Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

He fits a nodding upon his chair, Hy zit op zynen stoel te knikken; by is aan 't dutten geraakt. A. It feems generally strange to the English that Nodding and fbaking the bead fhould be a compendious part of the Dutch language but plainly thofe Gentleman that understand Latin have little reafon to wonder at it; for the words Annuere and Abnuere clearly prove that the fame was practifed amongst the ancient Romans, viz. the Nodding for affiring or granting, and Nodding backward, (if not fbaking the head) for denying or refufing. † NODDLE, Het achterboofd, de kop.

My noddle akes, Myn kop jeukt.

Your noddle can't apprehend this, Uw kop kan dit niet be

[blocks in formation]

NOI. NOIANCE, Befcbaadiging, letfel, zie Nufance.

NOISE, Geraas, getier, gerucht. The noise of drums and trum pets, Het geluid van trommels en trompetten. What a noife is there? Wat een geraas is hier?

to

They made a fad noife, Zy maakten een yslyk getier. He makes a noife in the world, Hy maakt veel gerucht in de waereld, by doet veel van bem Spreeken.

This will make a great noife in the world, Dit zal een groot gerucht in de waereld maaken. The thundering noife of cannons, Het donderend geluid der Ka Een ge

nonnen.

A noife in one's ear, ruifch in bet oor. Without noife, Zonder geraas,

zonder gerucht, in ftilte. NOISE abroad, Uitbrommen, uitfcballen, uittrompetten. Noifed abroad, Uitgebromd, uitgefcbald, uitgetrompet.

It is noifed abroad, Het word overal uitgeschreeuwd, bet is overal verspreid.

NOISOM, Besmettelyk, scbaadelyk, (vuns, leelyk, vuil.

A noifom fimell, Een vuile ftank, leelyke lucht.

Noifomly, Vunfig, vuilachtig.

A room that looks noifomly, Een kamer die befmët febynt. Noifomnefs, Bejmettelykbeid, leelykbeid. Noify, als;

[blocks in formation]

NONCE, als, For the nonce, willens, met opzet. He did it for the nonce, Hy deed bet al willens.

You are very noify, Gy zyt zeer→ luidruchtig.

Blefs us! how noify are thefe

boys, Beboed ons! wat raazen die jongens.

It was fo noify in the room that they could hardly hear one another fpeak, Daar was zulk een geraas in bet vertrek, dat zy malkander bezwaarlyk konden booren Spreeken.

NOL.

NOLI-ME-TANGERE, Kruidtje roerme niet, als méde zéker kankerachtig zeer.

(1) the NOLL, Het achterhoofd.

NOM.

NOGGIN, Een bierkruik, zie NOMBRIL, Het derde en laatfte

Mug.

deel van een wapenfchild.

Tit 3

NON-COMPLIANCE, Weigering, afflaaning. NON CON, (a nick-name for nonconformist) Een Spotnaam voor Non-conformist. NON-CONFORMIST, Een ongelykformige [met de Kerk van Engeland; Een die van een an dere gezindheid is als de Kerk van Engeland. NONE, Niemand, geen. None but a fool will believe what he fais, Niemand dan sen gek zal zyn zeggen gelooven. None of 'em will do it, Niemand van ben wil bet doen.

He is none of our company, Hy is geen van ons gezelfchap; by behoort tot ons gezeljcbap niet.

I ha

[blocks in formation]

We can ípeak none but ourHe was put to a non-plus, Hy mother tong, Wy kunnen niet anders fpreeken als onze moeder

taal.

T is none of ours, Het beboort ons niet, bet komt ons niet toe. It could be none elfe, Het kon niemand anders zyn.

None else could do it, Niemand anders kon bet doen. NONE, (a canonical hour in the Roman church) De None, of Bédeftond van 's namiddags ten drie uuren, Nona, gebed dat na de Sexte gezongen, of gelee

zen word. NON-ENTITY, Nietweezendbeid, } nietbeid. NONES, (by the ancient Romans)

De Nonæ der oude Romeinen. R. The Roman month is divided; into Kalends, Nones, and Ides all which are reckoned backward the Kalends are the first day of the month; as Calendis Januariis is the first day of January. Pridie Calendarum vel calen. das, is the 31 th. of December; III Kal. the 30 th. iv Kal. the 29 th. &. The Nones being four, follow the Kalends; as IV Nonas Jan. is Jan. 2. III Non Jan. 3. Pridie Non. Jan. 4. and Nouis Jan. is Fan. 5. In March, May, July and October there are Six Nones. After thefe the Ides in each month eight, as vi Id. Jan. id eft, Octavo Iduum vel Idus, is fan. the 6th, ond fo till you come to the Ides themselves; Idibus Januariis, that is Fan 13. Where note, that when the accufative

wierdt pal gezet, den mond was bem gestopt.

