Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

INCARNADINE, Een boogroode
koleur, inkarnaat.
INCARNATE, Bevleefcht."

God incarnate, God menfch ge-
worden.

A devil incarnate, Een gevleefcb

te duivel.

INCARNATION, Vleefcbmaaking, bevleefching, een vleefcbmaa. kende zalf.

The incarnation of Chrift, Christus menfcbwording. INCARNATION, (a deep, red, or bright carnation colour) Inkarnaat, een schoone heldere roode kleur.

The mistety of the incarnation, is incomprehenfible, De verborgendbeid der menfchwording is onbegrypelyk. INCASTELLED, (or narrow-heeled) als;

An incaftelled horfe, Een paerd dat te fmal van boef, eng van biel is.

That horfe begins to incaftel, Dat

paerd begint fmal van boef te
worden.

INCAVATED, Uitgebold, böl ge-
maakt.
INCENDIARY, Eenbrandstichter,
↓ Stookebrand.
Heroftrate, the famous incendia-
ry, of the temple of Ephefus,
Heroftratus de befaamde brand-
ftifter van den Tempel te Ephé-
fen.

4 An incendiary, Een ftookebrand,

oproermaaker, twist-flooker. INCENSE, Wierook, reukwerk. The incenfe grows in Arab, De wierook groeit in Arabië.

To cense with incenie, Bewie-
rooken.

to INCENSE, Opbitfen, vertoor

nen, tergen.

Incensed, Ontfleken,vertoornd.
Incenfer, Een opbitfer, vertoorner.
Incenfing, Opbitfing, vertoorning,
vertoornende.

Incenfory, Een reukvat, wierook

vat.

an INCENTIVE, Een aanprikkeling,
beweegréden.

A powerfull incentive to luft,
Een fterke aanprikkeling tot wel

+ INCEPTION, Een begin, een
aanvang.
II. DEEL.

İNCERATED, Met wasch bedekt.
INCERTITUDE, Onzekerheid,

twyffelagtigheid.

The incertitude of the hour of
death, De onzékerbeid van de

uure des doods.
INCESSANT, Gefladig, niet op-
boudende, zonder ophouden.
Inceffantly, Onopboudelyk, geftadig-
lyk.

They work inceffantly at it, Zy
werken 'er onophoudelyk aan.
INCEST, Bloedfcbande.
Incestuous, Bloedfcbandig.
An incestuous marriage, Een bloed-
fcbandig buwelyk.
INCH, Een duimbreed, een duim.
[Hier van rékent inen in En-
geland twaalf, en te Amsterdam
elf op een voet]

* Give him an inch, and he'll ta-
ke an ell, Zogy bem eenen vin-
ger toefteekt, zal by de geheele
band grypen.

* An inch breaks no fquares, Een

beuzeling breekt geen koop:
Men moet op zulk een kleintje
niet zien.

To fell a thing by inch of can-
dle, Iets verkoopen by uitgaan
der kaerfe; by opveilinge of by
den afflag verkoopen.

I won't bate an inch on 't, Ik
wil 'er niet een zier van laaten
vallen.

He is noble every inch of him,

Hy is édel in allen deele.
Half an inch, Een half duim.
to INCH out, (to make the best
of a thing) Iets doen gelden,
'er bet meefte van maaken.
To inch a thing out, (to add'to
it) Ergens een weinigje byvoe-
gen.

to

To inch, (or fhove) out, Uit-
schuiven.

To inch out, to measure by
inches, By den duim uit mee.

ten.

God does not inch out his bles-
fings, God meet ons zyne zége.
ningen niet toe.
INCHAIN, Vaft kétenen, aan
een ketting fluiten, in kétenen
fluiten.

To inchain a dog, Een bond aan
de ketting fluiten.
Inchained, Aan een ketting gefloten,
gekétend.

Bbb

to INCHANT, Betoveren, bezwee

ren.

That woman is handfome and
cunning the will inchant, (or
bewitch) him, Dat Vrouws-
perfoon is fchoon en liftig, zy
zal bem betoveren.

medy, Een betoverend muziek,
An inchanting mufick, or co-
of blyfpel.
Inchanted, Betoverd.
Inchanter, Een tovenaar, bezweer-
der, duivel-jaager.
Inchanting, Betovering, bezweering,
betoverende.

