Sidor som bilder
PDF
ePub

nen, die, toen zy Engeland o verheerden, zich lui onder de Engelfchen in derzelver huizen neerzetteden, en op hunnen arbeid teerden en fmeerden; en daar van den naam van Lord Dane, of Heer Deen ontvingen: doch anderen meenen dat het zyn oorfprong heeft van 't Franfch woord Lourdaut. to LOURE, Donker uitzien, zie Lowr. LOURGULARY, (a cafting any

corrupt thing into the water, the poifoning the water) Het inwërpen van krengen in het wa ter, bet vergiftigen, onbruik

baar maaken van 't water. LOURING, zie Lowring. LOUSE, Een luis.

A great loufe, Een groote luis. He is full of lice, Hy is vol luizen; by beeft bet lyf vol lui

[blocks in formation]

to

a

[blocks in formation]

* Where the caufy is the lowest,
the water runs fooneft over,
Daar de kaai bet laagft is, loopt
bet water eerft over.
*Full ears of corn hang lowest,
Volle koorn-aairen buigen bet
meeft, de deugdzaamfte menfcben
zyn bet nederigft.

It is low water, 't Is laag wa-LOWING, Geloei, gebulk.

ter.

To be in a low ebb, In een laagen ftaat zyn.

He is at low condition, Hy is in een geringen staat. A low pulfe, Een flappe (of flaauwe) pols.

He is become very low, Hy is zeer neerslagtig geworden. To bring low, Vernéderen, verootmoedigen, verzwakken, doen

vervallen.

His fickness has brought him very low, Hy is geweldig door zyne ziekte vervallen; zyne ziekte beeft bem machtig aangetast. To fpeak low, Zacht Spreeken. He must be kept low, Hy moet kort gehouden worden.

The Low-countries, de Nederlanden.

Low-wines, Koele wynen, ongedeftilleerde wynen. LOW, Loeijen, bulken.

He lows like a bullock, Hy bulkt als een Stier. LOW-BELL, Een Schël met een licht, die de vogelaars gebruiken om leeuwerikken en andere vogeltjes mee te vangen. Low-beller, Een vogelvanger mèt zo een Schël.

LOWD, Luid, zie Loud.

The lowings of a hawk, Defnoer
daar men een valk mee op de band
boudt.

LOWLY, Néderig, laagjes.
Lowly-minded, Néderig van gemoed,
ootmoedig.

LOWLINESS, Néderigheid, ootmoe-
digbeid.

LOWN, zie Lozel.

The sky lowrs, De lucht betrekt. to LOWRE, Stuurscb kyken, donker uitzien.

Lowring countenance, Een stuursch
of donker gezigt.
Lowring weather, Donker of droe-
vig weer.

It is a lowring day, Het is een
donkeren dag.

A lowring sky, Een betoogen
lucht.

Lowringly, Droeviglyk, donkerach-
tig.
Lowfe, zie Loufe.

LOY.
LOYAL, Getrouw.

To be loyal to his Prince, Zy-
nen Vorft bouw en getrouw zyn.
To loyal party, the party that
ftands for the King, Het ge-
trouwe Volk, de party die den
Koning aanhangt.
Loyally, Getrouwlyk.

To speak lowder, Luider Spree- Loyalty, Getrouwbeid, getrouwig

ken.

[blocks in formation]

beid.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

vent.

An abbey lubber, Een lédigganger, die dik en vet is als een Abt. LUBRICAL, zie Lubricious. LUBRICITY, Wispelturigbeid, onzékerbeid.

Lubricity, Dartelbeid, ontucbtigbeid. LUBRICIOUS, (flippery, uncertain) Slibberig, onzeker. A lubricious hope, Een onzekere boop.

Lubricious, (fickle, inconftant) Wifpelturig, onftandvastig. She is a great beauty, but very lubricious, Zy is een groote fcboonbeid maar zeer wispeltuu rig.

A lubricious (or unconclufive) argument, Een flechte, niets bewyzende drangréden.

Lubricious, (or wanton) Dartel, brood-dronken.

He is a lubricious boy, Het is een brood-dronken bengel.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

daad gelukkig.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors]

LUG.
LUG, als, The lug of the ear, Het
oor-lapje, oor-lelletje.

