Allerted, Staande gehouden, beweerd. Affertion, Een bevestiging, ftelling, oft gevoelen dat men ftaande boudt.

But this may abundantly fuffice to vindicate my affertion, Maar dit zal meer als genoeg zyn, om myn ftelling (myn gezegde) te verdedigen.

Affertor, Eén voorstander, bandhaa

ver.

to ASSESS, Schatten, een aandeel in de fchatting opleggen. Affeffed, Gefcbat. Affeffment, Een opgelegde fchatting. Affeffor, Een fchatter, als méde,

een byzitter in eene vergadering. ASSETS, Goederen genoeg naagelaaten voor den Bewindsman eens Boedels, om de fchulden of erfmaakingen te voldoen. ASSEVERATION, Verzekering, bekragtiging. ASSIDUITY, Geduurzaamheid, geftadigheid. Affiduous, Geftadig, geduurig, aanboudend.

Affiduously, Geftadiglyk, aanboudende.

↑ to ASSIEGE, Belégeren. Zie Befiege. ASSIGN, ASSIGNEE, Een geordineerde, laftbebbende. to ASSIGN, Överwyzen, beftemmen, aanstellen, aantoonen. To affign a leafe, Een buurcedul overdoen, de buur die men aan een Huis of Hof beeft, aan een ander overgeeven. To affign part of one's Eftate for the payment of one's debts, Een gedeelte van zyn vafte Goe deren, tot betaaling van zyn Schulden, verbinden. Affignation, Overwyzing, beftemming.

Affigned, Beftemd, aangesteld. Affignment, Schuldoverwys, Affig

natie.

to ASSIMILATE, Gelyken, vergelyken. Affimilated, Vergeleeken. Affimilation, Vergelyking. to ASSIMULATE, Gelykmaaken, naamaaken, naabootfen. ASSISES, Zitdagen, zie ASSIZES.

to ASSIST, Byftaan, belpen, on

derftand doen, bywoonen. To affift one in his neceffity, Iemand in zynen nood bystaan.

The affize of bread, De zetting

(gefette prys) van 't brood. ASSIZES, Zitdagen, rechtdagen. To keep Affizes, Rechtdag bouden, Vierfchaar bouden. to ASSIZE weights or measures, Gewigten of maaten eiken. Affized, Geeikt. Affizer, Een Eiker. Affizing, De eiking, ASSOCIABLE, Gezellig. Affociate, Een medgezel, bondgenoot, makker, gefpan. to ASSOCIATE, Vergezelschappen, verzellen, vermaagfchappen, vervoegen.

eikende.

Affociated, V'ermaagfcbapt, Bondgenootfch.

Affociating, Verzelling, vergezelfchapping, verzellende. Affociation, Gefpanfchap, maatSchappy.

to ASSOIL, Ontslaan, van den kerkelyke-ban. Affoiled, Ontslagen. ASSONANCE, Weergalm. ASSONANT, Gelykluidend. ASSOON as, Zo dra als. Affoon as I faw him, Zo dra als ik bem zag.

I will be there afoon as you, Ik zal 'er zo fcbielyk zyn als gy. I have my money affoon as I want it, Ik kan geld krygen als ik wil. ASSUEFACTION, Aanwenning. to ASSUME, Aanmaatigen, op zich

neemen, aanneemen.

To affume a title, Eenen titel aan

Our Saviour has affumed flesh, Onzen Zaligmaker is Vleefch geworden, beeft het Vleefch aangenomen.

He affumes in all companies, Hy dringt in alle gezelschappen

in.

Affumed, Aangemaatigd op zich ge.

nomen.

ASSUMPSIT, Een vrywillige belofte. Affumption, Aanmaatiging, aanneeming.

Affumption, De Hemelvaart van Maria. ASSURANCE, Verzékering, verzékerdbeid, een vast vertrouwen. to ASSURE, Verzekeren.

I affure myself that, Ik verzeker my zelven dat. Affured, Verzekerd. Affuredly, Zékerlyk. Affuredness, Verzekerdheid. Affurer, Een verzekeraar. Affuring, Verzekering; verzékerende.

Aftonished, Verbaasd, ontzet. Aftonishing, Verbaazing; baazende. Aftonishment, Verbaasdheid, entzetting. ASTRADLE, Scbrylings. ASTRAGAL, Een rand of krans boven aan een pilaar of gebouw. ASTRAY, Aan 't doolen op een dwaalweg.

To

AS WEL AS. Zo wel als.

