Sidor som bilder
PDF
ePub
[blocks in formation]
[blocks in formation]

party.

A part of a period, Een gedeel te van een réden.

Pray, let the company take part with you, Eilieve, deel bet gezelfchap méde.

What part of the town do you live in? In wat oord van de Stad woont gy?

He drew a great part of the people to take his part, Hy trok een groot gedeelte des volks om zyne zyde te kiezen.

The first part of the book, Het voorste deel des boeks. Who knows towards which part it will go? Wie weet na welke zyde het gaan zal?

For my part, Voor myn deel, wat my aangaat.

For the most part, Meeftendeels, voor 't meerderdeel.

In the former part of his life, In zyn jeugt.

T is your part to do it, Het is uw poft om bet te doen. "T is the part of a wife man,

to... Het is de plicht van een wys man, te...

de begaaftbeden, bekwaambeden die in een Bevelhebber vereischt worden.

To take part, Zyde kiezen. I took his part, Ik koos zyne zyde.

I take part in all your concerns, Ik neem deel in alles wat u betreft, in al dat u aangaat. To take in good part, Wel opneemen, ten befte neemen, in de befte vouw slaan.

To take in ill part, Kwaalyk op

neemen, ten kwaade duiden.

The greateft part of mankind, Het grootste gedeelte van bet menfchdom, de meeste menschen. Men are for the most part ignorant, De menfchen zyn voor bet grootste gedeelte mweeten

de.

[blocks in formation]

I thought it my part, Ik oordeel-To part the gold and filver, Het
de bet mynen plicht te zyn.
He hath acted his part very nota
bly, Hy heeft zyne rol zeer tref-
felyk uitgevoerd.

To exercife all the parts of a good husband, Alle de plichten van een goed man (omtrent zyne vrouw) betrachten.

He discharges his parts very well, Hy quyt zich zeer wel van zyn plicht.

PARSLY, Pieterfely, eppe.
Wild parfly, Juffrouw-merk.
Garden parfley, Tuin pieterfely.
Baftard parsley, Wilde pieterfely.
Parley-pert, Kruid-gewas, Polytri-He
chon Saxifragum, in 't Latyn.
Parfley root, Pieterfely wortel.

can play any part, Hy weet zich naar alles te voegen; by is quer al t'buis.

Milky parfley, Kruid-gewas,Thys-He has all te parts requifite for a commander, Hy heeft alle

felinum, in 't Latyn.

aldien gy en ik zouden jcbeiden. Part the white from the black, Schift het wit van 't zwart. To part afunder, Van één fcbei

den.

To part with a thing, Van iets fcheiden, iets verlaaten, van iets afflaan.

I will not part with it, Ik wil 'er niet affcheiden, ik wil't niet miljen.

I'll part with my life first, Ik wil liever fterven, myn leeven ver· liezen.

Aaaa 3

Το

To part, (or divorce) Van tafel en bed fcheiden.

To part with one, Van iemand affcheiden.

To part, (or go away) Weg gaan, vertrekken.

I am willing to part with fome thing of my right, Ik wil wel een weinig van myn recht afftaan. Parted, Gedeeld, gefcheiden, geSchift.

They parted good friends, Zy zyn goede vrienden gefcheiden. They parted even hands, Zy fcbeidden met gelyk voordeel; zy scheidden zonder eenig voordeel op el. kanderen behaald te bebben. PARTAGE, Verdeeling. to PARTAKE, Deelachtig zyn, méde deelen, deel hebben. We partake of their fufferings, Wy neemen deel in bunne lydingen.

I made him partake of it, Ik heb bet bem méde gedeeld. Partaken, Deelachtig geweeft, deel gebad, deel genomen. Ihave been partaker of your tribulation, Ik ben deelgenoot geweeft van uwe wederwaardigheid, ik ben een deelgenoot geweeft in uw

druk.

Ye cannot be partakers of the Lord's table, and of the table of devils, 1 Corint. X. vs. 21. Gy en kont niet deelachtig zyn den tafel des Heeren, ende den tafel der duivelen. Partaking, Deelachtigheid, méde

deeling, deelbebbing, --deelachtig zynde..

