SCO. } Scottish, Schots. Scotch, A fcotch mift may wet an Englishman to the skin, Een Scbotfe mift kan een Engelfchman wel door-nat maaken, (om dat de Schotten een Régen Mist noemen.) SCOTOMY, Duizelachtigheid. SCOVEL, Een oven-dweil, bakkers tokdweil. to SCOUL, or Scowl, 't Voorboofd in fronfelen trekken, donker zien. Scouling, Fronfeling, zuur ziende. to SCOULK, zie Skulk. SCOUNDREL, Een fielt, deugniet. SCOUP, Een febup, fchop, zie Scoop. to SCOUR, Schuuren, zie to SCOURGE, (or whip) Geeffel, len. To fcourge, (to punish, or chas- Scourged, Gegeefeld. lende. Scowring, Schuuring, grab. febuu | Scrambling, Gegrabbel, I fcaped a good fcowring, Ik A fcowring, (or loofenefs) Los- SCR. to SCRABBLE, (to fcratch) Krab ben. To fcrabble, (or to fcribble) Krabbelen, zie to Scribble. SCRAG, Een magere fcbarminkel. A fcrag of mutton, Het magere beenige gedeelte van den bals van een Schaap. Scraggily, als; He looks fcrag- Scragginess, Magerbeid. belen, flecht fchryven, † Haa- To fcrall out words upon fand or to SCOURSE, fcofs, Ruilebuiten. uitzenden. Scouts, or fcout-watches, Verlooren fcbildwachts. A fcout, (or judge) Een fcbout. to SCOUT up and down, Gins en To fcowr clothes, Kleeren vlak- To fcowr the feas, De Zee fcbui men. it I fhall fcowr (or beat) you, ↑ Ik zal je likken, ↓ ik zal je To scowr AWAY, Gaan fcbuuren, To fcowr AROUT, Hier en daar A fcowrer of clothes, Een vlak- SCRAMBLE, or fcrambling, (the to I have little or no fhare in the While they were engaged in fcram bling for thofe pieces of gold, To fcramble up, Opklauteren. Scowrer, (or rambler) Zwer. A fcambler, (or climber) Een belende. A fcrambling up, Eene opklimming, opklautering. to SCRANCH, Iets kaauwen dat kraakt, gelyk als kryt of houtskool, enz. Scranched, Geknapt, gekraakt. Scranching, Kraaking, kraakende. SCRAP, Een kliekje, reftje. I will not eat your scraps, Ik wil uwe kliekjes niet eeten. Scraps of Latin, Stukken en brokken van 't Latyn. SCRAPE, Angst, nood, knel, naar beid. To bring one into a fcarpe, Iemard in de knel, in 't naauw brëngen. I thank God I am out of the fcrape, Ik dank God dat ik uit de naarbeid ben. SCRAPE, Schraapen, Schrabben. To fcrape a root, Een wortel fcbraapen. To fcrape at the door, Aan de deur krabben. To scrape a leg, (to make an aukward bow) † Een beentje uitftryken, een flyve buiging SCREEN, Een scherm, fchut. to SCREEN, Befchutten, dekken. To screen a criminal from juftice, Eenen misdaadigen tegen de vervolgingen van bet Gerecht in veiligheid ftellen. Screened, Beveiligd. SCREW, Een fchroef. To fcratch (or pull) out one's Sratched, Gekrabd, gefchramd. Scratched out, Uitgekrabd. Scratcher, Een krabbekater, krabbekat, krabiter. Scratching, Gekrab, fcbramming, krabbende. A fcrew, (to pull out the cork of a bottle) Een kurke trekker. Screw, (or through-fplint in a horfe) Wen, of knobbel gezwël aan de keel eenes paerds. Screw-tap, Mift-aard, om de tuinen te bemeften. SCREW, or fcrew in, Infchroe To fcrew one's felf INTO One's favour, Zich in iemands gunft indringen. To fcrew one's felf into other peoples matters, Zyn neus in een ander mans zaaken fteeken. To fcrew one's felf into one's acquaintance, Kennis met iemand maaken. To fcrew a thing ouT of one, (to pump it out of him) Iemand aan de praat belpen om agter een gebeim te komen. To fcrew UP, Opschroeven, opvyzelen. To fcrew up a thing, (to over do it, or