Sidor som bilder
PDF
ePub

Gracious, (that has a good gra-
ce) Bevallig.

To be gracious with a lady, In
de gunft van een Fuffer staan,
van baar bemind zyn.
Our most gracious fovereign,
Onzen allergenadigfte Lands.
vorst.

Moft gracious Lord, (a tittle
given to God in our prayers)
Allergenadigfte God.
Gracioufly, Genadiglyk, aangenaam-
lyk.

He received me very graciously, Hy ontving my zeer vriendelyk.

The King was gracioufly pleafed to grant it, Het heeft den Koning bebaagd zulks genadig te vergunnen.

Gracioufnefs, Gunftigbeid, aangenaambeid.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

Gradual, or graile, (a book
containing certain offices and
ceremonies of the Roman
church) Het graduaal, een zé-
ker Roomfch Kerkboek.
Gradual pfalms, Trapliederen, trap-
pfalmen.

Gradually, By trappen, by graaden,
traps-wyze.
GRADUATE, Een die op de Hooge-

fcbool tot eenen zekeren graad in
de ftudie bevorderd is, een gepro.
moveerde.

Graduated, Hoog voorgedraagen, breed uitgemeeten.

A civility highly graduated, Een ongemeen boog gefchatte beleefdheid. GRAFF or GRAFT, Een ent, griffie. to GRAFT, Enten, inënten, griffi. jen.

Grafted, Geent, gegriffied, ingeënt. Grafter, (an obfolete word for fcrivener) Notaris.

inenter.

Grafter, Een enter,
Grafting, Enting, inenting,

entende.

GRAIE, zie Gray.

GRAIL or GRAILE, zie Gradual.

GRAIN, Graan, koorn, kërn, korrel.

dat grof van draad is.
Grain, (wherewith fcarlet, &c.
is dyed) Karmozyn.
Dyed in grain, Karmozyn geverwd.
t A rogue in grain, Een in de
wol geverfde Boef.

A knave in grain, Een rechte
fcbelm.

Against the grain, Tegen de

draal.

Against the grain, Schoorvoeten-
de, tegen de natuur, tégens
dank.

God commands us nothing that
is against the grain of our na-
ture, God gebiedt ons niets dat
tégen de natuur Strydt.

It goes against the grain, or he
is loth to do it, Hy doet bet
Schoorvoetende.

Nothing is fo ungrateful as fto-
ry-telling against the grain, (T)
'Er is niets onaangenaamer als
onbevallige biftorien te vertel-
len.

Grained, Genërft.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]

Great grand-daughter, Kinds-kindsdogter.

GRAINER, Koornfolder, zie Gra- Grandam, zie Grand-dame.

nary.
Grainy, Korrelig.
GRAMERCY, Dank beb, grooten
dank.

GRAMMAR, De letterkonst, Spraak-
konft.

A grammar fchool. Een Latynfch
fcbool.

Grammarian, Een letterkonstenaar,
Spraakkonstenaar.

Rr3

*To teach one's grandam to give
fuck, how to pifs, or to grope
ducks, † Zyn Vader leeren boe
by kinderen moet maaken.
Grandees, De grooten.
A grandec of Spain, Een grande
van Spanje.

The grandees of the realm, De
grooten van bet Ryk.
GRAND-SIRE, (or grand father)
Groot-Vader.

Grand

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

A thing of this nature will be inoft grateful to him, Een zaak van dien aart, zal hem ten uiterften aangenaam zyn.

1 fhall be very grateful to him for his kindness, Ik zal bem zeer dankbaar zyn voor zyn vriendelykheid.

Gratefully, (or kindly) Vriende-
lyk.

Gratefully, (or thankfulness)
Dankbaarbeid.

Gratefulness, (pleafantnefs) Be-
koorlykheid.

GRATER, Een ryf, refp. GRATIFICATION, (free gift) Vrye-gift.

to

Gratification, (or pleasuring)
Bekooring.

Gratification, (enjoyment, plea
fure) Genot, vermaak.
He indulges himself in all the gra
tifications of his fenfes, Hy
geeft zich toe in bet genot van
alle zyne luften.
GRATIFY, or to oblige one,
Iemand verplichten.

