Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]

Pale red wine, Bleeke, lichte roode wyn.

PALE, Een paal, beftëk.

zynde een ftrook gemaakt van lammeren wol, niet boven drie vingeren breed, welke de Paus den Aartsbiffchoppen toezendt, en van hen voor 't altaar om den hals gedraagen wordt. Pall, (a black cloth laid over a coffin) Een rouwkleed, een swart kleed, dat over een doodkift gelegd wordt. Pail, (a long rope of the knights of the garter) Het ftaatie kleed, de ftaatfie tabbaard der Ridders van de kouffeband.

A pale fence, Een affcbutfel met
paalen, flakëtfel.
Thofe Irish who came to live wi-PALL,
thin the English pale, De Ieren
die binnen 't beftek der Engel-
fchen met der woon kwamen.
They are within the pale of the
Church, Zy zyn in de gemeen-
fchap der Kerke.

Pale, (in heraldry) Een paal,
recht opftaande balk in een wa
penfchild.

to PALE in, Met paalen afperken,
afpaalen.

To pale up a tree, Een boom
tégen een muur opleiden.
Paled in, Rondom met paalen be-
zet, afgepaald.

Paled up, Met paalen bezët, op.
geleid.

PALENESS, Bleekheid, doodsbeid.
PALFRY, Een paerd van staat.
PALINDROM, Een kreeftdicht,
kreeftreede, zynde een fpreuk
of vacrs dat men zo wel van
achteren als van vooren leezen
kan, gelyk als, Roma tibi fu-
bito motibus ibit amor. In En-
geland (zo 'er verhaald wordt)
was eene zékere Edeljuffer,
die 't Hof voor een tyd ver-
booden zynde, daarop tot een
zinnebeeld nam, de Maan met
cene wolk betoogen, met dit
byfchrift, Ablata at alba. Dier-
gelyk een kreeftfpreuk is dit
naavolgende in 't Engelfch,
Lewd did I live, evil I did
davel. En ook dit in 't Duitsch,
Neder zit wort trow 't is ré-
den. [SEWEL.]
PALING, Afpaaling,

lende.

afpaa

PALINGENESIS, Wedergeboorte. PALINODY, Herroeping. PALISSADO, Paalwerk, Stormpaalen, paljadeu.

(or dead, as liquor) Verfaagen, (als bier.) Pall-mall, (a fort of game, or paftime, or the place where it is play'd) Het malie Spel, de maliebaan. PALL, Verlaan, verfcbaalen. Don't let your wine pall, Laat. uw wyn niet verflaan. PALACE, (a ftately houfe) Paleis.

to

The King's palace, 's Konings paleis.

Peace be within thy walls, and profperity within thy palaces, · Pfalm CXXII: 17. Vrede zy in uwe veftingen, welvaaren in uwe paleizen. PALLET, Een palët, schilders verf. bordtje.

PALM, De vlakke band, de pain van de band.

Palm, (a hand's breath) Een band breed. PALM, (or palm tree) Palm, of palmboom, dadelboom.

A branch of a palm tree, Een palm. tak.

Dwarf palm, Palmiet, Weft-indifche palm.

Palm-berries, (or dates) Dadels. to PALM, (or handle) Bebandelen.

To palm, (or juggle in one's hand) Valfcb fpeelen, moffelen. PALMA CHRISTI, (a plant) Wonderboom, mollekruid. PALMATORY or Palmer, Een

plak, van een Schoolmeester. PALMER, Een omzwervende Pel

grim, die nergens een vaste woonplaats beeft. PALMER, Iemand die bedrieglyk met kaarten of dobbelfteenen speels door fommigen in de band te verbergen, enz. een valjcbe speeler.

Palmer, (or crown of a deer's head) De kruin van een berts kop, of bertekop.

A palmer-worm, Een ryp, rups. PALMESTRY, Handkykery, bandwaarzeggery. Palmister, Een bandkyker, bandwaarzegger.

