Pale red wine, Bleeke, lichte roode wyn. PALE, Een paal, beftëk. zynde een ftrook gemaakt van lammeren wol, niet boven drie vingeren breed, welke de Paus den Aartsbiffchoppen toezendt, en van hen voor 't altaar om den hals gedraagen wordt. Pall, (a black cloth laid over a coffin) Een rouwkleed, een swart kleed, dat over een doodkift gelegd wordt. Pail, (a long rope of the knights of the garter) Het ftaatie kleed, de ftaatfie tabbaard der Ridders van de kouffeband. A pale fence, Een affcbutfel met Pale, (in heraldry) Een paal, to PALE in, Met paalen afperken, To pale up a tree, Een boom Paled up, Met paalen bezët, op. PALENESS, Bleekheid, doodsbeid. lende. afpaa PALINGENESIS, Wedergeboorte. PALINODY, Herroeping. PALISSADO, Paalwerk, Stormpaalen, paljadeu. (or dead, as liquor) Verfaagen, (als bier.) Pall-mall, (a fort of game, or paftime, or the place where it is play'd) Het malie Spel, de maliebaan. PALL, Verlaan, verfcbaalen. Don't let your wine pall, Laat. uw wyn niet verflaan. PALACE, (a ftately houfe) Paleis. to The King's palace, 's Konings paleis. Peace be within thy walls, and profperity within thy palaces, · Pfalm CXXII: 17. Vrede zy in uwe veftingen, welvaaren in uwe paleizen. PALLET, Een palët, schilders verf. bordtje. PALM, De vlakke band, de pain van de band. Palm, (a hand's breath) Een band breed. PALM, (or palm tree) Palm, of palmboom, dadelboom. A branch of a palm tree, Een palm. tak. Dwarf palm, Palmiet, Weft-indifche palm. Palm-berries, (or dates) Dadels. to PALM, (or handle) Bebandelen. To palm, (or juggle in one's hand) Valfcb fpeelen, moffelen. PALMA CHRISTI, (a plant) Wonderboom, mollekruid. PALMATORY or Palmer, Een plak, van een Schoolmeester. PALMER, Een omzwervende Pel grim, die nergens een vaste woonplaats beeft. PALMER, Iemand die bedrieglyk met kaarten of dobbelfteenen speels door fommigen in de band te verbergen, enz. een valjcbe speeler. Palmer, (or crown of a deer's head) De kruin van een berts kop, of bertekop. A palmer-worm, Een ryp, rups. PALMESTRY, Handkykery, bandwaarzeggery. Palmister, Een bandkyker, bandwaarzegger. PALPABLE, Tastelyk, taftbaar. All folid bodies are palpable, Alle vafte licbaaamen zyn taftbaar, bandelbaar. a PALLET-BED, Een rustbank. palpable reafon, Een blykbaare reden. He is not cunning enough to pal-A palpaple lie, Een openbaare, liate his defigns, Hy is niet liftig genoeg om zyne aanslagen te bemantelen. To palliate (or patch up) a disteinper, Een kwaal gebrekkelyk geneezen, t lapsalven. To palliate a crime, Een misdaad bewimpelen. Palliated, Bemanteld, bewimpeld. Palliation, Bemanteling, bewimpeling. Palliative, Schoon voordoende. A palliative cure, Verzagtende, freelende geneezing, die de toevallen vermindert zonder de kwaal of wond weg te neemen. PALLID, Bleek, doodfeb. Pallidnefs, Bleekheid. PALIFICATION, Inbeying van paalen in den grond. bandtaflelyke leugen. Palpably, Voelbaar. Palpablenefs, Tafelykheid. PALPATION, (ttroaking with one's hand) Streeling met de band, t Aaying. PALPATION, Vleijery, gefleem. PALPITATION, Hartklopping. PALSGRAVE, zie Paltsgrave. PALSY, Beroerdbeid, geraaktheid, popelfy. To have (or be fick of) a pally, Een beroerte bebben, beroerd zyn. A man or woman fick of the palfy, Een geraakte, of beroerde. '(†) PALT, Een flag, stoot. to PALTER, Weifelen, leuteren, baperen, achteruit kruipen, aerzelen, bedektelyk bandelen. ΤΟ Palterer, Een weifelaar, leuteraar. PALTRY, Lompig, lomp, zot, arm. bartig. a Paltry book, Een zot boek. a Paltry fellow, Een lompe vent. A little paltry house, Een flecht klein buis. PALTSGRAVE (a Count palatine) to PAMPER, Miften, wel onthaalen. He pampers himself, Hy meft zich zelven, by fmult luftig. Don't pamper him too much,Geef bem niet al te vol op. To pamper ones horses, Zyne paerden wakker voeren. Pampered, Gemeft, luftig