voet.

PEECE, Een fluk, zie Piece. PEEK, Een pik, als; He has a peek against me, Hy beeft een pik op my. There is a peek between them, they are at variance, Daar is een kregelbeid tuffcben bun, zy peeper by the fea-fide, Een wacht-toren aan de zee. PEER, Gelyk, weergaa, Ryksraad.

kunnen malkander niet verdraagen.

I have no other peek of honour than, Ik bedoel geen andere eer, als...

to PEER or pique, (to vex, to fret) Steeken, tèrgen, belédi gen.

To peek one's felf on a thing, Ergens krégel, na-yverig over worden.

Peeked, or piqued, Getërgd, belédigd.

PEEL., Een fcbootel, een houte schop

daar de Bakkers 't brood mee in de oven fchieten. PEEL, (paring) De fcbil, baft. The peel of an onion, Een uijen fcbil.

An orange peel, Een oranje fcbil. Peels of barley, Baften van garst. to PEEL, Schillen, pellen.

To peel a with, Een teen

len.

een

The peers of the realm, de Ryks raaden.

A. Deeze zyn in Engeland de geenen die in 't Hoogerhuis des Parlements zitten, naamelyk, de Aartsbiffchoppen, Billchoppen, Hertogen, Markgraaven, Graaven, Burggraaven, en Baronnen, of Vrybeeren.

He was tried by his peers, Hy wierd te recht gefteld of geoordeeld door zyns gelyken, of, door Ryksraaden.

a PEER, Een baven-muur, of fteene beer.

to PEER out, Uitmunten, fteeken.

uic.

To peer upon a thing, Ergens op fter oogen, op gluuren. fcbil-PEERAGE, De waardigheid van Ryksraad, geld tot onder

To peel almonds, Amandelen pel

bouding van den bavenmuur. PEERESS, De vrouw van eenen Ryksraad.

Peerless, Zonder weergaa, gaade

loos.

A peg to put to a broach'd vefsel, Een zwikje.

To come a peg or two lower, Wat aan de band komen, wut gemakkelyker worden, wat van zyn recht afftaan.

to PEG, or falten with pegs, Met pennen vast maaken. Pegged, Met pennen vast geslaagen.

3

The heel of that fhoe is not well

pegg'd, De polvey van die fchoen is niet wel met pennen voorzien. Pegging, Vafthechting met pennen. PEI.

PEITREL, De borftriem van een paerd.

PEL. PELAGIANS, (a fort of hereticks) Pelagianen, eerfte voorstanders van de vrye wil. PELF, Prullen, flechte goederen. Men gebruikt dit woord als men verachtelyk van goederen fpreekt.

PELICAN, Een pellikaan, zékere vogel.

Pelican, (a chymical veffel) Pellikaan, een zéker vat der fcheikunde.

Pelican, (a tooth drawer's tool)

Pellikaan, zeker inftrument van een Kieze-trekker.

A pellet of pafte, Een balletje van deeg.

Pellets for a gun, Proppen voor gefcbut. PELLICLE, Een velletje, vliesje. PELLITORY, Glaskruid. PELL-MELL, Onder malkander, rompslomp.

Pell-mell, (Subft.) een Malibaan. PELLUCID, Doorfcbynend, klaar. PELONGS, Pélangs of pelings, zékere Chineesfe ftoffen.

|PELT, Een vēl, vacht.

A fheeps pelt, Een schaaps vėl, Schaapen vacht. Pelt-monger, Velleblooter, zeembe

reider.

Pelt-monger, Een vellekooper.
Pelt-wool, Wol die van 't vel van

een dood fcbaap is afgefneeden. PELT, (a skin without the wool) Zeemleer, vel zonder wol. Pelt, (a target of skins like a half moon) Een leere jcbild, in de gedaante van een baive maan. to PELT, Aanranjen, aanvallen, gooijen, koegelen. Pelted, Aangeranft, gegooid, gekoegeld.

They pelted us with their fmall fhot as we croff'd the river, Zy fcbooten met bagel op ons toen wy over de rivier trokken. To pel- one with libels, Iemand met Schimpfchriften zyn eer be

PEN, Een fchryfpën.