ftrain it too high) Het zeil te hoog in top trekken, iets al te boog opvyzelen. To fcrew one up (to raise him) to a higher pitch, Iemand boo ger opheffen. Screwed, Gefchroefd. Screwing, Schroeving, vende. van weinig waarde. The common fcribbles of poli. ticks are to me a very dull en. tertainment, De gemeene blaauwboekjes over de flaatszaaken kunnen my in 't minjt niet bebaa gen. SCRIBBLE, (to fcrall) Krabbeben, Haane pooten en menjcoe beenen maaken. To fcribble, (to write ill, fpeaking of author) Slecht Icery. ven, van een Autbeur fpreekende. Scribbler, Een fcbribbelaar, lompe jcbryver. Scribbeling, Gefcbribbel, — schrib. - belende. SCRIBE, (an expounder of the law among the Jews) Scorijtgeleerde, onder de Jooden. Scribe, (or writer) Een jcuryver. SCRIP, (a budget, or bag) Een tajcb. A thepherd's fcrip, Een bèrders tajcb. † Scrip (little piece) of paper, Eenige brokjes papier. Scriptural, Scbriftuurlyk. SCRIPTURE, de Schrift, beilige Schrift, Schriftuur. Scripturists, thofe that ground their fait upon scripture only) Schriftuurlyken, die nun Geloof alleen op de H. Schrift gronden. SCRITCH-OWL, zie Screech-o#L A fcroll of parchment, Een parkemente rol. SCROTUM, De Balzak. SCRUB, (an old broom) Een oude bézem of fcbrobber. A fcrub, (a forry horse) |† Een knöl, flecht paerd. SCRUB, (a thabby pitifull fellow) Een armen bals, een luizige vent. A scrub, (a forry nafty fervant) Een flons, morfebël. He is a mere fcrub, (a little pitiful fellow) † Het is een reg te dreutel. Scrub, (forry, pitiful) Slecht, jammerlyk, armbartig. fcbroe† A fcrub poet, Een armbartig dachter. To fcrupule at something, Zwaarigheid van een zaak maaken. Scrupled at, Zwaarigheid, bevreest gemaakt. Scrupulous, Schroomachtig, naauw gezët. You make me fcrupulous, Gy maakt my befchroomd. Scrupulously, Schroomachtigheid. Scrupulofity, Naaugezët beid, befcbroomdbeid. Scrupulousness, Befchroomdbeid. to SCRUSE, (to crowd, or thruft hard) Dringen. To ferufe out, Uitdringen, buiten deur dringen. Scrufed, Gedrongen., Scrufing, Gedrang, dringende. SCRUTABLE, Onderzoekelyk. Scrutation, Onderzoeking. SCRUTINEER, (he that examines and tells the votes after balloting) Opneemer der ftemmen. to SCRUTINIZE, Onderzoeken, navorfchen. To fcrutinize a bufinefs, or to You fcrutinize too far into it, vlaag. to SCUD away, Schielyk wegloopen. To fcud along, Zich baaften, vlytig zyn. SCUFFLE, Gebarrewar, krakeel, onrust. to SCUFFLE, Harrewarren, pluk baairen. We have nothing to fcuffle for, Wy bebben niets daar wy over beboeven te krakeelen. SCULK, Trop. to A fculk of foxes, Een trop voffen. SCULK, Wegfcbuilen, verfcbuilen, wegfluipen. To fculk (or go) after one, Ie. mand volgen. Sculker, Scbuilder, wegfluiper. Sculking, Verfcbuiling, verfcbui lende. A fculking-hole, Een fluip böl. SCULL, De boofd pan, 't bekkeneel. An iron fcull, (or helmet) Een yzeren belm. A fcull-cap, Kalotje, onder de pruik. Scull, (or little oar) Een roei Schuitje, ook een fchuit die maar door één man geroeid word. SCULLER, Een roeifcbuitje. Sculler, Een roeijer met twee riemen. SCULLERY, Een plaats om vaten te vallen of te fcbuuren. SCULLION, Een keuken jongen. A fcullion-wench, Een koks meid. SCULP, (or cut) Print, koperen plaat. SCULPTOR, (or graver) Plaat Snyder. Sculptor, (or carver) Snyder in bout en steen. SCULPTURE, Graveering, plaatfnyding. Sculpture, (fculp, or