gevoerd, Pampering, Ming-meftonde. PAMPHLET, Een blaauwboekje, een klein werkje. a Scurrilous pamphlet, Een vuil pasquil. A pamplet writer, Een fcbryver van kleine werkjes, van blaauwboekjes, ook een pasquillemsaker; doch in den laatften zin word het zelden opgevat. PAN. PAN, Een pan, fcbaal, bëkken. a Frying pan, Een koekpan, braad pan. a Close-stoel pan, Een kakstoelpot. a Perfumning pan, een Reukvat. The pan of a shovel, bet blad van een Vuurschop. The fire pan of a gun, de Pan van een Snapbaan. A fouffers pan, een Snuiter bakje. A pan-pudding, een gebakke Podding. To ftand to one's pan- pudding (to ftand it out to the utmoft Palstaan, bet tot het uitersie staande bouden, a Pan tile, een Dakpan, zie Tile. the Brain pan, de Hoofdpan, de pan des boofds, bet bekkeneel, béter the fcull. the Knee-Pan, de Knie-fcbyf. L DEEL. middel, een middel voor alle kwaalen. Panaceous, Algemeen geneezend, een bewoording van fommige planten gebruikt om bunne ongemeene kragt en deugd. PANADO, Zekere pap van geraspt brood en korenten in water gekookt. PANCAKE, Een pannekoek. PANCH, De pens buik, zie Paunch. PANCRATICAL, Almachtig, al vermoogend. PANCREAS, De zwézerikken von een dier. PANDAR, zie Pander. Pandarifm, Koppelaary. PANDECTS, Het groot Wetboek, behelzende vyftig boeken der Rechtsgeleerdheid. PANDER, Een Hoerewaard, koppelaar. To play the pander, Voor koppe laar dienen. PANDICULATION, Uitrekking, geeuwing. PANDORE or Pendure, (a Mufical A pane of glafs, Een glazen ruit. A pane of wainscot, Een paneel, ingeleid, ingelyft boutwerk van een befcbot. A pane of a wall, Stryk-ay, gedeelte van een muur. PANEGYRICK, Een lofreede over eenig voornaam perfoon. Panegyrift, Een infteller van een lofreede. PANEL, zie PANNEL. The pangs of a woman in travel, we. The pangs of death, Doodsnood, doodsftuipen, de angsten des doods. PANICK fear, Een fchielyke vreeze zonder oorzaak, plotfelyke fcbrik. PANNAGE (the maft of the woods) De plaats in een Bosch daar men de varkens zendt om de afgevallen eikels te eeten. Pannage, (the money taken for the fwines feeding in the King's Aaaa forreft) Geld dat men betaalt voor bet meften der zwynen in 's Konings boffchen. Pannage, (a tax upon cloth) Een impoft op laken. PANNEL, Een panneel. The pannel of a faddle, Een Zadelkuffen. A pannel, (of wainscot) Een panneel, bouten bord. The pannel, (of a Jury) Een Cédelt je waarop de naamen der Geswoorene Goe-mannen, die uitSpraak over eenige rechtzaak zullen doen, door order van den Sheriff of Opperfchout gefchreeven worden. The pannel of a hawk, Het achterfte of de fruit van een valk. PANNICLE, (the fourth covering of the body from head to foot) De Vetrok: bet Celluleus geweefsel onder de buid. PANNIER, Een korf, broodmand. Pannier-man, Een Onder Amptenaar of Bediende in de Collegien der Rechtsgeleerden, die op een boorn toet wanneer de beeren ten eeten moeten komen, en ben verzorgt met moftaard, peper en azyn. A. De heer Sewel heeft, in dit artyker, een zeer grove misflag begaan; hebbende waar fchynlyk in een Engelfch woordeboek,op het woord PANNIER-MAN, gevonden, an under-Officer in the Inns of Court, 't welk by (of mogelyk een ander in de derde of vierde druk) overgezet heeft, Een dienaar in de berbergen van 't Hof. PANSY, Een driekleurige violet. My heart pants, Myn bart trilt... PANTABLE, zie Pantofle. To ftand on his pantables, Het boofd moedig opfsteeken. Panted, Gebygd, gezwoegd. PANTAIS or PANTESS, Aambor ftigheid der valken. a PANTALOON, Een Hans-worst, een gek. PANTALOONS, Zeker gewaad voormaals gedragen, bestaande uit broek en koulfen, beide van dezelfde ftof. PANTHEON, Allergoden-tempel, een tempel te Rome door A grippa, den zoon van Auguftus, voor al de Goden geftigt. PANTHER, een Panther, zéker verfcheurend beeft, het wyfje (zo fommige zeggen) van een luipaard, of, naar 't zeggen van anderen, zéker