Inchantingly, Toverachtig, op een
toverachtige wyze.
Inchantment, Tovery, betovering.
Inchantrefs, Een toveres,

to

bezweer

fter, duivel-jaagster, bex, köl. INCHASE, In goud zetten, met goud beflaan, in zilver beflaan. To inchafe relicks in gold, Overblyfzelen (reliquiën) met goud beflaan.

To inchase a diamond, a ruby,
Een diamant, een robyn inzet

[blocks in formation]

Inchafing, Inzetting, beflag,
beflaande.
inzettende
to INCHAUNT, zie to Inchant.
to INCHOATE, Beginnen, aan-
vangen.
+INCICURABLE, Ontembaar, dat
niet tam te maaken is.
to INCIDE, Infnyden.
INCIDENCE, Een konftwoord der
Meetkunde betékenende de
voortschieting van cen lyn of
ftraal op een andere.
INCIDENT, Gebeurlyk, toevallig.

Mistakes are incident to man.
kind, Doolen is menfchelyk, de
befte kan wel miffen.
Incident, (or annexed) Aange-
voegd, bygevoegd.
INCIDENT, (Subst.) Een voorval,
toeval.

It was a very remarkable incident, Het was een zeer merkwaardig voorval.

This play is full of beautiful in. cidents, Dit fpël is vol schoone gevallen, veranderingen. Incidently, Incidentally, Toevalliglyk. . INCINERATION, Tot afch-wording, ver-afsching.

to

to INCIRCLE, In een kring beflui- | INCLINABLE, Geneigd.
ten, in een kreits betrekken, be-
cirkelen.

Incircled, Becirkeld, in een kring
beflooten.
Incircling, Betrekking in een kring,

beçirkeling, becirkelende. INCISION, Infnyding, opening.

To make an incifion, Met een

vlym openen, eene opening maaken. INCISURE, Een opening, infnyding. Incitation, Aanporring, zie Inciting.

to INCITE, Aanperren, aanprikkelen, noopen, aanspooren, opbitfen.

Good examples incite to virtue,
Goede voorbeelden Spooren tot de
deugd aan.

He incited him to animofity
against his brother, Hy bitfte
bem aan tot Vyandfchap met zy-
nen broeder.

The devil incites people to wic

kednefs, De duivel port de menfcben tot goddeloosheid aan. Incited, Aangepord, aangeprikkeld, genoopt, opgebitft. Incitement, Aanprikkeling, aanperring, opbitfing, opbitfende. INCITER, Een aanprikkelaar, opbitfer.

Inciting, Aanporring,

rende.

aanpor

INCIVIL, Onbeleefd, ongeschikt, onmanierlyk, onbeufcb, onbur gerlyk.

We met there with a very uncivil treatment, Wy wierden daar zeer onbeleefd behandeld. Incivility, Onbeleefdheid, ongefcbiktbeid, onmanierlykbeid. This is indeed a great incivility, Dit is inderdaad eene groote onbeleefdbeid. Incivily, Onbeleefdelyk, onbeufcblyk. INCLE, Enkel, zie Inkle.

Incle (or tape) Gaaren, lint. INCLEMENCY, Ongoedertierenbeid, ftrengbeid.

He fuffered much of the inclemency of the weather, Hy leed zeer veel door de ftrengbeid van 't weer.

To foften the inclemency of the law, De geftrengheid der wetten verzagten.

He must fear any thing from their inclemency, Hy heeft van bun onbarmbartigbeid alles te

vreezen.

We are all inclinable (or incli

ned) to evil, Wy zyn alle tot bet kwaade geneigd. INCLINATION, Neiging, geneigd

beid, genégenbeid, trek, zucht. Of one's own inclination, Uit zyn eige beweeging.

He has a strong inclination for wi-
ne, Hy is zeer tot den wyn ge-
négen.

Inclination, Minnaares.
Here's to your inclination, Ik
breng bet u op de gezondheid van
u (inclinatie) Minnaares.
He has no inclination for any
thing, Hy beeft nergens luft

in.

to INCLINE, Neigen, bellen, genégen zyn.

His opinion inclines that way,
Zyn gevoelen belt daar been.
Incline your ears, Neigt uwe

ooren.

This colour inclines to yellow, Deeze koleur trekt na den geelen.

The weather inclines to fair,

Het begint mooi weer te worden.

Inclined, Genégen, geneigd, gebeld.