To gratify a man's importuni-
ty, Op iemands aanbouding iets
doen.

I shall gratify your defires, Ik zal
u begeerte voldoen.

To gratify, (or indulge) him in
nothing, but what is reafona-
ble, Hem niets inwilligen als
't geene rédelyk is.

To gratify one's refentment,
Wraak neemen.
Gratify'd, Begunstigd, beliefd, in-
gevolgd.

Gratifying, Begunftiging, believing", involging, involgende. GRATING, Bezetting met traaliēn of met een roofter, rafping. Grating, Rafpende, bits.

The grating remembrance of a thing, Het droevig aandenken van een zaak.

Gratingly, als, An oath founds gratingly, Een vloek kwetst de

[blocks in formation]
[blocks in formation]

A grave countenance, Een def-
tig gelaat.

A grave (or ferious) discourse,
Een deftige of ernstige réden.
A grave fuit of clothes, Een zé-
dig pak kleeren.

An accent grave, (a term of
grammar) Een zeker klank-té-

ken.

A grave found, Een dof geluid. a GRAVE, Een graf.

*He has one foot in the grave,
Hy gaat met den eenen voet in
't graf.

To with one in the grave. Iemand
in 't graf wenfchen.
To lay one in one's grave, Ie-
mand ter aarde bestellen, begra-

ven.

An empty grave, Een loos graf. Grave-maker, Grave-digger, Een gravemaaker.

Grave-ftone, Een graffteen, zerk. to GRAVE, Beeldhouwen, graveeren, plaatfnyden.

To grave an image, Een beeld graveeren.

To grave a feal, Een fignet fnyden.

To grave a fhip, Een Schip fchoon maaken en weer op nieuws tee

ren.

To grave a gally, Een galey na-jaagen. Graved, Schoon gemaakt. This is very well graved, Dat is zeer wel gegraveerd.

A hip newly graved, Een nieuw uitgebaald Schip. GRAVEDINOUS,Slaaperig, zwaarboofaig. GRAVEL, Grof zant, keizelachtig zant, keizelgruis, fteengruis. A place full of gravel, Een plaats col kyzelgruis. Gravel, (in the kidnies) Graveel. To be troubled with the gravel, Met bet graveel gequëld zyn.

GRA.

He died of the gravel, Hy stierf

aan 't graveel.

A gravel pit, Een keizelgruis-kuil.
A gravel-walk, Een laan met kei-
zelgruis belegt.

to GRAVEL, Met keizelgruis be-
In 't naauw bren-
Strooijen,

gen, zwaarigheid voorwerpen,
belemmeren.

To gravel a walk, Een laan met
keizelgruis beleggen.

To gravel (or to perplex) one,
Iemand verlegen maaken.
Gravelled, Met keizelgruis beftrooid,
in't naauw gebragt, be-
lemmerd.

He is very much gravelled, or
perplexed, Hy is in groote ver-
légendbeid.

Gravelling, Verlegenmaaking.
Gravelly, Zandig, fteengruizig.
Gravelly urine, Zandige pis, fteen-
gruizig water.
GRAVELY, Deftiglyk, ernsthaftig-

lyk.

GRAVEN, Gegraveerd, gefneeden.
GRAVEOLENCE, Een vunfige,
Stinkende reuk.
Graveolent, Stinkende.
GRAVER,Een beeldhouwer, beeldfny
der, plaatfnyder, graveerder.
Graver, (a tool to ingrave)
Een graveer-yzer.
A fharp graver, Een fpitfteeker,
Goudmits werktuig.
A round or flat graver, Een tui-
ger, bolfleeker, of graveer-naald
om koper te etfen.
Graving, Graveering, Snyding,
graveerende.

He had fo much for graving, Hy
kreeg zo veel voor het gravee-

ren.

A graving tool, Een graveer-yzer.
GRAVID, Zwanger.
Gravidity, Zwangerbeid.
(+) to GRAVITATE, Weegen.
Gravitation, Weeging, weegende.
GRAVITY, Deftigbeid, ftemmig-
beid, ernsthaftigbeid, ftaatig-

beid.

