Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

OUT-MOST, De buitenfte. to OUT-NUMBER, In getal overtreffen, voorbytellen. OUT-PARISH, Een kerspel in de voorstad, een buiten parochie. OUT-GOING, Een uitgang, voor-OUT-PARTERS, Zékere roovers in bygaan.

OUT-HOUSE, Een fcbuur, loods, of stalling, enz. buiten het woonhuis, of bezyden de huizing getimmerd.

A houfe with it's garden and out houfes, Een buis met deszelfs tuin en verder getimmerte. to OUT-JEER one, Iemand de mond fnoeren met een spotterny. Out-jeered, De mond gefnoerd. OUT-JUTTING, Vooruitsteekend, overbellend.

An out-jutting wall, Een uitsprin
gende, uitsteekende muur.
An out-jutting room, Een voor-
uitfteekend kamertje, uitsteekfel,
uittek.

OUT-LANDISH, Uitlandfch, buitenlandfch.

Out-landish people, Vreemdelin
gen, uitlanders.

An out-landish man or woman,
Een vreemd man, een vreemde
Vrouw.

Out-landish like, Gelyk een uit.
lander, uitbeemfcb.

to OUT-LAST, Verduuren, langer duuren.

ming van de Wet gefteld is, vogel-vry.

to OUT LAW one, Iemand buiten de bescherming der wet fluiten, van 't Recht verbannen, ontpoor

teren.

Schotland.

to OUT-PASS, Voorby streeven, voorby Stappon.

Out paffed, Voorby gestapt, voorby gepalleerd.

Out-pailing, Voorbyftapping, voorbyfreevende. OUT-PENSIONER, Die de koft heeft buiten het Godshuis dat voor foortgelyke lieden geftigt is, als;

To out-run the conftable, (to run out in expence) Zyn goed verquiften.

To out-run one's method, (to go further than one's method let one) Verder gaan als men gewoon is, of de bepaaling die men gemaakt bad te buiten gaan. Out-running, Voorbylooping, voorbyloopende.

to OUT-SHINE, Meerder uitfcbynen, meer blinken, glanziger zyn.

to OUT-SHOOT, Verder Jcbieten. OUTSIDE, De buitenkant, bet buitenfte.

The outside of a coat, De buiten
zyde van een rok.
It has a fair outfide, Het toont
mooi van buiteņ.

The out-penfioners of Chelsea bos-To
pital, De verminkte gegageerde
Soldaaten, die buiten bet Gods-
buis te Chelsea zyn, en nog-
tbans door betzelve onderbouden
worden.

OUTRAGE, Smaad, Spyt, boon,
overlast, leed.

The outrages of war, Het geweld des oorlogs.

to OUTRAGE, Geweld aandoen, verongelyken.

Outragious, Fel, wreed, vinnig, woedend, grouwzaam, byfter, Spoorloos.

to

An outragious (or dangerous) miftake, Een gevaarlyke misflag.

OUT-LAW, Een die buiten befcher-Outragiousness, Felbeid, woeftbeid, wreedheid, woede, grouwzaambeid. OUTREMARIN or ultramarine, (the finest fort of blew) Berlynsblaauw, ultermaaryn. OUT-RIDE, Voorby ryden. OUT-RIDERS, Baljuuwen die van de Sheriffs of Opper-fchouten te paerd uitgezonden worden om perJoonen die verre afwoonen voor 't Gerecht te daagen. OUTRIGHT, Recht uit, gebeel, aanstonds.

Out-lawed, Buiten de bescherming der wet geflooten, ontpoorterd. Out-lawry, Sluiting buiten de be

fcherming der wet, verbanning van 't recht, ontpoortering. to OUT-LEARN, Voorby-leeren. OUT-LET, Een uitgang, verlaat. OUT-LINE, Buiten lyn, omtrek.

The out-lines of a picture, De omtrekken van een schildery.· ́ to OUT-LIVE, Overleeven. If the happens to out-live me, fhe will have all my money, Als zy my komt te overleeven zal zy al myn geld bebben. Out-lived; Overleefd..

[blocks in formation]

Het

affect a grave outside, Zich deftig voor 't oog aanstellen. The outfide of an action, uitwendige van een daad. This is the outfide of his demand, Dit is al wat by vraagt.

'T is the outfide, Het is bes boogste, bet meefte.

The outfide of a church, De buitenmuuren van een kerk, een kerk van buiten. OUT-STANDING, Een uitflëk, aan een gebouw. OUT-STREET, Een buitenstraat, agterstraat.