To make, or cut a pen, Een pên
Snyden.

To fet pen to paper, Pën op 't
papier zetten, schryven.

A good or bad pen, Een goede, of flechte pën.

A pen that writes too big or too finall, Een pën die te grof of te fyn fchryft.

*Pen and ink is wit's plough,

Pën en inkt is de ploeg des
vernufts, [SEWEL.]
Give me pen and ink, Geef my
pën en inkt.

A pen, or a pen man, (one
that writes well or ill) Een
Schryver, een die wel of flecht
Jcbryft.

A pen, (a writer or author) Een
Autheur, een die boeken fcbryft.
He is an excellent pen, Het is
een uitmuntend fchryver, of Au-
theur.

to

A pen full of ink, Een pen vol
inkts.

A pen cafe, Een pennekoker.
A pen knife, Een penne mes.
A pen, (or coop) Een boender.
bök.

A pen for fheep, Plaats daar de fchaapen weiden. [BOYER.] PEN, Schryven, in gefchrifte ftel len, befchrysen.

To pen it well, Wel Schryven, wel opstellen.

To pen an harpficord, Een kla vecimbaal met pennetjes, scbagjes voorzien.

To pen (or coop) UP, Opfluiten, van gevogelte fpreekende. To pen up fheep, Schaapen in een perk opfluiten, in een kory fluiten.

PENAL, Straf opleggend. The penal laws against the disfenters are repealed, De ftraf. wetten tégen die van een andere gezindheid zyn ingetrokken. Penalty, Eene boete, straffe. To impofe a penalty upon one, Iemand een boete opleggen. PENANCE, Boete, boetdoening, tuchtiging.

PENATES, (houshold gods) Huisgoden..

PENCE, Het meervoudig van Pen Stuivers.

ny,

Two pence, Twee ftuivers.
Three pence, Drie ftuivers.
Three half pence, Drie groot.
Two pence half penny, Ěen fto
ter, vyf groot.
PENCIL, Een penfeel.

A painter's pencil, Een fchilders
penfeel, of een verf kwast.
A pencil, Een potloots pen.
To write with a pencil, Met een
potloot Schryven.

Pencil-cloth, or rag, Vodden,
lompen.

Pencil cafe, Penfeel-koker, potlootkoker.

PENDANT, (in a fhip) Een wim· pel. PENDANTS, (for the ears) OorStrikken, pendanten. PENDENT, Hangende. Pendent, (a fupporter of ftone in a building) Een fteen-ftutfel in een gebouw. PENDILOCHE, (a piece of cry ftal, cut like a pear) Pandelek, oorpendant van Coriftal. -PENDING, Hangende, pendant

-

A

A pendulum-watch, Een flingeruurwerk.

Pendulum, er pendulum clock, Een ftaand borlogie. PENETH, dus fpreekt men uit penny-worth, Goed koop, zie Penny-worth. PENETRABILITY, Doordringendbeid.

Penetrable, Doordringbaar, door grondelyk. PENETRANT, (or piercing) Doordringend.

It is a fharp and penetrant cold, Het is een fcherpe en doordringende koude.

Salt is cauftick and penetrant, Het zout is inbytend, en doordringend.

A penetrant (or penetrating) fpirit, Een doordringende geeft, Jebrander vernuft.

to PENETRATE, Doordringen, doorgronden, doorbooren.

I cannot penetrate (or dive) into the mystery, Ik kan bet gebeim niet doorgronden.

To penetrate with love, Liefde

inboezemen.

Penetrated, Doordrongen, doorboord, doorgrond.

Penetrating, Doorgronding, doorgrondende. Penetration, Doordringing, zie Penetrating.

Penetration, (or fagacity) Scbranderbeid, vernuft. PENETRATIVE, Doordringende. PENINSULE, Een half eiland, klein eiland, kaap. PENISTONS, Een foort van gröf laken.

PENITENCE, Boetvaardigheid, be. Touw, leedweezen.

To do penitence, for one's fin, Berouw, boetvaardigheid, leedweezen toonen over zyne zonden, boete doen.