To give one a lug, Iemand fcbie.
lyk by de ooren trekken.
A lug, (or pole to measure land
with) Een roede of ftok om land

te meeten.

to LUG, Trekken.

To lug by the ears, By de ooren trekken.

voorttrekken.

To lug one to the gallows, Iemand naar de galg fleepen. LUGGAGE, Pakkaadje, flommering, Пеер.

A. De geenen die geen gebooren
Engelfchen zyn, gebruiken de
woorden Lucky en Happy mé-
nigmaal verkeerd, zo dat zy
iemand met speelen ziende win-To lug, (hale or tug) Sleepen,
nen zullen zeggen, You are ve-
ry happy. Doch om die woor-
den elk op zyn pas te gebrui-
ken moet men onthouden, dat
lucky altoos betekend gelukkig
of voorfpoedig, en Happy altyd
vergenoegd, vrolyk, wel te vree-
den. Dus is I am very happy,
Ik ben zeer vergenoegd.
Luckily, Gelukkig lyk.
Luckinefs, Gelukkigheid.
LUCRATION, Winning.
Lucrative, Voordeelig, winft gee-
Dende.

He got a lucrative office, Hy kreeg
een profytelyk ampt.
LUCRE, Gewin, voordeel, pro-
fyt.

For lucres fake, Om gewins
wille.

Filthy lucre, Vuil gewin.
Lucrous, Voordeelig, profytelyk.
LUCTATION, Worfteling.
LUCTIFEROUS, Droefbeid, rouw
aanbrengende.
Luftificableness, Treurigbeid.
Luctifick, Rouw verwekkende.
Luctifonous, Treurgalmende.
Luctuous, Treurig, droevig.

L113

LUGGED, Getrokken, gesleept.
Lugging, Trekking, fleeping,

trekkende.
LUGUBRIOUS, Rouwig, treurig.

LUK.
LUKEWARM, Laauw.
To grow luke-warm, Laauw wor-

den.

You told me, the coffee was hot,
and it is not luke-warm, Gy
zeide dat de koffy heet was en
zy is niet laauw.
Luke-warm, Flaauw,
fcbillig.

onver

So then because thou art lukewarm, and neither cold nor hot, I will fpue thee out of my mouth, [Revelation, Chapt. 1. vs. 16. Zoo dan, om dat gy laauw zyt, ende noch koud noch beet, ik zal u uit mynen mond Spouwen. Lukewarmnefs, Laauwheid, laauwigbeid.

Luke-warmnefs, Flaauwheid, onverfcbilligheid.

LUL.

[blocks in formation]

tolf.

[blocks in formation]

LURCH, Dubbelde winst in 't fpèl,
[te weeten eens zoveel als men
om speelt.]

To leave one in the lurch, Ie-
mand in 't naauw laaten, iemand
in den pekel laaten steeken.
Fortune has left him in the lurch,
Het fortuin beeft bem den nek
toegekeerd.

To ly upon the lurch, Op zy-
ne luimen leggen, op argbeid
uit zyn.

LURID, Bleek, doods, blond en

blaauw.

Luridnefs, Bleekbeid, doodsbeid.
to LURK, Loeren, in een fcbuil
bock verborgen zyn.

To lurk in caves, In boolen loe

ren.

To lurk up and down, Zich hier
en daar verfchuilen.
Here lurks, my dear, no bufy

fpy, Hier verfchuilt zich, myn lief, geen woelend verfpieder. Lurked, Geleerd, verfchoolen. Lurker, Een Jcbuiler, loervink. Lurking, Loering verfchuiling,

loerende, verfchuilende. To lie lurking, Op de loer leg gende.

A lurking fellow, Een leer vink.

A lurking hole, Een fcbuilbol,
Schuilboek, béter A spy bole or
peep bole.

LURRY, Geraas, zie Lerry.
LUS.

LUSCIOUS,

Lumpilh, Zwaar, onbebouwen, plomp. to LURCH, Dubbeld in 't fpel win- LUSHIOUS, Malzoet.

Alumpish fellow, Een plompe gaft. Lumpishly, Plompelyk, lempiglyk. Lumpifhnefs, Plompbeid, zwaarte.