figure) Figuur. SCUM, Schuim. The fcum of the pot, Het fchuim van de pöt. The fcum, (or dregs) of the nation, Het fchuim van volk, 't gepeupel, 't fan bagel. SCUPPER-holes, De Spygaten op een febip, daar 't water uitloopt, SCURF, Schurft, ruidigheid. The fcurf of a wound, De roof van een wonde. Scurfy, Schurfdig, ruidig. SCURRILITY, Guitery, fieltery. Scurrile, or fcurrilous, (bafely abufive, faufily fcoffing) Moetwillig, onbefcboft. That's fcurrilous, Dat is onbe- Scurvily, Kwaalyk, bandeloos, verkeerd. To do a thing scurvily, Iets banloos doen. Scurvinefs, Handeloosheid, A fcurvy fellow, Een ondeugende A fcurvy bufinefs, † Een fcburfde SCURVY, zie Scorfy. SCURVY, (fublt.) Scheurbuik, blaauwfcbuit. Scurvy-grafs, Lépelbladen. Scurvy-grafs ale, Bier daar lépelbladen op getrokken, of ingebrou wen zyn. SCUT, Een ftaart. The fcut of a rabbit, De ftaart van een konyn. SCUTCHEON, (efcutcheon) Een fchild, wapenjcbild. The fcutcheon of a lock, Een koper of yzer plaatje op een flew tel gat. Scutcheon, (but for inoculation) Werktuig om de boomente enten, ent-yzer. Scutcheon, (the key or contre ftone in a building) Stotfieen van een gewelf. SCUTTLE, Een ben, paander, vuilnis-ben. The The main fea, De groote zee, openbaare zee. de A fea, (billow) Een zee-baar. By fea and land, Ter zee en te A great fea, or stormy weather, If there be any thing of a sea, A narrow fea, Een enge zee, een The narrow feas, (the channel) A fea-voyage, Een reize ter zee. dryfton, boeg om een zand bank Sea-longs, (the froth of the fea) A fea-bank, Een zee-bank. Sea card, Sea-map, } Een zee-kaart. Sea coot, Een zee-koet. A fea-faring man, Een zee-vaarend man. A fea fight, Een zee gevecht. Sea-grafs, Sea-weed, Zee-gras, wier. Sea purflain, Beekeboom, waterpongen. Sea-holly, Zee-kruisdiftel, endelooze wortel. A fea man, Een zeeman, matroos, boots gezel. Sea-onion, Zee ajuin. Sea room, De ruime zee. Sea-fick, Zee-ziek. The fea fide, De zeekant, oever der zee. A fea-port, Een zeebaven. Sea-green, Zeegroen. Sea coals, or pit coals, Zeekoolen, fteenkoolen. Sea-coal, (an herb) Zeekool, een kruid, Androfaces. Bruin foort A fea calf, Een zeekalf. Sea lettuce, Een kruid, Braffica SEAL, Een rob of zeebond. The great feal, Het groot zégel. His pardon has pafs'd the feals, To fet his feal to a thing, Zyn To tell a thing_under the feal Our lady's feal, (the black bri- A feal-ring, Een zégel-ring. To feal a letter, Eenen brief toe To feal up, Toezégelen. Sealed, Gezegeld, verzegeld. Sealer, Een verzegelaar, zégelaar. Sealing, Een zegeling, verzegeling, zégel. SEAM, Een zoom, naad. Seam-rent, Opgetornd, losgetornd. The feam of a fcull, De naad van een bekkeneel. A feam, (or eight bushels) of corn, Agt fchepels koorn. A feam of glafs, (that is, 120 pounds) CXX pond glas. Seams, or joints of stone in building, Steene rollaagen in een gebouw. Seamlefs, Zonder naad. Hogs SEAM, Uitgesmolten varkens reuzel. to SEAM, Zoomen, naaijen. Seamed, Genaaid, gezoomd. Seamster, Een naaijer. You are a rare feamfter, † Gy zyt een koddig Vrouwmenfcb, tégen een man spreekende. Seamftrefs, Een naaifter. SEAN, Een zeegen, [zéker vischnet.] Sean fith, (fish taken with a sean) Vifcb met eenen zégen gevangen. a SEAR cloth, Een waffe kleed. Sear-leaves, Verdorde bladeren van boomen. Sear wood, Doode takken can boomen. to SEAR, Schroeijen, verzengen, branden. Searcher, Een