Sidor som bilder
PDF
ePub

Sprightliness, Wakkerbeid, leeven
digbeid, moedigheid.
SPRING, (fource or fountain) Wel,
bron, fontein.
Spring-water, Fontein-water, fontein

water.

Spring, (or origine) Oorsprong.
The fpring of a river, De oor-
Sprong van een Rivier.

The fpring (or dawn) of the
day, Het krieken van den dag.
The spring, or spring-time, De
Lente.

It is a cold fpring, Het is een

koude Lente, bet is een koud voorjaar.

Spring, (a principle of motion, in a proper and figurative fenfe) Veer.

The spring of a lock_or watch, De veer van een flot of uurwerk.

He fets all fprings a-going in order to get that employment,

Hy beweegt bemel en aarde om die bediening te verkrygen. The fpring tree bar of a coach, Den évenaar, bet oorschot van een koets.

A fpring (or run) in order to

leap, Een loop om te Springen. To take a fpring in order to leap, Een loop neemen om een Sprong te doen.

De

The cat gave a spring at me,
kat Sprong op my aan.
A fpring-tide, Een Spring-vloed,
Springty.

[ocr errors]

to SPRING or to fpring OUT,
FORTH or FROM, (to rife, to
come, or spout out, as a ri-
ver or water) Springen, uitfprin-
gen, voortfpringen.

There the river fprings, Daar
heeft de Rivier baaren oorfprong.
The water that fprings out of the
rock, Het water dat uit de rots-
Steen Springt.
To spring, to spring OUT, FORTH
or UP, (to fprout or fhoot out
as plants and flowers) Uitsprui
ten, uitfchieten, opschieten, als
planten en bloemen.

To fpring again, or up again,
Weder uitspruiten.

To fpring out again, (as a ri-
ver that has been under ground)
Weder ontspringen.

To fpring, (to raise or proceed)
Ontstaan.

Thence fpring all our misfortu-
I. DEEL.

[blocks in formation]

De ftorm beeft onzen maft ge-Sprucenefs, Netheid, zindelykbeid.
fcheurd, gespleten.
SPRUNG, Ont/prongen, ontsprooten,
voortgekomen.

To fpring (or dig) a well, Een
wel graaven.

To fpring away, Ontspringen,
weg Springen.

To ipring a patridge, Een veld- t
boen stooren.
SPRINGAL, Een opgefcbooten jon-
gen, aankomeling.
SPRINGE, (twifted wire, to catch

birds, or small beasts) Strik om
vogeltjes en klein wild te van-
gen.

A fpringe to catch wood cocks,
Een ftrik om bout/nippen te van-
gen.
SPRINGER, the fpringer of an ar-
ched gate, De balk in een ge-
welfde poort.
SPRINGING, Ontspringing, sprui-
ting, ontspringende.
The fpringing of a child in the
womb, Het beweegen eens kinds
in de baarmoeder.
Springy, als; Springy (or elas-
tick) bodies, Op/pannende li-
cbaamen.

-

[blocks in formation]

SPRUNT, (wonderfull active) On-
gemeen levendig.
SPU.

to

SPUD, Een kort mesje, † podde

vilder.

A fpud or little fellow, Een dwergje, kaboutermannetje. SPUE, Spuuwen.

To fpue up wine, Wyn uitspuu

wen.

To fpue one's heart out, Zyn bart uitbraaken.

Spued, or spued up, Uitgefpoogen.

Spuing, Spuuwing, -Spuuwen

de. SPUME, Schuim, van goud of zilver. Spumid, Scbunnig, fcbuimachSpumous, } tig. SPUN, Gefponnen.

I fpun, Ik fpon, zie to Spin. They spun out the time with lingring, Zy rekten de tyd uit door draalen en leuteren. Home-spun linnen, Eigen-gereed linnen, gemeen of grof linnen. Home-fpun-yarn, or rope-yarn, Stoot gaarn. SPUNGE, Een spons, Sponfie. to SPUNGE, Met een spons waffen, (of afwijchen.