A ftoick gravity, Een Stoïfche
deftigbeid.

The gravity of a discourfe, De
deftigheid van een réden.

I am weary of a gravity, De ernst
verveelt my.
GRAVITY, Zwaarte kragt.
The center of gravity, Het mid-
delpunt der zwaarte.
GRAVY, 't Sap van vleefch.)

Meat full of gravy, Sappig vleefcb.
The gravy of beef or mutton, 't
Sap, de Jeu van Offe of Schaape
vleefcb.

GRAY, Graauw, grys.

Gray cloth, Grys laaken.
To wear gray clothes, In 't grys..
gekleed zyn.

Gray eyes, Gryze oogen.
A gray horfe, Een grys paerd.
He rid a fine gray horfe, Hy be-
rydt een fraai grys paerd.
Gray hair, Grys baair.
To grow gray, Grys worden.
He is all gray, Hy is gebeel grys.
Dark gray, darkish gray, Don-
ker grys.

Dapple-gray, Appelgraauw.
Gray-brock, or badger, Bun-
fum, das, dier na den Vos zwee-
mende.

A gray-hound, or grey-hound, een
Haze-wind-bond, Hazewind.
Gray-hound bitch, Levret-bond,
bazewinds wyfje.

Gray-eye'd, Die gryze oogen heeft.
Gray-hair'd, Grysbaairig.
Grayish, Graauwachtig, grysach-
tig.

A grayish colour, Een grys-ach.
tige kleur.

A grayish ftuff, Een grys-achtig stof. GRAYLING, (a fish) Een zeker

vifcbje.

GRAYMILL, Een plant, zie Gremil
Graynefs, Graauwheid, grysheid.
to GRAZE, Weiden, beeften wei-
den.

The sheep grazed on the hills,
De Schaapen graasden op het ge-
bergte.

To graze, (or glance, as a bullet does) Schaaven.

A horfe that flightly grazes upon the ground, Een paerd dat beel luchtig gallopeert.

The bullet grazed upon the ground, De kogel graasde over de grond. Grazier, Een Offenweider, beeften weider, veeweider.

Grazing, Beeftenweiding.

The art of grazing, De konft van bet Vee vet te maaken.

To turn one to grazing, to fend one grazing, Iemand de zak geeven, 'er zich van ontdoen.

[blocks in formation]

A fpot of greafe, Een fmeer vlak.
Greafe for cart wheels, Wagen-
Smeer.

to GREASE, Smeeren, hefmeeren.
To greafe a wheel, Een rad fmee-

ren.

To greafe one's clothes, Zyn kleeren befmeeren.

To grease the fift, De banden zalven, omkoopen.

To greafe a fat fow in the arfe,
or in the tail, (that is, to give
to thofe that don't want it)
Water in de Zee werpen. Zyn
ryker geeven.
Greafed, Gefmeerd, befineerd.
Grealy, Smeerig, fmullig, befmuld.
This table is greafy all over, Die
tafel is overal fmeerig.

A greafy fuit of clothes, Een
Smeerig pak kleeren.

A greafy tafte, Een fmeerige
Smaak.

Greafy, (or fluttish) Slordig.
A greafy fellow, Een Jmeerige
gaft, fmullige vent.

Greafily, Smeerachtig, morfig.
Greafinefs, Smeerigheid, morfigbeid.
Greafing, Befmeering, befmee-

rende.

GREAT, Groot, louter, luftig,
A great house, Een groot huis.
A great hat, Een grooten boed.
A great city, Een groote Stad.
A great congregation, Een groote
vergadering.

A great (or violent) wind, Een
geweldige ind.

A great hurricane, Een Schrikkelyke Orkaan.

A great earthquake, Een vreeffe
lyke Aardbeeving.

A great (or intimate) friend,
Een boezem vriend.

A great (or deep) filence, Een
diepe ftilzwygendheid.

A great eftate, Een aanzienlyk
Kapitaal.

Great, (noble) Nobel, groot.
A great foul, Een grootmoedige

ziel.

A great captain, Een groot Veldoverfte, Kapitein.

A great (or long) while, Een lange tyd.

A great while ago, Een lange poos geleden.

