An iron-monger, Een yzer kraa- [ mer. A cheefe-monger, Een kaaskooper. A fish-monger, Een viskooper. A news monger, Een verkooper of liefhebber van nieuwe tydin gen. MONKY, Een aapje. To play the monky, Aape-kuuren aanrechten, grappen maa ken. Bring hither the dear little monky, (a manner of speaking of fome fond parents of their little child) Breng bet lieve kleine fchelmpje bier. MONOCORD, Zeker muzyk-inftrument met eene fnaar. A whore-monger, Een boerenjaa-MONOCULAR, Lenoogig. ger, boereerder. (4) Mutton monger, Een groot liefbebber van Schaapen vleefch, als méde een boerejaager. a MONGER, (a fisher boat) Een visfcbuit. MONGREL, Een balflach, (een dier dat uit tweederley foort is voortgekomen.) A mongrel-dog, Een baftert dog. A mongrel, (one that is born of parents of different countries) Een wiens ouders van tweederley Land-aard zyn. Deezen worden, door de Spanjaarts, Kreoolen en Myftizen genoemd. to MONISH, Vermaanen, zie Admonish. MONITION, Vermaaning, waar fcbouwing. Monitor, Een vermaaner, waarfebouwer, indachtigmaaker, raadgeever. Monitory, Vermaanende, waarschouwende. Monitory letters, Vermaanbrie ven. A monitory dream, 'Een waarfchouwende droom. Monitory, (Subft.) Een vermaanplaats. MONK, Een monnik, munnik. A monk's hood, Een monniks kap. A monk's habit, Een monniks ge- A monk, (or blot in printing) Monkery, Monnekery, bet monnekendom. Monkish, Monnikachtig. MONKEY, zie Monky. MONKLY, Monnik-acbtig, dat tot een monnik behoort. A monkly habit, Een monniks- The taking of a monkly habit, } MONOGAMY, Een buwelyk van niet meer dan één vrouw of man. MONOGRAM, Een éénrégelige Spreuk of vaers. MONOLOGY, Een alleenfpraak. MONOPOLIST, Een alleenkooper, opkooper, Monopolizer, voorkooper, één die alles alleen opkoopt. to MONOPOLIZE, Opkoopen, alleen opkoopen. MONOPOLY, Alleenkoopery, opkoop, alleenkoop, voorkoop. MONOSYLLABE, Een woord van één fillaab, een éénledig woord. MONOTONY, Een-klankig, van't zelfde geluid. MONOYER, zie Monyer, onder. Money. MONSOONS, (or trade wind) Mouffon of paffapt wind. ‡ MONSTRABLE, Toonbaar. MONSTER, Een gedrocht, wan fchepfel, fcbrikdier, monster. A fea-monfter, Een zee-gedrocbt, zee-monster. A monster, (in morality) | Een He is a very monster, Het is A moniter of pride, Een bovaardig monster. Monftrofity, Wanfchapenbeid. Monftrous, Wanfchapen, wanfchapig, gedrocktig. Monttroufly, Wanfchapenlyk, gedrocbtelyk. It is monftroufly hot to day, Het He makes the children mon- Monftrousness, Wanfchapenbeid, zie foort van Italiaanfche wyn. MONTERO, or montero cap, Een karpoes of fagers muts. MONTETH, (a fcallop'd bafon, to cool glaffes in) Een uitge Schulpte kom om de wynglazen te verkoelen. MONTH, Een maand. A twelve month, Een jaar. Womens months, Maandftonden der vrouwen, To have a month's mind to a thing, Een zaak zeer driftig be. geeren. Monthly, Maandelyk. The monthly flowers, De maandftonden. MONUMENT, Een gedenktéken, grafftede. The monument, (in the city of London) Het gedenktéken der brand van Londen in den jaare 1666, zynde een ongemeene hooge zuil, wiens top over de gantiche Stad heen ziet; ge bouwd ter plaatfe daar de brand eerst begon. The monuments of Weftmirfter Abby, De Vorstelyke graffieden in de Abdy te Weftmun fter. The monument of the Admiral de Ruiter, De tombe van den Admiraal de Ruiter. MONY, Geld, zie Money. Monyed, Mony'd, Begëld, wel van geld voorzien. He is a mony'd man, Hy is een man die wel begeld is. Monyer, Een munter, bankier. ΜΟΟ. MOOD, Een luim, aart, wyze. Ik trof bem aan in een goede He was in an ill mood, Hy was een luim zyn om te drinken. Mood, (a term in mufick) Zangmodus, Een