I am as well here as there, Ik ben bier zo wel als daar. As well as I love you don't think I fhall do that, Hoe veel ik ook van u boude, zo moet gy u niet verbeelden dat ik dat zal dsen.

As well as could be, Zo goed als bet zyn kon.

A. Merk op, dat dit Bywoord,

uit deeze twee is faamen gefteld, As & Well, en dat de meefte goede Schryvers 'er twee woorden van maaken. ASTLE, (or Sanctuary) SchuilPasts, Vry-plaats.

He took afyle in the palace, Hy nom de wyk in het Paleis. L DEEL

AT.

AT, Tot, te, op, in, ter, voor, by, aan.

At London, Tot Londen.
At home, Te huis.

To be at fea, In zee zyn,
At the market, Op de markt.
At the beginning, In 't begin.
At first, In 't eerft.

At midnight, Te middernacht.
At break of day, Met het krieken
van den dag.

At Church; Ter Kerke.

At your house, Tot uwent.
To be at a ftand, Tot eenen ftil-
Stand gekomen zyn.

At any time, t'Eeniger tyd, t'al-
len tyden.

At that time, Te dier tyd.
At one time or other, Op den
eenen of den anderen tyd.
At prefent, Voor het tegenwoor-
dige.

At the gate, Voor of aan de poort.
At the window, Aan 't venster.
He is at it, Hy is 'er aan.
What would he be at? Wat beeft
by voor? waar op beeft by 't ge-
munt?

At the moft, Ten boogsten.
At laft, Ten laatften.
At a great rate, Op een booge
prys, dier.

At one blow, Met eenen flag.
At his command, Op zyn bevel.
At the will of God, Volgens Gods
wille.

At the point, Op 't punt.

At my hearing of that, Toen ik dat boorde.

Not at all, Gansch niet. At aventure, By geval, roekelooslyk.

At hand, Naby, by der band. To be at an end, Tot een einde gekomen zyn.

He is at leasure, Het mag hem wel gebeuren, by heeft ledigen tyd.

To write at leasure, Op zyn gemak Schryven.

When I am at leasure, Als ik niet te verzuimen beb.

To be at open war, In openbaaren Oorlog zyn.

To be at it, Ergens aan, of méde bézig zyn.

Where would you be at? Wat bebt gy voor?

I will fee what they would be at, Ik zal zien wat zy voor hebben. E

to

He longs to be at it, Hy ver langt om 'er aan te zyn. She longs to be at it, Zy verlangt baar bart aan stukken om

te trouwen.

A. To be at it, Is een zeer gewoone manier van fpreeken die tot allerly ernftige en vermaakelyke bézigheden gebruikt wordt. Zo zegt men van een man die ftudeert, fchryft, eet, drinkt, fpeelt, of iets anders doet. He is at it, Dat is te zeggen, hy is bézig met studeeren, hy is aan 't schryven, aan 't eeten, enz. At length, Eindelyk. At once, Op eene reis. France is at peace with the Turks, Vrankryk heeft vreede met den Turk.

At unawares, Onverhoeds. To be angry at one, Kwaad op iemand zyn.

They are at odds, Zy zyn on-eens, zy leggen overboop.

To love one at heart, Iemand van barte beminnen.

To be at the charge of a thing, De koften van iets draagen. What would he do at him? Wat zoud by bem doen?

To be at a lofs, Verleegen zyn. To ly at ftake, Gevaar loopen. His life lyes at ftake, Zyn leeven bangt 'er aan.

She took it well at his hand, Zy

nam het hem wel af. To buy a thing at fecond hand,

Iets uit de tweede band koo.

ATCHIEVE, Bedryven, verrichten, uitvoeren.

A. Dit woord wordt voornaamelyk gebruikt als men van treffelyke daaden Spreekt. Atchieved, Bedréven, uitgevoerd. Atchievement, Een treffelyk bedryf,

begaaftbeid, beldendaad, als ook de wapens van een Edelman. Atchievements, Verrichtingen,daaden. we ATE, Wy aten, [van to eat.] ATH.

ATHEISM, Ongodiftery, Godverzaaking. ATHEIST, Een Ongodift, Godverzaaker,

Atheif

Atheistical, Godverzaakend, Ongodiftifch. ATHIRST, Dorftig.

(1) ATHLET, Een Kampvechter. ATHLETICAL ftrength, Een uit

muntende, eens wortelaars fterkte. ATHWART, Overdwars, averechts. ATMOSPHERE, Dampkring. ATMOSPHERICAL, Beboorende tot den dampkring.

ATO. ATOM, Een ziertje, ondeelbaar Stofken.

to ATONE, (to make two to be at one,) Verzoenen, bevreedigen.