A woman great with child, Een zwangere Vrouw.

To be great with one, Veel met iemand op bebben.

T is no great matter, Daar is
niet veel aan gelégen, 't is van
weinig belang.

A great way, Een verre weg.
'Tis a great way thither, 't Is
bier ver van daan.

His recommendation goes a great
way with fuch a one, Zyn aan-
beveling vermag veel op zulk een.
A great deal, Een groote ménig-
te, zeer veel.

A great many, Zeer veel.
In a great measure, Voor een groot
gedeelte, in grooten maate.
* Great cry and little wool,* Veel
gefchreeuw, en weinig wols.
To ride the great horfe, Een
paerd in 't Ryfchool beryden.
You were a great fool to go thi-
ther, Gy waart zeer dwaas van
daar na toe te gaan.

To fell by the great, In 't gros
verkoopen.

To take work at the great, or a
grate, Een werk aanneemen, on-
derneemen.

[ocr errors]

GREE, Goed genoegen, voldoening. GREECE, Griekenland. Greedily, Greetiglyk, gulziglyk. Greedily, Gulzig, greetig. Greedinels, Greetigheid, gulzigheid, bappigheid.

Greedinefs, Gulzigbeid, greetigbeid.

Greedy, Happig, gulzig.

A greedy man, or a greedy gut,
Een gulzig man, tt een flok-
darm.
Greedy, (or covetous) Gierig.
Greedy of praife, Lofgierig.
Greedy of money, Geldgierig.
Greedy of honours, Eergierig.
GREEF, Droefbeid, zie Grief.
GREEK, Griefch.

Greek wine, Griekfche wyn.
A greek book, Een griekfcb boek.
A greek, Een griek.

A merry greek, or merry grig,
Een vrolyke knaap.
Greekling, Een griekje. Schimp-
woord.
GREEN, Groen.

Great belly, Dikbuik, zie Belly.
Great grandfather, Een overgrootva-Green, (not ripe) Onryp.
Green, (or freth) Verfch.

der.

Great-great-grandfather, Een oud-Green, (not dry) Groen, dat niet

overgrootvader.

to GREATEN, Groot maaken, be-
grooten.

Greater, Grooter.

The greater excommunication,
De groote kerkelyke ban.
Greateft, De allergrootte.
A business of the greatest confe-
quence, Een bezigheid van het
allergrootste belang,
Greatly, Grootelyks.
Greatnefs, Grootheid.
A greatness of foul,
beid van ziel.

droog of dor is.

Green, (or raw) Een nieuwe-
ling.

Green as grafs, Zo groen als gras.
A green ribbon, Een groen lint.
A green cloth, Een groen kleed.
The court of the green cloth, Het

bof van het groene kleed, na't
geene dat over de tafel legt.
Green fruit, Onrype vrucht.
A green wound, Een verfche
wonde.

Grootmoedig-Greca fish, Ongezouten vifcb. Green wood, (in oppofition to dry wood) Groen bout, nat bout.

The greatness of an entreprise,
De grootheid van een ondernee-
ming.

The greatnefs (or enormity) of

fin, De verfchrikkelykbeid der
zonde.

GREAVES, Scheenwapens, fcheen-*
Stukken.

Greaves, Kaanen, [zékere vellen

en vliezen in 't fmeer die men
niet finelten kan.]
GRECIAN, een Griek, Griekskun-
dige.

A good (or able) Grecian, Een
geleerd Man in 't Griekfch.
Grecifin, Een Griekfche Spreekwy-

ze.

To be green (or raw) in a busi
nefs, Onbedréven zyn.
Green cheefe, (with herbs in
it) Groene kaas, pieterselie kaas.
You would make me believe
the moon is made of green chee-
se, *Gy zoud my wel knollen
voor Citroenen willen verkoopen.
A green goofe, Een gansje,
jonge gans.
Green-finch, (a fort of bird)
Een groene vink.

Green corn, Groen koorn.
To grow green, Groenen, grota
worden.

A

GRE. GRI.

A green, Een groen veld, groente.
A bowling green, Een groene kloot-

bian.

Greens, (herbs, cabbage, falle-
tings) Groente.
Green-ficknefs, De Vryfiers ziekte,
geepsbeid.

