Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

Largenefs, Ruimte, breedte, wydte. LARGESS, Een gift, gefchenk, drinkgeld.

[Wanneer in Engeland de Maaijers, op hun verzoek, eenig drinkgeld van de voorbygan gers ontvangen, zyn ze gewoon uit te roepen Largefs, Largefs.] LARINCH-tree, Een lorkboom, lor. kenboom.

LARK, een Leeuwerik.

A capped lark, Een kuif-leeuwerik.

LARKER, Leeuwerik vanger. Like a skilful larker, he plays

the dazzling glafs in your eyes, that the ket which lies beneath may be concealed, Hy verblindt, gelyk een bebendig Leeuwerikvanger, met eenen Spiegel bunne

Lather, Een geeffelaar. Lafhing, Gee Jeling,

lende.

oogen, die bedekt, dat 'er on- | Lafhed, Gegee Jeld. der verborgen legt. Lark fpurs, Ridderfpooren, [zékere bloemen.] LARUM, (or alarum watch) Een wekker. LARVATED, Gemaskerd, ook door Spooken verfchrikt. LARYNX, (the top of the wind pipe) 't Strotten boofd.

LAS.

LASCIVIOUS, Geil, dartel, kriel. A lascivious man, Een geil, ontuchtig kaerel.

Lascivious looks, Onkuifche lon ken.

A lascivious queen, † Een ritfige boer.

Lasciviously, Op een geile wyze. To look lasciviously, Met geile

oogen aangluuren, boerachtig belonken, lodderig, loens aanzien.

Lasciviousness, Geilbeid.

There's too much lasciviousness in that picture, Daar is te veel geilbeid, daar zyn te onkuische poftuuren, ongeschikte beelden in die febildery.

LASH, Een geeffelflag, ftreem.

to

That King has his subjects under the lafh, Die Koning beeft zyne onderdaanen onder de zweep. News writers are under the lafh

of the government, De Courantiers ftaan onder de plak der regeering.

I fhall bring him under the lash, Ik zal bem kaftyden. To be under the lafh of an evil tongue, Belafterd worden. This fiction is a lafh upon the folly of thofe, Deeze vinding is eene beftraffing voor de geenen

LASH, Geeffelen.

To lafh one with one's pen or tongue, Iemand met pen of tong bavenen, doorbaalen, bestraffen.

To lafh, (a fea term) Een fchip aan de paalen vaft maaken, vaft forren.

To lash our into fenfuality, In welluft uitspatten.

To lash out waftfully, Quiftachtig zyn in 't uitgeeven, verquiflen.

To lash out into words, Overtollig in woorden uitloopen, luslig uitrammelen.

geeffe.

LASIE, Luy, zie Lazy.
LASK, De loop, buik-loop.
LASKETS, (a fea term) Touwen
van bet bonet, of byzeiltje als
'er weinig wind is.
LASS, Eene vryfter, meid, meisje,
A pretty lafs, Een aardig meisje,
LASSITUDE, Vermoeidheid, loom

beid der léden. the LAST, De laatfte, lefte, uiterfte, jongste, verleden. The first and the last, De eerfte en de laatfte.

To the last moment, Tot bet leste oogenblik toe.

She will not acquit him till he has paid the laft farthing, Zy wil bem niet ontflaan, voor dat by de laatste duit zal betaald bebben.

At the laft day, Ten jongsten dage.

He was here laft fummer, Hy

was verleden zomer bier. The last week, De verleden week.

The laft of all, De allerlaafte, de lefte van allen.

The last but one, De laatste op één na.

The laft but two, De laatste op

twee na.

They were brought upon their laft legs, Zy gingen op bun laatfte beenen, zy waren tot bet uiterste gebragt, zy wiften geen raad meer.

Laft night, Gifteren avond. LAST, (adv.) Laatft, left. It is a long while ago fince I faw him laft, 't Is al lang geleden dat ik bem left zàg. When I had laft the honour to see him, Toen ik left de eer bad van bem te zien.

He has breathed his laft, Hy beeft zynen adem uitgeblazen, by is geftorven.

To the laft, Tot den einde toe. They are refolved to hold out to the laft, Zy bebben befloten om bet tot bet uiterste uit te beuden.

At last, Ten laatften, ten leften, eindelyk. LAST, (of a Shoemaker,) De leeft [van een Schoenmaaker.]

