To invite one on a wedding feast, Iemand op een bruilofts maaltyd noodigen.

The weather invites me to walk abroad, Het weer lokt my uit om te gaan wandelen. Invited, Genoodigd, uitgelokt.

He has invited me to dinner, Hy beeft my ten eeten verzogt.

INUNCTION, Inzalving. INUNDATION, Overstrooming,

watervloed.

The inundations are many in this country, De overstroomingen zyn menigvuldig in dit land. An inundation of armies, ↓ Eene

overftrooming van Krygsbeiren. INVOCATION, Aanroeping.

The invocation of the faints has
not always been in practise in
the Roman church, De aanree-
ping der Heiligen is niet altyd
in de Roomfche Kerk in gebruik
geweest.

The invocation of the mufes,.
De aanroeping der Zanggodin

nen.

to INVOCATE,} Aanroepen. INVOKE,

To invoke the Saints, De Heil!gen aanroepen. INVOICE, Eene rékening van geScheepte goederen, inkoop reke ning. INVOLUNTARY, Onvrywillig,

to

onwillig, tegen wil en dank. The vital actions are involuntary, De dierlyke werkingen, lee vens-beweegingen bangen niet van de wil af, maar vloeijen uit een natuurlyke noodzaakelykbeid

voort.

Weeping and laughing is involuntary, Het weenen en lacben gefchiedt onwillig, bangt niet van de wil af.

An involuntary filence, Een ge-. dwongen ftilzwygen.

Can a man be refponfible for what he does involuntary? Kan een man verantwoordelyk zyn voor bet geene by tégen synen wille doet.

INVOLVE, Inwikkelen, inwinden, verftrikken.

To involve one's felf into troubles, Zich zelven in moeijelykbéden inwikkelen.

voorzien.

JONQUIL, (a flower) Jonquille, (een bloem.) JOR.

JORDEN, Een groote waterpot, zie Jurden. JOS. JOSSING block, Een blok om te paerd te stygen.

to JOSTLE, Met den elleboog ftooten, voort schuiven. JOT.

JOT, Een ftip, zier.

Not a jot, Niet een zier.
He will not part a jot of his

right, Hy wil geen stip van zyn
recht afstaan.

He won't stir a jot, Hy wil geen
ftroo breed opfchikken.
There's not one jot of good fen-
fe in it, Daar is geen grein ge-
zond verftand in.
Every jot, In allen deelen.

I have not a jot, Ik beb geen bëlder noch penning. JOTA, ninth letter of the Greek Alphabeth, and the plaineft of all, Fota, de négende letter van bet Griekfch A, B, C, en de eenvoudigte van alle. Look there's a perfect work there's not a jota wanting, Ziet daar een volmaakt werk daar ontbreekt geen jota aan.

I won't forget a jota of it, Ik zal 'er niets, geen jota van vergeeten. JOTSON, Al dat in eene Schipbreuk verlooren wordt, zie Flotson.

The boor jouder'd a welcome to me, De Boer bulkte tégen my dat ik welkom was. JOULT, Een foot, bort, fchok. This coach has given me deadly

joults, Deeze koets heeft my grouwelyke ftooten gegeeven. A joult head, (a clumfy pate) Een dikkop.

A ftage coach that joults very much, Een poftwagen die geweldig ftoot.

to JOULT, Hotfen, Rooten, fchokken.

Joulted, Gebotft, geftooten, gefcbokt. Joulting, Hotfing, footing, gebots, geftoot, gefchok, botfen de.

to JOUR, zie to Jouder. JOURNAL, Een dag-verbaal, dagregister, Journaal. JOURNEY, Eene reize te Land. To take a journey, Eene reize aan. vaarden, op reis gaan. To go a journey, Gaan reizen,

een reis doen.

Journey, (or day's march) De

*

with (or give) you joy, Ik wenfcb u geluk.

A dear joy, (an Irish man) Een Ier, Iersman. *No joy without annoy,

zoet zonder zuur.

Geen

to JOY, Verblyd zyn, zich verbeugen.

It joys my heart to fee you so well, Het is my van barten lief u zo wel te zien. Joyfull, Blyde, vrolyk.

To make one joyfull, Iemand verblyden.

Make they chofe people joyfull, Verblyd uw uitverkooren volk. Joyfully, Blydelyk.

He did it joyfully, Hy deed bet
biydelyk.

Joyfuliefs, Blybeid, verheuging.
Joylefs, Vreugdeloos, droevig.

neys, Met groote of kleine marfchen aankomen.

to JOURNEY, (or travel by land)

Te land reizen.

gen, vervoegen.

To joyn one thing with another, Lets met iets anders faamenvoe gen.

To joyn two things well together, Twee dingen wel aan malThe armies are ready to joyn, kander begten. De Légers ftaan gereed om te vereenigen.