Victory inclined fometimes to one fide, and fometimes to ano. ther, De overwinning belde fomtyds naar de eene en fomtyds naar de andere kant over.

[blocks in formation]

To inclofe a letter, Een brief influiten.

To inclose a piece of ground, Een stuk lands rondom affcbut

ten.

That box incloses, (or contains)

many precious things, Die doos
bevat veele koftbaarbéden.
Inclosed, Ingeslooten, beflooten, em-
beind, rondom afgefcbooten.
The inclofed, De ingeflooten
[Brief.]
Inclofure, Een ombeind ftuk lands,
een beflooten plaats, afschutsel,
bofftéde.

to INCLUDE, Influiten, bevatten
bebelzen.
Included, Ingesloten.
INCLUSION, Influiting.
They will make no peace, but
with the inclusion of the King
of Poland, Zy zullen geen vre-
de maaken als met influiting van
den Koning van Poolen.
Inclufive, Daar onder begrépen, in-
gefloten.

The first Chapter of the Epiftle

to the Romans, from the fifth to the tenth vers inclufive, Het eerfte Kapittel van den brief aan de Romeinen, van bet vyfde tot bet tiende vers ingeflooten. Inclufively, Influitelyk. INCOAGULABLE, Onftrembaar, dat niet gestremd of verdikt kan worden.

An incoagulable liquor, Een onftrembaare vocht. INCOGITANCY, Onbedachtbeid, anbezonnenbeid, onbedachtzaambeid.

A man of great incogitancy
Een zeer onbedachtzaam man.
INCOGNITO, Onbekend.
He travelled incognito, Hy reis-
de onbekend, onder eenen ande-
ren naam als zyn eigen.
INCOHERENT, Niet faamenban
gende.

An incoherent fpeech, Een ré
denvoering die niet faamen
bangt.

What you fay now is incoherent

with what you faid before, Het geene gy nu zegt komt niet overeen met het geene gy te voOren gezegd beht. INCOLUMITY, Veiligbeid, ge.

vaarloosheid. INCOMBUSTIBLE, Onverbrand lyk, onverbrandbaar.

[ocr errors]
[blocks in formation]

Iron is an incombustible fubftance, Het yzer is eene onverbrandbaare zelfstandigheid. Incombustibleness, Onverbrandbaar.

beid. INCOME, Inkomfte.

He has great incomes, Hy beeft groote inkomften. INCOMMENSURABLE, (a term of geometry) Onafmeetelyk. Incommenfurablenefs, Onafmeetelykbeid, onmeetbaarbeid. to INCOMMODATE, Ongeryf aandoen, beleedigen, benadeelen. I hope I won't incommodate you, Ik hoop niet dat ik u ongelegenbeid zal aandoen. to INCOMMODE, Ongelégenbeid aandoen, ontryven, verongemakken.

Incommoded, Ongelégenbeid aangedaan, ontryfd. Incommodious, Ongemakkelyk, ongeryflyk, flommerachtig. The ftage-coaches, in Holland, are very incommodious, De Poftwagens in Holland zyn zeer ongemakkelyk. Incommodiously, Op een ongemakkelyke wyze.

I was feated there very incommodiously, Ik was daar op een zeer ongemakkelyke wyze geplaatft, ik zat daar zeer ongemakkelyk. Incommodity, Ongemak, ongeryf, beflommering.

Her husband's feeing fo much company, is a great incommodity to her, Dat baaren Man zo veel gezelfchap ziet, is een groote beflommering voor baar. INCOMMUNICABLE, Onmédedeelbaar.

The incommunicable attributes of God, De onmededeelbaare eigenfchappen van God. Incommunicably, Onmededeelbaarlyk.

INCOMPACT, Niet digt faamengevoegt. INCOMPARABLE, Onvergelykelyk, gaadeloos.

An incomparable beauty, Een onvergelykelyke fchoonbeid. This is an incomparable (or matchlefs) jewel, Dit is een gadeloos juweel. Incomparably, Onvergelykelyk, zonder vergelyking.

to INCOMPASS, Omringen, omsingelen.