[blocks in formation]

Particularity, Byzonderheid. Particular (or private) perfon, Een byzonder perfoon, een burger

man.

Both for the good of the publick, and for the happiness of each particular, Zo wel voor bet algemeen welzyn, als tot genoegen van yder byzonder perfoon. A particular interelt, Een byzonder belang.

The accident is very particular, Het geval is byzonder, bet is een zonderling toeval.

A particular affection, Een byzondere, ongemeene genegenbeid. There are very particular opinions, Daar zyn zeer vreemae, zonderlinge gevoelens.

We ought to fee him in particular, Wy beboorden bem alleen, afzonderlyk te zien.

their forrows leffened by parti-PARTIES, de Partyen, zie Party. cipation, Door bet médegenot word PARTING, Deeling, jebeiding, bun genoegen verdubbeld en bun fcbifting,fcheidende. droefheid verminderd. Participant, Een deelbebber, deelge

noot.

PARTICIPLE, Een deelwoord. PARTICLE, Een deeltje, ledeken. PARTICULAR, Byzonder, zonderling, een byzonderheid. I don't remember every particular of it, Ik heb juift alle de byzonderheden daarvan niet ontbouden.

To be particular er fingular in a

thing, Byzonder, vreemd, eigenzinnig in een zaak zyn. She has a very particular dress, Zy beeft een zeer byzondere kleeding.

PARTENER, Een deelgenoot, mede-A particular way, Een byzondere

fander, médegenoot, makker, Companjon, zie Partner.

The parteners of a ship, de Ree

wyze van doen.

A particular friend, Een byzonder vriend.

ders van een Schip, zie Part-That's one of his particulas ways,

ner.

Partenerthip, Maatschap, maatschapPy, deelgenootschap, Compagnie, zie Partnership. PARTER, Een fcheider, deeler. A parter of difference, Een beflechter van verfcbil, goe-man. A parter of gold, Een goudfcbei. der, goudzuiveraar. PARTERRE, Een bloemperk. PARTIAL, Zydig, eenzydig, -partydig.

He is a little too partial, Hy is wat al te eensydig.

Dat is één van zyne eigenzinnigbeden.

le miffed in that particular, Hy wifle in dat punt.

A particular of one's eftate, Een opftel van iemands middelen. To inftance in particulars, or to infift upon particulars, Op alle de byzonderheden staan blyven, zeer omftandig in zyn verbaalen

zyn.

The particulars, (or writings) of a cafe, De stukken of papieren van een rechtsgeding.

A parting fealt, Een fcheid-maal.

The parting cup, Het glaasje van affcheid. PARTISAN, zie Partizan. PARTITION, Een verdeeling, middelfcbot.

A

The rule of partion, De régel van verdeeling.

An equal partition of land, Een gelyke verdeeling van land. To hold by one title, without partition, Gemeen en onverdeeld bouden.

A partition, (to divide one room into two) Een befcbot, middel fcbot om een kamer in tween te verdeelen.

partition-wall, Een fcheids-muur,

gemeene muur.

PARTIZAN, Zeker flach van een

bellebaard, Partizaan. Partizan, (or favourer) Een be gunftiger, Patroon.

The partizans of the houfe of Orange, De begunstigers, voor flanders van 't huis van Oranje. Every one has his partizans and antagonists, Ieder een beeft sys begunstigers en tegenstanders, zyne vrienden en vyanden. Partizan (a leader of a party in war) Een partyganger. The partizan Meyer made him felf famous in the late war, D: partyganger Meyer beeft zichin den laatften oorlog berucht g maakt. ‡PART

[blocks in formation]

Partner of one's bed, Bedgenoot, byflaap, vrouw.

Partner in dancing, Dans mak ker, dansgenoot.

To be a lady's partner, Een juffer ten dans leiden, met baar dan fen.

He has been my partner the whole night, Hy is den gantfche nagt myn oppaller geweeft, Hy beeft de gebeele nagt met my gedanft.

