melden, indringen, inolyên, inSchuiven. To infinuate fome overtures towards a peace, Eenige voorflagen van vrede doen. To infinuate one's felf into the favour of the people, Zich in de gunfte des volks inwikkelen. Infinuated, Ingeboezemd, te kennen gegeven, verwittigd. Infinuation, Inboezeming, verwitti ging, aanmelding, indringing, The infinuation of a will, Het He is very infinuative, Hy is zeer She has very infinuative man- INSIPID, Smaakeloos, laf. INSOCENCY, ‡ INSOLATED, In de Zon gelegt, gebleekt. INSŎLENCE Moedwilligbeid, verwaandbeid, baldaadigbeid, trotsbeid. The infolence of his carriage, De moedwilligbeid van zyn gedrag. He got the infolence to threaten his mafter, Hy bad de onbeSchaamdbeid, de vermételbeid van zynen meefter te dreigen. Infolent, Moedwillig, baldadig, verwaand, trots. Did you ever fee fuch an infolent fellow? Hebt gy ooit zulk een moedwillige kaerel gezien? He was fo infolent as to fet him felf down next her, Hy bad de vermételbeid van naaft baar te gaan zitten. wer. to INSPERSE, Besprengen. Infperfion, Befprenging, van bin nen. to INSPIRE, Inblaazen, aanblazzen, ingeeven. Infpired, Aangeblaazen [door den Geeft.] Ambition infpired him with rebellion, Zyne beerfcbzugt zette bem tot rebelleeren aan. Inspiration, Inblaazing, aanblaazing, ingeeving des Geefts. To pretend to inspiration, Meenen, of voorwenden, door den H. G. gedréven te worden. Infpiring, Inblaazing, inblag zende, ingeevende. to INSPIRIT, Wakkerbeid inboezemen, aanmoedigen. To infpirit one with boldness, Iemand een bart onder de riem fteeken, moed geeven. Infpirited, Aangewakkerd, aangemoedigd. Infpiriting, Aanwakkering, aanwakkerende: INSPISSATE, Verdikt. Infpiffation, Verdikking. İNSTABILITY, Onbeftendigheid, wankelbaarbeid > ongeftadig. beid. Onbeftendig, wankelbaar, ongeftadig. You are an infolent rafcal, Gy trots. Infolently, Moedwilliglyk, baldaadiglyk. INSOLITE, Ongewoon. İNSOLVENCY, Het onvermogen, de onmacht, de geldeloosheid van een fchuldenaar. Infolvent, Onmagtig om te betaa len. INSOLUBLE, Dat niet los gemaakt kan worden, zie Indisso luble. INSOMNIOUS, Met droomen gekweld, niet wel flaapende. INSOMUCH, Zulks dat, invoege. Infomuch that I know not what to do? In zo verre dat ik niet weet wat ik doen zal? to A man of an inftable temper, Een man van een ongeftadig bu meur, van eenen wispelturigen aart. INSTALL, In 't bezit ftellen, inwyên, buldigen, inveftigen. Inftalled, In 't bezit gefteld, gebul digd. Installing, In 't bezit ftelling, Inftalment, buldiging, invefti Installation, ging. INSTANCE, Een voorval, voorbeeld, exempel, aandringing, aanbouding, blyk. It was a very notable inftance, Het was een zeer opmerkelyk voorval. He was a great instance of piety, Hy was een groot voorbeeld van godvruchtigbeid. For For instance, By voorbeeld, by exempel. He did it at my inftance, Hy deed bet op myn aanbouden. to INSTANCE, to give an inftance, Een exempel bybrengen. And to inftance once for all, En om alles onder één voorbeeld te brengen. Inftanced, Exempelen bygebragt. INSTANT, Aanhoudende, drin gende. He was very instant in the matter, Hy drong zeer bard op de zaak, by bieldt hard aan. Inftant, Tegenwoordig, voor de band. I received his letter from the twentieth instant, Ik heb zynen brief van den twintig ften deezer [dat is, deezer loopende maand] ontvangen. An inftant, Een oogenblik. At this very inftant, Op dit