Sidor som bilder
PDF
ePub

RETROSPECT.
RETROSPECTION,

Terugzie-
ning.
To have a retrospect upon fome-
thing, Ergens op terug zien,
een bedréve daad overdenken.
Human laws have no retrospect
upon crimes committed befo-
re thofe laws were enacted,
De menfchelyke wetten hebben
geen wederkeerig recht op misdaa
den die begaan zyn voor dat die

wetten gegeeven waren. to RETROSPECT, Terug zien. RETRUSE, Verboolen, verborgen. RETURN, (or coming back) Te

rugkoming, wederkeering. Return, (or answer) Antwoord. There is no return from the gra ve, Uit het graf kan men niet wederkeeren.

[blocks in formation]

I will call at my' return, Als ik
weerom kom zal ik aanspreeken.
It was a bafe return for all my
kindness, Het was een noo
de vergelding voor al myne vriend-To get a fum of money return'd

febap.

Return, (or acknowledgment)

Erkentenille.

I could do no lefs in return of
his civilites, Ik kon niet minder
doen in erkenteni je zyner be-
leefdbéden.

He made no return to what I
faid, Hy gaf geen befcheid op
't géne ik zeide.
Return in love, Wederliefde.
The return of Writs by Sheriffs
and Bayliffs, Een fcbriftelyk be-
fcbeid van Schouten en Baljuwen
noopende bet uitvoeren van bun-
nen last.

A return (or remitment) of mo-
ney Een weder betaaling van
een fomme gelds, remife.
Thofe merchandizes have yiel-
ded a quick return, Die koop-
manfchappen hebben spoedige re-
touren geleverd. -

I made him a fharp return, (I
paid him off, I fitted him)
Ik beb bem luftig in den baard
gevaaren.
If you strike them, they make
no return, Als men hun flaat,
flaan zy niet weer.

to RETURN, (or come back) We

derkeeren, terugkomen. When will he return? Wanneer zal by weerom komen?

He return'd at length to a fenfe of his duty, Hy keerde ein

To return or remit a fum of money, Eene fomme gelds terug geeven.

to one, Iemand eene fomme gelds terug doen geeven, ter band doen Stellen.

Returned, Wedergekeerd, weerge

komen. Returning, Wederkeering, derkeerende.

REV.

--

[ocr errors]
[blocks in formation]

to

To revenge an affront, Een belédiging wreeken.

Don Quevedo, in English, revenges him upon all his enemies, Don Quevedo, in 't Engelfch, wreekt zig van alle zyne vyan den. [BOYER.]

Revenged, Gewroken.

I'll be revenged of him, Ik wil
my aan bem wreeken.

Revengefull, Wraakzugtig.
Revengefully, Wraakzucbtiglyk.
Revengefullness, Wraakzugt, wraak-
zugtigheid.
Revenger, Wreeker.
Revenging, Wreeking, wree-

kende. REVENUE, Inkomst.

to

He has great revenues, Hy beeft groote inkomften. The publick revenues, De openbaare inkomften. REVERBERATE, (to strike, reflect, or beat back again) Weerom flaan, Schimpen, too

ten.

To reverberate, (a chymical term, or to calcine bodies by an actual fire) Het tot ftof verbranden der lichaamen in de scheidkonft.

Reverberate, als; Reverberate fire, Een weeromftuitend vuur. Reverberated, Afgeftuit. Reverberation, Weerfchyn, weerfluiting van 't licht. A chymical reverberation, Een verbranding tot ftof. REVERBERIUM Fornuis der REVERBITORY, stoffcbeiders.

to

[blocks in formation]

to REVERENCE, Eeren, ontzien,

eer bewyzen. Reverenced, Geëerd, ontzien. Reverencer, Eerbiediger. Reverencing, Eerbiediging, eerbiedigende. Reverend, Eerwaardig, geducht. Right reverend, moft reverend, (proper titles, the first to Bifhops, the fecond to the Archbishop) Zeer eerwaarde, aller. eerwaardigste, tytels van een Bifchop en Aarts-bifjcbop. Reverent, Eerbiedig. Reverential, Ontzaglyk.