LUN.

LUNAR, Dat tot de maan behoort.
LUNATICK, Maanziek, maanzuch-

tig, byzinnig.
Lunacy, Maanziekte, maanzuchtig-
beid, byzinnigbeid.

To be troubled with lunacy, Met de maanziekte gequeld, maanziek zyn.

To be fmitten with lunacy, Krankzinnig zyn. LUNATION, (the space of time

from one moon to another) Maandelykfcbe loop der maane. They plant, and fow according to the different lunations, Men plant en zaait naar de onderfchei dene Maanen, na dat de Maan toe of afneemt.

nen, loeren.

Lurched, Dubbeld gewonnen, ge-
loerd.

You lurched me twice, but this
game I'll do it you, 4. Gy hebt
my nu tweemaal Fan gemaakt,
maar dit jpēl zal ik bet u doen.
He has lurched me, Hy beeft
my geloerd; by heeft my by de
neus gebad; by beeft my een voor-
deel afgekeeken; by beeft my dea
loef afgestoken.
Lurcher, Loerder, die op zyne luimen
legt.

Lurcher, (a kind of dog) Een
laage bond, brak.
Lurching, Dubbele winning, Fan
maaking.

Lurching, Op de loer leggen

de.

LURDANE, Luijaart, zie Lor-
dane.

Lushious wine, Malzoete wyn.
A melon has a lushious taste, Een
meloen beeft een malzoete fmaak.
Lushious meats, Malzoete fy

zen.

Aluthious ftile, Een vlyende ftyl, fluweele woorden. Lushiously, Malzoetachtig, wal gelyk. Lushiousness, Malzoetheid.

LUSK, Een loom lui menfch. Luskinefs, Luibeid, traagbeid. ‡ LUSORY, Vrolyk, Speelsch. LUST, Luft, geile luft, begeerlyk beid.

The luft of the flesh, De luften

of begeerlykbéden des vleefcbs. To bridle his lust, Zynen luft in

toomen.

To fatisfy his luft, Zyne geile luft voldoen, zynen luft blun fcben.

to

to LUST, Luft bebben, begeeren. To luft after a thing, Zyn luft op iets gezet bebben, iets beftig begeeren.

To luft after a woman, Met gei. le luft tegens eene Vrouw ontfteeken zyn; op een Vrouwmenfch verbit zyn. Lufted, Beluft, begeerd. LUSTER, Luifter, glans. to LUSTER, Luisteren, glanfig maaken.

LUSTFUL, Door de luft geprikkeld, geil.

[blocks in formation]

to LUXATE, Uit bet lid bren-
gen, verftuiken.

A luftfull defire, Een geile luft.
Such a thing will make one luft-Luxated, Uit bet lid gebracht, ver-

ful, Zulk een ding spoort tot ontucht aan.

Luftfully, Onkuifchelyk.

To look luftfully upon one, Iemand met onkuifche oogen aanzien.

Luftfulness, Onkuifche begeerlykbeid.

LUSTY, Luftig, wakker, louter. A lufty wench, Een luftige kleun

of meid.

Lufty fellows, Loutere kaerels. Luftily, als, To work luftily, Wakker of luftig werken.

To eat and drink luftily, Smaakelyk eeten en drinken.

To drink luftily, Sterk drinken, bet glas helder rond laaten gaan. Luftinefs, Wakkerbeid, kloekte. Luftlefs, Zonder luft, lufteloos. LUSTRATION, Een ommegang, wying, zuivering [om 'tvyfde jaar.]

LUSTRE, Luifter, als ook, de tyd van L maanden, of V jaar. LUSTRIFICK, Zuiverende, purgeerende.

Luftrifical water, Zuiverend of
reinigend water, wy water.
LUT.

LUTANIST, Luitfpeelder.
LUTE, Een luit.

To play on the lute, Op de luit
Speelen.

A lute-player, Een luitfpeelder,
luitenift.

A lute-string, De naar van een luit.

To raife or let down the lute

ftrings, De luitfnaaren Spannen of ontspannen. LUTESTRING, (a fort of filk) Taf, dubbeld taf.

to LUTE, Lymen, digt ftryken, [gelyk de Chimisten doen.]

ftuikt.