I am at a non-plus, Ik ftaa 'er voor ftil.

to NON-PLUS, Verlegen maaken, pal zetten. NON-RESIDENCE, De onwettige

afweezendbeid, [eens Kerkelyken perfoons van zyne prove.] Non-refident, Een Kerkelyke die zich niet by zyne prove onthoudt. NON-RESISTANCE, Geen-wéderftand-bieding, weerloosheid. The doctrine of non-refiftance, De leere dat men zynen Oppervorft niet mag wéderstaan. NON-SENSE, Een zinneloos uitdrukfel, iets dat geen zin beeft,

wartaal.

"T is non-fence to believe, that.. Het is dwaasheid te geloven, dat..

The book of F. Baltus, is full of non-fense, (one knows not what to make of it) Het bock van Frans Baltus, is zonder flot of zin, vol zinloosheid. That which he spoke was meer non-fenfe, Daar was ganfch geen begrip te krygen uit het gene by Sprak.

Non-fenfical, Zinloos, onverftaanlyk. A non-fenfical fpeech, Een zinlooze réde.

His book is filled with a great

deal of non-fenfical stuff, Zyn boek is vol van onverstaanbaare uitdrukfelen, vol prullery. Non-fenfically, Op een onverftaanlyke vyze. NON SOLVENT, Onmachtig te betaalen.

[blocks in formation]

NOON, De middag, noen. Before noon, Voor de middag, 's voormiddags. After-noon, Naa de middag, 's achtermiddags.

The fore noon, De voormiddag. The after-noon, De naamiddag, acbtermiddag.

At noon day, Op den middag. NOOSE, Een ftrik, ftrop.

The noofe of matrimony, De buwelyks knoop.

To fall into a noose, In eenen ftrik vallen.

To talk one's felf into a noofe, Zich zelven in 't net praaten. to NOOSE, Verftrikken. Noofed, Verftrikt.

NOR. NOR, Noch, nochte.

He did neither eat nor drink, Hy at noch dronk niet. Neither fortunate nor wife, Niet gelukkig noch voorzichtig. NORBERTINS, (a religious order

called alfo Premonstratenfes) Premonftratenfen, witte Monniken van een strenge régel, in 't jaar 1120 door St. Nrbert, te Prémontré eerst opgerecht, en vervolgens door Paus Calixtus II. bevettigd. NORROY, q. d. Northy-roy, De

derde Wapenfchildveer in Enge land, die aan de Noord-zyde van de Rivier-Trent het zelide ampt bedient, het welk Clarencieux (de tweede Wapenkoning) aan de Zuid-zyde waar

[blocks in formation]
[blocks in formation]

To tell nofes, (to tell how many there are to pay the reckoning) † Neuzen tellen, tellen boe veel perfoonen 'er zyn om 't gelach te betaalen.

14 To tell or count nofes, (or the -number of any Company or the votes of any Affembly) † Hoofden tellen, opreekenen boe veel perfoonen er in een vergadering zyn op wier stemmen men staat kan maaken.

* If a man cut his nofe, he fpoils his face, Die zyn neus afjnydt fchendt zyn aangezigt.

Nofe-band, Een balfter, voor een paerd.

The Northern countries, de Noord- NOSE BLEED, (or milfoil, a plant)

Sebe landen.

NOS.

NOSE, De neus.

The nofe tip, Het tipje van de

neus.

A little nose, Een kleine neus,
een neusje.

A flat nofe, Een platte neus.
A high nose, Een booge neus.
A hawk's nofe, Een baviks neus.
A nofe of wax, Een waffche neus.
To wipe the nose, De neus af.
veegen.

To blow one's nofe, Zyn neus
fnuiten.

To speak in the nofe, Door de neus jpreeken.

To lead one by the nose, Iemand by de neus leiden. (1) He made him pay through the nofe, Hy beeft hem by de neus gebad, by beeft bem gefnooten; by beeft bem de waar duur aangefmeerd.

To put one's nofe into every cornes, Zich over al mide bemoeijen, alies doorfnuffelen, zyn neus overal inflecken.

To put one's nofe out of joint,
Iemand de voet ligten, dwars
in't vaaravater zitten, Į een spaak
in 't viel fleeken.

