beid, begeerte, luft. † APPETIBLE, Begeerlyk,begeerenswaar APPETIBLENESS, digbeid. APPETITE, Graagte, trek, luft, begeerte. be-Appetite, (affection of the mind) Luft, begeerte, hartstogt. One must endeavour to extinguis one's evil appetites, Men moet zyn booze luften trachten te verdooven. Appeasement, Bevreediging, verzoening. APPELLANT, zie Appealant. APPELLATION, Beroeping, benoeming. APPELLATIVE, Een fpraakkons tig woord, Gemeen Naamwoord in tegenstelling van eige Naamwoord, als Brood, Wyn, Geld, en andere gemeene naamwoorden. Appellee, Een die voor 't gerecht verfchenen, of befchuldigt is. APPELLOUR, Een die zich zelven fchuldig bekennende ook een ander befcbuldigt; als méde, iemand die een ander tot een tweegevecht uitdaagt. to APPEND, Aanhangen, ophangen. Of old, the appending of the feal was fufficient in chartres, without te fubfcription of the party, Voor deeze was bet voldoende bet zégel aan de bandveften te bangen, zonder dat dezelven ondertékend wierden. APPENDANT, Aanbanglyk, toebeboorig. APPENDIX, Aanhangsel, byvoegfel. She inured even thofe to labour, who looked upon Idleness as an appendix of their greatnefs, Zy gewende zelfs de zulken aan den arbeid, die de ledigheid voor L. DILL. He has loft his appetites to all meats, Hy kan in het gebeel niet meer eeten, by heeft nergens Smaak in. Appetitive, Luft bebbende, trek bebbende. The appetitive faculty of the foul, Het bevattende vermogen van de ziel. to APPLAUD, Toejuichen, pryzen. Applauded, Gepreezen, toegejuichd. All the court applauds his choife, keuze. Apple-pye, Een appeltaart. Appliable, He was conftant to his ends, and appliable to occafions, Hy wist zich naar alle gelegendbeden te schikken zonder zyn oogmerk te miffen. Applying, Toepaffing; - toepassenApplicable, Toepaffelyk. de. Applier, Een toepaffer. APPLICATION Toepaling, vervoeging, benyvering. To make his application to one, Zich by iemand vervoegen om iets te verzoeken. With great application, Met groote benyvering of ernst, met groote vlyt. to APPLY, Toepassen, voegen. He would needs apply that faying to her, Hy wilde dat zeggen en-. kelyk op haar toepassen. To apply a plaifter, Een pleifter opleggen. Zich To apply himself to fomething, Zich ergens toe begeeven. To apply one's self to one, by iemand vervoegen. to APPOINT, Beftemmen, aanstellen, verordineeren, befcheiden, plaats ftellen, tyd ftellen, verdagvaarden. To appoint time and place for a thing, Tyd en plaats voor iets beftemmen. 3 To appoint one against the end of the week, iemand tegen's laaft van de week befcheiden. o To appoint him what he must do. Hem zyn werk voorschryven, een taak geeven. To appoint one for a place, Ie mand tot een ampt benoemen. Appointed, Beftemd, verordineerd, aangefteld, befcheiden, verdag vaard. The Parliament is appointed to meet at Westmunster, Het Parlement is befcheiden (of gelaft) om te Weftmunster by een te ko men. Well Well-appointed, Wel toegerust. Appointer, Een beftemmer, dineerder. :} veror Appointing, Bestemming, be- Apprehenfive, Begrypelyk, bevatte- I come to you according your ap-We are most apprehensive that our Enemy's defign is upon that to APPORT, Draagen, brengen. zie Pofc. APPOSITE, Wel ter zaake, wel Appofitely, Recht van pas, wel ter Appraifing, Waardeerende, fcbatten- Appraifor, Een fcbatter. leerjongen, leerknecht, winkel- to APPRIZE, Onderregten, kennis Apprized, Van iets onderrecht zyn. affair, Ik ben van die zaak nog To have approach to one, Toe- ken. to APPREHEND, Bevatten, begry- to APPROACH, Naderen, genaa- To apprehend a malefactor, Een kwaaddoender in becbtenije nee To approach one's perfon, Tot nade The night approaches, De nacht to APPROPERATE, Haaften. Appropriate and naturel means |