Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

A light woman, Een ligt vrouwmenfcb, ligtekooi.

Don't think it a light matter, Acht bet geen ligte zaak.

They are a light fort of peo-
ple, 't Is een ligtvaardig flach
con volk.

To fet light by, Gering achten.
I fet light by it, Ik stel 't beel
ligt, ik til er niet zwaar aan.
He made light of it, Hy floeg
bet in den wind. by achtte bet
niet.

As light as a feather, Zo ligt als
een pluim.

Light of belief, Ligt van geloof, ligtgeloovig. Light-fingered, Gaauwhandig, diefacbtig.

Light-armed, Ligt gewapend.
Light-footed, Snel te voet.
Light-headed, Tiboofdig, ligthoof-
dig.
Light-hearted, Ligthartig.

A light born horfe, Een paerd dat
zagt in de bek is.

The lights, (of a beaft) De ligte leever, de long, [van een beeft.] LIGHT, Het licht.

The light of the fun, Het licht
der zonne.

The light of a candle, Het licht
van een kaars.
Moon-light, Maan-licht, lichte
Maan.

Day-light, Dag-licht.

To fet a thing in the worft light, Iets in bet fegle licht plaat zen, iets ten kwaadflen uitduiden.

Light, (candle, lamp or torch) Licht, (het zy een kaars, Lamp of fakkel.)

Bring a light hither, Breng eens licht bier.

to

to

A wax-light, Een wafch-kaars. To carry the light at fea, Een lantaarn branden op een fchip. Light, (knowledge) Kennis, Jebranderbeid.

The light of nature, Het licht der natuur.

Light, (a perfon of great know. ledge and worth) Een wys en eerwaardig Man." Profeffor Boerhave was a light in this age, Profeffor Boerhave avas een licht in deeze Eeuw. Light, (infight, hint) Licht, inzigt, doorzigt, opheldering. It is an intricate bufinefs I can get no light in it, Het is een verwarde zaak, ik kan ’er geen doorzigt in krygen. The lights and darks of a picture, Het licht en de fchaduw in een fchildery.

To carry a light before one,
Iemand voorlichten.

The Divine light, Het Godlyk licht.

He ftand in his own light, Hy

Staat zich zelven in 't licht; by Staat bem zelven in den weg; by doet zich zelven te kort.

To bring to light, Aan den dag brengen, ontdekken.

To bring light to things that are obfcure, Duiftere zaaken opbelderen, licht byzetten. Time will bring it to light, De tyd zal 't learen..

To burn day-light, By dage een kaars branden.

The lights are out, 't Licht is

uit, daar brandt geen licht meer. The lights of a houfe, De uit. zigten van een buis.

He has ftopt up all our lights from

the backfide, Hy beeft al ons licht van agteren betimmerd. It begins to be light, Het begint licht te worden; 't begint te daagen.

To give light, Licht geeven, verlichten.

Two-light, Schémer-licht, fchémeravond.

LIGHT, (as a bird) Neerftry. ken, [als een vogel] neervliegen.

To light, (as from a horfe) Af flygen, afzitten, van 't paerd treden, zie to Alight. LIGHT upon, (or on) Aantrefjen.

Iii3

[blocks in formation]

to

You lighted (or fhewed) him the way to it, Gy bebt 'er bem den weg toe aangeweezen. LIGHT-HOUSE, een Licht-buis, een Brandaris, [waar op men 's nachts vuur of licht brandt voor de voorbyvaarende fchépen.] LIGHTEN, Lichten, verlichten, licht marken.

To lighten one in the cellar, Ie mand in de kelder lichten, voorlichten.

You must lighten me home, Gy moet my naar myn buis lich

ten.

to LIGHTEN, Blixemen. It lightens, Het weerlicht, bet blixemt.

LIGHTEN, (eafe) Verlichten, lichter maaken, ontlaften. To lighten a fhip, Een fchip lig ten, [door een party goed daar uit te neemen, of overboord te fmyten.]