onderzoeker, doorzoeker, bezoeker, bier een Chercher. God is the fearcher of hearts, God is de onderzoeker, de beproever der barten. Searching, Onderzoeking, derzoekende. Searching, Doordringend. on A fearching cold, Een doordringende koude. SEARED, Gefcbroeid, verzengd. A feared confcience, Een toegefcbroeid geweeten. A feared (or dead) bough, Een verzengde, een dorre of doode tak. Searing, Schroeijing, verzenging, Schroeijende. A fearing-candle, Een waslicht, [voor fnyders of naaifters.] SEARGE, Sergie, [zékere ftof.] to SEASE, Kabels bewoelen. SEASON, (one of the four parts of the year) Saizoen, één van de vier getyden des Faars. The four seasons of the year, De vier getyden des jaars. Seafon, (a proper time to do a thing) Een bekwamen tyd om iets te doen. Out of feason, Buitens tyds, uit In feafon, By tyds, tydelyk. recht van pas. Every thing is good in its season, to SEASON, Toebereiden, bekwaam maaken, zulten, doormëngen, tëmperen. To feafon a denial with kind words, Eene weigering met vriendelyke woorden temperen. Children thould be feafon'd betimes to virtue, Men beboorde de kinderen by tyds aan de deugd. te gewennen. Seafonable, (or in feafon) Tydig. Seafonable, (proper, convenenient) Gevoeglyk, gepast. Seafonableness, (the being in season) In den tyd, of tydig To be feafoned for a country, Wel gefteld zyn om in een land te woonen. Well-feafoned, Wel gekruid, van Seafoner, Een toebereider, inzulter. bereiding, inzulting, tempering, toebereidende, enz. The feafonings, (an aguish diftemper which strangers are fub. ject to in the West Indies, upon their first coming) De landziekte. SEAT, Een zitplaats, zétel, zitbank, ftoel. A feat of earth, Een bank van groene zoode. Seat, or capital city, Eene boofd. A Bishops feat, or fee, Een Bis- The feats of Kings, De verblyf- Seat, (fcene or theatre) Toneel. Germany is at prefent the feat of war, Duitfcbland is tegenwoordig de zétel des Oorlogs. Seat, (or fituation of a town) -De gelegenheid, de legging eener Stad. A fine feat, or country houfe, Een fraaije Buitenplaats, Hoffede. The feats of the choir of a church, De banken in bet Choor van eene I could not get a feat, Ik kon geen zitplaats krygen, ik kon niet te zitten komen. The feat of a fhift, De agterflip van een bemd. The feat of a clofe ftool, De bril van een koffertje. The Judgement feat of God, de Recbterftoel van God. The mercy feat, Het Verzoen- A feat in a gallery, (in a church) to SEAT, Neerzetten, plaatfen, zit Seated, Gezeeten, geplaatst, neergezët. The houfe was very well feated, A Cupid feated on a eagle, Een Kupido zittende op eenen Arent. SEATER, (an old Idol of the Saxons worshipped on the day called Saturday, which thence took its denomination) SATER, zékeren Afgod der oude Saxen, die op Zaterdag gediend wierd, waar van die dag zynen naam ontleende. Seating, Plaatfing, neerzetting. SEAVY GROUND, Land met bie The feceffion or adjournement of a parliament, De fcheiding, vernietiging van een Parlement. SECLUDE, Uitfluiten, buiten fluiten, affluiten. Secluded, Uitgeflooten, buiten ge to footen. Secluding, Uitsluiting, buitenSeclufion, J fluiting. Seclufory, Een plaats om iets weg te fluiten. SECOND, De tweede, ander. This is the fecond time, Dit is He is the fecond man in the Every fecond year, Om 't andere A fecond or another Alexander, Een tweede Alexander. A fecond coufin, Een agter-neef. rouw. The |