OUTSTRETCHT, Uitgestrekt,
uitgefpreid.

to OUTSTRIP, Voorby treeven,
voorby loopen.
Outftripped, Voorby geftreefd,
Outftript, voorby geloopen.
to OUT-SWEAR, Voorby vloeken,
of zweeren als een ander.
to OUT-VIE, Overtreffen, voorby
freeven.

[blocks in formation]

.

[blocks in formation]

gen.

Out-weighed, Meer gewogen. to OUT-WIT, In verftand overtreffen.

To outwit one's felf, Zyn verstand voorby loopen. Outwitted, In verstand overtroffen, verfchalkt.

There I outwitted you, Daar beb ik u verfchalkt, daar beb ik u beet gebad. Outwitter, Verfcbalker. Outwitting, Verfcbalking. A. Dit werkwoord word genoeg

zaam altyd in den gemeenzaamen en boertigen ftyl gebruikt. OUT-WORKS, De buiten werken. OWE.

to OWE, Schuldig zyn.'

He owes every body, Hy is alle-
man fcbuldig.

He owes me a great fum, Hy is
my een groote fom febuldig.
He owes more than he is worth,
Hy is meer fchuldig als by in de
waereld beeft, by beeft meer fcbul-
den als geld.

I owe my life to you, Ik ben u
myn leeven verfchuldigt.

ik

I owe him a good turn, Ik heb veel verplichting aan bem ben bem een vriendschap Schuldig.

To owe one a good will, or to owe him a spite, (to have a grudge against him) Lemand een poets fcbuldig zyn.

He owed me hundred ducats, Hy was my bonderd dukaaten fcbuldig.

OWI. OWING, Schuldig, fchuldig zynde.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small]

Every one likes his own beft,

I paid him the money which II told him his own, Ik heb bem was owing, Ik betaalde bem 't geld dat ik febuldig was. He paid what was owing, Hy betaalde wat 'er fchuldig was. Thefe advantages are owing to their own courage, Deeze voordeelen zyn de vrugten van bunne dapperbeid.

It is all owing to refolving our faith more into natural reason than into revelation, Het ontftondt alles bier uit, dat men bet bewys van ons geloof meer uit de natuurlyke réden, dan uit de openbaaring poogt te baalen. OWL.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

to

Elk pryl zyn eigen; elk meent dat zyn uil een valk is. OWN, Erkennen, eigenen, aanmaatigen.

To own a thing, Iets erkennen,

by iets ftaan, iets bekend staan. To own one's crime, Zyn misdaad bekennen.

He will not own that he did it, Hy wil niet bekennen dat by bet deed.

He would not own him for his fon, Hy wilde bem voor zynen zoon niet erkennen.

They will not own him as King,

Zy willen bem niet als Koning erkennen.

Who owns that glove? Wie eigent die bandfcboen? wien boort die want toe?

Owned, Erkerad, geèigend, aangemaatigd. Owner, Een eigenaar.

I am the owner of it, Ik ben er de eigenaar van. The owners of a ship, De Réders van een fcbip. Owning, Erkenning, toe-eigening. OWZ.

OWZE, Kley, Лlyk.
OWZEL, Een meerl, [zékere vo
gel.]
Owzy, Kleiachtig, fikrig.
ŎX.
OX, Een os, rund, varre.
An ox ftable, Een offenftal.
An ox-gang of land, Zo veel lands
als een os beploegen kan; 't welk
gemeenlyk gerekend wordt op
XV Acres, zie Acre.
Ox check, Het kinnebakke van een
Os.

Ox-fly, Paerde-vlieg.
Ox-bill, Een zeker foort van Schild
padden.

Ox-eye, Een zéker kruid, in 't La
tyn Buphtalmos.
Ox-tongue, (an herb) Offe-tong,
een kruid, Buglefjum.

[blocks in formation]

Oyl of olives, Olyfoly. ' Pure olive oyl, Maagden oly. Oyl of rofes, Oly van roozen. The holy oyl used in the church of Rome, Het laatfte olyfel. To throw oyl into the fire Oly in 't vuur gieten, iets doen dat iemand die kwaad is nog niger maakt.

toor

He could get oyl out of a flint, Hy kon oly uit een keifteen baalen, by verftond de konft om van de grootste vrek iets te krygen. An oyl man, Een olykooper. Oyl-cafe, Gewafcbt linnen.