To lighten one's burden, Ie. mands last verligten. Lightened, Gelicht, verlicht, geblixemd.

It lightened all night moft terribly, Het biixem de den gantfchen nacht zeer fchrikkelyk. LIGHTENING, Blixem. A flash of lightening, Een blixemBraal.

a

A lightening before death, ↓ En luchtje voor de dood. Lighter, Lichter. LIGHTER, Een ligter, [cen fchip 't welk den laft uit een groot fchip overneemt.] Lighter-man, een Ligter-man.

Light.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

Lighting, (eafing) Ligting, ontlafting.

Lighting, (giving light) Verlichting.

Lighting, (kindling) Ontsleeking, aanfleeking.

A lighting down, Een afftyging, neervlieging. LIGHTNESS, Lichtheid, wifpeltuurigheid.

The lightnefs of a feather, De ligtheid van een veer.' Lightness of belief, Ligtgeloo vigbeid.

LIGHT'SOME, Licht, belder, lucht

bartig, blygeeftig.

A lightiome mind, Een blygeestig gemoed.

A lightfome stair-cafe, Een lichte trap. Lightfomnefs, Lichtbeid, belder

beid, luchtbartigheid, blygeestigheid.

LIGNEOUS, Houtachtig. LIGURITION, Snoepachtigheid, gulzigbeid.

[ocr errors]
[blocks in formation]

He is exactly like his father, Hy gelykt zynen Vader in allen deelen; by gelykt zynen Vader op end op; by gelykt zyn Vader op een baair.

Not like, Ongelyk. They are not at all like one another, Zy zyn malkanderen ganfeb ongelyk; zy gelyken niet een sier naar elkanderen.

Such like, Diergelyk, zulk flag. Like will to like, Gelyk zoekt

[ocr errors]

gelyk; gelyk zocht zich, gelyk vondt zich.

*Like mafter like man, Gelyk de meefter is zo is de knecht. LIKE, Waarfchynelyk, vermoedelyk.

He is not like to live long, 't Is niet waarfchynelyk dat by lang zal leeven.

't Is like enough, 't Is waarschynelyk genoeg.

It is very like he did not know it, 't Is wel te gelooven dat by 't niet wist.

It is not like that he fhould fay fo, 't Is niet vermoedelyk dat by zo zou zeggen.

It is like he did not see it, Misfchien heeft by 't niet gezien. The thip was like to fink, 't Schip liep perykel van te zinken.

You are not like to fee me any more in this place, 't Is niet te verwachten dat gy my meer in deeze plaats zult zien.

I am not like to fee your faces more in this country, 't Is niet vermoedelyk dat ik uwe aangezigten in dit land meer zal zien.

He was like to have been killed if he had ftay'da little longer, Hy zou ligtelyk gedood zyn geweeft, had by een weinig langer gebleeven.

He is like to do well, Het fchynt

bem wel te zullen gaan. He is like to do well, (or to live to recover) Het fcbynt dat hy in 't leeven blyven, dat by berftellen zal. We are like to have war, Het is waarfchyntelyk dat wy Oorlog zullen hebben.

He has play'd the fool, but I am like to pay him for it, Hy beeft een zotte rol gespeeld, doch ik zal bet bem waarfchynelyk betaald kunnen zetten.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

to

To do like another, Doen als een ander.

Like af if, Ais of: Like a mad man Als een dol menfch.

[ocr errors]

He carried himself like a man,

Zy

Hy gedroeg zich als een Man. They look'd like dead men, zagen als lyken. He did like himself, Hy deed als by gewoon is, by deed een daad die zyner waardig is. To live like one's felf, Naar zy nen staat leeven. LIKE, Aanstaan, gevallen, be baagen, bebaagen hebben, bebas gen fcheppen, meugen.

I like it very well, 't Staat my beel wel aan.

I do not like it, Het gevalt my

niet, 't behaagt my niet. He did not like that project, Hy

bad geen bebaagen in dien voor flag, dat voorstel geviel bem

niet.

