RETROSPECT. Terugzie- wetten gegeeven waren. to RETROSPECT, Terug zien. RETRUSE, Verboolen, verborgen. RETURN, (or coming back) Te rugkoming, wederkeering. Return, (or answer) Antwoord. There is no return from the gra ve, Uit het graf kan men niet wederkeeren. I will call at my' return, Als ik febap. Return, (or acknowledgment) Erkentenille. I could do no lefs in return of He made no return to what I A return (or remitment) of mo- I made him a fharp return, (I to RETURN, (or come back) We derkeeren, terugkomen. When will he return? Wanneer zal by weerom komen? He return'd at length to a fenfe of his duty, Hy keerde ein To return or remit a fum of money, Eene fomme gelds terug geeven. to one, Iemand eene fomme gelds terug doen geeven, ter band doen Stellen. Returned, Wedergekeerd, weerge komen. Returning, Wederkeering, derkeerende. REV. -- to To revenge an affront, Een belédiging wreeken. Don Quevedo, in English, revenges him upon all his enemies, Don Quevedo, in 't Engelfch, wreekt zig van alle zyne vyan den. [BOYER.] Revenged, Gewroken. I'll be revenged of him, Ik wil Revengefull, Wraakzugtig. kende. REVENUE, Inkomst. to He has great revenues, Hy beeft groote inkomften. The publick revenues, De openbaare inkomften. REVERBERATE, (to strike, reflect, or beat back again) Weerom flaan, Schimpen, too ten. To reverberate, (a chymical term, or to calcine bodies by an actual fire) Het tot ftof verbranden der lichaamen in de scheidkonft. Reverberate, als; Reverberate fire, Een weeromftuitend vuur. Reverberated, Afgeftuit. Reverberation, Weerfchyn, weerfluiting van 't licht. A chymical reverberation, Een verbranding tot ftof. REVERBERIUM Fornuis der REVERBITORY, stoffcbeiders. to to REVERENCE, Eeren, ontzien, eer bewyzen. Reverenced, Geëerd, ontzien. Reverencer, Eerbiediger. Reverencing, Eerbiediging, eerbiedigende. Reverend, Eerwaardig, geducht. Right reverend, moft reverend, (proper titles, the first to Bifhops, the fecond to the Archbishop) Zeer eerwaarde, aller. eerwaardigste, tytels van een Bifchop en Aarts-bifjcbop. Reverent, Eerbiedig. Reverential, Ontzaglyk. To have a reverential regard to the authority of the church, Een eerbiedige achting voor bet gezach der kerk bebben. Reverently, Eerbiediglyk, met eerbiedigheid. REVERIES, Raaskalleryen. REVERSAL, (the annulling of a decree or fentence) De vernietiging van een plakaat, of von nis. REVERSE. De omgekeerde zyde, de verkeerde (of averechtse) zy, een averecbtfe flag, de rug. The reverfe of a medal, Derug van een gedenkpenning. The reverfe, (oppofite, or contrary) Het tegendeel. He is the reverfe of his brother, Hy is vlak bet tegendeel van zynen broeder. to REVERSE, Omkeeren, vernietigen. To reverse laws, Wetten vernietigen. Reverfed, Omgekeerd, vernietigd. Reversed, (in heraldry) Omgekeerd. Reversible, (to be reverfed) Vernietigbaar. Reverfion, Omkeering; - weder vervalling van eenig bezit op den voorigen eigenaar of zyne erven. The reverfion of an office, De wegfcbenking van een ampt tégens dat bet zal komen open te vallen, als; The King has granted him the reverfion of his place for his fon, De Koning beeft aan bem vergund, dat zyn zoon na bem bet ampt zal hebben. to REVERT, Wederkeeren. She unwilling parts, and oft reverts her eye, Zy fcheidt onwillig, en keert baar boofd dikwils om. Reverted, Wedergekeerd. Revertible, Omkeerlyk, dat omgekeerd kan worden. Revertible, Een toekeer, eene plaats om zich toe te keeren, eene wyk. REVESTIARY, De plaats in cene Kerk, alwaar de kleederen tot dezelve beboorende bewaard worden. REVESTRY, To revife a piece of work, (to look it over again, in order to mend it, to lick it over again) Een stuks werk overzien,befcba ven, polyften. Revifed, Nagezien, overgezien, na. geleezen. Revifer, Een naziener, naleezer. Revifer, (an officer in the court of Rome) Overziener, een Amp. tenaar aan 't bof van Rome. Revifing, Overziening. Revifion, Wederoverziening. to REVISIT, Wederom bezoeken. REVISITATION, Een tweede bezoek. REVIVAL, Verleevendiging. to REVIVE, Doen berleeven, wéder bekomen, verquikken, vernieu wen, weeropwekken. To revive the true fpirit of Chrif tianity, De waare geeft