Sidor som bilder
PDF
ePub

The Pope makes good markets | MARMORATION, Eene bedekking of the ignorance and fins of met marmer. the people, De Paus weet met de onweetenbeid en zonden van bet volk byzonder zyn voordeel te doen.

[ocr errors]

MAROONING, Iemand uit een fchip op een onbewoond Eiland

zetten.

MARMOSET, Een aap of meerkat.

That commodity will fuit the London market, Die koopman Marmofet, Een plomp figuur. fchap zal te Londen goede af MARMOTTO, Een berg-rot, mor trek bebben.

To drive the market with one as low as can be (to bring him to a low price) İemand zo na bedingen als men kan.

Good ware makes quick market, *Goede waar pryft zich zelf. You have brought your hogs to a fine market, Gy Lect weijeren wel te markt gebragt, of letterlyk, gy bebt u Varkens op een fraaije markt gebragt.

A good market man or woman, Een man of een vrouw die de marktgang wel verftaat, die goedkoop weet te koopen. Market-geld, Markt-geld.

A market town, Een marktftad, zie Town.

The market price, De prys van de markt, marktsgang. He made a good market of his wares, Hy beeft zyne waaren wel uitgevent. Marketable, Verkoopbaar, in goede faat.

Marketable wine, Verkoopbaare

[blocks in formation]

meldier, marmot. MAROW, (a knave or beggar ly rafcal) Een boef, kaale jak

bals.

[blocks in formation]

to MARR, Bederven, verboetelen, verknoeijen. Marred, Bedurven, verboeteld, verknoeid.

He has marred all, Hy heeft bet alles verboeteld.

He quite marr'd the matter by an

ill relation, Hy beeft de zank door een kwaad verbaal ganfch bedurven.

Marrer, Een bederver, verboctelaar.

* If a man cut of his nofe he marres his face Als men zyn neus affnydt fcbendt men zyn aangezigt. MARRIAGE, Een buwelyk, trouw, bruiloft.

He defired her in marriage, Hy

verzocht haar ten buwelyk. He was upon his marriage, Hy flondt op zyn trouwen. He married my fifter in fecond marriage, Hy trouwde myn zufler tot zyn tweede Vrouw. He will never give his daughter

in marriage to fuch a one, Hy zal zyne dochter nooit aan zulk eenen ten buwelyk geeven, (of uithuwlyken.)

He made a marriage betwixt them,

Hy beeft een buwelyk tuchen ben gekoppeld.

The marriage day, De bruilofts dag.

Nnn 2

The marriage goods, Het buwelyks goed. *Marriages are made in heaven, * De buwelyken worden in den bémel gemaakt.

A marriage-fong, Een bruiloftslied.

The marriage-fupper of the Lamb, Het Avondmaal van de bruiloft des Lams, (Apoc. XIX: 9.) Marriageable, Huuwbaar. Married, Getroud, gebuuwd. A married man, Een getrouwd.

man.

MARRING, Bederving, verboete-
ling, verknoeijing.
MARRION, Maagd, zie Maid,
MARROW, Merg.

[ocr errors]

to

A marrow bone, Een mërgbeen. The marrow of a speech, Het pit, de kern van een rédenvoering.

Quickly down upon your marrow bones, Aanflonds op je kniën.

1 He makes fpeed enough with his marrow bones, † Hy repe zyn fcbenkels genoeg. MARRY, Trouwen, buwen, bu welyken, uitbuwelyken.

When is he to marry her? Wanneer zal by met haar trouwen? To marry one's daughter, Zyne dochter uitbuwelyken.

I fhall marry my coufin, Ik zal met myn nigt trouwen. Marry in hatte, repend at leafure, Haaft getrouwd dat lang

berout.

[blocks in formation]

beld.

When is the to be marry'd? Wan- | Martialift, een Krygsman, Oorlogs-
neer zal zy trouwen?
Trice marry'd, Driemaal ge-
trouwd.

A marry'd life, De gebuwden ftaat,
de buwelyken staat.
Marrying, De trouwing, bet trou-
trouwende.

wen,

He doth not care for marrying,

Hy beeft geen zin in trouwen. MARS, (one of the feven Planets) MARS, een van de zeven Planeeten.

MARSH, Een moeras, veen. A marth ground, Een moeraffig of broekig land, moergrond. A marfh of falt water, Een moeras van Zee water. Marfh-mallows, Heemswortel, dub

,

bele kaasjes bladen [zéker kruid.] Marth-parfley, Juffrouw-mark, [zé. ker kruid.] MARSHAL, Een marschalk,

The Lord or Earl Marthal of En-
gland, De groot marfchalk van
Engeland.