To fpunge upon one, By iemand ongenood in 't gelag komen drinken zonder te betaalen, op de Петр loopen.

Spunged over, Afgewassen met een Jpons.

Spunged upon, Gefchuimd. Spunger, Een panlikker, fcbuimer. Spunginefs, Sponsachtigbeid, voos

beid.

Spun

Spunging, (from to fpunge) Wasfing met een fponfe.

A fpunging-houfe, Een diendersbuisje, fcbouts-buisje. SPUNGY, Spungious, Sponsachtig,

SPUNK, Vermölfemd bout.

Spunk, (an excrefcence on the fides of trees) Een wrat, uitwas aan de ftammen der Boomen. Spunk, (or match) Lont, zwam.to SPUR, Een Spoor.

A cock's fpur, Een baane-fpoor. Spur, (or encitement) Aanspooring, aanprikkeling. To be upon the fpur, In groote baaft zyn, zeer jagtig zyn. To come upon the fpur, Schielyk komen. Spur-leather, Spoor-leer. to SPUR a horfe, Een paerd de Spoo.

ren geeven.

Do not fpur a free horse, Een willig paerd moet gy niet met Spooren noopen.

To fpur-gall, Met de fpoorenfteeken dat het bloedt.

To fpur ON, Aanspooren, noopen, aandryven.

t To fpur one a queftion, (to ftart him a queftion in hafte) Een onverwagte, fchielyke vraag doen. SPURGE, Springkruid, of groote wolfsmelk.

SPURGE OLIVE, Spring olyf,

Thymelæa in 't Latyn. SPURGE LAUREL, Kellerbals, een

plant, Laureola in 't Latyn. (t) to SPURGE, Schuimen. SPURIOUS, Onecht, vervalfcbt. a SPURN, Een fchop met de voet. to SPURN, Agteruit Schoppen, Schoppen.

He fpurned him away, Hy fchopte

bem weg.

SPURRED, Gefpoord, met Spooren voorzien of gestoken.

A cock fpurred, Een gefpoorde

baan.

Spurrier, (a maker of fpurs) Een
[poore-maaker.

Spurring, Prikkeling met Spooren.
SPURRY, (a fort of herb) Zeker

kruid, Spergula in 't Latyn. SPURT, Een fprong.

To be all upon a fpurt, Alles op een fprong verrichten.

A fpurt (or guft) of wind, Een wind vlaag, een ruk wind. to SPURT out, Uitspringen,uitspatten.

To fpurt, or to fpurt up, Op-
ftuiten.

The blood fpurted up in his fa-
ce, Het bloed fprong bem in 't
aangezigt.

A fpurting up, Opspringing, uit-
Spatting.

SPUTTER, Gedruis, gewoel.
To make a great fputter, Een
groot gedruis maaken.
SPUTTER, Fyn spuuwen, gelyk
als wanneer iemand in 't praa-
ten het spog ten monde uit-
springt.
Sputterer, Spatteraar, Spuuwer.
Sputtering, Spattering, Spatte-

rende.

[ocr errors]

SPY.
SPY, Een befpieder, befpiedfter.
To ipy, (to fee, to perceive)
to SPY, Belpieden, bespeuren.

Bemerken, zien.

To spy out a fault, Een fout be-
Speuren.

He can spy a mote in another
man's eye, and cannot fee a
beam in his own, Hy kan een
Splinter in eens anders oog, en
balk in zyn eigen zien.
geen

Spy'd, Befpied, bejpeurd.
Spying, Befpieding, befpeuring,-
befpiedende.

SQU.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

a

[ocr errors]

A fquare battalion, Een vierkant
Battaillon, een Battaillon quar-

ree.

A fquare number, (in Arith metick a number multiplied by itself) Een vierkant getal. The fquare root, De vierkante wortel.

