Sidor som bilder
PDF
ePub

To lay TOGETHER, Saamen leg-He is a leazy bones, Het is een gen, vergelyken.

To lay heads (or wits) together, Saamen raadpleegen. Lay his words and deads together, Vergelyk zyne woorden eens met zyne daaden.

To lay ur, Opleggen, verzame

len.

To lay up money, Geld opleggen. To lay (or lock) up, Sluiten, weg fluiten.

Lay it up again, Sluit het weer weg.

To lay up the corn', Het koorn inzamelen, inhouden.

Lay that up for another time, Spaar dat tot een anderen tyd. To lay up provifions for the whole year, Mondbehoeften opdoen voor bet gantfche Faar. He has laid up much, Hy beeft veel gespaard, opgelegd. He has but a revenue of fifty pounds, and yet he lays up every year, Hy beeft niet meer als vyftig ponden inkomen, en echter legt by alle jaaren nog op. To lay one up, to lay him up by the heels, Iemand gevangen

doen zetten.

To lay up land, Het land braak leggen.

To lay WASTE, Verwoeften. Laying, Legging, zetting, leggende.

[ocr errors]

Laying down, Neerlegging.
Laying out, Uitlegging, uitgee-
ving.

A laying hen, Een leg-ben.
A hen paft laying, Een ben die
niet meer legt.

A laying up of hands, De opleg. ging der banden. LAY-LAND, Braak-land. LAY-STALL, Een mishoop, drekboop.

[blocks in formation]

groote luijaard, straatflyper.
LEA.

LEACH, Een bloedzuiger, een ge-
neesheer, zie Leech.
LEACHEROUS, Geil, onkuifcb,

zie Lecherous.

Leachery, zie Lechery.
LEAD, Lood.

The leads of a house, Het lood van een huis. Lead-mine, Een lood-myn.

Lead, (or being elder hand at cards) Voorzitten.

I have the lead, Ik heb de voorband, ik zit voor.

To lead (or playing firft) at billiard, Het eerft fpeelen. to LEAD, Verlooden, met lood beleggen. Black-lead, Pot-lood. White lead, Loot-wit. Red lead, Menie.

A founding lead, Peillood.

Dead fea lead,
Lead-colour, Loodverwig.

A lead-plummet, Dieplood. Lead-oar, Ruuw lood, mineraal van lood.

The leads of a church, Het loode
dak van eene Kerk.
Leiden.
To lead one by the hand, Iemand
by de band leiden.

to LEAD,

To lead the dance, Den dans aanvoeren, voorgaan.

This way leads to the town, Deezen weg loopt naar de Stad. To lead one by the nofe, Iemand by de neus omleiden. To lead parties, Het hoofd van eene party zyn.

To lead the way, Den weg wy

[blocks in formation]
[blocks in formation]

LEADED, Verlood, met lood voor

zien.

Leaden, Looden, van lood gemaakt. A leaden bullet, Een locden koegel. LEADER, Een leider, leidsman. Blind leaders, Blinde leidslieden. A ring-leader, Een bëlhamel. The leader of a dance, Den aanvoerder, voorganger in een dans.

A leader, (or Commander) Een bevelhebber.

Leading, Leiding,

leidende.

A leading word, Een eerfte woord,
daar de volgende van afhangen.
The leading card, De eerfte kaart,
de kaart van bem die het eerft
Speelt.

To have the leading hand at cards,
Voorzitten.

LEADING STRINGS, Leiband.
To be in the leading-ftrings,
Zeer onnozel zyn.

It is ill leading old dogs in a ftring, *Met oude bonden is kwaad baaze vangen. The leading men, De voornaamften of de aanleiders. LEADING, Verlooding. LEAF, Een blad.

Leaves, Bladeren, bladen.

To turn over the leaves of a book,
Een boek doorbladeren.

To turn over a new leaf, Zich béter aanftellen, zich verbeteren. The fall of the leafs, Het Naajaar, de Herfft.