Penitence is one of the feven Sacraments of the Roman church, De boetdoening, penitenfie, is een van de zeven Sacramenten der Roomfche Kerk.

I. DEEL.

What a penitence does futh a fin require? Wat eene boetvaardigbeid word 'er niet voor zulk eene zonde vereischt.

A. Béter zegt men Penance of Pennance.

Penitent, Boetvaardig, berouw toonend.

To be penitent, Boetvaardig zyn, berouw, bebben. Penitential, Dat tot boete of berouw beboort.

Penitential-pfalms, Boet-pfalmen. PENITENTIAL, Subft. (the book

which direct priests in enjoyning penance) Een boek 't welk de priefters leert welke penitentien zy moeten opleggen. Penitentiary, Een biechtvader, als méde een biechtplaats of biechtftoel.

Penitently, Boetvaardiglyk.
PENN, Een pen, fcbryfpen, zie

Pen.

PENNANCE, Boetdoening, boete,
Straffe.

To impofe pennance, Boetdoe-
ning (of straffe) opleggen.
To do pennance for his fins,

Boete doen over zyne zonden. PENNANT, De leng daar men

t'fcheep iets zwaars mee opbyft. PENNED, In gefcbrifte gefteld, befchreeven.

The letter was very ill penned,

De brief was zeer kwaalyk ingefteld, of bewoord.

PENNING, Schryvende, gefchryf. PENNY, Een penning, een fluiver,

Twaalf daar van maaken een Engelfche fchelling, die om itrent elf ftuivers bedraagt. *That penny is well spent that

faves a groat, Die een ftuiver uitgeeft om een dubbeltje te beSpaaren, besteedt zyn geld niet kwaalyk.

* A penny faved is a penny got, 't Geen men bespaart is allereerst

To pay the hundredth penny,
De bonderdfte penning betaalen.
A penny weight, Het gewigt van

een penning, 34 greinen.
A half penny, Een balve ftuiver.
A penny half penny, Drie groot.
Three pence half penny, Een
reaal.

A penny-worth, Voor een ftuiver,
de waardy van een ftuiver. Dit
wordt heel kort als een woord
uitgefprooken, aldus Penneth,
als;

Fetch me a penneth of apples,
Haal my voor een Stuiver aan
appelen.

A good penny-worth, Goed koop.
To fell a penny-worth, Goed koop
verkoopen.

To buy a good penneth, Voor
een prysje koopen.

I had a penny-worth for it, Ik
bad 'er een koopje aan.
I cannot buy fuch a penny-worth,
Ik kan zulke koopjes niet doen,
ik kan zo goed koop niet koopen.
Pennylefs, Geldeloos.

A penny-father, Een oude vrčk die 't geld opftapelt en bespaart. Penny-white, Zo wit als zilver, dit word alleen in 't volgende fpreekwoord gebruikt; *Gold makes a woman pennywhite, 't Goud maakt een vrouw Jcboon, deugdzaam, eerlyk, goed, enz.

God's penny, Een Gods penning,
[LITTLETON.]

An earnest penny, zie het voo◄
rige woord.

the PENNY-POST, De ftuivers post.

A. Een geryf binnen Londen ('t

welk met zyne Buiten-ftad gehouden wordt derde half uur gaans lang en een uur gaans breed te zyn) waar door men op alle uuren van den dag brieven, of pakjes die niet boven een pond weegen, aan alle hoeken van de Stad en Buitenftad voor een ftuiver kan beftëld krygen; zynde tot dien einde in alle wyken huizen om dezelve af te geeven, van waar ze op een geftelde plaats by malkanderen gebragt, en van daar, elk op zyn befcheiden oord, befteld worden. Daar en boven strekt deeze Poftery zich ook uit, tien Engelfche

my.

Penny-rot. PENON, Een vaantje of wimpel, alleen op Oorlog-schépen en Konings-jagten gebruikelyk. PENSIL, Een penfeel, zie Pencil. + PENSILE, Hangende." PENSION, Faargeld, jaarloon, wedde.

Penfion, (or boarding) Köftgang, köftgeld.