eigenfte oogenblik. At an inftant, Op ftaande voet. Inftantly, Ernstiglyk, terftond. He defired ine very inftantly, Hy verzocht van my zeer ernstig. I will be there inftantly, Ik zal zo aanstonds daar zyn. INSTANTANEOUS, Onmiddelyk, oogenblikkelyk, net van pas. INSTATED, In eenen ftaat gefteld,als; We are by providence inftated in a condition of happiness, Wy zyn door de Voorzienigheid in eenen vergenoegden ftaat gefteld. INSTAURATION, Wederoprechting, berftelling. INSTEAD, In plaats, in ftéde, te ftaade. He gave me gold instead of filver, Hy gaf my goud in plaats van zilver. If I was in your ftead, Als ik in uw plaats was. INSTEP, Het opperdeel van den voet. High in the inftep, Hoog van voet, boogmoedig van gang. to INSTIGATE, Aanporren, opbitfen, aanstuuwen, aanstooken. Satan did inftigate Eve to eat of the forbidden fruit, De Satan porde Eva aan om van de verbode vrucht te eeten. Inftigated, Aangepord, opgebitt, aangestuurd. I was inftigated by him to do it, Ik wierd door hem aangebitft om bet te doen. Inftigation, Aanporring, opbitsing. L. DEEL. I beat him feverely upon her inftigation, Op baare aanbitfing beb ik bem bëlder afgeklopt. Such a thing was a great inftigation to him, Zulk eene zaak was voor bem een krachtige drangréden. Inftigator, Een opbitfer, aanstooker. to INSTILL, Indruipen, inboezemen, inprenten, infcherpen. He has inftilled the principles of true Religion into her mind. Hy beeft baar de grondregels der waare Godsdienft ingeboezemd. Inftillation, Indruiping, inboezeming. Inftilled, Ingedropen. INSTILLING, zie Inftillation. INSTINCT, Ingeeving, natuurlyke drift. The animals do nothing by reafoning but only by instinct, De dieren doen niets volgens de reden, maar alleen door eene natuurlyke drift of neiging. Inftinctive, Door een natuurlyke drift, als; to Swifter than thought the wheels der Jefuiten in. Inftituted, Ingefteld, ingezet. Inftitutes, Inzettingen, wetten. The emperor Juftinian's book of inftitutes, teaching the civil laws, Het kort begrip van 't Roomfche recht, op bevel van Keizer Juftinianus, by één vergadert door Tribonianus. Inftitution, Inftelling, Stifting. To receive inftitution by a bishop, Door een Biffchop tot Predikant aangenomen worden. Inftitution, (or Inftruction) Onderwys. to in de zaaken van de waereld etvaaren; by weet grondig wat 'er aan 't Hof, in de waereld omgaat. He is very well instructed in his leffon, Hy kent zyne les beel wel, men beeft bem zyn les wel geleerd. Inftructer, Een onderrechter, onder wyzer. Inftructing, Onderrechting, onderwyzing, onderrechtende Inftruction, Onderwys, bericht, naaricht. The inftruction of youth is both neceffary and painful, Het onderwys der jeugd, is zo nodig als moeijelyk. You did give him there a good inftruction, a good leffon, Gy bebt bem daar een goede les gegeeven. I made a memoir for the inftruction of the judge that reports my cafe, Ik heb een geSchrift, (Memorie) opgefteld tot onderrichting van mynen toegeweezen, toegevoegden, rechter. To an Embassador his inftruc tions or orders and memoirs according which he must act, Schriftelyke bevélen,voorschriften, (Instructiën) aan eenen Afgezant geeven, na welken by zich in zyn gezantfchap heeft te gedragen. INSTRUMENT, Een werktuig, gereedschap, Speeltuig, --- be. Mathematical or mufical inftru- They were instruments of his The inftitution of the Sacra- To inftruct