PALPABLE, Tastelyk, taftbaar. All folid bodies are palpable, Alle vafte licbaaamen zyn taftbaar, bandelbaar.

a PALLET-BED, Een rustbank.
Palled, Verfcbaald, verflaagen.
to PALLIATE, Bemantelen, bewim-
to PALLIATE, Bemantelen, bewim-A
pelen.

palpable reafon, Een blykbaare reden.

He is not cunning enough to pal-A palpaple lie, Een openbaare, liate his defigns, Hy is niet liftig genoeg om zyne aanslagen

te bemantelen.

To palliate (or patch up) a disteinper, Een kwaal gebrekkelyk geneezen, t lapsalven.

To palliate a crime, Een misdaad bewimpelen. Palliated, Bemanteld, bewimpeld. Palliation, Bemanteling, bewimpeling.

Palliative, Schoon voordoende.

A palliative cure, Verzagtende, freelende geneezing, die de toevallen vermindert zonder de kwaal of wond weg te neemen. PALLID, Bleek, doodfeb. Pallidnefs, Bleekheid. PALIFICATION, Inbeying van paalen in den grond.

bandtaflelyke leugen. Palpably, Voelbaar. Palpablenefs, Tafelykheid. PALPATION, (ttroaking with one's hand) Streeling met de band, t Aaying.

PALPATION, Vleijery, gefleem. PALPITATION, Hartklopping. PALSGRAVE, zie Paltsgrave. PALSY, Beroerdbeid, geraaktheid, popelfy.

To have (or be fick of) a pally, Een beroerte bebben, beroerd zyn.

A man or woman fick of the palfy, Een geraakte, of beroerde. '(†) PALT, Een flag, stoot. to PALTER, Weifelen, leuteren, baperen, achteruit kruipen, aerzelen, bedektelyk bandelen.

ΤΟ

[blocks in formation]

Palterer, Een weifelaar, leuteraar. PALTRY, Lompig, lomp, zot, arm. bartig.

a Paltry book, Een zot boek. a Paltry fellow, Een lompe vent. A little paltry house, Een flecht klein buis.

PALTSGRAVE (a Count palatine)
Een Paltsgraaf.
PAM.

to PAMPER, Miften, wel onthaalen.

He pampers himself, Hy meft zich zelven, by fmult luftig. Don't pamper him too much,Geef bem niet al te vol op. To pamper ones horses, Zyne paerden wakker voeren. Pampered, Gemeft, luftig gevoerd, Pampering, Ming-meftonde. PAMPHLET, Een blaauwboekje, een klein werkje.

a Scurrilous pamphlet, Een vuil pasquil.

A pamplet writer, Een fcbryver van kleine werkjes, van blaauwboekjes, ook een pasquillemsaker; doch in den laatften zin word het zelden opgevat. PAN. PAN, Een pan, fcbaal, bëkken. a Frying pan, Een koekpan, braad

[blocks in formation]

pan.

a Close-stoel pan, Een kakstoelpot.

a Perfumning pan, een Reukvat. The pan of a shovel, bet blad van een Vuurschop.

The fire pan of a gun, de Pan van een Snapbaan.

A fouffers pan, een Snuiter bakje. A pan-pudding, een gebakke Podding.

To ftand to one's pan- pudding (to ftand it out to the utmoft Palstaan, bet tot het uitersie staande bouden,

a Pan tile, een Dakpan, zie Tile. the Brain pan, de Hoofdpan, de pan des boofds, bet bekkeneel, béter the fcull. the Knee-Pan, de Knie-fcbyf. L DEEL.

middel, een middel voor alle kwaalen.

Panaceous, Algemeen geneezend, een bewoording van fommige planten gebruikt om bunne ongemeene kragt en deugd. PANADO, Zekere pap van geraspt brood en korenten in water gekookt.

PANCAKE, Een pannekoek. PANCH, De pens buik, zie Paunch. PANCRATICAL, Almachtig, al

vermoogend.