Penfions in the inns of court, (certain annual payments of each member of the house) Een zeker jaargëld dat ieder lit van de genootschappen der rechtsgeleerden betaalt.

The penfion of gray's inn, (that which is called council in Lincoln's inn, and parliament in the two temples) De raad van bet rechtshof Gray's Inn ge

naamd.

bet buis.

Penthoufe, (or mantlet ufed. in fieges) Manteling, Stormdak gevaarte van zwaare beslagen planken op rollen daar men agter of onder fcbuilt, in 't naderen naar een muur die men ondergraaven, ondermynen wil.

Penthoufe of a fteeple, Het klokbuis, de galm-gaten van een too

naar.

The King's penfioners, Des Ko

nings Lyfwachten van staat, beftaande uit Adelborsten. to PENSITATE, Overleggen, bepeinzen, wikken en weegen. PENSIVE, Peinzend, peinsachtig, beducht, bedrukt, zwaarmoedig, Suf.

Penfively, In een peinsachtige ftand, bedruktelyk.

Penfiveness, Peinsachtigbeid, bedrukt

beid, zwaarmoedigheid, fufbeid. PENT up, Beflooten, opgeflooten. Pent up in a narrow room, In een klein vertrek beslooten. PENTAGONE, Een vyfboek. Pentagonal, Vyfboekig. PENTAMETER, (a fort of Latin

verfe) Vyfvoetig vers. PENTATEUCH, De vyf boeken van Mozes. PENTECOST, Het Pinkster-feeft, Pinkster.

Pentecostals, Pinkster-giften, Pinkfter offeranden.

1

me graauw, de onweetende boop. There was abundance of people, Daar was zeer veel volks. There is a world of people in that city, Daar is een bystere (of ontelbaare) ménigte völks in die Stad.

The clergy and the people, De geeftelykbeid en bet völk.

They are good people, Het is goed völk, bet zyn goede menjcben.

They are an ill fort of people, 't Is een kwaadaardig völk. Full of people, Vol völks.." I met with a great many, with abundance, with a power of people, Ik ontmoete een groot aantal van menfchen And there followed him a great company of people, and of women, which also bewailed and lamented him, Ende een groote, menigte van völk en van, vrouwen volgde bem; welke ook weenden en bem beklaagden, Lük. XXIII. vs. 27.

to PEOPLE à country, Een landt bevölken.

Peopled, Bevölkt.

The country begins to be peopled, Het land begint bevö.ks te worden. Peopling, Bevolking. 3. PEP.

PEPPER, Péper.

White, black, or long pepper,
Witte, zwarte of lange peper.
Whole pepper, Heele peper.
Beaten pepper, Gestooten peper.
To feafon with pepper, Met pé-
per beftrooijen, doorpeperen.

To take pepper in the nofe, ++ Vuurvatten, kwaad worden. Wall pepper, (a plant) Huislook. Pepper of the mount, Bergpeper, kellerbals, Mezereon.

The pepper-plant, Peperboom. Pepper-wort, Brafiliaanfche péper. Pepper-proof, Die de proef van pé

per kan uitstaan, die geen kwaad van pokken onder de leden beeft. Pepper-box, Een péperdoosje. to PEPPER, Peperen.

To take pepper in the nose, Vuurvatten, gram worden, Peppered, Gepeperd.

This meat is too much peppered, Deeze koft is al te beet gepeperd.

PEPTICK, Dienftig om de kooking Peppering, Pépering, péperende. of verteering in de maag te be vorderen.

PER. PER, (a prepofition borrowed from the Latin, and used in stead of by) Met, by 't, door, uit, per.

Per force, Met geweld, door dwang, uit nood.

Per annum, By 't jaar, jaarlykset. PERACUTE, Zeer fcberp, zeer PERADVENTURE, Bygeval, misfcbien. Without peradventure, (without queftion, undoubtedly) Onge twyffeld, zonder mifcbienen. And he faid, oh let not the Lord be angry, and I will fpeak but this once: peradventure ten fhall be found there, and he faid, I will not deftroy it for ten 's fake, Gen. XVIII. vs. 32. Nog zeide by; dat doch de Heere niet en ontfleeke, dat

1