An oyl bottle, Een olykannetje, olyflesje.

to OYL, Beoliën, oliën, met oly begieten of beftryken.

She has her tongue well oyled,
De tong is baar wel geban-
gen.

Oylinefs, Olyachtigbeid.
Oyly, Olyachtig, zie Oily.
Oynment, Zalf, zie Ointment.
OYSTER, Een oefter.

An oyfter fhell, Een oefterfchulp.
An oyer-man or woman, Een oef-
terverkooper of verkoopster.
OZE.

OZEY ground, Eenflikkerige grond.

[blocks in formation]

ABULATION, Het graazen
of voeren van vee.

PABULAR,
PABULATORY,
PABULOUS,

Tot bet voeder of Spys beboorende.

PAC. PACAL, De vrede aanbrengende,

vreedzaam.

PACATION, Verzoening, bevreediging.

PACE, Een tap, treede, fchreede,

trëd, gang, pas, voortgang. A common pace, Een gemeene treede, zynde twee en een halve

voet.

Pacificator, Middelaar, vrédemaaker.

Pacificatory, Vrédemaakende.
Pacifick, Vreedzaam.

to PACIFY, Bevrédigen, vréde mas ken, te vrede ftellen, verzoe

nen.

He will eafily pacify her, Hy zal baar ligtelyk bevredigen. Pacified, Bevredigd, te vrede gefteld, verzoend.

Pacifier, Een bevrédiger, vrédemaa-
ker, verzoener.
Pacifying, Bevrediging, verzoening,
bevredigende.

PACK, Een pak, baaltje, party.
A pack of wool, Een wol baal,
een baal vol.

A pack of cards, Een fpël kaarten,
een pakje kaarten.
Een party

A Geometrical pace, Een Land-A pack of rogues,
meeters treede, een fcbreede, zyn-
de V. voet.

An Alderman's pace, Een Raadsbeerlyke gang, een grootsche en langzaame trëd, een trotje gang. To go a great pace, Snel voort

gaan.

To go a flow pace, Langzaam voortgaan.

To mend one's pace, Raffer aanStappen.

My horfe goes a good pace, Myn paerd Spocit veel wegs, gaat een goede stap.

He keeps always his pace, Hy boudt altyd zyn oude tred; by zet nooit een voet uit zyn trëd. To keep pace with one, Een gelyke trëd met iemand bouden. An equal pace, Een gelyke voortgang.

The other defign kept equal pace with it, Het ander oogmerk wierd te gelyk voortgezët.

He has made his translation keep a pace with the original, Hy beeft bet zeer getrouw overgezët, vertaald, of zyn vertaaling ftemt volkomen met bet oorfprongkelyke

[blocks in formation]

Schelmen.

A pack of hounds, Een jagt

bonden.

A pack of troubles, Een groote bekommering, zie Peck. PACK-CLOTH, Zeitdoek, grof pak

linnen.

[blocks in formation]

To pack up his awls, Zyne biezen pakken, zig weg pakken. Pack hence, Pak u weg, fluks

weg, vertrek van bier. To pack the cards, De kaarten Saamen leggen, moffelen.

To pack a Jury, Een ontrouw gezelfchap van gezwooren goe. mansen faamen raapen.

To pack a houfe of commons,

Leden in bet buis der gemeenten. indringen tégen bet recht der verkiezing.

It To pack off, (to die) Stër

[blocks in formation]

Packer, Een pakker.
PACKET, Een pakje.

A packet of letters, Een packet,

of een valies met brieven. Paquet-boat, Poftfcbuit, bet vaartuig dat de brieven en passagiers overbrengt.

By the contrary wind there are five pacquet boats (or mails) wanting, Door de tegenwind ontbreeken 'er (of verwagt men nog) vyf poftfcbuiten, vyf va liezen met brieven.

PACKING, Pakking, faamenpakking, kuipery.

A packing away, Een wegpak-
king, opkraaming, vlucht.
Get thee packing, Pak je biezen,
Scheer je voort.

To fend one packing, Iemand
weg zenden.

If he comes one's more I'll fend

him packing, Als by weer komt, zal ik bem wat anders leeren, t zal ik hem voor den drommel jaagen en nog verder.

He has fend him packing from his fervice, t Hy beeft hem met pak en zak uit zyn dienft gejaagd.

Packing whites, Grof, gestreept pakdoek.

Packt up, Opgepakt, zie Pac

ked up.

Packt, als; A packt parliament, Een gekuipt Parlement, een opgeraapt Parlement.