A fquare of glass, Een glasze

ruit.

A fquare-tile, Een bak of tuimelaar, gebakken vloerfteen. To pave with fquare tiles, Met bakken of tuimelaars bevloeren, (een vloer beleggen.)

A fquare man, Een dral of ge

zët man.

Square, (honeft, juft, fair) Eer lyk, oprecht, voor de vuift. Square dealings, Oprecbte bandeling. SQUARE, (fubft.) Een vierkant,

vierkante plaats, ruit.

A fquare in a city, Een vierkante plein in eene Stad.

A carpenter's fquare, Een win kelbaak.

To

[blocks in formation]

To lie or fit fquat, Neerburken | Squeamishness, Walgachtigheid, kwa. op de bielen.

A-fquat, Op zyn burken.

A fquat (or well compacted) hou-
fe, Een beknopt buis.

A fhort fquat fellow, (a short
and thick fellow) Een korte
dikke vent.

SQUAT, Op zyne burken zitten,

neerburken.

To fquat against the ground, Tégen den grond fmyten of kletJen.

This moral does not lie fo fqua-To fquat down one's breech be-
re, as to bear any great weight
upon it, De zedeles van deeze
fabel is zo gepast niet, dat de-

zelve veel indruk maakt.
Upon the fquare, (fairly, ho-
neftly, without deceit, or diffi-
mulation) Rond-uit, voor de vuift,
oprecht, eerlyk.

To act upon the fquare, Voor de
vuist bandelen, zonder bedrög.
To play upon the fquare, Eerlyk,
voor de vuift fpeelen.
Upon the fquare, (without odds)
Egaal, gelyk, portuur.
How goes fquares? (or matters?)
Hoe gaan de zaaken al?
I understood by him how fqua-
res went, Ik verftond van bem
boe de zaaken gingen.
That will break no squares, Dat
zal de koop niet breeken.
to SQUARE, Vierkantig maaken,
pallen.

4 To fquare (to rule or frame) a
thing by another, Het eene ding
na bet andere afmeeten.
To fquare, (to quadrate or agree)
Overeenstemmen, het eens zyn,
Saamenspannen.

Things fquared well (or went
well) with him, Alles liep bem
méde, bet ging bem in alles
voor de wind.

This fquares well with it, Dit paft 'er wel op. Squared, Vierkant gemaakt, gepast. Squaring, Vierkantmaaking, passing, pallende.

The fquaring of the circle, Het vierkant van den Cirkel.

to SQUASH, Neerduuwen, plat duuwen.

Squashed, Plat geduuwd.

Squashing, Platduuwing,

duurende.

plat

SQUAT, Kort in een gedrongen.

fore one's betters, Voor zyn
beurt gaan zitten.
Squatting, Neerburking,
burkende.

-neer

to SQUAWL, Schreeuwen, (als van
pyn.)

She is in labour, I heard her
fquawl, Zy is in den arbeid, ik
boorde baar kërmen.

The leaft thing that ails him ma

kes him fquawl, Het minst dat
bem Scheelt, fchreeuwt by bet uit.
Squawler, Schreeuwer, † schreeuw-
leelyk.

Squawling, Schreeuwing,- fcbreeu-
wende.

SQUE.
SQUEAK, Een jcbreeuw.
To give a fqueak, Een fchreeuw

geeven.

to SQUEAK, (to cry out, as men
in a furprize, or as a hare &c.)

Gillen.

To fqueak like a pig, Gillen als een jong varken.

To fqueak, (as bad musical inftruments do) Kraffen. It To make one fqueak, (to ma

ke him confess what he knows) At Iemand de fcbeenschroeven aanzetten, doen bekennen dat by

weet.

To fqueak out a fermon, Geweldig febreeuwen onder bet pree ken, al te veel de Hollandfche mode.

Squeaking, Schreeuwing, gegier, Jebreeuwende.