A leaf of gold, Een blaatje gouds
The leaves of a fcreen, De deu-

ren of bladen van een scherm: Leaf-gold, Geflagen goud. LEAGER, Een fchuldboek, grootboek, zie Ledger. LEAGUE, Verbond, verdrag, verbindtenis.

To enter into a league, In eer verbond treeden, een verbond

[blocks in formation]
[blocks in formation]

Our fhip leaks, Ons schip is lēk.
To leak, Pillen.

This pot leaks every where,
Deeze pot lekt overal.

To fpring a leak, Een lek kry-
gen.

The fhip fprung a leak, Het schip kreeg een lek. LEAKAGE, Lekkazie. Leaking, Lekking, doorlekking, lekkende.

Leaky, Lěk, ondicht.

A leaky tub, Een lëkke tobbe. Women are generally fo leaky, that they can hold their breath longer than they can keep a fecret, De Vrouwen zyn doorgaans zo klap-achtig, dat zy baar adem langer kunnen inbouden als een geheim bewaaren.

a LEAM of fire, Een ftraal vuurs, een lichtende vlam.

A leam of lightning, Een blikfem-
Atraal.

A leam for dogs, Een band of fuoer om honden aan te bouden. LEAN, Mager, Schraal. Lean meat, Mager vleefch. As lean as a rake, Zo mager als een bout.

To grow lean, Mager worden.
Lean jades, Magere jakbalzen van
paerden.

Pray cut me fome lean, Eilieve
Sny my wat mager.

A lean (or barren) foil, Een
fcbraal, onvruchtbaar land, of
grond.

to LEAN, Leunen, leenen, steunen. To lean forward, Voor-over bellen.

To lean upon, Op leunen, op
Steunen.

To lean upon a stick, Op een stok

leunen.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

A leap, (or weal to keep fish in)
Een vifcb-kaar.

Leap frog, (a boyish play, whe

re one boy leaps over an other) Bokje over, een jongens fpël. Leap year, Schrikkel jaar. to LEAP, Springen, opfpringen, buppelen.

[ocr errors]

To leap down, Neerfpringen.
To leap off, Affpringen.
To leap over, Overspringen.
To leap for joy, Offpringen van
vreugde.

If he could obtain that, he would
leap out of his skin at it, Kon
by dat verkrygen, by Sprong Schier
uit zyn vel van blydfcbap.
To leap on horfe-back, Te paer-
de Springen.

To leap, as the male upon the female, Befpringen, beryden, [gelyk eene ftier een koe.] To leap, (as the heart doth) Kloppen, [gelyk 't hart.] Leaper, Een Springer, buppelaar, Springfter. Leaping, Springing, - Sprin gende. Leapt, Gefprongen.

to LEARN, Leeren, verneemen, leeraaren, onderwyzen.

He will not learn off me, Hy
wil van my niet leeren.

I could learn nothing out of him,
Ik kon niets van bem vernee-

men.

To learn without book, (or by heart) Van buiten leeren. To learn wit, Slim worden.

A wall that leans of one fide,To learn, (or to hear) Hooren,

Een muur die aan de eene zyde overbelt.

To lean one's head backwards,

Zyn boofd agter over bouden.

verneemen.

To learn news, Nieuws booren. To learn, (or to teach) Leeren, onderwyzen.

learn, De waarheid daar vanis ons nog onbekend.

I am not to learn the difference between a private man, and a Prince, Ik beboef bet onderfcheid niet te leeren tuffcben een byzonder perfoon en eenen Vorft. Apt to learn, Bekwaam om te leeleerzaam.

ren,

He has learnt me to read English, Hy beeft my Engelfcb leeren leezen, veel beter Teached me. Learned, Geleerd,

vernomen.

A learned man, Een geleerd

Man.

A learned difcourse, Een geleerd vertoog.

The learned, De geleerden. Learned by heart, Van buiten geleerd. Learnedly, Geleerdelyk. Learner, Een leerling, fchoolier. A learner of the cross-row, A, B, C fchoolier. Learning, Geleerdbeid, rende.