The partners of a fhip, De Reeders van een fchip. One's partner in trade, Iemands Companjon in de Koopbandel.

Partners at cards, Maats, makkers, in't Kaartspel. We must cut for partners, Wy moeten omleggen wie maats

zyn.

Mifs T, is my partner, Juffrouw

T, is myn bulp.

A. In fatfoendelyke gezelfchappen in Holland gebruikt men het Franfch woord Aide, en zegt Juffrouw T is myn Aide. Partners, Klampen of wangen om de maft in een fcbip te doen vast ftaan. Partnership, Deelgenootschap, Compagniefchap.

To enter into partnership, Een Compagniefchap aangaan. PARTOOK, (Imp. Tenfe of the verbto partake but feldom used, instead of it the word Shared is generally ufed) als; We all partook of his generofity, Wy deelden allen in zyn edelmoedigbeid, wy badden 'er ieder ons deel van. PARTRIDGE, Een veldboen, patrys.

A covey of partridges, Een trop (of vlugt) patryzen. #PARTURIENT, In arbeid zynde, gereed om te baaren. Parturition, Voortbrenging. PARTY, Een aanbang, gezindbeid,

party.

He is imbued with the principles of that party, Hy heeft de grondregels van die gezindheid inge200gen.

To draw one to one's party, Iemand in zyn belang overbaalen.

To make one's felf a party in a thing, Een party kiezen, een zaak verdedigen.

This are the conditions fworn to by both parties, Dit zyn de voorwaarden die beide partyën bezwooren hebben.

We are too much parties in that bufiness, Wy zyn al te veel ver deeld in die zaak, wy hebben'er allen te veel belang in. The discontented party, De misnoegde party.

Party, (or perfon) Perfoon. Party, (one that is at law with another) Party.

I propofed a mediation of umpires but my party won't hear of it, Ik ftelde een bemiddeling van goe-mannen voor, maar myn party wil 'er niet van booren. Party, (or fet of company) Party, gezelfchap

I was always of the party, Ik ben altyd van de party, van bet ge. zelfchap geweeft.

Party, (or caufe) Stuk, zaak. Party, (a term of heraldry) Gefcheiden, gedeeld.

Enquire firft whether the party concerned be fatisfied with it, Verneem eerft, of de perfoon dien 't aangaat daar mede te vreede is.

He made his party good, Hy maakte zyn fluk goed, by bieldt zyn stuk staande.

To go upon a party, Op party uitgaan, (als de Soldaaten.) Party-coloured, Van verfcheidenerley koleur, bont.

[ocr errors][merged small]
[blocks in formation]

It came to pass as I wished, Het viel zo uit als ik wenfchte. To bring to pass, Doen gefcbie.

den, te pas brengen.

To grant a pafs, Doortogt vergunnen.

To demand or to get a pass, Een vrye reis brief verzoeken of kry. gen.

He could not get a pass, Hy kon geen pas krygen.

I have a pass, Ik beh een pas. I am at a fine pafs, Het ziet 'er fraai met my uit, ik zit er mooi toe te kyken

The

The bufinefs is at the fame pafs, De zaak is nog in dezelfde faat.

There's never a país, Daar is in 't gebeel geen ruimte om door te gaan, geen doortogt. I was brought to that pals that I was forced to do it, Ik was tot dien ftaat gebragt, dat ik genoodzaakt was bet te doen. Things are come to that pass, that there is no likelyhood of peace at prefent, De zaaken zyn tot dien ftaat gekomen, dat 'er tegenwoordig geen fchynbaar. beid van vreede is.

To be wel to pals, In een goede gelegenbeid zitten, gezond

[blocks in formation]

To pas a fevere teft, Een zwaare beproeving doorflaan. To pas a ball, or to brickol at tennis, Een bal in de kaatsbaan met de weerom-fluit voorby faan.

To pofs or furprefs one, Iemand overtreffen.

2

To pafs a compliment apon one, Iemand een compliment maaken. To país a jeer upon one, Iemand befcbimpen.

To país one's word for one, Zyn woord voor iemand geeven. To pafs mufter, De monstering paljeeren.

