Sidor som bilder
PDF
ePub

Effect van deezen Octroije: Dat ook den Suppliant, fchoon by het ingaan van dit Octroy een Exemplaer geleevert hebbende aen de voorfz, onze Bibliotheecq, by zoo verre Hy geduurende den tydt van dit Octroy de zelve Boeken zouden willen herdrukken met eenige obfervatien, noten, vermeerderingen, veranderingen, correctien of anders hoe genaemt, of ook in een ander Formact, gehouden zal zyn wederom een ander Exemplaer van dezelve Boeken, geconditioneert als vooren, te brengen in de voorfz. Biblotheecq binnen den zelven tydt en op de boeten en pœnaliteit als vooren: En ten einde den Suppliant deezen Onzen Confente en de Octroije moge genieten als na behooren, laften Wy allen en eenen iegelyken, dien het aengaen mag, dat zy den Suppliant van den inhoude van deezen doen, laeten en gedoogen, ruftelyk, vredelyk en volkoomentlyk genieten en gebruiken, Ceffeereude alle belet en Contrarie. Gegeeven in den Haege, onder onzen grooten Zegele, hier aen doen hangen, op den twaelfden April, in 't Jaer onzes Heeren en Saligmackers Duyzent Zevenhondert Vier en Vyftig.

[ocr errors]

Aen den Suppliant zyn nevens dit Octroy ter hand geftelt by Extract authenticq Haer Ed. Gr. Mog. Refolutien van den 28. Juny 1715, en 30. April 1728, ten einde om zig daer na te Reguleeren.

P. STE Y N.

Ter Ordonnantie
van de Staeten.

C. BOE Y.

Nder alle de Bedryven, die de Verwaandheid, en te gelyk de Lafhartigheid van het Menfchelyk Hart, zigtbaar voor de Waereld ten toon fpreiden, is 'er naar myn Gedagten geen algemeen-, der en tévens ongerymder, dan dat men zyn eigen Roem zoekt te gronden op de Verfmaading en Verachting van anderen. Deeze Onbillykheid heeft byzonder plaats onder Luiden van dezelfde Hanteering, en aller byzonderft by de Schryvers, en zogenaamde Oordeelkundige Berispers, die zich voor Keurmeefters van alles wat Geeft, Schranderheid, Gezond-verftand, en Geleerdheid genoemd word, opwërpende, een onfaalbaar Gezach aanmaatigen, om de in het licht komende Werken te pryzen, of te verachten en befpöttelyk te maaken; offchoon zylieden zo veel Bekwaamheid bezitten om 'er over te oordeelen als een Kranke over de Smaak der Spyzen.

Het is zeer opmerkelyk dat 'er völgens het Gevoelen van die Magifters. zeer zelden iets middelmaatigs in het Gemeenebëft der Geletterden te voorfchyn komt; Zyn zy den Schryver genégen, of hebben ze andere. (mogelyk alles verantwoordende) Rédenen om hem te roemen, terstond vliegt zyn Löf boven het Zwerk; Hy is aanftonds een CICERO, in Welfpreekendheid (hoewel hy mogelyk nooit een Rédenvoering gedaan heeft); zyne Wysheid overtreft die van SALOMO; zyne Geleerdheid die van HUGO GROTIUS; zyne Dichtkunde die van VONDEL, POOT en HOOGVLIET; zyne Natuurkunde die van NEWTON en NIEUWENTYD, met één Woord, de tien laatfte Eeuwen hebben zulk een Wonder van allerlei Weetenschappen niet voortgebracht. Maar verfchynt 'er een doorwrocht en konstig Wërk van iemand die hun Vriend niet is; of die hen door krachtdaadige Middelen, niet in zyn Belang heeft overgehaalt; dan weet men duizend ongegronde en vergezögte Vitteryen, om het zelve in allen opzichten verachtelyk te maaken.