Een

Lee

A man of great learning, Een
Man van groote geleerdheid.
The Commonwealth of learning,

Het Staatendom der geleerdbeid,
de geleerde waereld.

The treasure of learning, De fchat der geleerdheid, der weetenfchappen. Learnt, Geleerd.

I learnt it of him, Ik beb 't van bem geleerd. LEASE, Een buurceel, buur.

de

To take a leafe of a houfe, Een buis voor eenige jaaren in buu

ren.

A. Het verhuuren der huizen in Engeland, gaat doorgaans geheel anders in zyn werk als in Holland: want in Engeland huurt iemand fomtyds een oud huis voor twintig, dertig, vyftig of honderd jaaren, welk huis den huurder dikwils tot den grond toe laat afbreeken, en op zyn eigene koften cen nieuw opzetten, dat hy tot een veel hooger prys aan een an der voor een zeker getal van jaaren verhuurt. In dit geval heet de huur van den eerften huurder a ground leafe, cen grond-rente, en die van den

twee

[ocr errors]

tweeden blootelyk aLeafe.Doch het staat den eerftgemelde niet vry, het huis voor meerder jaaren te verhuuren, als hy de grond gehuurd heeft: want by het eindigen van dezelven, vervalt het gantfche buis aan den eerften Eigenaar of Grondheer. Dit word ook Leafe-bold genoemd. Leafe-parole, (or by word of mouth) Een mondelyke verbuuring. Dit gefchiedt altoos als de huur voor één jaar is. to LEASE out, Verbuuren. to LEASE, (or glean) Na-leezen, na oogften.

To leafe, (or lie) Liegen. Leafee, Een buurder.

Leafer, Een verbuurder.

to LEASE corn, Koorn opleezen of naaleezen.

Leafing, Naaleezing, - als méde liegen.

LEASH, Een leids, een band daar men de jagtbonden mee leidt. A leafh of hounds, Een koppel van drie jagtbonden.

A leath of hares, Drie baazen. LEASING, Na-oogsting, na-leezing, na leezende.

LEASOUR, zie Leafer. Leafhlaws, Wetten of régels raakende de jagt.

LEAST, De kleinfte, minste, minft. * Out of many evils we must cho

fe the least, Uit veele kwaaden
moet men 't kleinfte kiezen.
He had not the least cause to
complain, Hy bad de minste
oorzaak niet om te klaagen.
I have not wronged him in the
leaft, Ik beb bem in 't minfte
niet verongelykt.
That faying difpleafed me the leaft
of all, Dat zeggen mishaagde
my 't minst van allen.
There's not the leaft difference,
Daar is geen bet minste onder-
fcbeid.

That I may fay the leaft, Om
niet te veel te zeggen.
He obliged me the leaft of any,
Hy beeft my minst van allen ver
plicht.

At least, Ten minsten.
LEAST, Dat niet, op dat niet, zie
Left.

LEASURE, Lédigen tyd, zie Leisure. I am not at leafure at prefent, Ik beb tegenwoordig geen tyd,

Married in haft, repented at leafure, Haaft getrouwd, lang berouwd.

LEATHER, Léder, leer. * His hoes are made of running leather, Hy loopt altyd te poft. "T is good cutting large girths of another man's leather,* Uit eens anders leer is bet goed riemen fnyden.

The upper-leather, 't Over-leer, [van een fchoen.] Leather-dreffer, Een leerbereider, leertouwer.

Leather-gilder, Een goudleer-maaker.

Leather-feller, een Leerkoper. To lofe leather, Zich bet vel op. baalen, afftooten.

A leather bottle, Een lédere wynzak.

A leather tong, Een leere riem. Leathern, Léderen, van leer. He wears leathern breeches, Hy draagt een lederen broek. LEAVE, Verlof, oorlof, vrybeid, affcbeid.

I never had leave to go thither,
Ik heb nooit verlof gebad om daar
te gaan.

I will not go without leave, Ik
wil niet gaan zonder oorlof.
With his leave, I must tell him
that he wronged me, Ik moet
bem zeggen, met zyn verlof, dat
by my verongelykt beeft.
If my business will give me lea-
ve, Zo myne dingen bet willen

toelaaten.