To atone one's felf to God, Zich met God verzoenen.

To atone for a fault, Voor eenen misflag boeten.

Virtue atones for bodely defects, De deugd vergoedt de Licbamelyke gebreken.

Atoned, Verzoend, bevreedigd. Atonement, Verzoening, fchuldboeting.

To make atonement, Een verzoening maaken, boeten, vergoeding doen.

To attain to or at any thing, Tot iets geraaken. Attainable, Verkrygbaar. Attained, Bejaagd, bereikt, geraakt. Attained to great knowledge, Tot groote kennifle geraakt (of gekomen.) Attaining, Bereiking; kende. Attainment, Verkryging, bereiking. → ATTAINDER, Eene overtuiging in Rechten van eenige misdaad, fchuldig verklaaring.

a Bill of Attainder, Een Gefchrift

of vonnis des Parlements van overtuigde misdaad. ATTAINED, or Attained to (from Attain,) Verkrégen.

to

Things hardly attained, are long retained, Dingen die men met veel moeite verkregen heeft, worden lang bewaard. ATTAINT, Overtuigen van misdaad, fchuldig verklaaren, betichten; bevlekken, bederf aan

zetten.

To attaint the blood, Het bloed befmetten, aansteeken. Attainted, Overtuigd van misdaad, misdaadig verklaard. Attainted flesh, Vleefcb dat eenig bederf gekreegen heeft, of dat een fnof weg beeft. ATTAINTURE of blood, Bederving of aansteeking des bloeds.

to

Great misfortunes attend wars, Den Oorlog gaat van veel rampen vergezeld.

To attend unto, Opmerken, gadeflaan.

To attend to the inward checks

of conscience, Op de inwendige berifpingen des gemoeds acht geeven. ATTENDANCE, Opwachting, ofpalling, behartiging.

To give attendance on a Prince,
Een Vorft opwachten.

He expects great attendance, Hy
verwacht dat men bem veel eer
zal aandoen.

Attendance, Een ftoet van oppaffers, bofgezin, dienstbooden. To have a great attendance,. Een grooten ftoet van dienstbooden beb

ben.

ATTEMPER, Maatigen, peren. Attempered, Getemperd. ATTEMPT, Een aanflag, onderwinding.

to

A bold attempt, Een ftout beftaan.
To make a new attempt, Ander-
maal iets beftaan.
ATTEMPT, Poogen, trachten,
onderftaan, onderwinden, beftaan.
To attempt impoffibilites, On.
moogelykheden bestaan.
To attempt upon a man's life,

Op iemands leeven toeleggen. Attempted, Getracht, onderwonden, onderftaan, ondernomen. Attempter, Een trachter, onderwinder, onderneemer. Attempting, Onderneeming, derwindende, trachtende.

on

to ATTEND, Opwachten, verzellen. To attend one, Iemand opwacbten, of oppaffen. Great dangers dit attend him, Groote perykelen verzelden bem.

merdienaar.

A difeafe with its attendants, Een ziekte met baare gevolgen. Attended, Opgewacht, opgepast, ge. diend.

ATTENTION, Opmerking, aandacht.

Attentive, Aandachtig, opmerkend. To be attentive, Öpmerkend zyn, wel opletten. Attentively, Aandachtiglyk. Attentiveness. Aandachtigheid. to ATTENUATE, Verkleinen, verzwakken. Attenuated, Verkleind. Attenuation, Verkleining. ATTER, Etter.

to ATTEST, Betuigen, getuigen, bevestigen. Atteftation, Betuiging, getuigschrift. Attefted, Betuigd, bevestigt. AT.

ATTICISM, Kortbondige uitdrukking. ATTICK, Atbeenfche bouworder. to ATTICISE, Kragtig, beknopt en cierlyk fpreeken, naar de wyze der Athéners. ATTIGUOUS, Nabyleggende, aanraakende.

to ATTINGE, Zagt aanraaken,

éven raaken. ATTIRE, Gewaad, tooifel, kleeding, vercierfel.

The attires of a stag, De volwaffene boornen van een hart. to ATTIRE, Vercieren, oppronken, optooijen.

Attired, Vercierd, opgetooid, als mé

de, getakt als een hartshoorn. Attirer, Een vercierder, vercierfter. Attiring, Verciering, optooijing, optooijende.

to ATTONE, zie Atone. ATTORNEY Een Pleitbezorger,

Atturney, '} Prokureur.

Attorney General, Een Prokureur Generaal.

