laat. VISARD, zle Vizard. VISCOSITY, (clamminefs, van Viscountess, een Burg-gravin. een Inftrument dat de glaaze- The vife-chops, De moer van een The vife pin, De fleutel van een zigt van een belm, 't vizier. governs in chief the Ottoman ten Heer. VISION, (seeing or fight) Gezigt, Vition, (apparation) Verfchyn- Vifionary, Ingebeeld. meras in his head) Een dwee-, to VITILITIGATE, In rechten be per, fuffert, gèk. To give one a vifit, Iemand een to VISIT, (to go to fee) Gaan To vifit one's friends, Zyne vrien- To vifit, (to go about to fee If God should vifit us with any Vifitation, Bezoeking. The vifitation of a diocess, Om- The feaft of the vifitation of To make a good ufe of God's pleiten, ook agterklappen, kwaadSpreeken. VITREAL, } Vitrifying, '} Glasmaaking. A fpring or ftone that has fome- to VITUPERATE,' Lafteren, naamfcbenden, verfmaaden. Vituperated, Gelafterd, gefimaad. Vituperation, Laftering, jmaading. VIV. VIVACIOUS, (lively) Levendig. VIVACITY, Leevendigheid, langleevendbeid, twee jaaren lang deeze Natie ge-VIVARY, Een diergaarde, wa drukt beeft. Vifited, Bezocht. kende. bezoe To go a vifiting, Te bezoek gaan. VISITOR, (one that vifits a Reli gious house) Bezoeker der Gods- VIT. VITAL, Leevenqueekend, leeven- Vitals, vital parts) De deelen to VITIATE, Scbenden, zie Vi- Vifionary, (one that has chi- Vitious, Ondeugend, zie Vicious. rande, vyver. VIVER, (a fea-dragon) Een Zee. draak. VIVES, Een zwelling der klieren in den bals van een paerd, z0 VIVID, (lively, full of life) Lé- to VIVIFICATE, Lévendig maa- ken. Vivification, Verlévendiging. baarende, dat is, zonder eije- U To onbekendbeid. Umbrage, (fufpicion, diftruft) | Unacquaintedness, Onbewustheid, Agterdogt, wantrouwen. UMBRELLO, (to keep one from the fun or rain, by carrying it over the head) Een Parafol, Zonnefcbutfel. Umbrello, (to keep of the fun from a window) Een Zonnefcbutfel over de vensters. UMBROSENESS, UMBROSITY, UMP. Schaduw van lommer. UMPIRAGE, Goedvindelyke uit- UNABILITY, Onbekwaamheid. Unable to pay, Onbekwaam om te betaalen. ken. UNACCENDABLE, } Unacquaintedness with a thing, Unadvisedly, Onbedachtlyk. UNAFFECTED, (or natural) Niet Unaffecting, Onaandoenlyk, niet be- UNAGREEING, Onovereenkomend. UNAIDED, Ongeboipen, zonder bulp. UNAIMABLE, Onbeminnelyk. Unalienated, Onvervreemd. vrygesproo-UNALLOWABLE, Onvergunbaar, Niet aan brand te ftee UNACCENSIBLE, ken. juftified) Onverdedigbaar. Unaccustomed, (not ufed) On- UNACQUAINTED, Onbekend, on- I am unacquainted with him, Ik verwerpelyk. Unallowed, Niet toegestaan, niet UNALTERABLE, Onveranderlyk. wyze. Unaltered, Onveranderd. Unamazedness, Onverfaagtheid. UNANIMOUS, (of one mind, of Unanimous, (done with oce accord) Eenpaarig gedaan. Unanimously, Eenmoediglyk, een dragtiglyk. To act unanimously, to go hand in hand in a business, Zonder partydigbeid, eendrachtig te werk gaan. His manes fhall not wander unappeas'd, (PHILIPS) Zyne fcbim. Unbarred, Den boom afgenomen. men zullen niet onbevredigt zwer-Unbarring, Outbooming. UNAPT, Onbekwaam. UNASSISTED, Ongebolpen. Unaffifting, Die niet belpt of by. ftaat. UNASSURED, Onverzekerd. UNASSWAGED, Onvermurwd, onverzacht, ongeftild. UNATTAINABLE, Onverkryge lyk, ongenaakbaar, waartoe men niet geraaken kan. Unattained, Onverkreegen. UNATTEMPTED, Onbeproefd, niet onderstaan. UNBECOMING, Onbetaamelyk, To unbend a bow, Een boog ont- To unbend, (eafe or refresh) one's mind, Zynen geeft uit