To like one's advice, Iemands raad goedkeuren.

I like your excuse, Ik nem t verfchooning aan.

As you like your felf, Zo als gy bet goedvindt. He likes fish better than flesh, Hy

mag liever vifch als vleefcb, by boudt meer van vifch dan vleefcb. Liked, Aangeftaan, gevallen, bebaagd.

The thing was not well liked, Men badt geen bebaager in de zaak.

[ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Likeness, Gelykbeid, gelykenis.

to LIKEN, Vergelyken.

Likened, Vergeleeken.

Likening, Vergelyking, gelykende.

LIKEWISE, Desgelyks.

ver

LIKING, Bebaagen, welgevallen, bebaagen Scheppende.

Get me a fervant to my liking,
Bezorg my een knegt die my aan-
Staat.

To take a fervant upon liking,
Een dienstbode op de proef nee-

men.

He applauds your liking, Hy pryft uwe keus.

To create a liking, Zich bemind maaken.

Good liking, Goedkeuring,

welvaarendheid.

He had his parents good liking, Hy bad de goedkeuring van zyne ouders.

The good liking of the body,

De welvaarendheid des lichaams. He is in good liking, Hy vaart wel; by is frifcb en wel ge

zond.

LIL.
LILIACH, Een jongen boom, een
Aruik.
LILLY, eene Lely.
Lilly-water, Lely-water.

A lilly-bed, Een lely-bed, een bed
van leeliën.

May-lily or Conval, Lely van den dale.

She look'd all lilly and rofes,

Haar vel was als leeliën en roozer1. Zy zag er uit als

melk en bloed.

The many flowered lilly, De purper lely, krombek,

LIM.

To grow limber, Zacht worden,

bandelbaar worden.

.

Limbernefs, Slapheid, lenigheid,
zachtheid, gefmydigheid.
LIMBO, (fo the Roman Catholicks
call that place, where the de-
ceafed Patriarchs, and other
good men, ftood waiting for
Chrift coming, and where tho-
fe lie who died without bap-
tifm) Den Hof, bet Paradys der
Oudvaderen en ongedoopte kin-
deren, bet voorburg der belle.
To be in limbo, (to be in pri-
fon or arrested) Gevangen zyn.
To be in limbo, (or in pawn,
If To be in limbo, (or in pawn,
fpeaking of goods) Goederen
in de bank van leening hebben.
LIME, Kalk.

Quick lime, Ongeblufchte kalk.
Lime flacked, Geblufchte kalk.
Lime-ftone, Steen kalk.
Lime-kiln, Een kalk-oven.
Lime-burner, Een kalkbrander,
Lime-maker,} kalkmaaker.

A tanner's lime-pit, een Looijers-
put.
Lime-work, Kalkwerk, pleifter.
Lime-twig, Een lymftang, vogelaars
roede die met vogellym befmeerd
is, lym roede.

t His fingers are lime-twigs, (he
is apt to filch) t Hy beeft
kromme vingers, by valt wat dief
achtig.
Bird-lime, Vogellym.

a LIME for a dog, Een fnoer of
band daar men een jagtbond aan
Lime-hound, Een groote jagt-dog.
vast beeft.
LIME-tree, een Lindeboom.
to LIME with bird-lime, Met vo-
gellym beftryken, belymen.

to LIME, as a dog doth a bitch,
Befpringen, [gelyk een reu een
teef doet.]

LIMACEOUS. Slakachtig, tot flak- Limed, Befprongen.
ken beboorende.
LIMATURE, Vylsel.

[blocks in formation]
[merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

the LINCH-pin of a wheel, De lens van een wagen-aviel. LINDER or LINE-tree, een Linde

boom.

[blocks in formation]

afdaaling.
LINEAMENT, Een trek, lyn,
LINEATURE,
Streep
The lineaments of the face, De
trekken des aangezigts, bet zweem-
fel, kroeft.
Lined, Gevoerd, bezët,
Sprongen.