Maar boven al heeft zulks plaats by de geenen, die over de zelfde Stoffe schryven, daar een ander te vooren over gefchreeven heeft, en wiens Werk zy op zich genomen hebben, te verbeteren; in zulk een Geval is hunnen Voorganger doorgaans een Weetniet geweeft, die zyn Werk, uit ik weet niet welke Stukken en Brokken, zonder Oordeel of Verftand heeft faamen geflanft, en waar in niets goeds te vinden is: maar zy zyn bet Völk met wien de Wysheid sterven zal, en die zulk een volmaakt Meefter-stuk te voorschyn zullen brëngen, dat 'er de Weergaê nooit van gezien is; zeggen zy het laatstgemelde niet met ronde Woorden: men kan echter gemakkelyk zien dat zy zulks, niet alleen denken: maar ook, ingewikkeld, te kennen zoeken te geeven. Deeze Verwaandheid en Onédelmoedigheid is dies te groo

ter

ter, om dat zy wier Werken door hen zo zeer veracht worden, hun verblyfplaats reets lange in bet Huis der Saamenkomfte van alle leevendigen genomen hebben: daar zy niets hooren kunnen; nöch in staat zyn om zich daar tégen te verdeedigen.

*

Het zy dan verre van my hen in zulk eene Lafhartigheid na te völgen, en den vlytigen en taalkundigen Vader WILLIAM SEWEL, mynen zeer ge-ëerden Voorganger, van zynen welverdienden Löf te berooven, of deželve te bezwalken. Geen menfchelyk Werk is ooit volmaakt gemaakt geweeft; de voorige Drukken van zyn Woordenboek zyn het niet geweeft, en déze zal het ook niet zyn; niettégenstaande ik ten vollen verzekert ben, dat Hy (zo wel als ik) alle Vermogens in het werk gefteld heeft, om het zo na by de Volmaaktheid te doen komen, als het mogelyk was, en dat Hy daar in niet beter geslaagt heeft, is geenzints uit Achteloosheid, Traagheid, of Onaandachtigheid: maar by Gebrek aan noodige Hulp, en uit de een en andere Misvatting voortgefprooten.

Want, wat het Gebrek aan noodige Hulp belangt: Toen hy zyn Woordenboek eerst faamengefteld, en by den tweeden Druk verbétert heeft, kon hy zo weinig nut uit den Arbeid van anderen tot Volmaaking van het zyne trekken, dat hy, veele Naamen van Kruiden, uit het Kruidboek van Dodoneus, (völgens zyn eigen Getuigenis) moeft opzoeken, zo dat het my (zegt hy) fom tyds niet weinig verdrooten heeft, dat ik my zelven niet in allen deelen beb konnen voldoen. ,, en gaat aldus voort:

[ocr errors]
[ocr errors]

Indien 't derhalve quame te gebeure, dat iemand, onder zulk een ,, groote ménigte van woorden, als hier te voorfchyn komen, ergens een ingefloopen vondt; waar omtrent ik kwaalyk, onderrecht ben, (want hoe ,,ménigmaal is 't gebeurt, dat zelfs geboorene Engelfchen my geen ge,,noegzaame voldoening wégens 't een of 't ander woord of fpreekwyze hebben weeten te geeven) die hoop ik zal zo befcheiden zyn, dat hy daarom 't gantfche Werk niet verachten zal: alhoewel my iets diergelyks ten aanzien van den eerften Druk nu en dan is voorgekomen, van zulken, die, om een weinigje Duitfch dat zy geleerd hebben, kennis ge,,noeg meenden te hebben om van het geheele Boek te konnen oordee,, len, enz."