der twaalf toonen, daar een zang of air op gefteld word. The mood of a verb, De wyze van een werkwoord. The The imperative mood, De gebiedende wyze. Moody, Eenzinnig, eigenzin. nig. He is a moody man, Hy is een ténzinnig menjcb. MOON, de Maan. New-moon, Nieuwe-maan. The half-moon, De balve maan. The first and last quarter of the moon, Het eerste en lefte quar * tier van de maan. An Eclipfe of the moon, Een ver · duiftering of Eklips in de maan. He would make me believe that the moon is made of green cheese, Hy zou my wel knollen voor citroenen willen verkoopen. A moon-calf, Een wanvrucht, valfcbe bevruchting; zékere onbezielde klomp vleefch waar van fomtyds wel vrouwen bezwangerd zyn. Moon fhine, Maanefcbyn. A moon fhiny night, Een maanlichte nacht. A moon-ey'd horse, Een maanoogig paerd. MOOR, (marth,) Een moeras, moer. a MOOR, een Moor, Mooriaan. A black-moor, Een zwarte, Mooriaan. есть A tawny-moor, Een geele moor. a MOOR-HEN, Een meerkoet, zee- To moor a cross, or athwart, Vertuijen, bet tuy anker neerlaaten, laaten vallen, om op twee ankers voor de ftorm veiliger te leggen. Moored, Vertuid. MOORISH, Moeraffig, broekig,moorfcb. MOOT, Een oeffen-pleit in de Rech ten. A moot-hall, Een zaal alwaar men sodaanige gemaakte beplei tingen boudt. Moot-men, Studenten die zich op de Gerechtsbooven onthouden om aldaar zaaken tot oefening te bepleiten. to MOOT a cafe, Een rechtzaak betwiften om zig te oeffenen. The maid fervant was mopping| the entry, De meid dweilde bet voorbuis. nelyke wyze, volgens de gemee ne manier , volgens 't gewoon beloop. Morally spoken, Gesprooken volgens 't gemeen beloop. MORALLS, Zedekunde, zédele Jen. A man of good morals, Een oprecht, een deugdzaam man. MORASS, (or morafs ground) Een moeras, een moeraffigen grond. MORBID, Ziekelyk. To mop and mow, Scheeve bek+ ken trekken, grimmaffen maa ken. A morbid conflitution, Eene ziekelyke gefteldheid. MORBIFICAL, Morbifick, Ziekte veroorzaakende. MORCEL, Brokje, zie Morfel. MORDACITY, Bitsbeid, tfnarbeid in 't fpreeken. Mordacity, Bytende, ineetende boedaanigheid. Mordent, Bytende. Mordicant, Bytende, fcherp. More or lefs, Meer of min. Veel meer, zeer veel meer. als water. No more than, Niet meer als. eenigen. If you provoke me any more, Als gy my nog meer tergt. I attribute it more to his good luck than to his wisdom, Ik febryf het eerder aan zyn goed geluk als aan zyne wysheid toe. I faw no more but five, Ik zag 'er niet meer als vyf. As great as nothing can be more, Zo groot dat men 'er niets by kan voegen. You are not like to fee me any more, Het is niet waarfchynelyk dat gy my weer zult zien. Be Being never to fee him more, More than enough, Meer dan ge noeg. The more he drinks, the more meer waardig. More than twenty years ago, No more, Niets meer. MORESK-work, Zeker ruuw en ouderwets beeldwerk, gelyk als wanneer de voeten en ftaarten der dieren naar wilde bladen gelyken, of in 't wild onder lofwerk vermengd zyn. MORGAGE, zie Mortgage. Meer dan twintig jaaren gelé-MORIAM, zie Morion. den. More than a hundred men, Over de bonderd menfcben. There died in one week more than a thoufand, Daar ftierven in eene week meer dan duizend. It is more than I looked for, 't Is meer dan ik verwacht bad. Nothing troubled me more, Niets quelde my meer. A little more, and he had been drowned, Het fcbeelde weinig of by was verdronken geweeft. That speech was moft pathetically delivered fo as nothing can be more, Die reden wierdt 20 beweeglyk voortgebragt, dat bet onverbéterlyk was. The more thou knoweft the more thou wilt be accountable for, Hoe gy meer weet, boe gy meer zult