To pass a trick upon one, Iemand een poets Speelen. To país one's approbation upon a thing, Een ding goedkeuren. I'll tell you what paffes, Ik zal u zeggen wat 'er omgaat. The thing paffed thus, De zaak viel dus voor.

Oaths pafs fome times between the greatest friends, De befte vrienden beginnen wel eens te vloeken.

te boven gaan, doorbrengen, pas-There paffed fome hard words

feeren.

To pass away one's right, Van syn recht afftaan.

betwixt them, Daar vielen eenige barde woorden tuffchen

bun voor.

To pals by, Voorbygaan, over-'To come to país, Gebeuren.

flaan.

To país back, To rug komen, wé

der komen.

To país on, Voortgaan.

From whence it comes to pafs, Waar door bet gebeurt.

To bring a thing to pass, Een zaak doen doorgaan.

To pals over a bridge, Over een To be well to pafs, Ryk zyn,

brug gaan.

welvaaren.

To país over without mentio-To let pafs, (to omit) Voorby ning, Stilzwygende voorby

[blocks in formation]

laaten gaan, verzuimen.

To let pafs, (not to take notice of) Ongemērkt laaten doorgaan.

To pas the bounds, De paalen te buiten gaan.

It paffes my skill, 't gaat myn verstand te boven.

He paffes his master in wisdom,

[blocks in formation]

As I pafs along, In 't voorbygaan. in paffant.

To pafs by injuries, Beledigin gen vergeeten.

To pafs OVER a word in reading, In 't leezen een woord overnaan.

To pals over a business flightly, Los over een zaak been loopen. To pass a thing over, (or to for. get it) Iets vergeeten. Thefe things being paft over, (or defpatched) Ďeeze zaaken afgedaan zynde.

To país FOR, (to be reputed) Voor doorgaan, de naam bes ben,

He paffes for a very learned man, Hy gaat voor een zeer geleerd man door, by beeft de naam van een zeer geleerd man te zyn, by wordt voor zeer geleerd gebou den.

While that paffed ox, Terwyl dat voorviel.

I have faid nothing, but what paffed ABOUT in common difcourfe, Ik heb niets gezegd, als bet geen in een gemeen gefprek voorvalt.

To let a crime país unpunished, Een misdaad ongestraft lasten doorgaan.

To let a fervice país unrewarded, Een dienft onbeloond laaten. They pals their time in pleafu re, Zy verflyten bunnen tyd in

vermaak.

To pass the winter in the town,

and the fummer in the country, Den winter in de Stad, en den zomer op 't Land overbrengen.

We paired the rest of the night

without fear, Wy bragten bet overige van den nacht zonder vreeze door.

Hy gaat zynen meefter in wys-To pafs a bill, Een opftel (in't

beid te boven.

[blocks in formation]

Parlement) goedkeuren en toeftaan; zulks dat dan de Ko. ninglyke toeftemming daarop verzocht wordt, om het tot een wet te maaken. To pals his verdict, Zyn gevoe len ingeeven.

To país one's word for one, Zys

woord voor iemand
iemand borg ftaan,

geeven,

[ocr errors]

To

To pafs one's hand, Zyne band
onder zetten, ondertekenen.
To pass a reflexion upon one,
Iemand doorftryken, iemand een
fcbraap geeven.

To pass sentence upon one, Von-
nis over iemand vellen, vonnis
over iemand uitspreeken.
To país along the ftreet, Langs
de straat gaan.

Pafs par tout, Een algemeene fleutel, die verfcheide flooten van een buis of vertrek, kan openen. Paffable, Doorganklyk, infcbikkelyk, middelmaatig, fchappelyk. Money that is paffable, Gangbaar geld.

He writes a paffable hand, Hy fcbryft een tamelyke band. That road is not paffable, Dien weg is niet bruikbaar. PASSADE, Een aalmoes aan een pasfagier gegeeven.

Paffade, (the manage of a horfe backward and forward) De beftiering van een paerd agter uit en voor uit.

PASSAGE, Een doortogt, doorgang. There is no paffage, Daar is geen doorgang.