children in the fear He is well inftructed in court af- perifh'd with thofe that had been inftruments of his tyranny, Hy ging te gronde met de geenen die werktuigen zyner dwinglandy geweeft waren. Inftrumental, Werktuigelyk, bebul pelyk, dienstig. I was no ways inftrumental in it, Ik heb 'er in bet minste niet bebulpzaam in geweeft. The inftrumental caufe, De werktuigelyke oorzaak. IN INSUCCESSFULL, Ongelukkig, zie Unfuccefsful. INSUAVITY, Onvermaakelykbeid, onzoetheid. to INSUE, Volgen. Infued, Gevolgd. Infuing, Volgende. In the times infuing, In volgende tyden. INSUFFICIENCY, Ongenoegzaam. beid, onbekwaambeid. Infufficient, Ongenoegzaam, onbekwaam. Infufficiently, Ongenoegzaamlyk. After the infult done to him in ་ Is it only to infult me that ye talk fo? Is bet alleen om my te trotfeeren, te belédigen, dat gy zo Spreekt? to INSULT, Verwaandelyk bejége. nen, befchimpen. He infulted over my calamity, To infult one in his own house, Infulted, Bejchimpt. befchim Infulting, Bejcbimping, ten. beel. INTEGRATED, Herfteld, ver- Integration, Vernieuwing, berftel- INTEGRITY, Oprechtigheid, vroom- The integrity of Cato's morals, The integrity of an uncorrupti- The integrity of a honeft wo- gence, Een party op kundjcoap This hold no intelligence with ten. Intelligencer, Een kundschapper, Intelligible, Verftaanlyk, verstan wyze. INTEMERATE, Ongekreukt, on gejcbonden. In the more pure and intemerate ages of the church, In de zuiverder en ongekreukter eeu wen van de Kerk. INTEMPERANCE, Onmaatigheid, overdaad. INT. INT. An intemperate (or diforderly) | to INTENERATE, Murw of zacht courfe of life, Een onmaatige ongeregelde leevens wyze. Intemperately, Onmaatiglyk, overdaadiglyk. To live intemperately, Ongebonden, overdaadig leeven. Intemperature, Ongetemperdbeid. INTEMPESTIVE, Öntydig, zie Unfeafonable. Voorneemen > to INTEND, Men will not judge of what neemen weeten. I did not intend it, Het was myn oogmerk niet, ik kon het niet belpen, bet was myn schuld niet, ik deed bet niet met moedwil, bet doet my leed. What d'ye intend, (what d'ye mean) by dat? Wat meent gy daar méde? wat wil dat zeg. gen? wat bebt gy daar mede voor? 'Tis eafy to guess whom you To intend (or mind) a bufinefs, Dat It was fo intended by me, I intended to make yoù a vi- Intendedly, Voordachtelyk. Intendment, (in a legal fenfe, maaken. INTENSE, Ingefpannen, ftyf, ge zēt. An intense heat, Een geweldige Intenfenefs, (or Excefs) Buiten- To be intent upon a thing, Zyne To be intent at prayer, Aan- Truly I did it with a good in- ter To intercede for a son by his fa- I remembred the kindness that Interceding, Tuffchenfpreeking, be- to INTERCEPT, Onderwege op- To intercept one's return, Iemand To intercept the trade of a Company, Ten nadeele van een maatfehappy bandeldryven. Intercepted, Onderfchept. The Letters were intercepted He fpoke it to that intent, Hy Intercepting, Onderfchepping. To the intent he should not To all intents and purpofes, In terr. INTERCALATION, De invoe ging van eenen dag in 't fcbrikkel jaar. to The intercalar day, (the odd day D dd 2 INTERCESSION, Tuchenfpraak. bemiddeling, voorbidding. The divines call Mozes a media tor of interceffion, De Godgeleerden noemen Mozes een middelaar van tuffchenspraak. fchen-fpreeker, voorbidder. Interceffor, Een bemiddelaar, tusbeurt houding. INTERCHANGE, Verwisseling, to INTERCHANGE, Verwielen, To interchange