A lineal defcent, Een rechtlynfe | LININGS, (drawers) Een onder
LINK, Een toirts, fekkel.
broek.
A link-boy, Een toortsdrager.
LINK, Een faufys, worst,
Schakel.

be

A coat lined with furr, Een rok met bont gevoerd.

† A man well lined with money, ↑ Een man die 'er wel in zit, die geld beeft. LING, Een leng, Stokvisch.

Ling, (or heath) Heg, beide. Ling-wort, (an herb) Angelica, een zéker kruid.

LINGEL, or linget, Een tongetje. to LINGER, Leuteren, draalen, fammelen.

To linger about a bufinefs, Lang
Jammelen omtrent een zaak.

The lines of the hand, De trek-To linger after a thing, Na iets ken of streepen in de band. A fair line of life, Een schoone leevens lyn.

The Equinoctial line, De évenaar, évennacht-lyn. To pafs under the line, De linie palleeren.

[ocr errors]

Ik

I wrote a few lines to him Schreef eenige régels aan hem. Your lines have given me a great deal of fatisfaction, Uwe letteren bebben my peel genoegen gegeeven.

Thefe are very good lines, (or verles) Dat zyn fraaije vaer

zen.

[blocks in formation]

bunkeren, naar iets verlangen, zie to Hanker.

Lingered, Geleuterd, gedraald, geJammeld, -gebunkerd. Lingerer, Een leuteraar, fammelaar. Lingering, Leutering, draaling, fan meling, leuterende, draa. lende.

A lingering bufinefs, Een leuterachtig werk.

A lingering pain, Een langduurende pyn.

A lingering death, Een langzaa-
me dood.

Lingeringly, Leuterachtig, lang-
za umlyk, traaglyk.
LINGET, Een flaafje goud, zie
Ingot.

LINGOTS, Tseren vormen, voor gefmolte metaalen. LINGUACIOUS, Klikacbtig, praat. achtig.

LINGUACITY, Praatachtigheid. LINGUIST, Een taalkundige. LINGUOSE, Snapachtig. Linguolity, Snapachtigheid. LINIMENT, Zalf of olie, om eenig gedeelte des lichaams dat bezeerd is te beftryken, ftrykfel.

the

LINING of a garment, De voering van een kleed. The lining of a hat, De kap van

een boed

The lining of a ditch, Steene fcboeijing of metzelwerk daar een graft mede opgehaald is.

A link of a chain, Een schakel
van een ketting.

A link of faucidges, Een schakel
Jaufyzen.

to LINK, Schakelen, faamenvoe
gen.
To link with,

2

Saamenfebr kelen, aanéén. To link together, Schakelen. To link reafon with rhime, De réden met de rym paaren. To link together in the bond of amity, Zich door den band der vriendschap vereenigen. Linked, Gefchakeld. Linked in, Ingebaakt, belemmerd. To be linked in affinity with one, Met iemand vermaagschapt zyn.

4 God has linked our duty and our intereft together, God beeft onze plicht en belang aanéengeLinking, Samenfchakeling. Schakeld. LINNED, Opgebouden, zie to Lin. LINNEN, Linnen, doek.

Home-fpun linnen, Eigen gereed

linnen.

Linnen-weaver, een Linnen-weever.
Linnen-draper, een Linnenbandelaar,
Linnenkooper.

LINNET, Een koddenaar of cysje,
[zéker vogeltje.]
LIN-PIN, Lens, zie Linch-pin.
LINSEED, Lynzaad.
Linfced-oil, Lyn-oly.
LINSEY WOOLSEY, Tierentein,
Stof van balf garen en balf wol,
boezel ftof, mifcellaan.
LINT, Plukfel daar men wieken
voor een wond van maakt, karpy,
tondel.
Lint-stock, een Lont-ftok, [gelyk de
konftapels bézigen.]
LINTEL, De bovendrempel, of bet

[blocks in formation]

*

Even hares pull a lion by the beard when he is old, De Haazen zelfs trekken een Leeuw by de baard als by oud is.