There will be many bloody no-
fes, Daar zullen veel bloedige
neuzen gebaald, veel bebloede
bemden gedraagen, veel bloeds
vergooten, fterk gevochten worden.
There they fuddle their nofes,
↑ Zy zyn daar wakker aan 't pooi-
jen, zy drinken 'er luftig op aan.
He did it under my nofe, Hy
ated bet voor myne oogen,
in myne
tegenwoordigbeid.

Duizendblad.

To nofe one, Iemand by de neus

bebben, fnuiten.

He is nofed, Hy is gefnooten, by is geneusd.

Great nofed, Groot van neus. Flat-nofed, Plat-neuzig. NOSEGAY, Een ruikertje, ‡ tuiltje. NOS TRIL, Een neusgat.

Wide noftrils, Wyde of opgefpalkte neusgaten.

His memory will ftink in the noftrils of men, Zyn gedachtenis zal by de nakomelingen ftinkende zyn.

NOT, Niet.

NOT.

Why not? Waarom niet?
Not a drop, Niet een droppel,
geen droppel.

Not at all, not in the leaft, In
't minste niet, in geenen deele.
I will not, Ik wil niet.

Not long after, Niet lang daar na. I fhall not do it, Ik zal het niet doen.

I do not doubt but, Ik twyffel niet of.

Thou shalt not kill, Gy zult niet dood laan.

Not that I know of, Niet dat ik

weet; niet daar ik van weet. Not to be tedious, Om niet ver.

drietig te vallen, om kort te

[blocks in formation]

NOTABLE, Merkelyk, uitneemend, zonderling, merkwaardig, berucht, vermaard.

It is a notable thing, 't Is een aanmerkelyke zaak.

A notable fum of mony, Een mer-
kelyke fomme gelds.

She was a very notable girl, 't
Was een uitneemend meisje; 't
was een zeer aardig meisje.
A notable liar, Een vermaard
leugenaar.

A notable favour, Een groot gunft.
bewys.

He is notable (or famous), for his covetousnets, Hy is vermaard wegens zyne gierigheid. The notch, or fcore on a tally, De keepen op een kërfftok. Notably, Merkwaardiglyk, zeer

veel.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small]

A white or black note, Witte of

Zwarte nooten.

To prick down the notes in a muzick book, Nooten in een muziek boek febryven.

Of note, Van aanzien, aanzien lyk.

A

A town of note, Een aanzienlyke
Stadt.

They were men of note, 't Waa-
ren luiden van aanzien, 't waa
ren aanzienlyke mannen.
He was a man of little note,
Hy
was een man van weinig aan-
zien, 't was een gering per-
Jovis.

A note, (or point in Grammar)
Punt, ftip, teken in de Spraak-1
konft.

A note of interrogation, Een vraagteken, dus ?

A note of admiration, Een verwonderings teken, dus!

Notes, (the natural notes of birds) Quinkeleering, gequeel der vogeltjes.

The fweet notes of the nightin gale, Het lieffelyk gezang van den nachtegaal.

to NOTE, Merken, aantekenen, aanmerken.

Note that down, Teken dat aan, fcbryf dat op.

A note book, Een memorie boek,

[merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]
[blocks in formation]

To make nothing of one, Geen werk van iemand maaken, bem verachten.

He makes nothing of that, Hy geeft daar in 't gebeel niet om, by beeft 'er niet méde op. He makes nothing of it, (he does it with a wet finger) Dat is voor bem geen moeiten, dat kan by wel met zyn pink doen. I can make nothing on't, (I don't understand it) Ik kan 'er niet wys uit worden, ik kan 'er niet uitkomen, ik versta 'er my niet op, ik beb 'er geen begrip

van.

He could make nothing on 't, Hy kon 'er niet mede te regt komen, rondfcbieten.

The bufinefs will come to nothing, Die zaak zal te niet loopen.

He is nothing courageous, Hy beeft in 't gebeel geen bart, geen moed in 't lyf.

Nothing doubting, but if he came, Niet twyffelende als by kwam.

niet.

It is nothing to me, 't Gaat my

niet aan.

Nothingness, Nietigheid. NOTICE, Kennis, kundschap, be

richt.

I had no notice of it, Ik bad'er geen kennis (of bericht) van. To give notice, Kennis geeven, verkondfchappen, verwittigen. gave him notice of it, Ik beb'er bem van verwittigd.

I

This is the fecond notice I give you, Dit is de tweedemaal dat ik u waarfchouw.

To take notice, Acht op neemen, acht op flaan, op letten.

I took no notice of it, Ik nam 'er geen acht op; ik ontveinsde bet.