fome Compli They interchanged their writings, bouden. Interchangeable, Overbandfch, beurt boudend, wiffelvallig. Interchangeably, Beurt om beurt, van weerkanten, wéderzyds. They have interchangeably fet their hands and feals, Zy hebben bet wéderzyds met hun band en fignet bevestigd. An interchanged thruft, or blow, Een fleek (of flag) en wederfteek, blinde fleek waar door de aan aanvallers te gelyk raaken en geraakt, gestoken worden. Interchangeableness, Beurtwiffeling, wiffelvalligheid. Interchanging, Verwiffeling, verwi Jelende. INTERCISION, Middendoorfnyding. INTERCLUSION, Tuffcben-fluiting. to INTERCLUDE, Tusschen-slui ten. to INTERCOMMON, (Intercommoning is when the commons of two mannors lie together, and the inhabitants of both, have time out of mind depaftured their cattle promifcuously in each) Dit woord word gebruikt van twee beerlykbéden, waar van de inwoonders, van onbeuchelyken tyd, bun vee te faamen, in de gemeene weiden bebben doen grazen. There's great interest made for that place, Daar wordt om dat ampt fterk gekuipt. Self-intereft, Eigen belang. to INTERESS one's felf in a matter, Zich aan eene zaak laaten gelégen zyn. Intereffed, Betrokken, begreepen, een part in hebbende. INTERFECTION, Ombrenging, dooding, flagting. INTERFERE, De voeten in 't loopen tégen malkanderen flaan, (als de paerden:) tégen malkender ftooten, Strydig zyn. Cheerfulness doth not interfere with honefty, Blymoedigheid en vroombeid ftryden niet tegen malkander. to To interfere with one, Iemand onderkruipen, onderfteek doen. Interfering, Aanftryking, onderkrui to INTERCOMMUNICATE, Onderling deelachtig maaken. INTERCOSTAL, Tuffchen de ribben leggende. INTERCOURSE, Onderbandeling, gemeenschap, bandel over en weer. I have no intercourfe at all with+ INTERFULGENT, Tusschenhim, Ik beb in 't gebeel geen omgang met bem, niets met bem te doen. Schynende. INTERFLUENT, Tuffchen-vloeijende. to INTERFUSE, Ondergieten, tusfchen-gieten. INTERGÅPING, Tuffchen-ftuiting, gaaping. Ex. An intergaping of vowels, (as when two vowels meet together, making an uncouth found) Gaaping, misselyke, ftyve luiding van een vaers, als de Vokaal E, niet bekwaamelyk kan gefmolten worden. INTERJACENT, Tuffchen beide leggende. INTERIM, Ondertusschen. INTERJECTED, Tuljchen in gevoegd. Interjection, Een tuffchenvoegfel, inwerpfel. INTERIOUR, Inwendig, naar binnen, inwaards. to INTERLACE, Tusschen vlyën, tuffcben voegen. His Poem was interlaced with feveral elegant expreffions, Zyn gedicht was met verfcheidene cierlyke uitdrukfelen doorvloch ten. Interlining, Onderstreeping, tus fchenlyning, onderftreepende. INTERLOCUTION, Tufcben Spreeking. -Interlocutory, ais; To inftruct interlocutory, → Het interlocutoir opmaaken, ➡ de pointen van Officien oprzeemen. to INTERLOPE, Lorrendraaijen. INTERLOPER, een Lorrendraai, jer, die buiten een Maatschappy ter Zee bandelt zonder daar toe veroorlofd te zyn. INTERLUDE, Een tusschen-fpèl, tooneel-Spel. to INTERMEDDLE, Zich in iets fteeken, méde bemoeijen. Intermeddled, Zich ingemengd, zich mee bemoeid. Intermeddler, Een bemoei-al. Intermeddling, Bemoeijing metists, bemoeijende. INTERMEDIATE, Tuffchen beide gelégen. An intermediate space, Tuffcbenruimte, tuffchen-wydte, tuffcben twee zaaken. An intermediate state between death and judgement, Eentusfcben-ftaat tuffcben de dood ers bet oordeel. INTERMEDIUM, Een tusschen ruimte. |