The paffage is free, De doortogt

is vry.

To difpute the paffage, Den doortogt betwisten, om den doortogt vechten.

Paffage, (the fare for paffing)
Vracht.

To pay for his paffage, Zyne
vracht betaalen.

Paffage, (a going from one place to another) Reis, overtocht.

We had an eafy paffage, Wy badden een gemaklyke reis. The winds being fair, the tranfports made their paffage, De winden gunftig zynde deeden de transport-fcbépen een gelukkige overtocht.

Paflage, (the liberty of paffing) Vrye doortocht. Paffage, (a place in a book or difcourfe) Een paffagie, een plaats in een boek of reden. I met with a very dark paffage in his book, Ik vond in zyn boek een zeer duiftere plaats. Note that paffage, Merk die plaats

aan.

I found feverall fuch paffages in the Bible, Ik beb verjcbeiI. DEEL.

dene zulke spreuken in den Bybel gevonden.

He told me a very pretty paffage, Hy verbaalde my een zeer aardig voorval.

[ocr errors]

Birds of paffage, Trèk vogels. The wood pigeons, fwallows, qualls and other birds of paf fage, De ringel-duiven, zwaluwen, kwartels en andere trěk vogels.

The paffage (or pipe) of the
urine, De pis-leider.
Paffage, (an event, a tranfac
tion) Een voorval, bedryf,
[BOYER.]

Aftreet that has no paffage out,
Een ftraat die dood loopt, die
maar één opening beeft.
The paffage of the children of
Ifrael through the red-fea, De
doortocht der kinderen Ifraëls door
de roode zee.

Paffage, (a game with three di

ce) Paffedix, een dobbel fpël. The paffage of the breath, De doortocht des adems. Paffage-boat, Een veerfchuit, veerSchip, pont.

Paffage-mony, Veer-geld, vracht, paffagie-geld.

Paffed, Doorgetrokken, doorgegaan,

doorgereisd, te boven gegaan, doorgebragt, gepafeerd. Before ten days were paffed, Eer tien dagen voorby waren. Paffed over, Overgegaan, voorby gepalfeerd.

I paffed, Ik paffeerde, ik heb doorgegaan.

He has paffed his account, Hy beeft zyne rekening ingegee

[blocks in formation]
[blocks in formation]

Paffing away, Voorbygaande. A paffing (or excellent) beauty, Een voortreffelyke fchoonbeid. Paffing valiant, Zeer dapper. Paffing well, Uitfleekend wel. The paffing-bell, De doodklok. PASSION, Hartstogt, drift. An unruly paffion, Een ongeregel de bartstogt.

To give himself over to his pasfions, Zich aan zyne driften overgeeven.

He is led away by his paffions,

Hy wordt door zyne driften vervoerd.

He acts with paffion, Hy doet

bet met een ingenomenbeid, by
draagt zich eenzydig.
Paffion, (ftrong inclination) Ge
negenbeid, Liefde.

He knows the paffion of the peo-
ple with whom he deals, Hy
kent de genegenbeid van bet volk
daar by mede te doen heeft.
He has a great paffion for her,
Hy beeft een groote genegenbeid
voor baar.

Paffion, (anger) Gramfcbap.
It did put him a paffion, Het
verrukte bem tot oploopendheid,
't vervoerde bem tot gramschap.
The iliak paffion, Darmkrim-
ping, kolyk.

Our Saviour's Paffion, Het Lyden onzes Zaligmaakers. Paffion-week, De goe-week, de week voor Paafche. PASSIONATE, Driftig, doldriftig, baaftig, oploopend, ingenomen, eenzydig, vervoerd. He is a paffionate man, Hy is een baaftig man, hy is zeer op· loopend.

A paffionate difcourfe, Een eenzydig gesprek, driftige reede. He ran out into many paffionate words, Hy voer uit in baaftige woorden.

To grow paffionate, Oploopend worden.

Paffionate, (full of love) Zeer verliefd.

Paffionately, Met een drift, vergramdelyk.

∞ Pas

« FöregåendeFortsätt »