ΤΟ

[blocks in formation]

These shoes laft very long, Deeze fchoenen duuren beel lang. Moft flowers do laft but a day, De meefte bloemen duuren maar een dag.

Does their quarrel last yet? Duurt bun krakeel nog? Lafted, Geduurd. Lafting, Duuring, - duurende. A lafting cloth, Een duurzaam Laken.

A lafting felicity, Een duurzaame gelukzaligheid.

*

Violent means are not lafting, Geweldige zaaken bouden geen ftand. Strenge Heeren regeeren niet lang. Ever-lafting, Eeuwigduurend. Laftly, Laatftelyk, ten laatften, ten lefte. LAT. LATCH, Een klink.

The latch of the back-door, De

klink van de agterdeur. Draw the latch, Haal de klink op. LATCHET, 't Leertje of ftrookje

daar men de fchoenen mee gefpt, fcboenriem.

Whose shoes latches I am not worthy to unloofe, (Job. 1: 27.) Wien ik niet waardig en ben dat ik zynen Schoenriem zoude ontbinden. LATE, Laatft, onlangs geléden.

In the late times, In deeze laatft verledene tyden.

In the late ftorm, In de voorige
ftorm.

The late King, De voorige Koning,
den geweezen Koning.
The late King James, Wylen Ko-
ning Jacobus.

My late wife, Myne overledene
Vrouw.

A late Author, Een fchryver die nog onlangs gefchreeven beeft, een onlangfche Autheur. Of late years, In deeze laatste jaaren, nog weinig jaaren geleden. LATE, (adv.) Laat.

It was very late in the night, Het was zeer laat in den nacht.

Better late than never,

laat als nooit.

*Béter

korte

It grows late, Het wordt laat. Late ripe, Laat ryp, agterlyk. Of late,} Onlangs, Lately, lings. I only perceived it now of late, Ik beb 't nu onlangs maar eerst bemerkt.

Lateness, Laatheid. LATENT, Verbolen, beimelyk. His malice was latent in his breaft, Zyne kwaadaardigheid lag in zyn borft verbolen. LATER, Laater, korter verleden, onlangfer.

We came later than you, Wy kwamen laater als gy.

It was faid, but a later tiding contradicted it, Men zeide bet maar met een nader tyding wierd bet tegengesprooken.

The later math', Het naa-gras. At later lammas, St. Jutmis, (nooit.)

LATERAL, Zydelings.

A lateral motion, Een zydeling fcbe beweeging.

A judge lateral, Een byzittend Rechter, Affeffor. LATEST, Laatft, de laatfte. He came the latest of all, Hy kwam het laatft van allen. You begin of the latest, Gy bedenkt bet te laat.

LATEWARD, Ontydig, buitens tyds.
Lateward hay, Hooy dat te laat
gewonnen is.
Lateward, Agterlyk.
LATH, Een lat.

to

A counter lath, Een kruis-lat.

A lath back, (a flim long fellow) Een lange magere fcharminkel, een flungel, een vent als een puthaak, een stokvifch.

Lath of a bed, Een gordyns roe. A lath, (which turners use) Een | draaybank.

LATH, Met latten befpykeren. LATHO, (a great part of a coun

try) een Kanton, een groot gedeelte van eene Provintie. LATHED, Met latten befpykerd. LATHER, Zeepfop, wapeling. [SEWEL.]

to LATHER, Met zeepfop wasfcben, fcbuimen als zeepfop. LATIN, Latyn.

The latin tongue, De Latynsche taal.

[blocks in formation]

Latinift, een Latynift. to LATINIZE, Op zyn Latyns Spreeken. LATISH, Laatachtig. LATITANT, Zich t'fcbuil boudende.

LATITUDE, Breedte, wydte, boogte, ruimte.

The length, latitude, and depth
of a body, De lengte, breedte
en boogte van een lichaam.
The Northern latitude, De
Noorder breedte.

Coming at the latitude of the Ca-
naries, Komende op de boogte
van de Kanarische Eilanden.
The latitude of a place, (or the
diftance of it from the Equa-
tor) De boogte van een plaats,
deszelfs afftand van den Eve-

naar.

A thing of great latitude, Een

zaak van groote uitgeflrektheid. To take a great latitude, Een groote ruimte, of vryheid nee

men.