The marshal of the King's houfe,
or the King's marshal, De mar-
fchalk van's Konings buis.
A camp marshal, Een Veld mar-
fcbalk.

The marshal of the King's bench,
De Cipier der gevangenis van
's Konings bank.

to MARSHAL, In order fchikken. To marshal a Regiment, Een Regiment in order fchikken.

To marshal a proceffion, Aan de geenen die in eene praalstaatfi zullen gaan yder zyn behoorlyke plaats toewyzen. Marthalfey, Het Hof des Marfchalks, -zekere gevangenis in Southwark.

[ocr errors]

Marthalfhip, Het Marfchalkfchap.
MARSHY, Moerallig, broekig, vee-
nig.
MART, een Faarmarkt.

Letters of mart, Brieven van wéderneeminge of van verbaal; Brieven van Reprefailes. MARTERN, Een marter, zéker

beeft dat kostelyk bont heeft. MARTIAL, Dat tot den Oorlog beboort.

Martial law, de Krygswet. Martial difcipline, Krygstucht. A court martial, Een Krygs. raad. Martialed, Tot den kryg gewend.

MARTIN, Zéker flach van zwaluw.

MARTINGALE, Een leere riem waar mede men een dartel paerd verbindert den kop op te slaan. MARTLEMAS, St. Martyn. Martlemas day, St. Martyns-dag. Martlemas beef, Rundvleefcb dat op St. Martyns-dag gezouten, of in de rook gebangen word. MARTLET, Een gier-zwaluw. MARTLET, in heraldry, Vogeltje

zonder pooten of vleugels in 't 't wapenfchild verbeeld. MARTNETS, (fmall lines fastened to the leatch of the fail) Befaans gytouwen of nokgordin

gen. MARTYR, een Martelaar, Bloedgetuige.

to

He died a martyr, Hy is een martelaar geftorven.

The blood of the martyrs is the feed of the Church, Het bloed der martelaaren is bet zaad der Kerke.

The book of martyrs, Het Martelaars-boek.

MARTYR, Een onschuldige grouwzaame pynen aandoen, martelen.

Martyred, Gemarteld, gepynigd. He was martyred in a moft cruel

manner, Hy wierdt op een fcbrikkelyke wyze gemarteld. Martyrdom, Martelaarfchop, martelary, marteldood. He fuffered martyrdom, Hyftierf eenen marteldood. MARTYROLOGY

Een martelaars-boek, Spiegel der martelaa

ren.

MARVEL, Wonder..

to

't Is no marvel, 't Is geen wonder.

The marvel of peru, (a flower) Het wonder van Peru, een bloem in 't franfcb merveille de peru genaamd.

MARVEL, Verwonderen, zich verwonderen, verwonderd zyn. I marvel why he did not come, Ik verwonder my waarom by niet kwam,

I marvel what the matter may be, Ik verwonder my wat 'er de oorzaak van mag zyn.

I marvel nothing at this, Ik verwonder 'er my niet over.

None ought to marvel at it, Mic mand beboort zich daar over te verwonderen.

It made me marvel to fée, Het verwonderde my te zien. Marvelled, Verwonderd. Marvelous, Wonderlyk, wonderbaar.

It is a marvelous thing, Het is een wonderlyke zaak. Marvelously, Wonderbaarlyk. MAS. MASCARADE, Een mommery, maskerade.

Let us go and fee the mascarade, Laaten wy de maskerade gaan zien.

To go in mascarade, Zich vermommen, maskeren.

A mascarade papift, (that pretends to be a protestant) Een gemaskerd papift, die voorwendt Proteftants te zyn. MASCARADING, Vermomming. To go a mascarading, Vermond gaan. MASCULINE, Mannelyk.

The masculine gender, Het man-
Lyk geflacht.

A masculine style, Een manlyke
Styl.

Een man

A masculine courage, lyke dapperheid. MASH, Mengelmoes, mengfel. A math for a horse, Een paerdedrank.

the MASH of a net, Een maas of Schakel van een net. to MASH, Mengen, een mengsel maaken, vergruizen. Mathed, Onder malkander gemengd. MASK, Een momaangezigt, mombakkus, gryns, masker. : To put on a mask, Een momaengezigt of misker voordoen. She had a mask on, Zy was gemaskerd.