beeft uit tweederley foort geteeld. PANTING, Hyging, zwoeging, trilling. PANTLER, Een die 't brood in bewaaringe beeft. PANTOFLE, een Pantoffel, booge muil. PANTOMETER, een Alles-meeter, zéker Mathematisch Inftrument om alle foorten van hoeken, hoogten, lengten enz. te mee PARABLE, Een gelykenis. prodigal fon, De gelykenis van Zoon. Parable, (which may be got) Verkrygbaar. PARABOLA, (one of the crooked lines proceeding from the cutting of a cone or cylinder,) Brandfnee, keegelfnee, kromme lyn, in de Wiskonft, genaamd Parabool. Parabolical, or parabolick, (belonging to a parable, or to a parabola) Dat tot een gelykenis beboort. PARACHRONISM, Valfche tydrékening, een misflag in de tydrékening. PARACLETE, Een trooster, voorSpraak, den H. Geeft. PARADE, Een optrekking van krygs volk. Parade, Praal, pracht, ftaatfie. To keep up a parade, Een groote Staat bouden. The bed of parade, Praalbed. PARADE, De konft in 't fcbërmen om een steek af te wenden. + PARADIGM, Een voorbeeld. PARADISE, Een luftbof, Paradys. The bird of paradife, De para dys-vogel. Paradife, de Hémel. *To bring one into a fools para. dife, Iemand goudene bergen be looven; met fluweele woorden paaijen. He imagins him felf to be already in paradife, Hy verbeeld zich alreede in 't paradys te zyn. Verily I fay unto thee, to-day fhalt thou be with me in paradife, Luke XXIII. vs. 43. Voorwaar zegge ik u, béden zult gy met my in bet paradys zyn. The grain of paradife, (a fruit) Paradys zaad. PARADOX, Een wonderfpreuk, een vreemde réden die tégen 't gemeen gevoelen fchynt aan te loopen. Paradoxical, Wonderfpreukig. PARÆNETICK, Bekwaam om te overreeden, vermaanen enz. (1) PARAGE, Gelykbeid, van naam, bloed, ftaat, of erfenille. PARAGON, Een puikstaal, iets zonder weergaa. A paragon of beauty, Een weer: galooze, een volmaakte jcboonbeid. to PARAGON, Vergelyken. PARAGRAPH, Een afdeeling, af deelfel, 't begin van een nieuwe régel tot aan den uitloop van een andere. Een paragraaf. Parakite, (or paraqueto) Een per roket, oft Parkietje. Kleine groene papegaai. PARALLAX, Het verschilzigt, bet onderfcheid tuffcben de waare en zigtbaare plaats van een fièr, In a manner hardly to be parallel'd, Op een byna onnavolgbaa re wyze. PARATHESIS, Textbaaken, dus-, daanig [of 't geen men in Textbacken zet. Tenant PARAVAIL, Iemand die zyn land in buur beeft van eenen die 't zelf maar in leen bezit. to PARBOIL, Ten balve kooken. Parboil'd, Halfgaar, ten balve ge PARALLELOGRAM, Een lanka werpig vierkant vak. PARALLELOPEPID, Een lank werpig vierkant Lighaam. PARALOGISM, Een valfche of bedriegelyke redenkaveling, fopbistery. to PARALOGIZE, (to reafon fal The King is patron paramount to A piramount authority, Het opperste gezach. A Lord paramount, de Opperbeer van eenige landeryen. (†) PARAMOUR, Een minnaar, minnaares. PARANYMPH, Een speelnoct, als méde by die in de HoogeSchool eene lofreede voert ter eere van iemand die Doktor wordt. PARAPET, Een borstweer, borft weering. PARAPHE, (a flourish in any wri ting) Een trek, een krul in een gejcbrift. →PARAPHONALIA or PARAPHERNALIA, 't Geen eene vrouw boven haar buuwelyks goed in 't buuwelyk brengt, als kleederen, juweelen enz. PARAPHRASE, Een uitbreiding, omfchryving. to PARAPHRASE upon, Een uit breiding over iets manken. Paraphraft, Een uitbreider. Paraphraftical, Uitgebreid. PARAQUETO, Een klein Papegaaitje, parkietje. PARASANG, (a persian measure of ground of different lenght) Parafang, Een perfiaanfche Landmaat. PARASELENE, Een bynaam. PARASITE, Een pinlikker, fmeerfeboen, flisfioijer. Paralitical, Fukfloojend. A parafitical plant, Een gervas dat op de ftam van een ander groeit, gelyk als Marentakken. kookt. to PARBREAK, (or vomit) Braaken. Parbreaking, Braaking. PARBUNKLE, Een leng, die men om vaten of pakken flaat omze op te hyffen. PARCEL, Een deel, fluk, party, boop. to