van bet Christendom doen berleeven. To revive the memory of great men, De nagedagtenis van groo te mannen verlevendigen. It has revived me quite, Dat beeft my gantfcb verfrischt. To revive an old quarrel, En oud krakeel vernieuwen. You can scarce revive me into a fmile, Gy kunt my bezwaar lyk een vriendelyk gezigt doen zetten. To revive, (to come to life again, to recover) Weder let vendig worden, berftellen. He begins to revive, Hy begint te berleeven, te béteren. He foon revived out of his le thargy, Hy rees schielyk uit zyn faapzucht op. If trade begun to revive, Indien de koophandel begon te berleeven, of weer op te wakkeren. Revived, Weer bekomen, weer opgekomen, verquikt, weer opge wekt. Riviver, Verlevendiger. Riviver, als; A bill of riviver, Vernieuwing van een pleit in de Kaufelery, in geval een van de partyen is komen te overlyden ter 't recht geweezen was. to RHEUBARB, zie Rhubarb. Rhinoceros, zéker onguur beeft. RHOMB, (a fea-term) Streek van 't Compas, zie Rumb. RHOMB, (a figure of equal fides, whofe oppofite angles are alfo equal) Een Ruit. Een gelykzydige figuur welker tegenoverftaande boeken even groot zyn. RHOMBOIDAL, (belonging to rhomboides) Geruit, ruit-achtig, dat tot een ruit beboort. Rhomboides, (a romb, whereof two fides are longer than the other two) Een figuur waar van de twee zyden langer zyn als de twee anderen, een langwerpige ruit. Rhomboides, (a muscle in the fhoulder blade) Een Spier, of Atrekker in bet fcbouder-blad. RHU. RHUBARB, Rhabarber... kingen, of koude gequeld zyn. Rhumatifm, (a diftemper) Groste verkoudbeid, Scherpe zinking op eenig gedeelte van bet libaam. KHUME, (a defluxion of humour from the head, upon the parts beneath)Verkoudheid door scherpbeden uit de berfenen ontstaan. RHY. Spare ribbs, Varkens ribbetjes. The ribbs of a fhip, De inbouten van een schip. RIBALDRY, RIBAULDRY, Hoerery. Ribaldry, (lewd or licentious talking) Bordeel-taal, vuile, onreine, fchandelyke rédeneu. RIBAULD, Een boef, fielt, rabout. RIBBLE-RABBLE, Een gefnater, gerabbel, 't grøauw. Ribble-rabble, (ill or pitiful ftuff) Prullen, vodden, lorren, todden. RIBBLE-ROW, Reeks of fchakel van gebouwen. A long ribble-row, Een lange reeks van agter een volgende ka-The richness, (or copiousness) mers of vertrekken. RIBAN, RIBBON,} Een lint. A knot of ribbons, Een bos lin ten. To ty a riban, Een lint veft ftrikken. To unty a ribbon, Een lint los maaken. Trimmed with ribbons, Met linten opgefchikt. Ribbon-weaver, Een lint-weever. tto RIB-ROAST, De lendenen Smeeren, afroffen. RIC. RICE, Rys. He is very rich, Hy is zeer ryk. He is as rich as a newfhorn neet. A rich fortune, Een groot kapitaal. He married a rich fortune, Hy beeft een groot kapitaal bebuwlykt. Rich, (very precious, noble) Koftelyk, edel. A rich tapistry, Een koftelyk bebangfel. A rich ftone, Een kostbaare fteen. A rich banquet, Een prachtig bankët. Rich apparel, Koftelyk gewaad. Rich, (abounding with, plentiful) Overvloedig, vruchtbaar. Rich in virtues, Ryk in deugden, of overvloedig. of a language, De woordenrykbeid eener taal. RICK, Een boop, opper. A rick of corn, Een boop koorns. RICKETS, De Engelfche ziekte, zé kere kwaal der kinderen, zyn de een loomheid en flapheid in de leden, zo dat de kinderen agter blyven, en niet opfchieten in de lengte. To have the rickets, De Engel. fche ziekte bebben. Rickery, zie Rickets. RID. RID, Vry, ontslagen. To get rid, Bevryd raaken, ontflagen worden. to At laft I got rid of him, Ik raakte eindelyk van bem ontflagen; ik loosde bem ten laatften. How shall we get rid of the troubles? Hoe zullen wy ons van die moeijelykbéden ontloan? To get rid of a diftemper, Van eene kwaal afraaken, daar van bevryd worden. RID, Bevryden, ontslaan, redden. To rid one of all his troubles, Iemand van alle zyne moeijelykbéden ontflaan. To rid one's felf of all one's ca res, Zich van alle zorg ontflaan. To rid one's felf of one's com pany, Zich van zyn gezelschap ontslaan, ontdoen. To rid one's felf of a troublefo me bufinefs, Zich van een moeijelyke bezigheid ontdoen: To rid one of his money, Ie mand zyn geld af bandig maaken. He rids no ground, Hy legt geen weg af, by