A packt bufinefs, Een doorftéken, beftoken werk.

PACT, Een verdrag, verding. PACTION, Verbond, verdrag, over

eenkoming, voorwaarde. Pactitious, Volgens verdrag. PAD. PAD, Een klein zadeltje voor een paerd om een valies op te draagen.

A pad, (a roll or little cushion
ftuff'd with flock, cotton &c.)
Een wrong, of rol, met wat-
ten of katoen gevuld om het
voorste haair van 't hoofd (de
toupet) op te ftryken, of een
fcheef lyf aan te vullen.
She makes up her fhape with pads,
Zy maakt baar poftuur goed met
wrongen, met opvulzels.

A pad for a clofe ftool, Een
kuffen van een stilletje.
A pad for a child, Een val-
boed.

[blocks in formation]

A pad-nag, Een paerd dat een gemaklyke gang beeft, een pas-PAGE, Een volgdienaar, zydganger,

ganger. PAD, (to ftuff chairs, the infide of coaches, &c.) Een matras, in ftoelen, enz.

To pad, (to stuff with pads) Stoelen, koetzen, enz. met matraffen bekleeden.

To pad, Een pad maaken, langs den weg rooven,

- чое

teeren, te voet reizen. Padded, Gevuld, aangevuld. She padded, Zy droeg wrongen, baar lyf was overal aangevuld. Padded, Beroofd. Padder, Een ftruikroover te voet. Padding, Struikroovery. PADDLE, Een fchopriem, roeifchop,

by de Indiaanen. to PADDLE, Plaffen, plenfen.

To paddle in the dirt, In den modder plaffen.

To paddle a boat, Een fcbuit voortfchoffelen, gelyk de Indiaanen gewoon zyn met fchopriemen te doen.

A paddle ftaff, Een roerftok. Paddling, Geplas, geplëng. PADDOCK, Een groote padde.

A paddock in a park, Een afgeSchutte plaats in een warande alwaar men de bonden in de bertejagt oefent. PADELION, (a herb) Leeuwen

voet, een plant. PADESOY, (a fort of filk stuff)

Poudefoye, grof-greinig en de zwaarfte foort van zyde stof. PAD-LOCK, Een bangflot. An Italian padlock, Een Italiaanfch bangflot, dat door jaloerfche mannen gebruikt word. to PADLOCK, Met een bangflot Пuiten. Padlocked, Met een bangflot voorzien, met een bangflot vaft.

4

paazie.

* Make a page of your own age, t Had gy my gisteren gebuurd ik bad van daag uw knegt go weeft.

A page of honour, Een édelknaap, édelknecht.

A folder's page, Légerjongen, légerboef, trosboef.

the PAGE of a book, De bladzyde van een boek.

At the bottom of the page, On der aan 't blad.

to PAGE, De bladzyden nommeren. PAGEANT, Een triomfboog, triomf wagen.

PAGEANT, (or great fhew) Een grootfcbe vertooning, pracht. He is but the pageant of a friend, Hy is maar een vriend in fcbyn. Pageantry, Praal, pracht, triomfelyke vertooning of toestel. 'T is but meer pageantry, He is maar klatergoud, bet is niet anders als een ydele vertooning. PAGOD, Een chineefch beidenjcb Tempel, of afgod, ook een ftuk Indiaanfcb goud, waardig omtre vyf guldens.

[blocks in formation]

A pain in the head or belly, Pyn in 't hoofd, of in de buik. You put me in much pain, Gy doet my veel lyden.

To be full of pain, Vol pyn, zeer pynelyk zyn.

I am in pain, Ik ben ongerust,
ik ben verlegen.

The pains of hell, De pynen der
Helle.

The pains of a woman in labour,

De ween eener Vrouwe in baarensnood.

Upon pain of death, Op straffe des doods.

Pain-perdu, Gewenteld brood.
PAINS, Moeite.

To beftow a great deal of pains
upon a thing, Veel moeiten er-
gens aan te koften leggen.
To the perfecting of this work

is fpared neither pains nor mo-
ney, Tot de volmaaking van dit
werk is geen moeite noch geld
gespaard.

I got nothing for my pains, Ik

kreeg niets voor myne moeite.
It requires great pains to do it,
Het vereischt groote moeite om
bet te doen.

To be at pains and charges,
Moeite en koften doen.
He was at great pains about it',
Hy bad 'er veel moeite mee.
To take pains, Moeite doen, ar-
beid aanwenden.

He takes much pains to little pur-
pofe, Hy doet veel vergeefjcbe

moeite.