PANCREAS, De zwézerikken von een dier.

PANDAR, zie Pander. Pandarifm, Koppelaary. PANDECTS, Het groot Wetboek, behelzende vyftig boeken der Rechtsgeleerdheid. PANDER, Een Hoerewaard, koppelaar.

To play the pander, Voor koppe

laar dienen. PANDICULATION, Uitrekking, geeuwing.

PANDORE or Pendure, (a Mufical
inftrument) Een zéker muziek in-
Atrument.
PANE, Een ruit.

A pane of glafs, Een glazen ruit.
There are a great many panes
broken, Daar zyn een deel rui-
ten gebroken.

A pane of wainscot, Een paneel, ingeleid, ingelyft boutwerk van een befcbot.

[ocr errors]

A pane of a wall, Stryk-ay, gedeelte van een muur. PANEGYRICK, Een lofreede over eenig voornaam perfoon. Panegyrift, Een infteller van een lofreede.

PANEL, zie PANNEL.
PANGS, Pynen, vlaagen, beftige
Scheuten, ween.

The pangs of a woman in travel,
De vlaagen eener baarende vrou.

we.

The pangs of death, Doodsnood, doodsftuipen, de angsten des doods.

PANICK fear, Een fchielyke vreeze

zonder oorzaak, plotfelyke fcbrik. PANNAGE (the maft of the woods)

De plaats in een Bosch daar men de varkens zendt om de afgevallen eikels te eeten.

Pannage, (the money taken for the fwines feeding in the King's Aaaa

forreft) Geld dat men betaalt voor bet meften der zwynen in 's Konings boffchen. Pannage, (a tax upon cloth) Een impoft op laken. PANNEL, Een panneel.

The pannel of a faddle, Een Zadelkuffen.

A pannel, (of wainscot) Een panneel, bouten bord.

The pannel, (of a Jury) Een Cédelt

je waarop de naamen der Geswoorene Goe-mannen, die uitSpraak over eenige rechtzaak zullen doen, door order van den Sheriff of Opperfchout gefchreeven worden. The pannel of a hawk, Het achterfte of de fruit van een valk. PANNICLE, (the fourth covering of the body from head to foot) De Vetrok: bet Celluleus geweefsel onder de buid. PANNIER, Een korf, broodmand. Pannier-man, Een Onder Amptenaar

of Bediende in de Collegien der Rechtsgeleerden, die op een boorn toet wanneer de beeren ten eeten moeten komen, en ben verzorgt met moftaard, peper en azyn. A. De heer Sewel heeft, in dit artyker, een zeer grove misflag begaan; hebbende waar fchynlyk in een Engelfch woordeboek,op het woord PANNIER-MAN, gevonden, an under-Officer in the Inns of Court, 't welk by (of mogelyk een ander in de derde of vierde druk) overgezet heeft, Een dienaar in de berbergen van 't Hof.

PANSY, Een driekleurige violet.
to PANT, Hygen, zwoegen, trillen.

My heart pants, Myn bart trilt...
He pants for fear, Hy trilt van

[blocks in formation]

PANTABLE, zie Pantofle.

To ftand on his pantables, Het boofd moedig opfsteeken. Panted, Gebygd, gezwoegd. PANTAIS or PANTESS, Aambor ftigheid der valken.

a PANTALOON, Een Hans-worst, een gek. PANTALOONS, Zeker gewaad voormaals gedragen, bestaande uit broek en koulfen, beide van dezelfde ftof. PANTHEON, Allergoden-tempel, een tempel te Rome door A grippa, den zoon van Auguftus, voor al de Goden geftigt. PANTHER, een Panther, zéker verfcheurend beeft, het wyfje (zo fommige zeggen) van een luipaard, of, naar 't zeggen van anderen, zéker beeft uit tweederley foort geteeld. PANTING, Hyging, zwoeging, trilling.