Mask, (pretence or cloak) Voorvendzel, bedekzel.

To take off the mask, Het momaanzigt afdoen, 't masker afligten, ontmommen. to MASK, Vermommen, maskeren. Masked, Een momaangezigt voorge

daan, vermomd, gemaskerd. He was masked, Hy was vermomd.

She was masked, Zy was gemaskerd.

A masker, Een vermomd per

Joon.

[ocr errors]

Mas

[blocks in formation]

The fociety of free-mafons, Het genootschap der vrye Metze-MAST of oaks, Akers, eekelen. laars.

[blocks in formation]

Mafs, (or ftock) Voorraad. Mais, (or billiard stick) Een maft, billiard maft. Mafs, (or ftake at play) 't Geld daar men om fpeelt. the MASS, De milje, mis. To fay mass, De mis doen. To fing mafs, De miffe zingen. To go to mafs, Ter mile gaan. A mass for the dead, Een zielmis.

The mafs-book, Het misboek. Mafs weeds, Het misgewaad.

To mafs, (or bet at play) Zetten, in het fpël. MASSACRE, Moord, moordery, bloedbad.

to MASSACRE, Moorden, vermoorden, doodslaan, moorddaadig ombrengen. Maffacred, Vermoord, moorddaadig omgebragt. Mallacring, Vermoording, ombrenging, moordende. MASSICOT, Een geele kleur, zie Mallicot.

[blocks in formation]

aan

Maft of beech, Boek, vrucht van boekeboomen. Maft-bearing, Maftdraagende, akerdraagende. MASTER, Een meefter. A. Het recht gebruik van den Engelfchen Tytel van Mafter, is by de vreemdelingen niet bekend; zo dat zy 'er zich altoos verkeerd van bedienen: weshalven wy het zullen trachten op te hëlderen. 1. Als men een fatzoendelyk man fpreekt zegt men nooit Mafter, maar altoos Sir. In tegendeel als men aan hem fchryft, zet men (ten zy by Ridder was) nooit Sir naar Mr. (want Mafter vol uit te fchryven is onbeleefd.) 2. Als men een knegt of meid na hunnen Heer vraagt, zegt men nooit Sir, (zo als de Hollanders meeft altyd verkeerd doen) maar Master, als; Where's your mafter?

[ocr errors]

Waar is uw Heer? How does your master do? Hoe vaart uw Heer? 3. Als men van een fat. zoendelyk man fpreekt, al is het in zyne tegenwoordigheid, zo zegt men Mafter, als; Master D. told it me you may ask bim, De Heer D. heeft het my gezegt gy kunt het hem vraagen. 4. Als men tégen de knegt van een Heer fpreekt, geeft men de knegt de tytel van Mafter, doch dan voegt men 'er zyn voornaam by, als; Stay a lit tle mafter Facob I'll be with you this minute, Wagt een weinig meefter Jacob ik zal zo by u zyn. 5. Als men een bédelaar vriendelyk wil aanfpreeken, noemt men hem Mafter, als; There mafter there's a pen ny for you, Daar man, daar is een ftuiver voor je. 6. Als men tegen een Jongetje fpreekt, Nnn 3

noemt men hem Master, of little mafter, als; Well little mafter bow do you divert your felf? Wel Heertje waar verinaakt gy uw zelfs méde? 7. Als men een Heer naar zyn Zoontje vraagt, zegt men How does the little master do? Hoe vaart de jongen Heer? 8. Als men zeer gemeenzaam met ie. mand is gebruikt men ook wel de tytel van Mafter, als; No, No mafter you fban't cheat me, Neen, neen myn vriend gy zult my niet foppen. The mafter of the houfe, De Heer van den buize.

A mafter of arts, Een konftenaar, meefter der vrye konften. To go out, or commence master, Meefter worden.

The head-mafter, De oppermees

ter.

The under-mafter, De ondermeefter.

A mafter Taylor, Shoe-maker, &c. Een meefter Kleer-maker, Schoen-maker, enz.

The mafter of a school, or schoolmafter, Een fcboolmeefter. A dancing-mafter, Een dansmeefter.

A writing-mafter, Een fcbryf meefter.

A fencing mafter, Een fchermmeefter.

Mafter, (a title belonging to fome places) Meefter, een ty tel aan fominige ampten en bedien ingen behoorende, als; A mafter of a fhip, Een Schipper.

The mafter of the poft, Poftmeefter.

The master of the ordnance, Artillery meefter.