To have a reverential regard to the authority of the church, Een eerbiedige achting voor bet gezach der kerk bebben. Reverently, Eerbiediglyk, met eerbiedigheid.

REVERIES, Raaskalleryen. REVERSAL, (the annulling of a

decree or fentence) De vernietiging van een plakaat, of von

nis.

REVERSE. De omgekeerde zyde, de verkeerde (of averechtse) zy, een averecbtfe flag, de

rug. The reverfe of a medal, Derug van een gedenkpenning. The reverfe, (oppofite, or contrary) Het tegendeel.

He is the reverfe of his brother, Hy is vlak bet tegendeel van zynen broeder.

to REVERSE, Omkeeren, vernietigen.

To reverse laws, Wetten vernietigen. Reverfed, Omgekeerd, vernietigd. Reversed, (in heraldry) Omgekeerd.

Reversible, (to be reverfed) Vernietigbaar.

Reverfion, Omkeering;

-

weder vervalling van eenig bezit op den voorigen eigenaar of zyne erven.

[ocr errors]

The reverfion of an office, De wegfcbenking van een ampt tégens dat bet zal komen open te vallen, als;

The King has granted him the reverfion of his place for his fon, De Koning beeft aan bem vergund, dat zyn zoon na bem bet ampt zal hebben.

to REVERT, Wederkeeren.

She unwilling parts, and oft reverts her eye, Zy fcheidt onwillig, en keert baar boofd dikwils om. Reverted, Wedergekeerd. Revertible, Omkeerlyk, dat omgekeerd kan worden. Revertible, Een toekeer, eene plaats om zich toe te keeren, eene wyk. REVESTIARY, De plaats in cene Kerk, alwaar de kleederen tot dezelve beboorende bewaard worden.

REVESTRY,

[blocks in formation]
[blocks in formation]

To revife a piece of work, (to look it over again, in order to mend it, to lick it over again) Een stuks werk overzien,befcba ven, polyften. Revifed, Nagezien, overgezien, na. geleezen.

Revifer, Een naziener, naleezer. Revifer, (an officer in the court of Rome) Overziener, een Amp. tenaar aan 't bof van Rome. Revifing, Overziening. Revifion, Wederoverziening. to REVISIT, Wederom bezoeken. REVISITATION, Een tweede bezoek. REVIVAL, Verleevendiging. to REVIVE, Doen berleeven, wéder bekomen, verquikken, vernieu wen, weeropwekken. To revive the true fpirit of Chrif tianity, De waare geeft van bet Christendom doen berleeven. To revive the memory of great men, De nagedagtenis van groo te mannen verlevendigen. It has revived me quite, Dat beeft my gantfcb verfrischt. To revive an old quarrel, En oud krakeel vernieuwen. You can scarce revive me into a fmile, Gy kunt my bezwaar lyk een vriendelyk gezigt doen zetten.

To revive, (to come to life again, to recover) Weder let vendig worden, berftellen. He begins to revive, Hy begint te berleeven, te béteren. He foon revived out of his le thargy, Hy rees schielyk uit zyn faapzucht op.

If trade begun to revive, Indien de koophandel begon te berleeven, of weer op te wakkeren. Revived, Weer bekomen, weer opgekomen, verquikt, weer opge wekt. Riviver, Verlevendiger.

Riviver, als; A bill of riviver, Vernieuwing van een pleit in de Kaufelery, in geval een van de partyen is komen te overlyden ter 't recht geweezen was. to

[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors]
[blocks in formation]

RHEUBARB, zie Rhubarb.
RHEUM or RHUME, Een zinking
op de oogen, looping der neuze,
verkoudheid des boofds.
RHI.
RHIME, Rym, zie Rime.
RHINOCEROS, een Neushoorn,

Rhinoceros, zéker onguur beeft.
RHO.