No pains no gains, Geen winst zonder moeite.

He is an afs for his pains, Hy is met al zyn arbeid een groote gek.

They called him a fool for his pains, Zy beloonden zyne moeite met bem voor een gek uit te jcbelden.

He had his labour for his pains, Hy bad zyn moeite tot een belooning. Pains-taker, Een bevlytiger, een die moeite aanwendt.

to PAIN, to put to pain, Pynigen, pyn aandoen.

It pains me horribly, Dat pynigt my geweldig. Painfull, Moeilyk, laftig, arbeid

zaam.

A painful man, zie Pain taker.

Painfully, Op een moeilyke wyze. Painfulness, Moeilykheid. (†) PAINIM, een Heiden. PAINT, Blankêtfel, verw. White and red paint, Wit en rood blanketfel.

Paint for fhoes, Zwartfel. to PAINT, Schilderen.

To paint in oyl, Met olyverf
Schilderen.

To paint in water colours, Met
water-verf fchilderen.

To paint a man, a lion, a fowl,

a fifh, Een man, een leeuw, een vogel, een vifch fchilderen. To paint in fresco, Op natte kalk fcbilderen.

A. Dit woord Pair word by de Engelfchen tot verfcheidene dingen gebruikt, die by ons maar met één enkelden naam genoemd worden, als;

A pair of tongs, Een tang.
A pair of cizars, Een fcbaer.
A pair of bellows, Een blaas-
balg.

A pair of breeches, Een broek. A pair of fnuffers, Een fnuiter, kaarsfnuiter.

A pair of fpectacles, Een bril. A pair of tables, Een verkeerbord.

A pair of stairs, Een trap. Upon two pair of flairs, Op de tweede verdieping.

To paint the vices in lively co. lours, De ondeugden met lé-A pair royal, (at dice) Drie vendige kleuren affchilderen. To paint, (to beautify the face, like whores do) Het aanzigt blanketten, als de boeren doen.

To paint fhoes, Schoenen zwart maaken.

Painted, Gefchilderd, geverwd, geblankët.

He painted a Landship, Hy fchil-
derde een Landschap.
The mizer is well painted (or
naturally)' in this comedy, +
De vrek is in dit blyfpel wel
afgemaald, levendig ten toon ge-
fteld.

Painter, Een fcbilder.
Painter-ftainer, (one that paints
coats of arms, and other things
belonging to heraldry) Een
wapenfcbilder, als méde, een
die kamerbebangzels fcbildert,
doek-fcbilder.

Painter's gold, Gemaalen goud,
boekjes goud.

A painter upon glass, Een glas-
Schilder.

Painting, Schildering, blanketting, -febilderende.

The art of painting, De fcbilderkonst. PAINTRESS, Een fchildereffe. a PAIR, Een paar.

[ocr errors]

A pair of gloves, Een paar bandJchoenen.

A pair of fhoes, Een paar schoenen. A pair of ftockings, Een paar koujen.

A pair of patridges, Een koppel patryzen.

A happy pair of lovers, Een gelukkig paar gelieven.

gelyken, met dobbelfteenen. to PAIR, Paaren, vergelyken. Paired, Gepaard, vergeleeken. Pairing, Paaring, vergelyking.

PAL.

PALACE, een Heerenbuis, Vorftenbof, Paleis, zie Pallace. PALADIN, (a knight of the round table) Een ridder van de ronde tafel. PALANKA or Palanque, (a little fort made with pales very common in Hungaria) Palank, of Paaljchans met aarde opgemaakt, zeer gemeen in Honga. ryën. PALANQUIN, (an Indian fedan) Een Indiaanfche draagstoel. PALATABLE,(pleafant to the taste) Smaakelyk, lekker. PALATE, Het gebemelte des monts, verbemelte, de maak. He hath a dainty palate, Hy is lekker, by is naauw van proef, by is dun van tong. That won't fit his palate, Dat zal zyn fmaak niet weezen, dat zal met zyn fmaak niet overeenkomen.

A

It doth not please my palate, Het
Smaakt my niet; ik heb 'er geen
Jinaak in; 't mondt my niet.
My palate (or uvula) is down,
De buig bangt my in de keel.
count PALATINE, een Palts-
Graaf.

A country palatine, een PaltsGraafjchap, zynde zulk een Graafschap 't welk by na de achtbaarheid van een Koninglyk Paleis heeft; zodanig zyn

« FöregåendeFortsätt »