The mafter of the wardrobe, De

meefter, opzichter van 's Konings kleerkamer.

A master of the horse, Een groot Stalmeefter.

A master of the Chapel, Kapelmeefter.

The mafter of the Ceremonics, Ceremonie-meefter.

The great master of the wolfhunters, De Opper-jaager-meefter van de Wolvejacht, in Vrankryk. The mafter, or great master of the Kings house hold, now called the Lord Steward, De Groot-meefter.

The

The mafter of the Rolls. [eer tyds] De opperste Klerk ter Sekretary maar nu tégen

woordig een Bystander of Alli-
fent van den Groot - Kanfelier,
die by deszelfs afweezen zyne
plaats bekleedt.

The matters of chancery, De
Kanfeliers.

The matter warden of the mint,
De munt-meefter.
Mafter of the Jewel houfe, Bewaar-
meefter van 's Konings Fuwee-

len.

Mafter (a title given to any gentleman) Myn Heer.

A little mafter, Een jong Heer, een jongetie.

NB. Zie de vorenstaande aan merking.

To be mafter of a thing (to posfefs it, to have it at one's command or dispofal) Ergens meefter van zyn, iets wel verflaan. To be mafter of a language, Een taal meefter zyn, dezelve wel verstaan.

To be mafter of one's felf, Zyn eigen meefter zyn, als mede zich zelf bezitten, zyne bartstogten meester zyn.

He is his own mafter, Hy is zyn eigen meefter, by bangt van niemand af.

The mafter-fpring, De bronwel.

The eye of the mafter makes de horse fat, Het oog des meesters maakt bet paerd vet. No better mafters, than poverty and need, Geen beter meefters dan armoede en gebrëk. Mafter piece, Mejterjtuk, proefStuk. Mafter-like, Meefterlyk. Mafter ftroke, Meesterstuk. Mafter wort, Meefter wortel, Een

zéker kruid, in 't Latyn Imperatoria of Magiftrantia genaamd.

to MASTER, Vermeefteren, bedevingen.

Principles mafter at laft, the
moft rebellious or stubborn opi-
nions, Goede grondbeginsels ver-
meefteren eindelyk de allerbard-
nekkigfte dwaalingen.
When there is no greater cm-
ployment than they can mafter,
Als er niet meer te doen is dan
zy bebeeren kunnen.

[blocks in formation]

To make one's felf mafter of a town, Een ftad inneemen, vermeefteren.

He cannot mafter himself, Hy

kan zich zelven niet bedwingen; by is zich zelven geen meester. Masterlefs, Meefterloos, toomeloos. Maftery, Mafterthip, Meefterfchap.

To try mafteries with one, Ie-
mand bet gezach betwiften.
To get the maftery of a thing,
Iets meefter worden, de zwaa-
rigbéden wegruimen en het naar
zyn zin krygen.

He has a perfect mastery (or
command) of the Englifb ton-
gue, Hy verflaat bet Engelfch
in de grond, Hy beeft het op
zyn duimpie.

He did it with a great deal of maftery, (or art) Hy deed bet meefterlyk, zeer konftig. Masterly, Meefterlyk, beerfchachtig. MASTICATION, Kaauwing. Mafticatory, Een kaauw-artfeny. MASTICK, Maftik, [zékere gom.] Maftick-tree, Een mastikboom. MASTICOT, Een geele kleur. MASTIF or Mafty-dog, Een groote dog.

A matty fellow, Een plompe boer.
MAT.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

to

derbandeling, overeenstemming. 'T is a match, Top, gedaan, ik doe bet, ik boud' u aan uw woord. MATCH, Paaren, passen, fa menkoppelen.

Match that glove with another, Zie dat gy een weergaa by die bandschoen krygt.

To match a young woman with

an old man, Een jong vrouwmensch aan een oud man koppe

len.

This colour doth not match it,
Deeze koleur past 'er niet by.
He alone was not able to match
them all, Hy alleen mogt tegen
ben alle niet op.
You cannot match him, Gy kunt
zyn's gelyk niet vinden.
Such was the delicacy of the
face, that there was no hopes
to match it with a fuitable bo⚫
dy, De keurigheid van het aan
gezigt was zodanig, dat men
niet bopen kon, een lichaam t

vinden, dat 'er by zou voegen.
Matchable, Paarbaar, bekwaam on
gepaard te worden.
Matched, Gepaard, gepast, gekop
peld.