[merged small][ocr errors][merged small]

ting, In bet jaagen een bofcbje Incongruous, Ongevoeglyk, wanvoeglyk, wanfebikkelyk, wan bebbelyk.

omcingelen, bezetten. Incompaffed, Omringd, omcingeld. Incompaffing, Omringing, omcingeling, omringende. INCOMPASSIONATE, Onmédoogend, médoogenloos, zonder médelyden, onméwaarig. What an incompaflionate mind is that! Wat een onmédedoogend gemoed is dat! INCOMPATIBLE, Onverdraagbaar, onduldelyk, oninfchikkelyk, on

overeenkomende. Incompatiblity, Onbeftaanbaarbeid, on overeenkomstigheid. INCOMPENSABLE, Onvergeld

baar.

INCOMPETENCY, Onbevoegdbeid, onbekwaambeid. I plead incompetency for those judges to decide my cause, Ik verklaar deeze Rechters onbevoegd om myn zaak te befliffen. Incompetent, Onbevoegd, onbekwaam. INCOMPETIBLE, Onvoeglyk, onvoegzaam.

Virtue is incompetible with cruelty, De deugd is onbeftaanbaar met wreedheid.

Incompetiblity, Onvoeglykheid, onvoegzaambeid. INCOMPLETE, Onvolkomen. INCOMPLIANCE, Oninfcbikkelykbeid.

Incompliance of humour, Oninfcbikkelykbeid van bumeur. INCOMPOSED, Onordentlyk, wanfcbikkelyk, ongeschikt. Incompofure, Wanorde, verwarring.

Incompofedness, Ongefchiktheid. Incompofedly, Ongefchiktelyk. INCOMPREHENSIBLE, Önbegrypelyk, onbevattelyk. Incomprehenfibleness, Onbegrypelykbeid, onbevattelykbeid. INCOMPRESSIBLE, Onbekwaam om te faamen gedrukt te worden.

INCONCEIVABLE, OnbegrypeLyk.

INCONCINNITY, Mismaaktbeid,

onbekwaamheid, onvoeglykbeid. INCONGEALABLE, Önbevries

baar.

INCONGRUITY Ongevoeglykbeid, wanbebbelykheid, wan voeglykbeid.

An incongruity of fpeech, Wan-
Bbb 2

[ocr errors]

An incongruous expreffion, Een ongefchikte uitdrukking.

It is very incongruous for a man that dedicates himfelf to letters, Het is zeer wanvoeglyk voor een Man die zich zelf aan de Studie overgeeft. Incongruously, Ongefchiktelyk, wanvoeglyk.

INCONNEXION, On-aan-een-geSchakeldbeid. INCONSEQUENCY, Krachteloosbeid van redenkaveling, een zénuwloos befluit. Inconfequent, Krachteloos, niet ter zaake. INCONSIDERABLE, Onaanmer kelyk, gering, flecht, van weinig belang.

He is an inconfiderable fellow, Het is een knaap van zeer weinig belang, daar is niet veel aan bem gelégen. Inconfiderancy, zie Inconfideranefs.

INCONSIDERATE, Onbedacht, onbezonnen, roekeloos. Inconfiderately, Onbedachtelyk, roekelooslyk.

He undertakes every thing inconfiderately, Hy onderneemt alles roekeloos, of onbedachtelyk. Inconfiderateness Inconfideratenefs, Onbedachtbeid, onbezonnenheid. INCONSISTENCY, (or inconfif tence) Onbeftaanlykbeid. An inconfiftency upon the point of chronology, Eene dwaaling, misflag in de tydreekening. INCONSISTENT, Onbeftaanlyk onovereenkomende.

This is inconfiftent with God's
power, Dit is onbestaanlyk met
Gods macht.

It is utterly inconfiftent with the
rules of Society, Het is ten
eenemaal onbeftaanbaar met de ré-
gels der Maatschappy.
His arguments are weak, falla-
cious, and inconfiftent, Zyn
drangrédenen zyn zwak, bedrie-
gelyk en onbeftaanbaar.
This claufe is inconfiftent with
the other parts of the act, Dit
artykel is onbeftaanbaar met de
overige deelen van bet plakaat.
He is inconfiftent with himself,

Hy

[blocks in formation]

corporate, Een vlek dat ftads, Incouragement, Aanmoediging,
recht heeft.

INCORPORATE, Inlyven, tot Incouraging,
één lichaam maaken.
Incorporated, Ingelyfd.
Incorporating, Inlyvende.
Incorporation, Inlyving.
INCORPOREAL, Onlichaamlyk.
Incorporcity, Onlichaamelykheid.
INCORRECT, Gebreklyk ́, met fou-

ten.