RHOMB, (a fea-term) Streek van 't Compas, zie Rumb. RHOMB, (a figure of equal fides, whofe oppofite angles are alfo equal) Een Ruit. Een gelykzydige figuur welker tegenoverftaande boeken even groot zyn. RHOMBOIDAL, (belonging to

rhomboides) Geruit, ruit-achtig, dat tot een ruit beboort. Rhomboides, (a romb, whereof two fides are longer than the other two) Een figuur waar van de twee zyden langer zyn als de twee anderen, een langwerpige ruit. Rhomboides, (a muscle in the fhoulder blade) Een Spier, of Atrekker in bet fcbouder-blad. RHU.

RHUBARB, Rhabarber...
Bastard-rhubarb, (an herb) Rha
barber klein-blad.
RHEUMATICK, Met zwaare zin-

kingen, of koude gequeld zyn. Rhumatifm, (a diftemper) Groste verkoudbeid, Scherpe zinking op eenig gedeelte van bet libaam. KHUME, (a defluxion of humour

from the head, upon the parts beneath)Verkoudheid door scherpbeden uit de berfenen ontstaan.

RHY.

[blocks in formation]

Spare ribbs, Varkens ribbetjes. The ribbs of a fhip, De inbouten van een schip. RIBALDRY, RIBAULDRY, Hoerery. Ribaldry, (lewd or licentious talking) Bordeel-taal, vuile, onreine, fchandelyke rédeneu. RIBAULD, Een boef, fielt, rabout. RIBBLE-RABBLE, Een gefnater,

gerabbel, 't grøauw.

Ribble-rabble, (ill or pitiful ftuff) Prullen, vodden, lorren, todden.

RIBBLE-ROW, Reeks of fchakel van gebouwen.

A long ribble-row, Een lange

[merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

reeks van agter een volgende ka-The richness, (or copiousness)

mers of vertrekken.

RIBAN,

RIBBON,} Een lint.

A knot of ribbons, Een bos lin

ten.

To ty a riban, Een lint veft ftrikken.

To unty a ribbon, Een lint los maaken.

Trimmed with ribbons, Met linten opgefchikt.

Ribbon-weaver, Een lint-weever. tto RIB-ROAST, De lendenen Smeeren, afroffen.

RIC.

RICE, Rys.
Rice-melk, Ryften-bry.
RICH, (or wealthy) Ryk.

He is very rich, Hy is zeer ryk.
To grow rich, Ryk worden.

He is as rich as a newfhorn
theep, Hy is zo kaal als een

neet.

A rich fortune, Een groot kapitaal.

He married a rich fortune, Hy beeft een groot kapitaal bebuwlykt. Rich, (very precious, noble) Koftelyk, edel.

A rich tapistry, Een koftelyk bebangfel.

A rich ftone, Een kostbaare fteen. A rich banquet, Een prachtig bankët.

Rich apparel, Koftelyk gewaad. Rich, (abounding with, plentiful) Overvloedig, vruchtbaar. Rich in virtues, Ryk in deugden, of overvloedig.

of a language, De woordenrykbeid eener taal.

RICK, Een boop, opper.

A rick of corn, Een boop koorns. RICKETS, De Engelfche ziekte, zé

kere kwaal der kinderen, zyn de een loomheid en flapheid in de leden, zo dat de kinderen agter blyven, en niet opfchieten in de lengte.

To have the rickets, De Engel. fche ziekte bebben.

Rickery, zie Rickets.

RID. RID, Vry, ontslagen. To get rid, Bevryd raaken, ontflagen worden.

to

At laft I got rid of him, Ik raakte eindelyk van bem ontflagen; ik loosde bem ten laatften. How shall we get rid of the troubles? Hoe zullen wy ons van die moeijelykbéden ontloan? To get rid of a diftemper, Van eene kwaal afraaken, daar van bevryd worden. RID, Bevryden, ontslaan, redden.