Squeakingly, Met een gefchreeuw. to SQUEAL, (to cry as an infant) Kreunen, als een klein kind. SQUEAMISH, Walgachtig, kwaalyk, vies.

A fqueamish ftomach, Een walgacbtige maag. Squeamishly, Walgachtiglyk.

Eeeee 2

lykbeid.

to SQUEEZE, Drukken, te pletteren drukken.

To fqueeze the juice out of an orange, Het fap uit een oranjeappel drukken. Squeezed, Gedrukt, platgeduuwd. Squeezing, Platdrukking,

---

plat

drukkende.
for a fall) Een val.
tSQUELCH, (low country word

As foon as ever he had recove-
red the fquelch, away he scam-
pered, (fir R. l'Etrange) Zo
dra als by van zynen val opge-
ftaan was, ging by voort.
SQUI.

SQUIB, Een voetzoeker, zéker vuur
werk.

To trow fquibs among the people, Voetzoekers onder 't völk [myten. SQUILL, Een zee-uijen. SQUINANT, (a medicinable sweet' rush) Welruikend riet. SQUINCY, SQUINANCY, De wurg in de keel, ontsteeking der keele, keelgezwel. SQUINT, Scheel. Squint-eyed, Scheelziende, gluurto SQUINT, Scheel zien, Scheel ky ken, loens kyken, gluuren. Squinting, Scbeelkyking, kykende. Squintingly, Loens. SQUIRE, Een Schildknap, zie Efquire.

[blocks in formation]

to SQUITTER, zie to Squirt. SQUOB, Een bol kuffen, zie Squab. Squobbled, Gebeukt, zie Squab. bled.

STA.

STAB, Een fleek.

To give one a stab, Iemand een fteek met een mës, ponjaard of degen geeven.

to STAB, Doorftooten, doorsteeken.
Stabbed, Doorftooken, doorsteeken,
dood gestooken.
Stabbing, Doorftooting, doorfteeking,
door ftootende.
STABILITY, Beftendigheid.
STABLE, Beftendig.
STABLE, (fubft.) Een Stal.

A ftable for fwine, (a hog-fty)
Een varkens kot.

A ftable for sheep, Een Schaaps-
kooi.

Stables, or a horse-stable, Een paerde ftal.

to STABLE, Stallen, op stal zët

ten.

Stabled, Geftald.
STABLENESS, Bestendigheid.
STABLING for horfes, Stalling
voor paerden.

to STABLISH, establish, Bevěsti-
gen.
STACCADO, (a place or fence)
Paalwerk, ftaket sel, met boo-
men om den ingang van een
Rivier te fluiten.

STACK, Een boop, stapel.

A ftack of corn, Een koornboop. A ftack of wood, Een boutftapel, van 14 voeten lang, 3 hoog en 3 breed.

A ftack of chimneys, Eene rei Schoorsteenen. STACIE, (the gum of the myrrh

tree) De gom der mirre. STAFF, Een ftaf, ftok.

A quarter-ftaff, Een lange kra-
mers ftok, boere ftok.
Crofs-ftaff, or Jacob's-ftaff, (a
mathematical inftrument) Graad-
boog, peilstok, om de boogte van
de Zon enz. te fcbieten, te mee-

ten.

The staff, (or ftrength) of bread, De ftaf des broods. A hurting-ftaff, (or bore-fpear) Zwyn fpriet, jaag-fpriet. The staff of an halbard or halbert, De ftok van een Helbaard. The white ftaff, (or rod, fuch as is worn by fome of the King's principal Officers) De witte ftaf.

A crofier-staff, or Bishop's ftaff,
Een Biffchops ftaf.
Staff, (or power) Vermoogen.
To let the staff go out of one's
hands, Het vermoogen uit zyne
banden laaten glippen.

A ftaff (or ftanza) of verses,
Afzonderlyk vaars.