Nothing inconftant, but incon-Incorrectly, Gebrekkig, fordig. ftancy, Daar is niets ftandvastig; Incorrectnefs, Onnaauwkeurigbeid, als de onftandvastigheid. achteloosheid. Inconftant, Onftandvastig, onbestendig; wijpeltuurig. Inconftantly, Onbeftendiglyk, wifpeltuuriglyk. INCONTESTABLE, Onbetwiste lyk.

This is an incontestable truth, Dit is eene onbetwistbaare waarbeid. The gold's being the heaviest of metals is inconteftable, Dat goud bet zwaarste metaal is, is ontégenzeggelyk. Inconteftableness, Onbetwistbaarbeid.

The inconteftableness of the cau fe, confift in this, De onbetwiftbaarbeid van de zaak bestaat bier in.

INCONTINENCY, Ontucht, toomeloosheid, geilbeid. Incontinent, Ontuchtig, geil. Incontinently, Ontuchtiglyk, op ftaande voet. INCONVENIENCE, Ongelégenbeid, ongeryf, ongemak.

To walk four times a day fuch a long way, is a great inconviniency for me, Het is zeer ongelégen voor my, viermaal op eenen dag zulk een grooten weg te gaan.

Inconvenienced, Belemmerd, ont

ryfd.

Inconvenient, Ongelégen, ongemaklyk, ongeryflyk, ongevoeglyk.

It was a very inconvenient time, 't Was een zeer ongelégen tyd. Inconveniently, Ongevoeglyk, t'ontyde. INCONVERSIBLE, Onverkeerbaar,

daar niet mee om te gaan is, ongezellig. INCONVERTIBLE, Onomkeerlyk, onbekeerlyk, onbekeerbaar. INCORPORATE, als, A town in

Incorrectness of ftyle, Onnaauwkeurigheid van ftyl. INCORRIGIBLE, Ontucbtigbaar, onverbeterlyk, daar geen verbe teren aan is. INCORRUPT, Onbedurven, ongefebonden. Incorruptible, Onverderflyk, onomkooplyk. Incorruptibleness, Onfcbendbaar

beid.

Incorruptibly, Op eene onfcbendbaa

re wyze.

INCOUNTER, Een fryd, aanval, gevecht.

to

It was a very fharp incounter, Het was een zeer scherp gevecht. A good opportunity for an incounter, Een goede gelegenheid tot een gevecht. Incounter, Ontmoeting.

It was an accidental incounter, Het was een toevallige ontmoeting. Incounter, (or carnal copulation) Vleefcbelyke gemeenschap. INCOUNTER, Beftryden, bevechten, aanvallen.

To incounter, (or to meet)

moeten.

ondersteuning,

enz.

Incouragement, (or incentive)
Drangmiddel, aanprikkeling.
Incouragement, (gift or recom-
pence) Gift, belooning.
A book that meets with encou-
ragement, Een boek dat welge-

trokken is. INCOURAGER, Aanmoediger. He is a great incourager of lear ning, Hy is een groot voorftander der geleerdbeid. He is the encourager of perfe cution, Hy is de aanstooker der vervolging.

to INCRASSATE, Dik maaken, verdikken. INCRASSATED, Verdikt. INCREASE, Aanwas, toeneeming, vermeerdering, 't gewas. An increase of family, Een vermeerdering van Huisgenooten, of van kinderen.

to

An increase of taxes, Een vermeerdering van belastingen. The increafe of trade, Het toeneemen van den koopbandel. The increase of the year, Den oogft.

The increase of cattle, De voort-
fokking van 't Vee.
INCREASE, Aarwaffen, aan-
groeijen, toeneemen, vermeerde
ren, vergrooten.

Increased, Aangegroeid, vermeerderd.
His eftate is much increased,

Zyn goederen zyn merkelyk ver-
meerderd.

Increaser, Een vermeerderaar, vergrooter. Ont-Increafing, Toeneeming, vermeerdering, toeneemende. INCREDIBLE, Ongelooflyk. Incredibleness, Ongelooflykheid. Incredibly, Op een ongelooflyke wy

Incountered, Beftreeden, bevochten,

ontmoet.

Incountering, Bestryding, bevechting, bestrydende. to INCOURAGE, Aanmoedigen, moed in Spreeken.

To incourage (or to countenance) Ondersteunen, begunfti

[blocks in formation]
[blocks in formation]

To incroach upon one's kindnefs, Iemands goedbeid misbruiken. Incroached, Ingedrongen, ingeboord.