PANTLER, Een die 't brood in bewaaringe beeft. PANTOFLE, een Pantoffel, booge muil. PANTOMETER, een Alles-meeter,

zéker Mathematisch Inftrument om alle foorten van hoeken, hoogten, lengten enz. te mee

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]
[ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

PARABLE, Een gelykenis.
The parable of the fower, of the

prodigal fon, De gelykenis van
den Zaayer, van den verlooren

Zoon.

Parable, (which may be got) Verkrygbaar. PARABOLA, (one of the crooked lines proceeding from the cutting of a cone or cylinder,) Brandfnee, keegelfnee, kromme lyn, in de Wiskonft, genaamd Parabool. Parabolical, or parabolick, (belonging to a parable, or to a parabola) Dat tot een gelykenis beboort. PARACHRONISM, Valfche tydrékening, een misflag in de tydrékening. PARACLETE, Een trooster, voorSpraak, den H. Geeft. PARADE, Een optrekking van krygs

volk.

Parade, Praal, pracht, ftaatfie. To keep up a parade, Een groote Staat bouden.

The bed of parade, Praalbed. PARADE, De konft in 't fcbërmen om een steek af te wenden. + PARADIGM, Een voorbeeld. PARADISE, Een luftbof, Paradys.

The bird of paradife, De para dys-vogel. Paradife, de Hémel.

*To bring one into a fools para. dife, Iemand goudene bergen be looven; met fluweele woorden paaijen.

He imagins him felf to be already in paradife, Hy verbeeld zich alreede in 't paradys te zyn. Verily I fay unto thee, to-day fhalt thou be with me in paradife, Luke XXIII. vs. 43. Voorwaar zegge ik u, béden zult gy met my in bet paradys zyn. The grain of paradife, (a fruit) Paradys zaad. PARADOX, Een wonderfpreuk, een vreemde réden die tégen 't gemeen gevoelen fchynt aan te loopen. Paradoxical, Wonderfpreukig. PARÆNETICK, Bekwaam om te overreeden, vermaanen enz. (1) PARAGE, Gelykbeid, van naam, bloed, ftaat, of erfenille. PARAGON, Een puikstaal, iets zonder weergaa.

A paragon of beauty, Een weer: galooze, een volmaakte jcboonbeid. to PARAGON, Vergelyken. PARAGRAPH, Een afdeeling, af deelfel, 't begin van een nieuwe régel tot aan den uitloop van een andere. Een paragraaf. Parakite, (or paraqueto) Een per roket, oft Parkietje. Kleine groene papegaai. PARALLAX, Het verschilzigt, bet

onderfcheid tuffcben de waare en zigtbaare plaats van een fièr,

[blocks in formation]

In a manner hardly to be parallel'd, Op een byna onnavolgbaa

re wyze.

PARATHESIS, Textbaaken, dus-, daanig [of 't geen men in Textbacken zet. Tenant PARAVAIL, Iemand die zyn land in buur beeft van eenen die 't zelf maar in leen bezit. to PARBOIL, Ten balve kooken. Parboil'd, Halfgaar, ten balve ge

PARALLELOGRAM, Een lanka werpig vierkant vak. PARALLELOPEPID, Een lank

werpig vierkant Lighaam. PARALOGISM, Een valfche of bedriegelyke redenkaveling, fopbistery.

to PARALOGIZE, (to reafon fal
fe) Bedrieglyk redeneeren, val-
fche vooronderstellingen maaken.
PARALYTICK, Beroerd, geraakt,lam.
PARAMENTS, Staatfie tabbaards,
plecht gewaad.
PARAMOUNT, de Opperste.

The King is patron paramount to
all the benefices of England,
de Koning is de patroon van alle
de Kerkelyke en swaereldlyke waar-
digbeden in Engeland.

A piramount authority, Het opperste gezach.

A Lord paramount, de Opperbeer van eenige landeryen. (†) PARAMOUR, Een minnaar,

minnaares.