To joyn with one, (to bear half the charges) Iemand balf ftaan in een gelag. *↓ Botje by Botje leggen.

He joyned with, him in that wickedness, Hy was zynen medeplichtigen in die euveldaad. To joyn iffue with one, Het verfchil van eene zaak dat men met iemand beeft, aan de uitfpraak van den Rechter ftellen, zie Iffue.

To joyn intereft with one, Een gemeen belang met iemand aangaan, met bem in Compagnie doen.

There I joyn (or agree) with you, Daar in ben ik bet met 16

→JOYNDER, (the joining of two in a fuit, or action, against one another) Het vergelyk tusfcben de partyen in een rechtsge. ding.

Joyned, Vereenigd, gevoegd, begonnen.

When the battle was joyned, Toen bet gevecht begonnen was. I was joyned in Commiffion with him, Ik wierd met bem in Commiffie gefteld. JOYNER, Een Scbrynwerker, Kabinetwerker.

The joyner's trade or work, Het Scbrynwerkers ambacht. Joyning, Vereeniging, -vereenis gende.

JOYNT, Een lid, gewricht.

ten.

A joynt of veal, or mutton, Een fluk kalfs of fcbrapen vleefcb. To put one's arm out of joynt, Zynen arm uit bet lid helpen. A bone out of joynt, Een been (of gebeente) dat uit 't lid

is.

To fet a leg into joynt again, Een been wederom in bet lid zetten.

4* To put one's nofe out of joynt, (to fupplant him) Iemand de voet ligten. Het gras voor de voeten weg maaijen.

A turning joynt, Een wervelbeen.

The joynts, or feams, of stones in walling, De voegen in eenen

muur.

The joynt (or hinge) of a fnuff-
box, Het fcharnier (of heng
feltje) van eene fnuifdoos.
Joynt, Gezamentlyk, als;
All your relations prefent their
joynt love an service to you,
Alle uwe vriendēn laaten u'ge-
zamentlyk van hunne liefde verzé-
keren en bunnen dienst aanbieden.
Joynt heir, Méde-erfgenaam.
Joynt-tenants, Méde-buurders.
With joynt confent, Met gemee
ne toestemming.

to JOYNT, Een beeft aan ftukken

bakken, afbakken.

Joynted, Afgekapt.
Joyntly, Gezamentlyk.

Joynture, Het buwelyks goed 't welk

eene Weduwe na de dood van baa

zen Men geniet, en baar by buwe

linnen ftryken, met een ftrykyzer. Ironing, Stryking, Strykende,

met een heet yzer. She is ironing, Zy is aan bet ftryken. Iron-moulds, Tzer-fmetten. IRONY, Een fcbimpréde, fcherts. Ironical, Schimpig, fchertfend. Ironically, Scherts.wyze. IRR.

to IRRADIATE, Beftraalen. Irradiated, Beftraald.

The fun irradiated that place with it's beams, De Zon befcheen die plaats met baare ftraalen. Irradiation, Beftraaling. IRRATIONAL, Onredelyk onvernuftig. IRRECLAIMABLE, Onberroepelyk, die niet van zyne kwaade wégen kan afgetrokken worden, daar geen helpen aan is.

bekende waterbloem.

Irish, Ierfch.

IRK

It IRKETH or IRKS him, Het verdriet bem. Irkfom, Verdrietig, korfel, wrantig. Irkfomness, Verdrietigheid. IRO.

IRON, Yzer.

to

To beat the iron whilft it is hot, Het yzer fméden terwyl bet beet is.

White iron, or tin, Blik.
A fmoothing iron, Een ftrykyzer.
Old iron, Oud yzer.
Iron grey, Yzer graauw.
Iron ware, Tzerwerk.
Iron tool, Een yzer werktuig.
Iron bar, Een yzere ftaaf, of
tralie.

Iron wire, fzer-draad.
Iron pin, Een yzere pen.
Iron wort, Tzer kruid.

Iron plate, Plaat yzer, blad-yzer.
An iron mine, Een ÿzer-myn.
Iron-mill, Een yzer-moolen.
Iron-monger, Yzer-kooper, yzer-
kraamer.

It is but lead for old iron, * Het is maar lood om oud yzer. The iron age, De yzere eeuw. A taylor's preffing iron, Een fny

ders pers-yzer. Cramp-iron, Krampoenen." Iron-fick, Tzer-ziek. Dit wordt gezegd van een schip of schuit, wanneer de hoofden van de fpykers gantfch weg geroeft zyn. IRON, Boeijen, kiuifteren, ook

Eee 3

Lyk. IRRÉCORDABLE, Ongebeughaar daar niet aan gedacht moet worden. IRRECOVERABLE, Onberbaal

baar,

01

IRRECUPERABLE, wéderkrygelyk. IRREFRAGABLE, Onwéderfpreekelyk, onverwerpelyk.