To rid one of all his troubles, Iemand van alle zyne moeijelykbéden ontflaan.

To rid one's felf of all one's ca

res, Zich van alle zorg ontflaan. To rid one's felf of one's com pany, Zich van zyn gezelschap ontslaan, ontdoen.

To rid one's felf of a troublefo me bufinefs, Zich van een moeijelyke bezigheid ontdoen:

[blocks in formation]

To rid one of his money, Ie mand zyn geld af bandig maaken. He rids no ground, Hy legt geen weg af, by maakt geen voortgang.

Rid from, Van ontflagen, van bevryd.

I rid, [van to Ride] Ik reed. Riddance, Redding, bevryding. To make a clear riddance, (whe re there is a confufion) Een plaats opruimen, in order fcbikken..

I made at laft a good riddance of it, Ik raakte 'er eindelyk wel af

If all fuch knaves were hang'd 't would be a good riddance, Als al die Schelmen gebangen wierden, zou bet veel ruimte geeven.

To make a quick riddance of his wares, Zyne waaren luftig doorflaan; zyne waaren met baaft afzetten. Ridden, Gereeden. Prieft-ridden, Door de Priefters bereeden, d. i. gezwaaid en be. ftierd. RIDDLE, Een raadfel.

A riddle, (or coal-fieve) Em kolen zeef.

to RIDDLE coals, De afch wit de kolen ziften. Riddled, Gesift. Riddling, Zifting,

ziftende.

RIDE, (or riding on horse-back, or a coach) Rid, toertje paerd of in een koets, RIDE, Ryden,

to

leggen.

op de reede

To ride on horseback, Te pard ryden.

To ride in a coach, In een karos

(of koets) ryden.

To ride about, Om-ryden.
To ride away, Weg ryden.
To ride back, Terug ryden.
To ride by, Voorby ryden.
To ride hard, Hard ryden.
To learn to ride, Leeren ryden.
To ride at anchor, Ten ander
leggen.

The hips ride at anchor, De
fcbépen leggen voor anker.
To ride in triumph, In gen
praal ryden.

To ride one, (to keep him un der) Iemand onder bouden.

In Roman Catholick countries the Priests ride the people, (or the people are Priest-ridden) In de Roomfche landen bouden de Priefters bet volk onder den duim.

To ride (or be born) upon mens fhoulders, Op de fchouders der menfcben gedragen worden. To ride, (or manage a horfe) Een paerd aanbrengen, in bet ryschool leeren.

To ride the great horfe, Te paerd ftygen.

To ride a horse with judgment, Een paerd met oordeel beftieren, wel ryden.

To ride a free horse to death, (to abuse one's good nature) Iemands goed aardigheid mis

bruiken,

Rider, Een ryder, ruiter.
RIDGE, Een richel, reeks.
The ridge of a hill; Het toppunt
eenes bergs..

The ridge of a houfe, De vorst
van een buis.!!

A ridge-tile, Een vorft pan, om
boven op 't huis te leggen.
A ridge of land between two
furrows, Een streek lank tuffcben
twee vooren, of grubbels.
Ridges in wrought timber or fto-
ne, Ribben in geploegd bout-
werk; of fteen die met groeven
uitgebouwen is.

The ridge bone of the back,
Het rug-graat, ruggebeen.
A long ridge of hills, Een lan-
ge reeks of richel van bergen.
Ridge-band, (that part of a
draught-horse's harness, which
runs over cross his back) Het
rugleer eens laftpaerds zadel,
of barnas.

}

Ridged, Geribd, gericheld. RIDGELING, Een dier dat balf gelubd, en maar een kloot uitgefnéden is. RIDICULE, Een belacblyk voorwerp.

RIDGIL,

To turn into ridicule, Op een 5-belacbelyke wyze voorstellen, in Spotterny veranderen.