laaten, entspannen, verfriffchen. Unbending, Ontspanning, ontSpannende. UNBENEVOLENT, Onweldaadig. Unbent, Ontspannen, geslaakt. UNATTENDED, (unaccompa- to UNBENUM, De verkleumdbeid nied) Onvergezeld, alleen. verdryven, ontdooijen. Unattended to, (disregarded) UNBENUMMED, Onverkleumd, Onopgepast, verfimaad. niet meer verftyfd: UNATTENDING, Onopwachtende, Unbenumming, Ontdooijing. to UNBESEEM, Wanvoegen, niet betaamen. onoppallende. UNATTENTIVE, Onaandagtig, onoplettend. UNAVAILABLE, } Nutteloos, vruchteloos, te UNAVAILING, vergeefscb. UNAUGMENTED, Onvermeerderd. UNAVOIDABLE, Onvermydelyk. Unavoidably, Op een onvermydely. ke wyze. UNAWAKED, Niet ontwaakt. UNAWARES, Onverboeds. To take unawares, Onverboeds verraffen. That came to pafs unawares, Dat It may not unbefeem me so to do, Het zal mogelyk niet ongevoeglyk voor my zyn, zote doen. Unbefeeming, Onbetaamelyk. Unbefeemingnefs, Wanvoeglykheid. Unbefeemingly, Wanvoeglyk, op eene wanvoeglyke wyze. to UNBESOT, Ontbölfteren, fЛypen, befchaaven. Unbefotted, Ontbolsterd. UNBEWAILED, Onbeklaagd. to UNBEWITCH, Onttoveren. Unbewitched, Onttoverd, onbetoverd. Ttttt UNBIASSED, Ongezwaaid, onpartydig, zonder vooroordeel. UNBIDDEN, Ongebooden, ongebeeten, ongenoodigd. to UNBIND, Ontbinden. Unbinding, Ontbinding. UNBLAMEABLE, Onberispelyk, onbesproken, daar niets op te zeggen valt, onbefchuldigbaar. Unblameableness, Onbefprokenbeid, onberispelykheid. Unblameably, Op een onberispelyke wyze. quéder UNBLEST, Ongezegend. to UNBLIND. Ontblinden, om doen zien. Uablinded, Ontblind. Unblinding, Ontblinding. to UNBLOCK a paffage, Een doortogt openen. UNBLOODY, Onbloedig. The unbloody facrifice, De onbloedige offerbande, de mis. Unbody'd, Onlichaamelyk. UNBOILED, Ongekookt. to UNBOLT, Ontgrendelen, den bout wegfcbuiven. Unbolted, Öntgrëndeld. Unbolting, Ontgrendeling." to UNBONE, De beenen, of graa zoomen. T ten uitdoen. Unboned, 't Been uitgenomen. UNBOOTED, Ontlaarsd. to UNBORDER, Ontranden, ontUnbordered, Zonder rand, of zoom. UNBORN, Ongebooren. to UNBOSOM himself to one, Zyn bart voor iemand ontfluiten. to UNBOTTOM, Ontbodemen. Unbottomed, Otbodemd. UNBOUGHT, Ongekogt. UNBOUND, Ongevonden, ontbonden, los. UNBOUNDED, Onbepaald. to UNBOW, Recht buigen. Unbowed, Recht geboogen. to UNBOWEL, (to draw the guts) Ontweijen,bet ingewand uithaalen. Unbowelled, Ontweid,'t ingewand uitgenomen. Unboweling, Ontweijing. to UNBOY, als; It was now time to unboy the Prince, by putting him into fome action and acquaintance with business, (Clarendon Hift.) Het was nu tyd om den Prins de kinderfeboenen uit te trekken, met bem in Actie te brengen, en kennis van zaaken te doen verkrygen. to to UNBRACE, Ontpaaren, twee | UNCAUSED, Onveroorzaakt. dingen die aan één zyn fchei- UNCENSURED, Onberispt. Uncertain, (not certain or fure, doubtful) Onzeker, twyffelachtig. den. Unbraced, Ontpaard. Unbracing, Ontpaaring. UNBREAKABLE, Onverbreekbaar. UNBRIBED, Onomgekogt. to UNBRIDLE, Ontbreidelen, den toom los laaten. Unbridled, Ongetoomd, toomeloos. An ubridled appetite, Een toe. melooze luft. Unbridlednefs, Toomeloosheid. UNBROKEN, Ongebroken, onge. tënd. An unbroken horfe, Een ongetëmd, onberéden paerd.. to UNBUCKLE, Ontgefpen.. Unbuckled, Ontgefpt. UNBUILT, Ongebouwd. to UNBUNG, Ontstoppen. Unbunged, Ongeftopt, 't ftopfel uitgetrokken. to UNBURDEN, Ontlaflen, ontbeffen. Unburdened, Ontlaft. to UNBURY, Weer opgraaven, uit bet graf neemen. Uncertain, (changeable, or fickle) Veranderlyk, wifpeltuu rig. Uncertain, (or irrefolute) Twyf