A thing irrefragably evident, Een ding zo klaar als den dag. IRREFUTABLE, Onwederleggelyk. IRREGULAR, Ongerégeld, buitenrégelig, ongerymd.

An irregular verb, Een onrégelmaatig werkwoord.

An irregular building, Een ongerégeld gebouw.

Irregular (or unruly) appetites, Ongeregelde luften. Irregularity, Ongeregeldheid, ongerymdbeid

Irregularity, (a canonical impe-
diment, which hinders a man
from taking holy orders) Een
wettige overbindering, ongeré-
geldheid waarom iemand in den
dienft der Kerke, niet kan wor
den aangenomen.

The irregularity of his conduct is
vifible, De ongeregeldbeid van
zyn gedrag is zigtbaar.
The irregularity of that buil-
ding ftrikes the eye directly,

De onregelmaatigbeid van dat gebouw valt voort in 't oog. Irregularly, Ongerégelyk, ongerymdelyk. IRRELIGION, Ongodsdienstigheid.

Bad

He lives irreproachable, Hy leeft onberispelyk. IRREPROVABLE, Onopfpraake

lyk, onbesproken, onftraffelyk. IRRESISTIBLE, Onwéderstaanlyk. An irrefiftible power, Een onweerstaanbaare kracht, of vermogen.

IRRESOLUTE, Wankelmoedig, twyfelmoedig, wifpeltuurig, wuft. 1 found him fo irrefolute that I did not know what tho think of it, Ik vond bem in zulken tweeftryd dat ik niet wist wat ik 'er van denken zou. Irrefolution, Wankelmoedigbeid, wispeltuurigheid.

Finding him in this irrefolution, I minded only my own bufinefs, Hem in die twyffeling, ...dubbing, onzekerheid vindende

dagt ik alleen om myn eigen zaaken. IRRESPECTIVELY, (without any relation) Zonder opzigt of betrekking op iets anders. Virtue is defirable irrespectively and for it felf, De deugd is beminnelyk in zich zelfs, zonder - betrekking tot iets anders en door baar zelve.

IRRETRIEVABLE, Onbelpelyk,

onkerstelbaar. IRREVERENCE, Oneerbiedigbeid, eerbiedeloosheid.

Irreverent, Oneerbiedig, eerbiedeloos. Irreverently, Oneerbiediglyk. IRREVERSIBLE, Onomftootelyk. IRREVOCABLE, Onberroepelyk, onwederroepelyk, onberbaalbaar. The laws of the Perfians and

T

To irritate (or Itir up) the humours, De gemoederen gaande maaken, of de humeuren ontIrritating, Terging, fteeken Irritated, Getergd.

tergende.

(1) IRRITE, Vruchteloos, vergeefsch. IRRITATION, Terging. An irritation of humours, Een ont. Steeking, fcherpbeid van vochten, IRRORATION, Bevogtiging, beof humeuren. Sprenging.

IRRUMPENT, Inbreekendes IRRUPTION, Een inbreuk, inval. After the irruption of the Gots, and Vandals in Germany, French and Italy, Na den inval, de verwoefting der Gotten en Wenden, in Duitfcbland, Vrankryk en Italie. IS.

IS, Is.

1

1

0

Is it fo? Is het zo?. is 't zo?.' He is to come, Hyftaat te komen. It is good, Het is goed.

Is it he or the ? Is ́by bet of zy?

It is, or it is not I'll follow my mind, Laat bet zo zyn of niet ik zal myn zin doen. ISABELLA, Bleek geel, een faISA. belle kleur.

ISAGOGICAL, Aanleidelyk, inleidelyk, tot eene inleiding beboorende.

ISI.

ISINGLASS, Vifcblym, buizenISICLE, Een yskégel, zie Icicle.

blas.

Who knows what will be the iffue of all this? Wie weet wat den uitslag van dit alles zyn zal? A good iffue, Een gelukkige uitkomft.

The iffues of war are uncertain, Den uitslag van den Oorlog is onzéker.

An iffue, (in one's arm, leg &c.)
Een fontanel in iemands arm,
been', enz.

Iffue-paper, Fontanel-papier.
Iffue of blood, Verlies van
bloed.

Iflue, (offfpring) Afkomst, af-
komeling.

'He dyed without iffue, Hyftierf zonder kinderen na te laaten. He and his iffue, Hy en zyn kronst.

The marter in iffue is this, De zaak in gefcbil is deeze.

To join iffue with one, Me iemand te recht gaan, zich aan den uitslag van 't recht gedraa gen. Iffues, Uitgaven,

The fun feems to iffue from the fea, De Zon fcbynt uit de Zee voort te komen.

The veins that iffue from the heart, De aderen die uit bet bart Spruiten.

To iffue out, Uitgeeven.

The King has iffued out a proclamation, De Koning beeft een

plakaat uitgegeeven.

The money muft not be issued

out without order, Het geld