A parcel, (or fum) Een fom, eene Jorme. A parcel, (or bundle) Een pakje, een bundel. I carried the bundle my felf to the bark, Ik droeg bet pakje zelf naar de fcbuit. A pretty good parcel, (or deal) He has a pretty parcel of books A parcel of land, Een ftuk lands. It was divided into feveral parcels, Het was in perceelen of kavelingen verdeeld. By parcels, By partyen, by kave velingen, by parceelen. Parcel makers, (two officers of He parcelied his land to his Parcelled, In boopen Made into parcels, of kavelinlingen verdeeld, aan perceelen gezet. PARCENERS or Coparceners, Deel. genooten, mede-erfgenamen. PARCENERY, Gezaamendlyk, gemeenschap. to To hold land in parcenery, Land in gemeenschap bouden. PARCH, Verdroogen, verzengen, rooften, Jcbrooken. Aaaa 2 Pardon me, Vergeef bet my. Pardonable, Vergeeflyk. 't Is a very pardonable mistake, Het is een zeer vergeeflyke fout. Pardoned, Vergeeven, quytgefcbol den. He is pardoned, Hy beeft pardon gekreegen. His crimes are pardoned, Zyne misdaaden zyn bem quytgefchol den. It is a fin not to be pardoned, 't Is een onvergeeflyke zonde. Pardoner, Een vergeever, quytfcbelder. Pardoners, Afinat verkoopers. Pardoning, Vergeeving, quytfcbel ding, vergeevende. to PARE, Affayden, fcbillen, afknippen, befnoeijen. To pare (or chip) bread, Brood To pare his nails, Zyne nagelen To pare a little the end of a cloak, To pare money, Geld befnoei- Pared, Gefchild, afgefneeden, afge- PARELION, PARENT, Een vader of Moeder. Parents, Vader en Moeder, Ouders. God is the great parent of the world, God is de groote bouwbeer, Schepper van de waereld. Plenty is the parent of luxury, Overvloed is de moeder der weelde. Parental, Dat tot de Ouders beboort. Parentage, Maagfchap, geflacht. PARENTALS, (feaft at the fune rals of relations) Dood-maal, Begravenis maaltyd. A. Dit ongerymd gebruik is nu op veele plaatsen afgefchaft. PARENTHESIS, Een tulJcbenreeden, inworp, tuffcbenstelling, invlying. Parenthefis, (the marks that include it) De merktékenen die een tuffcbenréden influiten, dus (). + PARENTICIDE, Oudermoord, oudermoorder. PARER, (a farriers tool) Veeg-mes van een Hoeffmit. PARGET, Pleisterwerk van kalk. to PARGET, Pleifteren. Pargetter, Pleifteraar, ftukadoor. PARTHELIUM, Een byzon, luchtverfchynfel. PARILITY, zie Parity. PARING, Affnyding, fcbilling, afknipping, korting, befnoeijing, affnydende. The parings of apples, De fchil- A paring knife, (for a fhoemaker) Een fchoenmakers fnymes. PARISH, Een kerfpel, karfpel, wyk, buurt, parochie. A great parish, Een groote wyk. A parish priest, De preeker van de wyk, Parochiaan, Far-beer. The parith duties, De parochielaften. PARISHIONER, Een die tot de wyk beboort. The parfon and his parishioners, De paftoor en zyne kerk lidmaa Parking, Afperking, afperkende. PARLEY, Een gefprek over voorwaarden, onderhandeling, geSprekbouding. to To defire a parley, Een gesprekbouding verzoeken. To come to a parley, Tot een gefprek komen, in onderbandelinge treeden. To beat a parley, Den trommel flaan om van overgave te bandelen. PARLEY, Gefprek bouden, te Spraake ftaan, te woorde ftaan, van overgaave Spreeken. PARLIAMENT, de Ryksvergadering, 's Lands Raadsvergadering, bet Parlement. Het Parlement van Engeland is de grootste en voornaamstealgemeene faamenkomft des Ryks, bestaande uit den Koning, de Geeftelyke en Wae. reldlyke Lords, die 't Hoogerhuis uitmaaken; en de voornaamfte Léden der Gemeente (die door 't Volk in een iegelyke Stad, Vlëk of Burgt, die daar toe gerechtigd is, ver kooren worden) welke het Laager-huis uitmaaken. Dit Par lement heeft volkomene magt om Wetten te maaken en te breeken, naar hun believen. To call a Parliament, Een Parlement bercepen. To fummon To prorogue the Parliament, Het The fpeaker of the Parliament, De Spreeker, woordvoerder, of prefident des Parlements. The |