A prating Attorney, Een kaakelaar, zwetfer.

A Letter of Attorney, Een Volmacht-brief, Prokuratie. To appoint an Attorney, Iemand volmagt geeven. Attorneyfhip, Prokureurschap, gevolmagtigheid. -ATTOURNMENT, Erkentenis

die een Hovenier of Landman doet als by een nieuw Heerschap gekreegen beeft. to AÎTRÄCT, Na zich trekken,

aanlokken.

He attracts the eyes of all the world, Hy trekt de oogen van al de waereld tot zich. Attracted, Na zich getrokken, verlokt.

Attraction, Aantrekkelykheid, aanlokfel.

Attraction, Aantrekking, de algemeene neiging,belling of trekking, die alle Lichaamen tot malkande. ren bebben. Attractiveness, De trekkende of aan

trekkende boedanigheid. Attractive, Aantrekkelyk, bekoorelyk. Attractively, Op een aantrekkelyke wyze.

ATTRAPPED, Vercierd, opgepronkt. ATTRIBUTE, Een eigenschap. to ATTRIBUTE, Toeeigenen, toepaljen, toefchryven.

To attribute to himself, Zich toe

paffen, aanmaatigen. Attributed, Toegeëigend, toegepast. Attributing, Toeeigening, toepaffing. ATTRITION, Wryving, Schuuring, als ook, een onvolkomen berouw, meer uit fchrik voor de belle dan uit vreeze Gods ontstaande. Atturny, zie Attorney. AVA.

to AVAIL, Baaten, te ftaade komen, vorderlyk zyn. Available, Vorderlyk, nuttelyk, dienftig. Availed, Gebaat.

Availement, Nuttelykheid, baat. to AVANCE, Bevorderen, zie Ad

vance.

AVANT, Voort! weg! pak u voort. AVANT-MURE, Een Voor muurtje. Avant-peach, Een vroege Perzik. AVARICE, Gierigheid, vrekbeid. Avaricious, Gierig. AVAST, (Een Scheepswoord) Wakker! voort. †AVAUNCERS, De tweede takken der Hartshoornen. AUB. AUBURN, Donkerbruin. AUC. AUCTION, Een verkooping by opflag.

Auditory, Een boorplaats, geboorplaats.

To speak before a great Auditory, Voor eene groote ménigte van toeboorderen rédenvoeren. AVE. AVE-MARY, Een Ave Marye. AVENAGE, De verbindtenis van een Landman om aan zyn Heerschap baver te leveren. AVENER, Een Amptenaar die des Konings paerden op ftal met baver verzorgt. to AVENGE, Wreeken. Avenged, Gewrooken. Avenger, Een wreeker. AVEÑOR, Een bewindsman van 's Konings ftal. AVENS, Nagelkruid. AVENUE, Een toegang, doortogt. To ftop (or to fhut up) the avenues, De toegangen fluiten. AVERAGE, Een pligt waar door een Landman gebouden is zyn Heerfchap met paerd en wagen ten dienfte te ftaan; als ook, Avery ter zee.

Average, Een gelyke verdeeling van goederen, onder Schuldeisfcbers.

Averdupois, Gewicht, zie Avoirdu pois.

AUDACIOUS, Stout.
Audaciously, Stoutelyk.
Audacity, Stoutbeid.
AUDIBLE, Hoorbaar, overluid.
AUDIENCE, Geboor.

an Audience, Een vergadering,
de toehoorders.

A great audience, Een groote mé-
nigte van toehoorderen.
To give audience, Geboor geeven,
verleenen, of vergunnen.
Audience of leave, Affcheids ge-
boor.

Audience Court, Het Hof van
geboor, behoorende tot het
Rechtsgebied van den Aarts

Biffchop van Canterbury. AUDIT, Het nazien der Rékeningen. AUDITOR, Een toehoorder, als ook

een Naziener der rékeningen, Rekenmeefter die de boeken van onder-beampten naaziet. The Auditor of the Exchequer, De Rekenmeefter der Schatkift.

aan den Koning betaalt voor Avery, zie Average. AVEŘMENT, Een verzekering, beveftiging, geftandhouding. to AVERR, Verzekeren, Staande bouden, bewaarbéden. Averred, Verzekerd, bewaarheid. AVERSÁTION, Afkeer, weerzin. AVERSE, Afkeerig.

He was averfe to [or from] it, Hy was 'er afkeerig van. Averfenefs, Afkeerigheid, afAVERSION,} keer, weerzin. to AVERT, Afkeeren, afwenden.