LATITUDINARIANS, Al te rekkelyke luiden in 't ftuk van Religie, Vrygeeften. LATRANT, Blaffende. A latrant (or barking) writer, an Author who does nothing but bark, Een fchryver die altoos blaft en jankt. LATROCINATION, Roovery, Atraatfchendery.

LATTEN or Latin, (iron tinned

over) Blik, vertind yzer. Latten, (brass plate) Blad ko

per. LATTER, Laatfte, laatft, left. In the latter end of the book,

Omtrent aan 't einde van 't boek. At the latter end of the next week, Tegen 't left van de toekomende week. Remember thy latter end, Gedenk te fterven: denk op uw einde. The latter math, mowing or crop, Etgroen, laat booi.

to LATTICE up, Met boute tralien digt maaken. Lattice-work, Traliewerk. Latticed, Getralied, betralied, met bouten traliën bezet. LATTIN, Lattoen, koper-blik. LATTICE, Een bouten tralie. . A lattice window, Een tralievënfter.

LAU.

LAUD, Lof, prys.

to LAUD, Looven, pryzen.

To laud and extoll God's holy name, Gods beiligen naam looven en verboogen. Laudable, Loflyk, pryslyk. Laudably, Op een loflyke wyze. LAUDANUM, (a fort of gum)

Verdist beulfap, Laudanum opia. tum, in 't Latyn. LAUDES or Lauds, (a thanks-giving used among the prayers of the Roman church) Morgen lofzang, in de Roomfche Kerk, LAV.

LAVATION, Wasfching, Spoeling. to LAVE, Water uit een vaartuig of fcbuit goojen, met een fchop

boozen.

To lave (or water) a country,
Een land bewateren, besproeijen,
walfchen, bevogtigen.
The Rhine laves a great part of
Germany, De Rhyn_befpoelt
een groot gedeelte van Duitfch-
land.

To lave a defign, Een fcbildery fchoon maaken, verniffen. to LAVEER, Laveeren. LAVENDER, Lavendel.

To lay up a thing in lavender, (to lay it up against one has occafion for it) † Iets als bagyne koek bewaaren.

To lay up in lavender, (or to pawn) Aan de ketting leggen, verpanden, in de lombard

zetten.

LAVER, Een waschvat, handbekken, Schepbekken.

to LAVER, Walchen. to LAUGH, Lachen.

To laugh AT, Belachen, uitlachen, befpotten.

He laughs at a feather, Hy lacht overal om, t by lacht om een fcbeet.

To laugh in one's fleeves, In zyn vuit lacben,

He laughs at me, Hy lacht om my, by belacht my.

[blocks in formation]

*Let him laugh that wins, Laat

bem lachen die wint.

To laugh from the teeth outward,
Meesmuilen.

He laughs at you, Hy lacht u uit,
by fteekt de gek met u.
To laugh at one to his face, Ie-
mand in zyn aangezigt uit
lachen.

To laugh one to fcorn, Iemand voor den gek bouden, befpotten, † in bet ootje zetten. I laugh at your conceit, Ik lach om uw begrip. Laughed, Gelacht, gelachen. Laughed at, Belacht, uitgelacht, uitgelachen.

Worthy to be laughed at, Belachens waardig, belachlyk. If you propofe fuch a thing, you will be laughed at, Als gy zulks voorstelt zult gy uitgelachen wor den. Laugher, Een lacher. Laughing, Laching, de.

lacben

He fell a laughing, Hy begon te lachen.

Laughing is proper to man, Het

lachen is den menfch alleen eigen. * Men go not laughing to heaven,

Men komt niet lachende in den bémel. Laughing-stock, Een belachlyk voorwerp, iets of iemand daar men den fpot mee dryft.

To make one's felf a laughing. ftock, Zich belachelyk aanstellen.

Laughter, Gelach, bet lachen. Exceffive laughter, Een luid gefchater.

He burst out into laughter, Hy borft uit in lachen. *The way to the house of laugh

ter, is through the house of mourning, Om in bet buis der vreugde te komen, moet men bet klaagbuis doorgaan. Laughingly, Al lachende. LAVISH, Quiftachtig, verquisftend.

He has a lavish wife, Hy beeft
een quiftachtig wyf.
Lavish (or extravagant) expen-
ces, Overdaadige koften.
For having been too lavish with

[blocks in formation]
[blocks in formation]

He made fome objections in point of law, Hy deed eenige tegenwerpingen tegen de manier van procedeeren.