Incroacher, Een indringer, inboorder.

Incroaching, Indringing, inpalming,

indringende. INCROACHINGNESS, Geneigt beid om in te dringen. Incroachment, Indragt, indringing. + INCRUENTOUS, Onbloedig. to INCRUSTATE, Overtrekken, beleggen.

To incruftate a tomb with marmer, Een graftombe met marmer bekleeden.

Incrustated, Overtrokken, belegd. Incrustation, Overtrekking, belegging.

to INCRUST, Bekorften, inkor. ften.

Incrufted, Tot een barde korft gemaakt.

Incruiting, Inkorfting. INCUBATION, Broeding op eije

[blocks in formation]

INCULPABLE, Onfchuldig, onStraffelyk.

INCUMBENT, Beruftende, vereijcht.

It is a duty incumbent upon every one to fear God, God te vreezen is een plicht die op een iegeLyk beruft.

The bufines is incumbent upon me alone, De zaak beruft op my alleen.

It is incumbent upon all men, 't Is van alle menfchen vereifcbt. an INCUMBENT, (of a Living) Een bezitter van een kerkelyke prove, een Parochiaan, Predikant van eenige plaats. to INCUMBER, Beflommeren, verbinderen, belemmeren, bekomme

ren.

Incumbrance, Verbindering, beflommering, belemmering. Incumbrancer, (a Creditor or Incumbrancer upon an estate) Een fchuld-eifcher, uit hoofde van onderpand. Incumbred, Beflommerd, verbinderd,

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

To incurr a mischief, Zich aan
een onbeil bloot stellen.
Perhaps this task which I pro-
pofed to my self will incurr
the cenfure of judicious per-
fons, Mogelyk zal de taak, die
ik my voorgefteld heb, door ver-
ftandige menfcben berifpt wor-
den.

Incurred, In vervallen, verbeurd. Incurring, Vervalling, vervallende.

INCURSION, Inval, aanval, ftroop. In the year 1756, the glorious

King of Pruffia, made an incurfion in Saxony, In het jaar 1756, deed de glorieryke Ko ning van Pruiffen, eenen inval in Saxen. INCURVATION, Inbuiging, kromming. INCUS, Een fmids ambeeld.

[blocks in formation]

To indanger his life, Zyn leeven

in perykel ftellen. Indangered, In perykel gefteld. That would have indanger'd (or caus'd) a tumult, Dat zou gevaar geloopen bebben van een oproer te veroorzaaken. to INDEAR, Bemind maaken. A genteel and civil carriage will indear you to all, Een vriendelyk en beleefd gedrag zal uby een iegelyk bemind maaken. Indeared, Bemind gemaakt.

His integrity hath indeared him to all that know him, Door zyne oprechtheid beeft by zich by een ieder die bem kent bemind gemaakt; zyne oprechtheid beeft bem in de gunft van alle zyne bekenden gebragt. Indearment, (or indearing) Eer aanvallige boedanigheid, minzaambeid.

INDEAVOUR, Trachting, pooging, vlyt, naarftigheid, zie Endea

vour.

to INDEAVOUR, Zich bevlytigen, trachten, poogen.

To do one's indeavour, Zyn best
doen.
Indeavour to do that, Doet uw

beft om dat te doen.

He indeavours all what he can to undo me, Hy stelt al wat by kan in 't werk om myn verderf te weeg te brengen. Indeavouring, Trachting, trach tende, enz. INDEBTED, Schuldig, in fcbuld vervallen.

[ocr errors]

To be indebted, Schuldig zyn.
To be indebted (or obliged) to

one for a thing, Iemand ergens voor verplicht zyn, te dan ken hebben. INDECENCY, Onbetaamelykbeid, onbeboorlykheid.

Indecent, Onbetaamelyk, onbehoor Lyk.

Indecently, Op eene onbetaamelyke wyze, onbehoorlyk. INDECIMABLE, Onvertiendbaar, vry van tienden. INDECLINABLE, Onontwykelyk, onvermydelyk, onbuigelyk. INDECORUM, Wanvoegelykbeid. Indecorous, Wanvoeglyk, onbe taamelyk.

INDEED, Inderdaad, in waarbeid zéker.

And indeed, En zéker.

Bbb 3

He

« FöregåendeFortsätt »