He takes no notice of any thing,

Hy laat nergens acht op. He took no notice of me, Hy bieldt zich als of by my niet

[merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

Two hours being spend, and not the leaft notice taken of him, Twee uuren waren 'er verloopen, zonder dat men eenige acht op bem gegeeven bad.

Pray take notice of that woman, Ik bid u let eens op dat Vrouwsperfoon.

The notices of external objects, De wyzingen van uitwendige voorwerpen, [BOYER.] NOTIFICATION, Bekendmaaking, verwittiging. to NOTIFY, Bekendmaaken, ver wittigen.

Notified, Bekend gemaakt, verwittigd.

No

[blocks in formation]

Spiritual notions, Geestelyke begrippen.

Airy notions, Dwaaze, gekke inbeeldingen.

He has acquired many notions, Hy beeft veele kundigbéden verkreegen.

There are feverall notions about

that matter, Daar zyn verfcheidene bevattingen omtrent die zaak.

They have conceived ftrange notions concerning inspiration, Zy bebben zonderlinge verbeeldingen opgevat wegens godlyke ingeevinge.

It is but a filly notion which he intertains of it, Het is maar een dwaaze bezeffing die by 'er van beeft.

In either notion, In één van die opzigten.

Under the notion of a merchant, Onder den naam (of fchyn) van eenen koopman. Notional, Inbeeldelyk, ingebeeld, gewaand.

A notional property, Een ingebeeld eigendom, een ingebeelde bezitting.

It is but a notional knowledge, 't Is maar een ingebeelde kennis.

NOTITIA, (this is the lift of fome

books of Geography) Notitieboek, de lyft, t regifler der Stéden. NOTORIOUS, Kenlyk, kenbaar. It is a notorious lie, 't Is een

[blocks in formation]

Any thing to the countrary notwithstanding, Onaangezien alles dat 'er tegen ftreedt. Notwithstanding all your pride, you'll want me one time or other, Niettegenstaande al tw bovaardy zult gy my den een of anderen tyd nog nodig bebben.

NOV.

NOVALE, Nieuw geploegde aarde.

NOVATION, Vernieuwing.
Novator, Een vernieuwer.
The Roman Catholicks call Lu-
ther and Calvin novators, De
Roomfcbgezinden noemen Luther
en Calvinus invoerders van nieu-
wigbéden.

NOVEL, Nieuw, — als méde

een vermaakelyk en zinryk verbaal, een korte Roman.

A novel party, Een nieuwe party. A novel affignment, Een nieuwe overwyzing.

Novelty, Nieuwigheid.

He affects novelties too much, Hy tracht al te veel na nieuwigbéden; by boudt al te veel van verandering.

Only the novelty of it makes it pleafing, De nieuwigheid daar van is het eenigfte dat bet aangenaam maakt.

The novelty of the fight (or fhew) furprised all the beholders, De nieuwigheid van die vertooning verwonderde alle de aanfchou

[blocks in formation]

NOVENARY, Négentallig.
‡ NOVENDIAL, Négendaagfcb.
NOVENNIAL, Van negen jaaren,
négenjaarig.

NOTWITHSTANDING, Nietté-NOVERCAL, Stiefmoederlyk.

genstaande, onaangezien. Nothwithstanding all his endea vours, Niettegenstaande alle zyne poogingen.

1. DEEL.

NOVICE, Een nieuweling, een nieuwe beginner, een die zich eerft in eenige orden begeeven beeft.

V V V

[blocks in formation]

NOUGHT, Niets, niet met al.
I'll have nought to do with him,
Ik wil niets met bem te doen
bebben. [SEWEL:]

He fhall not do it for nought,
Hy zal bet geenzins om niet ge-
daan bebben.

You shall not make a fool of me for nought, Gy zult my voor niet niet voor de gek houden. Where nought is to be had the King muft lofe his right, Doar niets is, verlieft de Keizer zyn recht.

*

To come to nought, Tot niet komen, verlooren gaan.

To fet at nought, Verachten. verwerpen, achter de rug wer. pen.

A nought, (or cypher) Een nul, in 't rékenen. NOUN, Een naamwoord. to NOURISH, Voeden, Spyzen, voedfel verfchaffen, aarqueeken. To nourish a child, Een kind op voeden, zie to Nurse.

He nourishes a viper in his breaft, Hy queekt eene slang op in zynen boezem. Nourishable, Voedzaam. Nourished, Gevoed, gespysd, opgequeekt.

Nourisher, Een voeder, Spyzer, opqueeker. Nourishing, Voeding, Spyzing, opqueeking, - voedende, voed

zaam.

[blocks in formation]
« FöregåendeFortsätt »