A great many grow rich by the law, De balie maakt veel menfcben ryk.

A thing good in law, Een gangbaare zaak, een goede zaak in rechten.

And there was he laying the law to him, about the lewdnefs of his life and conversation, En daar ftelde by bem de onbetaamelykbeid van zyn ontugtig leeven en ommegang voor. A man learned in the law, Een ervaaren Rechtsgeleerde.

To make a law, Een wet maaken.

Law of mark, Law of mart,

Reprisailles.

To go to law, Te recht gaan. He is ever at law, Hy is altyd doende met rechten en pleiten. Law-days, Pleit-dagen. Law-giver, Een wetgeever. Law fuit, Een rechtsgeding, rechtzaak.

A father in law, Een fchoonvader,
Stiefvader.

A mother in law, Eene fchoon-
moeder, ftiefmoeder.

A fon in law, Een fchoonzoon.
A daughter in law, Eene fchoon-

dochter.

A brother in law, Een fchoonbroeder.

A fifter in law, Eene fchoonzufter. LAWFULL, Wettelyk, wettig, echt, geoorlofd.

"T is lawful, Het is wettig, geoorloft.

A lawful marriage, Een wettig burelyk.

It is not lawful for you so to do,Het is u niet ge-oorlofd zulks te doen.

All things are lawful for me, but all things are not expedient; all things are lawful for me; but all things edify not, Alle dingen zyn my ge-oorlofd, maar alle dingen zyn niet oorbaar: alle dingen zyn my geootlofd, maar alle dingen ftig.

ten niet.

Lawfully, Op een wettige wyze.
A child lawfully begotten, Een
wettig, een echt kind.
I. DEEL.

[blocks in formation]

Lawless, Wetteloos, onwettig. The lawless court, Een zeker Gerechtshof onder den Graaf van Warwick, 't welk 's Woensdags na St. Michiels dag, voor den dageraad zonder kaarfen gebou den wordt.

Lawless, Dat niet onder de be

Scherming der wetten valt. LAWN, Kameryks doek, dun doek, Silefier fluijers, als Kameryks dock.

Cobweb lawn, Kameryks doek zo
fyn als rag.
Lawn-fleeves, (fuch as Bishops
wear in their Epifcopal drefs)
Oplagen van kameryks doek be-
hoorende tot bet BilJcboppelyk ge-
waad.

LAWN, Een groot plein in 't mid-
den van geboomte.
LAWYER, een Rechtsgeleerde, Ad-
vokaat.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

A lay-priest, Een waereldlyk Pries-The rain will lay the corn, De

ter, [die in geen Orden begrépen is.]

A lay Prince, Een waereldlyk Vorft.

A lay-ftall, Een mestbak, mestboop, vulnisbök.

A layman, Een bouten beeld, wiens léden in allerlei poftuuren geboogen konnen worden,

Letman.

[blocks in formation]

régen zal bet koorn neerslaan. To lay (or allay) the heat, De bitte temperen, maatigen. To lay himself at any one's mercy, Zich aan de barmhertigheid van een iegelyk overgeeven, zyn leeven in bunne banden ftellen. To lay ABOUT, one's felf, (to ufe one's endeavours) Zyn best doen. Hemel en aarde beweegen.

To lay about, in order to get an employment, or office, Op de loer leggen om een ampt te krygen.

[merged small][ocr errors]

To lay about one, (to beat,
him) Iemand by de ooren krygen,
afkloppen.

To lay an henious charge AGAINST
one, Temand van eene grouwely-
ke misdaad befcbuldigen.
He lays that against me, Hy be-
fcbuldigt my daar van, by brengt
dat tegen my in.

To lay ALONG upon the ground,
Zo lang als men is op de grond
leggen.

To lay ASIDE, (or apart) Afzon-
derlyk, of weg leggen.
To lay afide, (to neglect, not
to mind) Verzuimen, verach-
teloozen, verwaarloozen.
To lay afide, (or depofe) Ie-
mand afzetten, zyne bediening

ontneemen.

To lay afide, (or renounce)
Verlaaten, afzien.

He did make a fcheme wich he
approved at first, but now he
will lay it afide, Hy maakte een
ontwerp dat by in 't eerft goed
keurde, maar nu wil by 'er van
afzien..