My fhoulder is luxated, Myn
Schouder is uit het lid.

I luxated my ankle, Ik beb myn
enkel verstuikt.

LUXATION, Verftuiking, wyking uit bet lid. LUXURY, Weelde, weeldrigheid, overdaad. Luxuriant, Weelig.

A luxuriant plant, Een al te wee-
lig gewas

Luxuriant in fpeech, Zeer woor-
denryk, weelig in fpraak.
A luxuriant health, Een overtol-
lige gezondbeid.

[ocr errors]

A luxuriant writer Een vindingryke fcbryver.

Luxuriant flesh, Wild, weelig vleefcb.

Luxurious, Weeldrig, overdnadig.

To ly, (or lodge) 'Huis zyn, woonen, zyn verblyf houden. Where does he ly? Waar flaapt by? waar is by t'buis? The fupreme power lyes (or is lodged) in the King's perfon, De oppermacht buisvest in de per foon des Konings.

To ly, (or be fituated) Gelegen

zyn.

His garden lyes on a hill, Zyn tuin is op een berg gelégen, legt op eenen berg.

To ly lurking, Op de loer leggen.

To ly open, Open leggen. To ly fick, Ziek leggen. To ly fick a bed, Ziek te bedde leggen.

To ly idle, Werkeloos zyn. It lyes heavy in my ftomach, Het legt my zwaar in de maag. Here in lyes your happiness Hier in beftaat uw vergenoeging, uw gelukzaligheid.. You may diffemble as much as your please, but she lyes at the bottom of your heart, Gy moogt het ontveinzen zo veel als gy wilt, zy legt dog in uw bart begraven..

This argument lyes ftrong upon them, Deeze drangréden knelt bun, is van gewicht by bun.

A luxurious fpendthrift, Een weel-It lyes in your breaft or powers, drige doorbrenger. Luxurioufly, Weeldriglyk, overdaadiglyk.

Luxuriousnefs, Weeldrigheid, wee-
ligbeid, overdaadig beid.
LUZ..
LUZARN, Een zeker beeft, zie
Lucern.

[blocks in formation]

3

or it lyes all upon you, Het bangt gebeel van u af. This fin hall ly at your door, Deeze zonde zult gy op uw rẻkening bebben. Thefe commodities will ly a great while upon your hands, Gy zult die waaren lang in banden bouden, gy zult 'er niet ligt afkomen.

To ly under an imputation, Onder eene befchuldiging leggen. To ly under a miflake, Een misflag bebben, een verkeerd begrip. koesteren.

To ly under a diftemper, Met een kwaal worstelen.

To ly under a great affliction, Zeer bedroefd zyn.

Religion has always lain under fome prejudices, De Godsdienft is nooit vry geweeft van alle vooroordeelen. She

[blocks in formation]

She lay under mortifications in abundance, Zy beeft ongemeen veel verdriet gebad.

[blocks in formation]

de Philofophie te Athenen al LYSARD, Een draak, zie Lizard, wandelende onderwees.

or the

decoction of it) De palmdoorn
of bet afziedzel daar van.
LYE.

LYE, Loog.

To ly under an obligation, On-LYCIUM, (the boxthorn der eene verplichting_leggen. My honour lies at ftake, Myn eer bangt er van af. To ly about, to ly up and down, Verspreid, verftrooid leggen. Her flowers ly about her, Zy is niet wel te pas, zy heeft de verandering, de maan fchynt agter de kerk.

To ly IN, In de kraam komen, in de kraam leggen.

His wife lyes in, Zyn Vrouw legt in de kraam.

To ly with a woman, By een Vrouwsperfoon flaapen, een Vrouw beflaapen.

He lay with her, Hy heeft baar
beflaapen, Hy beeft met baar te
doen gebad.

The hips lay at anchor, De
Schepen lagen ten anker.

He lay in the field all night,
Hy lag den gantfcben nagt op

't veld.

It lyes me in a great deal, Het zēt my veel te rug, bet koft my veel geld.