The men of Nineve did avert God's judgement by a true repentance, Die van Nineve keerden Gods oordeel van ben af door een waare boetvaardigheid. Averted, Afgekeerd, afgewend. Averting, Afwending, afwendende.

AVERY, Een baverkift, of baverzolder.

AUF.

AUF, or ELF, Een zot, een gek.
AUG.
AUGHT, Iets.

kouw.

ruimen.

To avoid by stool, Door afgang
loffen.

Avoidable, Vermydelyk.
Avoidance, Openstaaning van een
Kerkelyk ampt of prove, als mé-
de, een vermyding, vlugt.
Avoided, Vermyd, ontgaan.
Eafily avoided, Ligt te ontgaan.
Not to be avoided, Onvermy-
delyk.

AVIARY, Een Vogelvlugt, vogel. Avoider, Een vermyder.

AVIDITY, Greetigheid.
AVIDULOUS, Greetig.

(†) AVISO, Een bericht, waarfchouwing.

AVITOUS, Van de Voorouderen afkomftig, aloud, van aloud ber

komen.

AUK. AUKWARD, Averechts, verkeerd, onhandig, onbebendig, fyf, boorfch, lomp. Aukwardly, Verkeerdelyk, onbandscb, lomp. Aukwardnefs, Onbebendigheid. AUL.

AUL, zie Awl. AULICK, Dat tot het hof beboort. The Aulick Council, De Hofraad. AULNEGOR, Een amptenaar die toezigt beeft op de looden der lakenen en wolle ftoffen. AUM. AUME, (or Awm) Een Aam. an Aume of Rhenifh wine, Een aam Rhynfchen wyn. AUMBRY, Een buis daar men eet

waaren voor arme lieden uitdeelt, ook een spyskamer.

Avoiding, Een vermyding, vermydende. AVOIR-DU-POIS weight, Gewigt| van XVI oncen in 't pond: hondert-agt zulke ponden doen te Amfterdam hondert pond. AVOLATION, Een wegvliegen, uitwaalfemen, vervliegen. to AVOUCH, Vaftelyk verzekeren, bewaarbéden, zyn onfcbuld doen blyken. Avouched, Verzekerd, bewaarheid, beweerd.

Avoucher, Een verzekeraar, beweerder.

Avouching, Verzekering, bevesti

ging; verzekerende. to AVOW, Opentlyk belyden, beweeren, voorstaan. Avowable, Verdeedigbaar, verantwoordelyk.

Avowed, Opentlyk bekend, verantwoord.

Avowedly, Voorbedachtelyk, opentlyk,

zonder bewimpeling. → AVOWEE, Die 't recht heeft om eenen Predikant ergens te ftellen, een Patroon. Avower, Een uitbrommer, betuiger, pocher.

AUR.

Auricula, Beeren ooren, een zekere bloem.

AURICULAR, Dat het oor betreft. Auricular confeffion, De biecht, Oorbiecht. (†) AURICULE, Een oor. AURORA, De Morgenftond. AURORA BOREALIS, Het Noorderlicht.

AUS.

AUSCULTATION, Toeluistering, aanbooring. AUSPEX, Vogel-wigchelaar. AUSPICE, Geleide, opzigt, be ftier.

I took it upon me under your favourable aufpices, Ik heb het onder u gunftig opzigt op my genomen.

Aufpicious, Gelukkig, voorspoedig, gunftig.

AUSTERE, Straf, ftreng,ftuurfch.
Aufterely, Straffelyk, Strengelyk.
Aufterenefs, Strafbeid, ftrenge-
Austerity, lyk.
AUSTIN-Friars, Augustyner Mon-
nikken.

AUSTRAL, Zuider, Zuider
AUSTRINE, lyk,
AUT.

AUTHENTICK,

Eigen-geloof. AUTHENTICAL, waardig, goedgekeurd, achtbaar, geloofJ waardig, echt. Authentically, Achtbaarlyk, echt. Authentickness, Echtheid. AUTHOR, Een ftichter, aanvan

ger, vinder, veroorzaaker, aanrechter, aanlegger, Schryver, autheur. The Author of a book, De Maaker (of Schryver) van een boek. The Author of a fedition, De ftichter van een oproer. AUTHORITATIVE, Op gezag

Ateunende, door gezag bevestigd. Authoritatively, Met gezach, achtbaarlyk. AUTHORITY, Achtbaarheid, ge

zag, aanzienlykheid, waardigbeid, overstaan, agtbare volmagt. To flight one's authority, Iemands achtbaarheid verfmaaden.

The chief Authority, Het beog gezag, oppergezag. One