A staff of a Pfalm, Een zang-
vaers van een Pfalm.
A ftaff bearer, Een stafdraager,
Staffier.

STAG, een Hert.

A ftag-beetle, Een vliegend bartje, zékere vliegende tor met getakte hoornen. STAGE, een Toneel.

To have a clear ftage, (to meet with no oppofition) Ruim baan bebben, geen tegenstand ontmoe

[blocks in formation]

A ftage-writer, Een toneel-poëet. Stage, (of a journey) Wiljel plaats, pleifter plaats. To come to the ftage, Aan de wiffel plaats komen, daar men friffche paerden krygt. A ftage-horse, Een verfch buurpaerd, willel-paerd. A ftage coach, Een koets die op een gezet veer rydt (gelyk tuffchen Rotterdam en Gouda.) The horse was ridden beyond his ordinary stage, Men reedt met bet paerd voorby zyn bescheiden plaats [daar 't ruften moeft] Stager, Kaasjaager, liefhebber. An old experiented ftager, Een

oud liefbebber, een doortrapt grysaart. STAGGARD, Een vierjaarig bert. to STAGGER, (to reel) Waggelen, ftruikel voeten.

To ftagger, (to waver or be in doubt) Twyffelen, aarzelen..

To stagger, (to move or Thake) Scbudden, beweegen, doen wag. gelen.

He is fo drunk that the ftaggers, Hy is zo dronken dat by wag. gelt.

He ftaggers in his opinion, Hy wankelt in zyn gevoelen. Nothing ought to ftagger our faith, Ons geloof beboorde nergens door gefchud te worden. Staggered, Gewaggeld, gewankeld. Staggerer, Waggelaar, waggelaarfter. [Staggering, Waggeling, wankeling, waggelende. Staggeringly, Al waggelende. the STAGGERS in a horse, De duizeling van een paerd. the STAĞIRITE, Ariftoteles, ge

[ocr errors]

booren te Stagira in Macedonie. STAGNANCY, (the being stagnant) Stilftaaning.

to

STAGNANT, (still standing, fpeaking of water or blood) Stilftaande. STAGNATE, Stil ftaan, zynenbeboorlyken loop niet bebben. Blood that ftagnates, Bloed dat ftil staat, dat zyn beboorlyken Loop niet beeft. STAID, [van to Stay] Gewacht. STAIN, Een vlak, vlek, fmet. to STAIN, (to spot) Vlakken.

To ftain, (to blur or blemish) one's reputation, Iemands goeds naam bezwalken. Stained, Bevlekt, befmet, bezwalk. Stained in colour Verschoten

van koleur.

[ocr errors]

Stainer, Een bevlekker, besmetter. Staining, Besmetting, bevlekking, befmettende.

STAIRS, Een trap.

To go up stairs, De trap opga. An ugly pair of stairs, Een legte, donkere trap.

One pair of stairs, (the first tory) De eerfte verdieping. Two pair of stairs, De tweede verdieping.

The room is two pair of stairs · high, De kamer is twee trappen boog.

A ftair cafe, Een trap. A private and winding stair-cafe, Een verboolen wenteltrap. STAKE, Een staak, разі.

He was tyed to the ftake, Hy wierdt aan den ftaak gebonden

Pointed ftakes about the walls of a town, Middel-ry van paalwerk, tuffcben de borstweering en de wal ingeflagen, en met de punt naar 't land uitsteeken

de.

A ftake, (at play) 't Geld dat men inzet in 't fpel, de inlage. To fweep ftakes, (in a proper fenfe) Depot trekken, alles winnen dat ingezet is.

To fweep flakes, (to take all away) Alles weg neemen. As if his honour lay at stake, Als of 'er zyne eere aan bing. As if the welfare of Great - Britain were at ftake, in every difpute that happens on the con tinent, Als of de welvaart van Groot-Brittanje afbong van ieder verfcbil dat op bet vafte land voorvalt.