PARANYMPH, Een speelnoct,

als méde by die in de HoogeSchool eene lofreede voert ter eere van iemand die Doktor wordt. PARAPET, Een borstweer, borft weering.

PARAPHE, (a flourish in any wri

ting) Een trek, een krul in een gejcbrift. →PARAPHONALIA or PARAPHERNALIA, 't Geen eene vrouw boven haar buuwelyks goed in 't buuwelyk brengt, als kleederen, juweelen enz. PARAPHRASE, Een uitbreiding, omfchryving.

to PARAPHRASE upon, Een uit

breiding over iets manken. Paraphraft, Een uitbreider. Paraphraftical, Uitgebreid. PARAQUETO, Een klein Papegaaitje, parkietje. PARASANG, (a persian measure

of ground of different lenght) Parafang, Een perfiaanfche Landmaat. PARASELENE, Een bynaam. PARASITE, Een pinlikker, fmeerfeboen, flisfioijer. Paralitical, Fukfloojend.

A parafitical plant, Een gervas dat op de ftam van een ander groeit, gelyk als Marentakken.

kookt.

to PARBREAK, (or vomit) Braaken.

Parbreaking, Braaking. PARBUNKLE, Een leng, die men om vaten of pakken flaat omze op te hyffen.

PARCEL, Een deel, fluk, party, boop.

to

A parcel, (or fum) Een fom, eene Jorme.

A parcel, (or bundle) Een pakje,

een bundel.

I carried the bundle my felf to the bark, Ik droeg bet pakje zelf naar de fcbuit.

A pretty good parcel, (or deal)
Een goede menigte.

He has a pretty parcel of books
to fell, Hy beeft een mooi par
tytje boeken te verkoopen.
A parcel of Rogues, Een party
fcbelmen.

A parcel of land, Een ftuk lands.
A parcel of goods, Een Party
goederen.

It was divided into feveral parcels, Het was in perceelen of kavelingen verdeeld.

By parcels, By partyen, by kave

velingen, by parceelen.

Parcel makers, (two officers of
the Exchequer) Pakkies maa-
kers,dus noemd men tweeAmp-
tenaars in de Treforie van En-
geland
PARCEL out, In boopen verdee-
len, in partyen deelen.

He parcelied his land to his
children, Hy verdeelde zyn land
onder zyne kinderen.

Parcelled, In boopen Made into parcels, of kavelinlingen verdeeld, aan perceelen gezet. PARCENERS or Coparceners, Deel. genooten, mede-erfgenamen. PARCENERY, Gezaamendlyk, gemeenschap.

to

To hold land in parcenery, Land in gemeenschap bouden. PARCH, Verdroogen, verzengen, rooften, Jcbrooken.

Aaaa 2

[ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Pardon me, Vergeef bet my. Pardonable, Vergeeflyk.

't Is a very pardonable mistake, Het is een zeer vergeeflyke fout. Pardoned, Vergeeven, quytgefcbol den.

He is pardoned, Hy beeft pardon gekreegen.

His crimes are pardoned, Zyne misdaaden zyn bem quytgefchol

den.

It is a fin not to be pardoned, 't Is een onvergeeflyke zonde. Pardoner, Een vergeever, quytfcbelder.

Pardoners, Afinat verkoopers. Pardoning, Vergeeving, quytfcbel

ding, vergeevende. to PARE, Affayden, fcbillen, afknippen, befnoeijen.

To pare (or chip) bread, Brood
aan kleine stukjes fnyden.
To pare an apple, Eenen appe!
Schillen.

To pare his nails, Zyne nagelen
korten, affnyden, afknippen.
To pare a horfe's foot, De hoef
van een paerd befnoeljen, als men
't beflaan zal.

To pare a little the end of a cloak,
De ftootkant van een mantel een
weinig verftellen.

To pare money, Geld befnoei-
jen.

Pared, Gefchild, afgefneeden, afge-
knipt, gekort, befnoeid.
PARELIUM,Tel.
Een lucht verfchyn

PARELION,

PARENT, Een vader of Moeder. Parents, Vader en Moeder, Ouders.