[ocr errors]

To lay ASLEEP or to fleep, Slaapen, te flaapen leggen.

To lay the fault AT another man's door, De fchuld op een ander leggen.

To lay a thing BEFORE one, Iets

aan iemand voorstellen, iets voor iemand open leggen.

To lay BY, Weg zetten, opfluiten,

bewaaren.

You may eat the mutton, but the veal you must lay by, Gy kunt bet Schaapen-vleefch eeten, maar het Kalfs-vleefch moet gy weg zetten. Béter zegt men, Set by.

To lay CLAIM to a thing, Iets vorderen, eiffcben.

To lay a plot DEEP, Een ontwerp, eene faamenzweering wel beleg. gen.

To lay DOWN, Neerleggen, af-
ftaan.

To lay down one's commiffion,
Zyne bediening neer leggen.
To lay down one's life, Zyn
leeven afleggen, sterven.
Lay down your head upon my
breaft, Legt uw boofd op myn
borst.

I'll lay down ready money for

your fword, Ik zal u aanstonds

geld neer leggen voor uw dégen.

[ocr errors]

To lay down money, (to de
pofite it) Geld in een derde band
te bewaaren geeven.
I'll lay down my fare, Ik zal
myne vragt betaalen.
To lay one's felf down upon
the bed, Zich op bet bedde neer
leggen, te bed gaan.

To lay HANDS on one, De banden
aan iemand flaan, aangrypen.
To lay HOLD of one, Iemand vat-
ten, vaft houden.

I had a good fortune, and laid on to fome tune, as long as it lafted, Ik. bad een goede ftuiver gelds, en maakte 'er my vrolyk méde zo lang als bet duurde.

To lay a command or a charge upon one, Iemand iets belaften.

To lay one's excufe upon a thing, Zich ergens over verontschuldi gen.

lay on a heap, Op boopen ftel len, stapelen.

To lay hold of the King's par-To
don, Van bet pardon des Ko-
nings gebruik maaken.

He thinks no law can lay hold
of him, Hy meent dat by tégen
alle wetten veilig is, dat niemand.
macht over bem beeft.

To lay IN, Inleggen, opdoen.
To lay in provifions, Voorraad
van leevensmiddelen opdoen.
To lay wine in the cellar, Wyn
in de kelder leggen.
*To lay a thing in one's dish,
tl Iemand iets in de neus wry-
ven, iemand verwyten. Een
fteek onder water geeven..
To lay LEVEL, Slechten, gelyk

maaken:

[blocks in formation]

To lay an obligation on one, Iemand verplichten, eene verplich ting opleggen.

To lay one on the face, Iemand
een klap geeven.

Lay on, (beat him foundly),
Smeert hem belder af.
To lay a punishment upon one,
Iemand traffen, eene straf op.
leggen.

To lay OPEN, Open leggen.
To lay OUT, Uitgeeven, uitleg..
gen, besteeden.

To lay out money, Geld beftee
den..

To lay out in expences, Verquiften.

What can my life be better lay'd out in, than in repeated efforts for the liberty of my country, Waar kan myn leeven beter toe besteed worden, als tot berbadde poogingen voor de vrybeid van myn Vaderland.

To lay tax upon tax on the peo-To lay out a ftrect, Eene ftraat
ple, Het volk fchatting op schat-
ting opleggen..

To lay one's hand upon the fo-
re,Zyne band op de bezeerde plaats
leggen.

To lay a great load upon one
Iemand een zwaaren last opleg-

[blocks in formation]

uitzetten, wyder maaken. He did not lay out his learning with the diligence with which he laid it in, Hy wendt minder vlyt aan, om zyne geleerdbeid te doen gelden, als by deedt om die te verkrygen.

To lay out one's cards, (at pic.
ket) Zyne kaarten uitfcbieten om
te verwiffelen.

To lay OVER or overlay, Bedekkon.
It was laid over with gold, Her
was met goud overtogen.
To lay To, als ;

Lord lay not this fin to their
charge, Heere réken bun deeze
zonden niet toe.

To lay a thing to heart, Iets ter

barten neemen.

To lay an injury to hart, Een belediging ter barten neemen 'erover geraakt, over aangedaan zyn. Τα

« FöregåendeFortsätt »