King Charles II. fhewed more care of his perfon, than became a Prince who had fo much at ftake, Koning Karel de II. bad meer met zyn eigen persoon op, als betamelyk was voor een Vorft die zo veel te verliezen bad. To lay all at ftake, Alles in de waagschaal ftellen.

All lies at ftake, Alles bangt 'er

aan.

The intreft of all Europe lies at ftake, Het belang van gebeel Europa is 'er aan gelégen. to STAKE, Inzetten, verzetten, [in 't fpël.]

Staked, Met laaken bezët,
ingezet.

Stakes, zie Steaks.
STALE, Oud.

Stale bread, Oud bakken brood.
Stale beer, Oud bier.
Stale news, Oude tyding.
To grow ftale, Oud worden.
A ftale maid, Een bejaarde vryf

ter.

STALE, (horfe pifs) Paerde pis.

A ftale (or round) of a ladder, Een Sport van een leer of lad der.

To make one a ftale, (a property or stalking horfe) to one's defign, Iemand gebruiken om ons oogmerk te bereiken.

to STALE, Stallen. Dus noemt men 't piffen der paerden. Stalenefs, Ouderdom, zie Stale. STALK, Een steel, flëngel.

The ftalk of a flower, cherry or

[blocks in formation]

A ftalking-horfe, Een gemaakt paerd om patryzen onder 't net te jaagen.

To make one a ftalking horse, Zich bebendiglyk van iemand be 'dienen om zyn oogmerk te berei. ken; iemand gebruiken als een brug om over te loopen. STALL, Een ftal.

An Ox-ftall, Een Offen-ftal.
Stall, (or little fhop) Potbuis.
A butcher's ftall, Een flagers ftal
of bank.

A cobler's ftall, Een fcboenlappers
pothuis.

A ftall in a fair or market, Een kraam op de kermis, of op de

markt.

To fet his wares upon the ftall,
Zyne waaren uitstallen.
Stall-money, or stallage, Stalling,
ftal geld.

The ftall of a fhop, De toon-
bank.

A ftall in a quire, Een zétel in bet koor der kerke.

The head-stall of a bridle, Het boofdftel van het bit. Stall-boat, (a kind of fifhher's boat) Een vifchfcbuit. Stall fed, Op ftal gemeft. A thumb-ftall or finger ftall, Een duimeling of vingerling.

to STALL, Stallen, op stal zetten. Stallage, (the money paid for

pitching ftalls in a fair or market) Markt geld.

Stallage, (or the right of ftallage) Recht om een ftellagie op

te zetten. Stalled, Geftald,

verzaad of

verkropt. Stalled with a thing, (weary of it) Ergens een tegenzin in bebben, bet moede zyn. Stalling, Stalling, ftallende. STALLION, Een spring-bengsft. To turn a ftallion amongit mares, Een bengft onder de merrien laaten loopen

Eeeee 3

[blocks in formation]

Stamering, Stamering, geftamer,• ftamerende. Stammeringly, Stamerachtig. STAMP, (cut or print) Kopere plaat, print.

to

A fine ftamp, Een fraaije print. Stamp, (print, or mark) Teken, merk.

A ftamp, (to stamp money) Een Stempel, om geld te stempelen, Of the right stamp, Van het echte foort.

With feveral other men of the fame stamp, Met verfcheide an dere menfcben van bet zelfde allooi...

That book is not of the right ftamp, ('t'is a fpurious book) Dat boek is niet echt, bet is vervaljcht.

Stamp, (mark on paper or parchment) Zégel.

STAMP , (to mark paper or parchment) Zégelen.

to STAMP, (to print, or mark) Tekenen, merken.

To ftamp money, Geld mun

ten.

To ftamp a measure with the publick mark, Yken, een maat ykén.

To ftamp, (or pound) Stampen. To

« FöregåendeFortsätt »