To turn one's felf into ridicule, Zich zelven belachlyk maaken.

to RIDICULE, Belacblyk voorstellen, fpottelyk voordraagen, beSpotten, begekken. ·

a RIFF in the fail, Een reef in 't

To ridicule one's felf, Met zich | RIFF, Een rif, een plaats, of reeks zelven den pot dryven. van klippen in zee. Ridicul'd, Begekt, belachlyk voorgedraagen. Ridiculing, Spotterny

tende.

Spot

RIDICULOUS, Belachlyk, befpott telyk.

A ridiculous man or woman, Een belacblyk man, een belachlyke

vrouw.

Ridiculously, Gekkelyk, op een belachlyke wyze. Ridiculousness

Ridiculum, } Belacblykbeid. RIDING, Ryding, gery, ry. dende.

zeil.

to RIFF the fail, Het zeil réeven, een reef inbinden. Rif-raff, Wisje wasje. to RIFLE, Berooven, ontfteelen. To rifle the barrel of a piftol or gun, De loop van een pistool of fnapbaan met ftreepen Jcbuu

[ocr errors]

Rifled, Beroofd.

A rifled gun, Een gefcbuurde
Snapbaan..

Rifler, Een beroover.
Rifling, Berooving," - beroovende,
RIFT, Een fpleet, fcbeur.
to RIFT, Splyten, Scheuren, kloo

To take a riding in a coach, Een
toertje in een koets doen.
To take a riding every morning
on horfe-back, Alle morgen een
toertje te paard doen..
Riding, or cavalcade
cavalcade, Staatig | RIG,
gerid,
Baerd. Plecftige inbaaling te

A mock-riding, in publick de

rifion of a man that has fuffe-
red himself to be beaten by his
his wife) Een Spot gerit, ter
openbaare befchimping van een
man die zich door zyne vrouw
laat flaan.

A riding habit, Een Amazoone.
kleed.

A riding coat, Een ry-rok.
A riding-rod, Een bulft-rysje,
teentje, roedje..

A riding-cap, Een karpoes.
A riding-hood, Een régen kap,

die over 't hoofd en fchouders
tot half wége het lyf neerhangt,
en van fommig Vrouw-volk in
Engeland als 'trégent, of wan
neer zy te paerd ryden, gedraa-
gen wordt,

RIDINGS, De Oofter, Wefter en.
Noorder, verdeelingen van Jerk-
fbire.

RIE.

RIE, Rogge.
Rie-bread, Roggen-brood.
RIF.

RIFE, Zeer gemeen, iets dat door

gaans regeert, in zwang. The fmall pox were very rife in that year, De kinderpokjes regeerden zeer fterk dat jaar. The rain has been very rife this fummer, Daar is deeze Zomer overtollige régen gevallen.

Rrrr 2

lo

ven.

RIG.

Een paerd dat ten balven gelubd zynde echter nog een veulen geteeld beeft.

Rig, tA tom-rig, (or wanton girl) Een dartel meisje.. RIG, Vermaak, Spel, pret, vrolyk

beid.

[blocks in formation]

To rig about, Dartel en vrolyk zyn.

Well rigged, Wel uitgedoft. to RIG a fhip, Een fchip met want en touw werk voorzien. To rig (or fit) out a fhip, Een fcbip uitruften.

To rig and ramp, Huppelen,
Springen, danfen.

Rigged, Met touw werk voorzien.
Rigger, Uitréder van een fchip.

The rigging of a' fhip, Het want en touw werk van een schip. RIGATION; Bevogtiging, befprent ging. to RIGGLE about, Zich omwentelen zich wenden en keeren,

enz.

To riggle (or to infinuate) one's
felf, Zich indringen.
To riggle one's felf into a man's
thoughts, Zich in iemands gunft
indringen, inwikkelen,

To riggle one into an affair, Iemand in cene zaak wikkelen. Riggling, Omwenteling, weeling. RIGHT, (in oppofition to left)

Recht, intégenftelling van flinks." The right-hand, De rechterband. + To

A

« FöregåendeFortsätt »