He gave them leave to go, Hy gaf ben vryheid om te vertrek

ken.

Give me leave to fpeak, Vergun my (taa my toe) te spreeken. I do not intend to depart before I have taken my leave of her, Ik ben niet van voorneemen te vertrekken voor dat ik myn affcbeid van baar genomen beb. I have given him his leave, Ik beb bem zyn affcheid gegeeven; ik beb bem laaten gaan.

By your leave, (the ufual cry of the chairmen in London) Met verlof.

To have free leave to do a thing, Volkomen vryheid hebben om iets te doen.

With leave of the Moralifts, verlof van de Zeedemesflers.

Hhhs

Met

[blocks in formation]

To leave one to the wide world, Iemand aan de waereld overgeeven, iemand verlaaten.

I'll never leave her, Ik zal baar nooit verlaaten.

Don't leave thy work, Laat uw werk niet staan.

It is time to leave work, 't Is tyd om uit te fcheiden. He ought to leave the matter to

us, Hy beboorde de zaak aan ons te verblyven, by moeft bet aan ons ftellen.

To leave mourning, Den rouw afleggen.

He left it to my difcretion, Hy ftelde bet aan myne befcheidenbeid.

I left word with his wife that I would be there at that time, Ik beb zyne Vrouw gezegd dat ik tegen dien tyd daar zou zyn. I leave it to the judgment of your brother, Ik stel het aan bet oordeel van uwen broeder. To leave OFF, Laaten ftaan, opbouden, ftaaken, naalaaten, uitfcheiden, afwennen.

When d'ye intend to leave off? Wanneer meent gy uit te fcbeiden? wanneer zult gy ophouden?

Leave off fuch running, Laat dat loopen ftaan, loop ze bard

niet.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

I won't eat of your leavings, Ik wil van uw klieken niet eeten. LEAVY, Bebladerd, loofryk, blader-ryk.

A leavy branch, Een loofryke
telg.
LEC.

LECHER, Een geile boef.

An old lecher, † Een oude Zuzanna boef, een oud zondaar. LECHEROUS, Geil, onkuisch, ontuchtig.

A lecherous look, Een onkuifch gezigt. Lecherously, Ontuchtiglyk. Lechery, Geilbeid, onkuisheid, on

tucht, ontuchtigheid. LECTERN, Een voorleezers leffenaar [in de Kerk.] LECTURE, Een lelle, voorleezing,

achtermiddags-predikatie.

a Reader of Lectures, een Hoogefcbool-Leeraar, Profeffor.

In the forehead and the eye the lecture of the mind doth lie, Het voorboofd en de oogen zyn tolken des gemoeds. Lecture, Een beftraffing, bekyving.

Let him come here I'll give him the lecture, Laat hem bier komen, ik zal bem de metten voorleezen.

A curtain lecture, Eene beftraffing tuffchen vier oogen, of in 't bed, agter de gordynen. Lecturer, een Onderpreeker, een die buiten de beurt preekt, een naamiddags Prédiker, Proponent, -een Hoogleermeefter, Hoogleeraar, Profeffor. LED.

LED, (van to Lead) Geleid.
Led about, Omgeleid.
Led away, Weggeleid.
Led back, Te rug geleid.
A led-horfe, Een bandpaerd.
I LED, Ik leidde.

She led a chaftle life, Zy leidde een kuifcb leeven. When he was led to execution, Toen by uitgevoerd wierd om gerecht te worden; wanneer by uitgeleid wierd om te sterven. LEDGE, Boord, rand, zie Edge. To ledge corn, Koorn inflaan, zie to Lodge. LEDGER, Het grootboek van eenen LEDGES, Klampen, futfels. Коортап.

LEE.

LEE, De ly, luuwe zyde, de bel-
lende zy van 't fchip.
Lec-board, Een zwaard, [van een
Schip.]

Lee-ward, Te lywaard, aan ly.
LEE-SHORE, Een laagen wal, de

oever daar de wind tegen aan waait.