A very gnat may hurt the fight of a lion, Een mug kan zelfs bet gezigt eens Leeuws beSchadigen.

He patches a fox's tail to a lion's skin, Hy bebangt de leeuwenbuid met een volje vel: Hy bedekt zyne wreedbeid met leosbeid.

A lion-keeper, Een leeuwen-boeder, opziener der leeuwen. Lionefs, en Leeuwin.

Lionish, Leeuwachtig, leeuwfcb. Lion-like, Leuwsgelyk, leeuwachtig. LIP.

LIP, Een lip.

A blubber lip, Een bang-lip.
Fresh or red lips, Friebe roode
Lippen.

They depend in all things on
the lips of the clergy, Zy ban-
gen in alles van den mond der
Kerkelyken af.

To part with dry lips, Met drooge lippen, zonder drinken fcbeiden.

While thefe words were between

his lips, Terwyl deeze woor-
den op zyn' tong waren.
The lip of an oil bottle, De tuit
van een oly-kan.

The lips of a wound, De lippen
of kanten van een wonde.
To hang the lip, De lip laaten
bangen.

A hare lip, Een baazemond.
Lipped, Gelipt.

Great-lipped, Groot van lippen. Hare-lipped, Die een baasemond beeft.

LIPOTHYMY, Flaauwte, onmagt.

to

Liquid, (liquor or drank) Drank. | What liquids have you at home, Welke drank bebt gy in uw buis?

The liquits, (five letters fo cal led, viz. l, m, n,r,s) Helder luidende letters, in tegenstelling van de ftommen. LIQUIDATE, Klaarmaaken, vereffenen. Liquidity, Vloeijenbeid. LIQUOR, Vocht, fap, drank, [al. les dat vloeijend is.] A pleafant liquor, Een lieflyk vocht.

Strong liquor, Sterke drank. It is full of liquor, 't Is vol fap. *To preach over one's liquor,

to

Lang preeken met de kelk, veel praats hebben onder de wyn. Of eigentlyk te fpreeken als men een glas wyn of bier half uitgedronken heeft, dat by de Engelfcben voor zeer onwelleevend gehouden word, zo dat zy by die gelegenheid doorgaans zeggen, Here is the good bealth of parfon Pearfon, who preached over his li quor, Op de gezondheid van Do. Pearfon, die over zyn drank preekte.

To love a cup of good liquor, Veel van een goed glas wyn bouden.

LIQUOR, Nat maaken, bevochtigen, besproeijen.

To liquor boots, Laarzen fmee

ren.

Liquored, Bevochtigd, besproeid.
LIQUORISH, Zeetbout.
Liquorifh, Lekker in 't esten of drin-
ken, zie Lickerifh.

LIR.

LIPPITUDE, Leepoogigbeid, loo LIRICONFANCY, Lely der daa

ping der oogen..

LIQ.

[blocks in formation]

LIQUABILITY,

LIQUABLENESS,

LIQUATION, Smelting. LIQUEFACTION, Vloeijendmaaking, Smelting.

to LIQUEFY, Smelten, vloeijend maaken, ontlaaten. Liquefcency,

Liquefcentnefs, Smeltbaarheid.

LIQUID, Vloeijend, vloeibaar, geSmelten, klaar.

Aliquid body, Een vloeibaar lichaam.

I. DEEL.

len.

[blocks in formation]
[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]

He is lifted under fuch a Captain, Hy is onder zulk een Kapitein opgefchreeven.

to LISTEN, Toeluisteren, toebooren, luisteren.

Liftened, Toegeluisterd, geluisterd. You ought to have liftened to what he faid, Gy beboorde geluiflerd te bebben naar 't gene by prak.

Lift! Luifter, boor, ftil!
Liftener, Een toe luisteraar, beluiste

[blocks in formation]

L

« FöregåendeFortsätt »