felmoedig, aarzelend. To be in an uncertain condi- To be uncertain (not to know) An uncertain number, Een onbe- Uncertainly, Twyffelachtig, onzé- Unceflantly, Zonder opbouden, zie to UNCHAIN, Ontkétenen. to UNBUTTON, Ontknoopen, los knoopt. Unbuttoning, Ontknooping.. UNC. beid. Unchangeably, Op een onverander- UNCALLED, Ongeroepen. Unchaft, (mutty, bawdy, laf civious) Welluftig. Unchaftly, Onkuifchlyk. UNCHEWED, Ongekaauwd. Uncircumfpectly, Onbedachtzaamlyk. UNCIVIL, Onbeleefd, ongefcbikt, zie Incivil. UNCLAD, Onhekleed, zonder klee- deren. to UNCLASP a book, De flotten An unclean fpirit, Een onreine Uncleanly, Onzuiverlyk. Uncleanness, Onreinigbeid, onzuiverbeid. Uncleanfed, Ongereinigd. UNCLEFT, Ongekloofd. UNCLOATHED, Ongekleed. Uncloathing, Ontkleeding. to UNCLOSE, On'fluiten. Uncloted, Ont flooten. UNCLOUDEĎ, Onbewolkt. to UNCOIF a woman, (to pull off her head gear) Ortkappen. Uncoifed, Ontmutst, entkapt. UNCOLLECTED, Onvergaderd, onverzameld. UNCOMATABLE, UNCOMEATABLE, Onberyke kelyk, onverkryglyk. A man uncomatable, (or inac ceffibly) Een ongenaakbaar man UNCOMBED, Ongekamd. Uncomeliness, Ongefcbiktbeid, onbevalligheid. Uncomely, Onbebouwen, onbefdloft, wanvoegelyk. Uncomely, Ongefclikt, ngepast, ontevallig. UNCOMFORTABLE, (d, grie vous, troublefone, miferable) Troofteloos, droevig, fmertesyk, elendig. Uncomfortable, (or naughty) children, Stoute, ongeboorzaame kinderen. Uncomfortablenefs, Onvertreeftelyk beid, droevigbeid. Uncomfortably, Droeviglyk, fartelyk, enz. UN 1 UNC. UNC. UNCOMMODIOUS, Ongemakke | UNCONSCIONABLE, Onrédelyk, | UNCOURTEOUS, Onbeleefd, onbeufcb. ongemoedelyk, gemoedeloos, nerlyk, zie Incommodious. UNCOMMON, Ongemeen, onge. gens om geevende. woon, zeldzaam. Uncommonnefs, Ongemeenbeid, zeld zaambeid. UNCOMMUNICABLE, Onméde deelbaar. UNCOMPELLED, Vrywillig, zonder dwang. UNCOMPLEAT, Onvolkomen. UNCOMPOUNDED, On-famengezet, enkeld. Uncompoundedness, Enkelbeid, een- UNCOMPTROLABLE, zie Un- beid. UNCONCERNED, Onbekommerd, kommerloos, ongeraakt, onbe-. trokken. Say what you will to him ftill To live unconcerned, Zörgeloos merde wyze. Unconcernednefs, Onbekommerdbeid, onverfchillendbeid. UNCONCLUDING, 1 OnbeЛluitbaar. UNCONCLUSIVE, J An unconcluding or unconclufive argument, Een onbesluitbaare drangréden, die geen gevolg beeft. UNCONCOCTED, Raauw, onUNCONCOCTED verteerd. UNCONDEMNED, Onveroordeeld. UNCONFINED, (unlimited) Onbepaald. Unconfined, (free) Vry. UNCONFIRMED, Onbevestigd. UNCONFORMABLE, Ongelykvormig. Unconformed, Niet gelykvormig gemaakt, niet gelykvormig geworden. Unconformity, Ongelykvormigbeid. UNCONNECTED, Onbetrekkelyk, niet verbonden. UNCONQUERABLE, Onverwinbaar.. Unconquered, Onoverwonnen. Unconscionablenefs,Gemoedeloosbeid. Unconstrainedly, Op een ongedwon- UNCONSUMABLE,Onverteerbaar. Uncourteousness, Onbeleefdbeid. An uncouth expreffion, Een on- An uncouth place, Een zeer on bekwaame plaats. Uncouthnefs, Onbefcbaafdbeid, on befchoftbeid. UNCONSUMED, Onverteerd. Unconteftably, Onbetwistbaarlyk. Uncontrolable, (not to be difpu- baar, An unconvincible humour is my to UNCORD, Ontbinden, ontfnoe ren. Uncorded, Ontbonden, ontfnoerd, He left it uncorrected, Hy liet Een man wiens leeven onver- -ont to UNCOUPLE, Ontkoppelen. To uncrown a King, Een Koning Uncrowned, Ontkroond. UNCTION, Zalving. An uncultivable nature, Een on leerzaamen aart. Uncultivated, Onaangequeekt, nieo UNCURABLE, zie Incurable. UND. UNDAUNTED, Onverfcbrokken, UNDECEIVABLE, Onverzettelyk, UN |