To be under the lee fhore, (to be close under the weather fhore or under the wind) Digt aan den oever leggen, tegen de wind gedekt zyn.

To go the lee (or to come off a lofer) De kly ryden, verliezen.

LEECH, Een bloedzuiger, égbel. LEECH, (an old word for a Phyfician) een Geneesheer, Dok

ter.

A horfe leech, (or farnier) Een boeffmit, paerde dokter.

[blocks in formation]

LEEWARD, Aan ly, te lywaard. To fall to leeward, Te lywaard vervallen.

A leeward fhip, Een fchip dat niet dicht by den wind kan zeilen.

A leeward tide, (when the wind and the tide go both one way) Wind en ftroom.

I had as LEEVE, Ik wilde al so lief, ik zou liever willen. LEF. LEFT, (van to Leave) Gelaaten, verlaaten, overgelaaten, overgebleeven, overgejcbooten.

I left, Ik liet, verliet.
There were but few left, Daar
waren 'er maar weinig overge
bleeven.

There is nothing left, Daar is
niets overgefcbooten.

I left the matter to him, Ik beb
de zaak aan bem gelaaten, ik
ftelde de zaak aan bem, ik ver-
bleef de zaak aan bem.
Left off, Naagelaten, geftaakt,
uitgefcheiden.

Left out, Uitgelaten, overgela
gen, voorbygegaan.

LEFT,

[blocks in formation]

A legatine power, Een gezantelyke macht.

Legiflature, De wetgeevende macht.
LEGITIMATE, Wettig, ecbt.
A legitimate child, Een echt
kind.

to LEGITIMATE, Wettigen, echt

maaken.

To legitimate a baftard, Een on-
echt kind wettigen.
Legitimated, Gewettigd, echt ge-

maakt.

Legitimating, Wettiging, echtmaa-
Legitimation, king.

Letters of legitimation, Brieven
van wettiging.

LEI:

LEIGER, zie Leger.
LEISURE, Lédigen tyd.

I am at leisure now, Ik heb nu
leeg tyd; ik heb nu niet te ver-
zuimen.

I have not leifure enough to read
fuch vaft volumes, Ik heb zo
veel tyd niet (of ik heb er geen
tyd toe) om zulke byftere groote
boeken te doorleezen.

When they were at leisure from

publick affairs, Toen zy bunne
banden van openbaare zaaken ruim
badden.

Leifurably, By ledigen tyd, op zyn

A legatine court, Een gezantenbof, [zynde een Hof 't welk Kardinaal Wolfey, ten tyde van Koning Hendrik den agtsten, met verlof van den Paus, in Engeland had opgerecht; in 't welke hy gevolmagtigd was om uiterfte willen goed te keuren, en misdaaden tegen de Kerkelyke wetten begaan te verge ven. Maar met zyn dood nam het een einde.] LEGATION, zie Legateship. LEGATORY, zie Legatary. LEGEND, Een versierde vertelling,(t) Legënde. Het fcbrift dat rondtom den rand van een stuk gelds ftaat.

[ocr errors]

The golden legend, De Gulde
Legende [der Heiligen.].

Leifurely, '} gemak, langzaamlyk.

He did it leisurely, Hy deed bet
op zyn gemak.

LEM.
LEMAN, Een byzit.
LEMBICK, Een deftilleer helm, zie

Alembick.

LEMON, een Limoen, Citroen.
a Lemon-tree, een Citroen boom.
Lemon-colour, Citroen-kleur..

[blocks in formation]

LENGTH, Langte, langbeid, lengte.

It is a street of a huge length,
't Is een fraat van een bystere
langte.

Through the length of the time,
Door de langte des tyds.

At length, Eindelyk, ten laatfte.
To draw out at length, In de-
langte uittrekken.

A body is extended in length,
breadth and depth, Een lichaam
is uitgebreid in langte, breette
en boogte, of diepte.
Length of time will not wafte
it away, Het zal door langbeid.
van tyd niet uitgewischt wor-

den.

[blocks in formation]
« FöregåendeFortsätt »