hebben te verantwoorden. He made no more of it, Hy maakte der niet meer werks van. He robbed him, and more than that, he killed him, Hy beroofde bem, en wat meer is, by floeg bem dood. And a world more, Een on-ein- To make more of a thing than So much the more, Zo veel te meer. More than once, Meer dan eenmaal. I defire nothing more, Ik be geer niets meer; Ik verlang naar niets meer; niets wenfch ik meerder. Once more, Nog eens. op 't MORIBUND, Stervende, MORION, Een ftaale ouderwetse MORISCO, Een moor, moorendans. Thefe pancakes tafte morish, meer. MORKING, Een geftorven beeft, MORNING, De morgen, morgen- Betimes in the morning, 's Mor- Come in the morning, Kom's To rife early in the morning, 's I fpend the whole morning about it, Ik beb 'er den gantfchen och- A morning's draught, † Een och- A morning gown, Een nagt-rok', I wish you a good morning, Ik ochtend tot den avond. To morrow morning, Morgen The morning-time, De morgen- Within the bills of mortality, Binde Stad Londen en de vrybeid van dezelve. MORTAR, Een vyzel, mortier. To beat in a mortar, In een mortier stampen. A mortar-piece, Een mortier, om bomben mee te fchieten. MORTER, Gemengde kalk, kalkmortel. To make morter, Kalk mengen. MORTGAGE, een Schepenkennis, een verpanding van landeryen of goederen voor geld, zulks dat de geldverfchieter volkomen eigenaar daar van wordt, indien men hem zyn gëld op den ge. ftelden tyd niet weer betaalt. to MORTGAGE, Door een Schépenkennis verpanden, een plecht neemen ; dus wordt het te Utrecht genoemd. He has mortgaged his land, Hy beeft een Schepenkennis op zyn land gegeeven. Mortgagee, Die een Schepenkennis op iets beeft. Mortgager, Hy die een Schépenkennis verleend beeft. Mortgaging, Verleening van een Schépenkennis. + MORTIFEROUS, Doodelyk. MORTIFICATION, Dooding, afServing, verfterving, quel. ling, wederwaardigheid. This is a great mortification to me, Dit is een groote quelling voor my. What a inortification for a man of his temper? Wat een verdried voor een man van zyn geaartheid? The mortification of the flesh, De dooding of affterving des vleefcben. Mortification, 't Koud vuur. He died of a mortification, Hy Aerf aan 't koud vuur. to MORTIFY, Dooden, tuchtigen, onderbrengen, quellen, den voet dwars zetten. To mortify his body by penance, Zyn lichaam door boetdoening tu.btigen. To mortify his affections, Zyne driften onderbrengen. To mortify flefh, (to make it grow tender) Vleefcb in de lucht bangen om bet malsch te maaken. Mortify'd, Gedood, gequëld, verdrie.ig. He is fadly mortify'd, Het is zeer verdrietig. He was much mortify'd by that denial, Hy wierd door die weigering geweldig geraakt, die weigering kon by niet verdu wen. Mortifying, Dooding, tuchtiging, doodende. MORTISE, Een gat of groef in eenig bout gemaakt om een ander stuk daar in vast te voegen. MORTLING, zie Morling. MORTMAN, Een vervreemding of avegfebenking van eenig bézit of landeryen aan een zeker gild, genootschap of broederfchap, zulks dat het als in een doode hand vervalt, daar 't niet weer uit te krygen is. MORTUARY, Een sterf gift, zynde een gefchenk dat iemand by zynen dood aan de Kerk van zyne Parochie heeft naagelaaten, ('t welk eindelyk door gewoonte als een fchuld is geworden) tot vergoeding van de tienden die in zyn leeven niet betaald waaren; of ook wel een gift aan een andere Parocbie daar zyn lyk door gedraa gen wordt. MORTUUM caput, (the grofs relicks of any thing diftilled) Doods-booft, klomp, aardsche en logge deelen van een lichaam daar men de zwavel, de oly, bet zout en de geeften uitgetrokken beeft. MOSS, Mos, zékere ruigte aan de boomen