Greenith, Groenachtig.
Greennels, Groenbeid. groente.
Greenfward, als, A greenfward way,

Een vlakte met korte groente be-
waffen. [MARIN.]

GREESE, (or step) Een trap, of
drëmpel.

CREET, Steengruis, biksteen, zie
Grit.

to GREET, Groeten.
Greeting, Groeting, groetenis.
to GREEVE, Bedroeven, zie to
Grieve.

GREMIL, (a fort of herb) Paerl-
kruid.

GRENADIER, Granadier.
GRENADO, Granaad.

To throw grenado's, Met gra-
naaden werpen.
GRENAT, (a fort of precious fto-
ne) Granaaten.

† GRESSIBLE, (that can go) Dat gaan kan.

I GREW, (van to Grow) Ik
groeide.

GREWEL, Gruel, zie Gruel.
GREY, Graauw, grys, zie Gray.
GREY HOUND, Een windbond,
baazewind.

GRI.
GRICE, Een jong wild Varken.
GRIDELIN, Appelbloezem kleur.
GRIDIRON, Een roofter, [om op
te braaden.]

To broil fish upon a gridiron,
Vifcb op eenen roofter braa

den.

GRIEF, Droefbeid, Smart, bart

[blocks in formation]

GRI.

bezwaareniffen afneemen of wee

ren.

to GRIEVE, Bedroeven, Smarten,
grieven. ›

She does nothing but grief, fhe
grieves herself to death, Zy
bedroeft baar tot de dood toe.
This grieves my heart, Dat mert
my in myn hart.

Het

It grieves me exceedingly, that
I am forced fo to do,
fmert my ten uiterste dat ik zulks
doen moet.
Grieved, Bedroefd, bedrukt, ge-
griefd.

[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]

I am grieved to fee him fo abu-
fed, Het doet my leed dat ik hem
zo moet zien mishandelen.
I have been extreamly grieved
for his death, Zyn dood heeft
my bitterlyk bedroeft.
Grieving, Bedroeving, fmarting,—
bedroevende, enz.
Effectual ways and means of rai-t
fing money, without grieving
the fubjects, Krachtdaadige mid-
delen om geld op te neemen zon-
der de onderdaanén te bezwaa∞

[blocks in formation]

A grievous (or an odious) cri-
ine, Een grouwelyke misdaad.
A grievous error, Een grove mis-
flag.

To be in a grievous fright, rs-
felyk verfchrikt zyn.
Grievous, als, To be grievous
drunk, Smoor dronken zyn.
Grievous angry, Byfter toornig.
You are grievous hafty, Gy zyt
verbruid baaftig.
Grievously, Geweldig, gruwelyk,
yslyk.

He will be grievously punished,
Hy zal geflreng gestraft wor-

den.

Grievously, (or very much)

Zeer veel.

We fuffer'd grievously in that
S s

A merry grig, (for a merry
greek) Een aardige fnaak.
GRILLIADE, (or broiled meat)
Gebraden vleefcb.
GRIM, Grimmig, bars, nors, ftuurfch.
A grim look, Een nors gezigt.

The grim ferry-man, (a poeti-
cal expreffion) De bleeke Scbui-
tevoerder, CARON.

Grim-fated, Bars van trooni.
To make grim (or wry) faces,
Bekke trekken, teen fcheeve bek

zetten.

A grim faced man, Een knorre-
pot.

Grimly, Grimmiglyk.
Grimnefs, Barsbeid, norsbeid, ftuurs-
beid.

GRIMACE, Een fcheeve bek, een
fcbeeve toot.

Grimaces, Grillen. fratfen.

Grimace, (diffimulation and hi-
pocrefy) Veinzery.

to GRIME, zie Begrime.
GRIN, Grynzen, een fcheeve bek

to

to

zetten.

GRIND, Maalen, vermaalen,
verbryzelen, flypen op een steen.
To grind corn, Koorn maalen.
To grind the teeth, Knarfen.
To grind a knife, Een mes op
eenen fteen flypen.

To grind colours, Verw wry
To

ven.

« FöregåendeFortsätt »