Well matched,Wel gepaard.
Thofe horses are ill matched, Die

paarden zyn kwaalyk gepaard. Matching, Paaring, koppeling. Matchlefs, Zonder weergaa, gaadeloos.

Match

[blocks in formation]

gaa, gaade.

The matter's mate upon a fhip, De onderfchipper of ftuurman. The furgeon's mate, De tweede chirurgyn.

She is my mate (help mate or wyf) Zy is myn vrouw. A turtle that has loft her mate, Een tortelduif die baar gaade verlooren beeft. MATE or Check-mate (when at chefs there's no way left to move the king, and the game is ended) Schaak-mat. To give check-mate, Schaak-mat zetten. In een eigentlyken en figuurlyken zin.

To mate (to dash, or mortify)
Verdriet aandoen.

To mate (or match) paaren,
gelyk maaken.

to MATE, Verbaazen, verwonde

[blocks in formation]

A material business, Een zaak van belang.

It was no material thing, 't Was geen zaak van belang. The most material point he pas fed by, Het voornaamste funt ging by voorby. Materials, Stoffen.

Are thofe materials to be had?

Kin men die ftoffen wel bekomen? MATERIALIST, Een Droogist, ook iemant die felt dat de of eeuwig is, of die alle onftoffelyke reesens loocbent. MATERNAL, Moederlyk. MATERNITY, De moederfchap, de fast of betrekking van eene moeder. MATH, als After-math, Etgroen, naa-gras of laat booi. MATHEMATICAL, Wiskonftig. Mathematical demonftrations, Wis konftige betoogingen. Mathematically, Wiskundiglyk. NATHEMATICIAN, Een Wiskonjtenaar, wiskundige.

There's no matter of complaint, Daar is geen reden van klaagen.

wiskonft. MATHURINES, Matburynen, zé-In matter of law, In geval van

kere monniken.

MATINES, De metten, zékere och

tend gebéden der Roomsgezin

den.

MATRICE, matrix, De baarmoe der.

Matrice, De matrys, of vorm waar in de drukletteren gegooten worden. MATRICIDE, Moeder-moorder moeder moord.

Matricious, Dat tot de baarmoeder beboort.

a MATRICULAR-book, Een boek waar in de naamen der Studenten opgetekend worden, naamboek, naamlyft.

to MATRICULATE a Scholar at the University, Eenen Student op de Hoogefchool infchryven (of intékenen.) Matriculated, Ingeschreeven of op

getekend op de Hoogefchool. Matriculation, Infchryving op de Hoogefchool. MATRIMONY, 't Huwelyk, de buwelyke Staat.

To join in matrimony, In den buwelyken ftaat tréden.

To commit matrimony, Trou

[blocks in formation]

rechten.

In matters of religion, In religiezaaken.

Matter, Etter.

To refolve or gather into matter, Etteren.

The fubject will furnish me with matter, 't Onderwerp zal my wel Stoffe verfchaffen.

He feldom wants matter to write 't Schort bem zelden aan Stoffe om te fchryven.

He delivered his matter very ele. gantly, Hy verbandelde zyne zaak zeer fierlyk; by bragt zy. ne reden deftig voort.

We ought to mind the matter more than the words, Wy bebooren meer op de zaak dan op de woorden te letten.

The matter was quite paft by, De zaak wierd gebeel voorbyge

gaan.

Come to the matter in hand, Kom tot de zaak die wy verbandelen; fpreek ter zaake. He did not fpeak to the matter, Hy fprak niet ter zaake. It is an eafy matter to do it, 't

Is een gemaklyke zaak om te doen. It would be a hard matter to leave her in that condition, 't Zou een zwaare zaak zyn baar in dien ftaat te laaten.

It is but a small matter, 't Is maar · een kleinigbeid; 't is maar een beuzeling.

It is a likely matter, 't Is een waarfcbynelyke zaak; 't is waarfchynlyk.

I'll tell you what de matter was, Ik zal u zeggen wat 'er van de zaak was.

It is not a likely matter, Het is niet waarfchynelyk.

I make it all a inatter, Het is my bet zelfde; ik heb er geen keur in.

We have got a habit of it, and cuftom, you know, is a great matter, Wy zyn 'er aan gewend, Het is een bebbelykheid gewor den, en de gewoonte doet, ge lyk gy weet, zeer veel. What's the matter? Wat Schort 'er aan? wat is 'er in de weg ? wat is 'er te doen? wat is de oorzaak?

What

« FöregåendeFortsätt »