grocijende. A rolling ftone gathers no mofs, Een rollende fteen groeit geen mos aan. MOSSES,7 (moorish or boggy places in Lancashire,) Moerafen, veen gronden. MOSSIE, MOS-TROOPERS, Vrybuiters, die zich in 't Noorden van Schot land onthouden, gelyk de Bandyten in Italie. MOSSY, Mig, mosachtig, ruig begroeid. Molly quinces, Ruig begroeide queepeeren. Moflinefs, Moffigheid, ruigte, begroeidbeid. Moflinefs, (downy hair) Vlasfis baair. Molly-ground, Vlakte met kort gras bewaffen. MOST, Meefte, meest. The most are of that opinion, len. Most of us, De meesten onzer. I ufe it the most of any, Ik gebruik bet meeft van allen. In most things the mean is the beft, In de meeste dingen is de middelmaat bet beft. When most of the day was past, Wanneer de dag meeft voorby was. For the most part, Meeftendeels, voor 't meerderdeel. Moft ufually, Gemeenlyk, gewoonlyk. At the molt, Ten meeften, ten boogsten. He ftudies the most of any fcho- Most all, Voornaamentlyk. Het zyn voornaamentlyk of meestendeel kooplieden. Moftly, Doorgaans, meeftendeels. MOSTICK, Mastik, zie Maftick. MOT. MOTE, Een ziertje, een splintertje, zie Moat. MOTE, (ditch) De graft, die een Huis, Kafteel, Schans of Stad omringt, zie Moot. Moted about, Met een graft omringd. MOTH, Een mot, zeker gewormte 't welk stoffen, die lang ftil leggen, op-eet. Moth-eaten, Van de mot opgegeeten. MOTH-MULLEIN, Welle kruid, cen plant. MOTH-WORTH, St. Jans kruid, byvoet, St. Fans gordel. MOTHER, Een moeder. She was a very carefull mother, Zy was een zeer zorgdraagende moeder. His mother tongue, Zyne moeder taal, (moederlyke taal.) *Like mother like daughter, Zo de moer is zo is de docbter. * Defidence is the mother of favety, Agterdogt is de moeder der veiligheid. Prudence is the mother of wis dom, Voorzigtigheid is de moeder der wysbeid. * * * Carefulness is the mother of China ware, Zorgvuldigheid is de moeder van de porcelein eene vrouw. The hysterick paffion, De opftyging. The thivering of an ague, De beving van een koorts. The twitches of the gout, De pynen van de jicht. The nodding and thaking of te head, De fchudding en béving van bet hoofd. The fhrugging of the shoulders, Het opligten van de fchou. ders. to The rolling of the eyes, Het draaijen der oogen. The pangs of a dying perfon, De doodts angften. The motion (or march) of an army, Het voorttrekken van een Léger. To obferve the motion of the enemies troops, De beweeging van 's vyands troepen waarnee men. The motion of a watch, Den omloop der raderen in een Horlogie. Motion, (will or accord) Neiging, beweeging. He did it of his own motion, Hy deed bet wit eige beweeging. Motion, (or inftigation) Am porring, aandryving. I did it upon his motion, Ik deed bet op zyn aandryven. Motion, (ouverture or propofal) Voorstel. To make a motion, Iets voorstellen. I made the motion, which was unanimously agreed to, Ik deed de voorstelling, die eenpaarig goed gekeurd wierd. A notion was made about it in the Parliament, Daar wierdt een voorflag diesaangaande in 't Parlement gedaan. Motion, (or request) Verzoek. Motion, (or difpofition) Gené gendbeid, gefteldbeid. To have good or godly motions, Goede genegendbeden bebben, godsdienstig zyn. To have a motion to ftool, Rering krygen, tkak bebben. MOTION a thing, Iets voorftellen, een voorflag wegens iets doen. It was motioned, Het pierd voorgeslagen. Motioner, Een voorsteller, or Laaner. Motioning, Voorstelling, flaande. Motionless, Zonder beweeging, onbeweeglyk. MOTIVE, Beweegende. The motive faculty, Het bewee gende vermoogen. Motive, (Subft.) Een beweegreden, besweegoorzaak. Motivity, Beweegelykbeid. MOL |