If it ever lyes in my way to serve you, Als het ooit in myn vermogen is om u dienst te doen. That lyes in my way, (or is a hinderance to me) Dat is my in de weg, dat verbindert my. One of the greatest difficulties that lyes in an Atheist way, is, Een van de grootste zwaarigbeden, die de Godloocbenaars verbinderen, is.

1 fhould come to a great eftate, but that he lyes in my way, Als by my niet in den weg was, zou ik nog een aanzienlyk kapitaal kunnen krygen.

To ly in wait for one, Iemand belaagen.

I'll do what lyes in me, Ik zal myn beft doen, ik zal al doen wat in myn vermogen is.

LYC.

LYCANTROPHY, (the frenly or madness of a wolf-man) Wolfsdolligbeid, ylboofdigheid, razerny, dolle buy van een krankzinnigen. LYCEUM, (a famous fchool of

Ariftotle near Athens) Lyceus

To wash with lye, Met loog wasa LYE, Een leugen, zie Lie. fchen. to LYE, Liegen. Lyer, Een leugenaar.

LYG. LYGURE, (a fort of precious ftone, Exod. XXVIII: 19.) Hyacinth, een der fteenen in Aarons bortlap:

LYI. LYING, Lieging, leugenachtig.

liegende,

A lying wench, Een leugenachtiLYING, Legging, ge feeks. de.

leggen

A lying down, Néderlegging. She is near her lying down, Zy moet baaft in de kraam, zy gaat op 't left, zy is op haar uiterfte.

A lying in wait, Een belaaging, beloering,

LYM.

LYMPHATHICK, als;

The lymphathick veins, De wateraders, de aders, pypjes, vaatjes waar door 't waterig vocht der klieren in 't hart vloeit. Lymphathick, (or distracted) Dol. driftig, woedende. LYN. LYNCEAN or Lynceous, (quick fighted) Scherp van gezigt. LYNCURIS, Een foort van barnfteen of amber.

LYNX, Een lochs, [zéker beest

als een Wolf, van een fcherp gezigt.]

To have a lynx-like 'eye, Locbs
oogen hebben, zeer scherp van
gezigt zyn.

LYO.
LYON, Een Leeuw, zie Lion.
Lyoness, Leeuwin, zie Lioness.
LYR.

LYRE, Een lier, barp.

Lyrick verses, Lierdichten, lierzangen.

A lyrick poet, Een Lier-dich

ter.

Lyrist, Een Lierspeelder.

MAC,

MAC.

AC, Een Ierfcb woord, beté. kenende Zoon, als Mac-William, Willems zoon: zo heeft men in Engeland ook Naamen beginnende met Fitz, als FitzJames, Jakobs zoon, doch dit is Schotscb. MACARONICK, Door malkander gemengd, boertig. Een Gedicht waar van de eene régel Latyn, en de andere Engelfch of Duitfcb enz. is, MACAROONS, Suiker-gebak van amandelen en eijeren, makrons. MACE, Foely, mufcbaaten-bloem. a MACE, Een guide ftaf, hebben. de een dikke knop aan 't bovenfte end, byna op de ma nier van een kelk, met de wapens van den Koning en de Stad, en een Kroon daar op, dien men in Engeland voor eenige hooge Amptenaaren draagt, gelyk als voor den Major van Londen, of den spreeker van 't Parlements huis. Mace-bearer, Een ftafdraager. to MACERATE, Weeken,

[blocks in formation]

ling, afflooving, ver-
magering.

Maceration,
to MACHINATE, Berokkenen,
kwaad ftooken, kwaad brouwen,
aanstooken.
Machination, Kwaadflooking, kwaad-
Machinator, Een berokkenaar, aan.
brouwing, berokkening.

MACHINE, Een werktuig, konft
Stooker, aanfticbter.

werk.
MACHINERY, Konft-werktuigen,
konft- en vlieg-werken, als op
het Schouwburg.
MACHINIST, Een konft-awerktuig-
maaker.

MACIATION, Vermagering.
MACILENCY, Magerbeid.
MACKREL, Makreel, [zékere
vifch.]

to MACKLE, Goederen, voor de vee-
vers, aan de Groffiers verkoopen.

[merged small][ocr errors]
« FöregåendeFortsätt »