God is the great parent of the world, God is de groote bouwbeer, Schepper van de waereld. Plenty is the parent of luxury, Overvloed is de moeder der weelde.

Parental, Dat tot de Ouders beboort.

Parentage, Maagfchap, geflacht. PARENTALS, (feaft at the fune

rals of relations) Dood-maal, Begravenis maaltyd.

A. Dit ongerymd gebruik is nu op veele plaatsen afgefchaft. PARENTHESIS, Een tulJcbenreeden, inworp, tuffcbenstelling, invlying.

Parenthefis, (the marks that include it) De merktékenen die een tuffcbenréden influiten, dus ().

+ PARENTICIDE, Oudermoord, oudermoorder. PARER, (a farriers tool) Veeg-mes

van een Hoeffmit. PARGET, Pleisterwerk van kalk. to PARGET, Pleifteren. Pargetter, Pleifteraar, ftukadoor. PARTHELIUM, Een byzon, luchtverfchynfel. PARILITY, zie Parity. PARING, Affnyding, fcbilling, afknipping, korting, befnoeijing, affnydende.

The parings of apples, De fchil-
len van appelen.
The parings of one's nails, De
Snippels van iemands nagelen.
The parings of cheese, De kort-
jes van kaas.

A paring knife, (for a fhoemaker) Een fchoenmakers fnymes. PARISH, Een kerfpel, karfpel, wyk, buurt, parochie.

A great parish, Een groote wyk.
He is the cock of the parish,
Hy is bet baantje van de buurt.
A parish-church, Een Parocbie-
kerk.

A parish priest, De preeker van de wyk, Parochiaan, Far-beer. The parith duties, De parochielaften. PARISHIONER, Een die tot de wyk

beboort.

The parfon and his parishioners, De paftoor en zyne kerk lidmaa

[blocks in formation]

Parking, Afperking, afperkende. PARLEY, Een gefprek over voorwaarden, onderhandeling, geSprekbouding.

to

To defire a parley, Een gesprekbouding verzoeken.

To come to a parley, Tot een gefprek komen, in onderbandelinge treeden.

To beat a parley, Den trommel flaan om van overgave te bandelen. PARLEY, Gefprek bouden, te Spraake ftaan, te woorde ftaan, van overgaave Spreeken. PARLIAMENT, de Ryksvergadering, 's Lands Raadsvergadering, bet Parlement. Het Parlement van Engeland is de grootste en voornaamstealgemeene faamenkomft des Ryks, bestaande uit den Koning, de Geeftelyke en Wae. reldlyke Lords, die 't Hoogerhuis uitmaaken; en de voornaamfte Léden der Gemeente (die door 't Volk in een iegelyke Stad, Vlëk of Burgt, die daar toe gerechtigd is, ver kooren worden) welke het Laager-huis uitmaaken. Dit Par lement heeft volkomene magt om Wetten te maaken en te breeken, naar hun believen. To call a Parliament, Een Parlement bercepen.

To fummon
To hold a Parliament, Een
To keep
Parlement bouden.
To adjourn the Parliament, Het
Parlement tot eenen zekeren dag
toe opfcborten. 't Welk de Lé-
den zelfs doen; zo dat dit voor
geen nieuwe zitting wordt ge-
rékend, maar alles is in den
zelfden ftaat wanneer zy weer
faamenkomen, als zy 't gelaa-
ten hadden.

To prorogue the Parliament, Het
Parlement eenigen tyd uitstellen.
Doch dit gefchiedt door den
Koning, of zynen Kanfelier;
zulks dat de zitting daar door
geëindigd wordt; moetende
dan, wanneer de Léden weer
faamenkomen, alles van nieuws
op beginnen.

The fpeaker of the Parliament, De Spreeker, woordvoerder, of prefident des Parlements.

The

« FöregåendeFortsätt »