maakt geen voortgang. Rid from, Van ontflagen, van bevryd. I rid, [van to Ride] Ik reed. Riddance, Redding, bevryding. To make a clear riddance, (whe re there is a confufion) Een plaats opruimen, in order fcbikken.. I made at laft a good riddance of it, Ik raakte 'er eindelyk wel af If all fuch knaves were hang'd 't would be a good riddance, Als al die Schelmen gebangen wierden, zou bet veel ruimte geeven. To make a quick riddance of his wares, Zyne waaren luftig doorflaan; zyne waaren met baaft afzetten. Ridden, Gereeden. Prieft-ridden, Door de Priefters bereeden, d. i. gezwaaid en be. ftierd. RIDDLE, Een raadfel. A riddle, (or coal-fieve) Em kolen zeef. to RIDDLE coals, De afch wit de kolen ziften. Riddled, Gesift. Riddling, Zifting, ziftende. RIDE, (or riding on horse-back, or a coach) Rid, toertje paerd of in een koets, RIDE, Ryden, to leggen. op de reede To ride on horseback, Te pard ryden. To ride in a coach, In een karos (of koets) ryden. To ride about, Om-ryden. The hips ride at anchor, De To ride one, (to keep him un der) Iemand onder bouden. In Roman Catholick countries the Priests ride the people, (or the people are Priest-ridden) In de Roomfche landen bouden de Priefters bet volk onder den duim. To ride (or be born) upon mens fhoulders, Op de fchouders der menfcben gedragen worden. To ride, (or manage a horfe) Een paerd aanbrengen, in bet ryschool leeren. To ride the great horfe, Te paerd ftygen. To ride a horse with judgment, Een paerd met oordeel beftieren, wel ryden. To ride a free horse to death, (to abuse one's good nature) Iemands goed aardigheid mis bruiken, Rider, Een ryder, ruiter. The ridge of a houfe, De vorst A ridge-tile, Een vorft pan, om The ridge bone of the back, } Ridged, Geribd, gericheld. RIDGELING, Een dier dat balf gelubd, en maar een kloot uitgefnéden is. RIDICULE, Een belacblyk voorwerp. RIDGIL, To turn into ridicule, Op een 5-belacbelyke wyze voorstellen, in Spotterny veranderen. To turn one's felf into ridicule, Zich zelven belachlyk maaken. to RIDICULE, Belacblyk voorstellen, fpottelyk voordraagen, beSpotten, begekken. · a RIFF in the fail, Een reef in 't To ridicule one's felf, Met zich | RIFF, Een rif, een plaats, of reeks zelven den pot dryven. van klippen in zee. Ridicul'd, Begekt, belachlyk voorgedraagen. Ridiculing, Spotterny tende. Spot RIDICULOUS, Belachlyk, befpott telyk. A ridiculous man or woman, Een belacblyk man, een belachlyke vrouw. Ridiculously, Gekkelyk, op een belachlyke wyze. Ridiculousness Ridiculum, } Belacblykbeid. RIDING, Ryding, gery, ry. dende. zeil. to RIFF the fail, Het zeil réeven, een reef inbinden. Rif-raff, Wisje wasje. to RIFLE, Berooven, ontfteelen. To rifle the barrel of a piftol or gun, De loop van een pistool of fnapbaan met ftreepen Jcbuu Rifled, Beroofd. A rifled gun, Een gefcbuurde Rifler, Een beroover. To take a riding in a coach, Een A mock-riding, in publick de rifion of a man that has fuffe- A riding habit, Een Amazoone. A riding coat, Een ry-rok. A riding-cap, Een karpoes. die over 't hoofd en fchouders RIDINGS, De Oofter, Wefter en. RIE. RIE, Rogge. RIFE, Zeer gemeen, iets dat door gaans regeert, in zwang. The fmall pox were very rife in that year, De kinderpokjes regeerden zeer fterk dat jaar. The rain has been very rife this fummer, Daar is deeze Zomer overtollige régen gevallen. Rrrr 2 lo ven. RIG. Een paerd dat ten balven gelubd zynde echter nog een veulen geteeld beeft. Rig, tA tom-rig, (or wanton girl) Een dartel meisje.. RIG, Vermaak, Spel, pret, vrolyk beid. To rig about, Dartel en vrolyk zyn. Well rigged, Wel uitgedoft. to RIG a fhip, Een fchip met want en touw werk voorzien. To rig (or fit) out a fhip, Een fcbip uitruften. To rig and ramp, Huppelen, Rigged, Met touw werk voorzien. The rigging of a' fhip, Het want en touw werk van een schip. RIGATION; Bevogtiging, befprent ging. to RIGGLE about, Zich omwentelen zich wenden en keeren, enz. To riggle (or to infinuate) one's To riggle one into an affair, Iemand in cene zaak wikkelen. Riggling, Omwenteling, weeling. RIGHT, (in oppofition to left) Recht, intégenftelling van flinks." The right-hand, De rechterband. + To A |