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Döch die Hulp heeft my niet ontbroken: hebbende, voor-eerft, geduurende myn vyfjaarig Verblyf in Engeland, (hoewel ik nooit kon denken, dat ik dit flaaf-achtig en aller-moeijelykft Werk zou hebben ondernomen) een ontelbaare ménigte van Woorden, die by den Heer SEWEL niet te vinden waren verzameld, die my nu zeer wel te ftade gekomen zyn; ten tweede heb ik my tot volmaaking van dit Woorden-Boek, bedient van die van LITTLETON, BOYER, MARIN, HALMA, enz. en eindelyk heb ik uit de

Experior inter ea, quæ fieri non poffunt, recenfendum etiam effe, edere Librum fine erratis. Zegt de beroemde T. H. VAN DEN HONERT, en ik ftemme zulks van gantfcher harte toe.

de Engelfche Werken die ik geduurende een geruimen tyd geleezen; en vertaald heb, talryke Aantekeningen gemaakt, op zyn plaats ingevoegt, en niets gespaard dat in myn Vermogen was om het Compleet te maaken.

De Misvatting die de Heer SEWEL gehad heeft, en waar door ik meene, dat zyn Woordenboek tot die trap van Volmaaktheid niet gesteegen is, als wel zou hebben kunnen gefchieden, geeft hy zelfs op in deeze Woorden;

[ocr errors]
[ocr errors]

't Kan niet wel moogelyk weezen, dat onder zo veele duizenden van ,, woorden my niet het een of 't ander zoude ontflipt, of ook wel door den Letterzetter overgeslagen zyn: zulks dat 'er niet nog veel meer woorden en Spreekwyzen uit verfcheidene Schryvers zouden konnen bygevoegt worden: doch dit zou een Wërk van een eindelooze uitgestrektheid weezen.' De Uitgestrektheid van het Werk kon töt geen Verschooning dienen, om het onvolkomen te laaten; en nög veel minder het geene Hy een weinig laager zegt:,, dat ook tot verder uitbreiding van dit Boek nog een veel ,, grooter voorraad van woorden zou kunnen verzameld worden, indien ,, men gedulds genoeg had om zich te pynigen met eenen verdrietigen en ,, onge-achten Arbeid, daar niets van belang mee te verdienen valt." Het verwondert my dat de goede Man, deeze Verfchooning heeft kunnen maaken: daar hy zékerlyk de Krachteloosheid van het Argument, voor de geenen die 'er hun Gebruik van moeften maaken, van zelfs ligtelyk kon bevroeden. Althans als men geen Geduld noch Belooning genoeg heeft, om een Werk uit te voeren, behoorde men het niet te onderneemen. Ik wil dan liever gelooven dat de Krankheid (daar hy van fpreekt) hem lufteloos heeft gemaakt; zo dat hy zyne Voorreede aldus befluit. Indien nu iemand zoude meenen te befpeuren, dat 'er onder eenige der laafte letteren van 't A, B, C, van het tweede Deel deezes Woordenboeks hier en daar ,, nog een woord moeft by gevoegt geweeft zyn, die gelieve zulks te verschoonen: want zo dra myne krachten het eenigermaate toelieten, heb ik, uit aanmerkinge van de brosheid des menfchelyken leevens, en de "schielyke wiffelvalligheid van waereldfche zaaken, dit Werk met alle spoed ,, voortgezet, om 'er af te komen. Schep ondertuffchen uw Voordeel, Leezer, uit het gebruik van dit tégenwoordig Wërk; en vaarwel.'

[ocr errors]

"

[ocr errors]

"

"

[ocr errors]

In deeze aangeschrapte Régels vinde ik eene édelmoedige Oprechtheid, die, by my, het Karakter van dien braaven Man in een zeer voordeelig Daglicht plaatft, en die te wenschen was dat van alle Schryvers nagevölgt wierd. Waarlyk niemand zal ligt een Denkbeeld kunnen vörmen, van den oneindigen Arbeid, die 'er aan het Saamenftellen van een Woordenboek in tweederlei Taalen, te köften gelegt moet worden; en hoe veel moeijelyker word dien Arbeid niet als men gelyk de Heer SEWEL tot een meer dan middelmaatigen Ouderdom is opgeklommen, en met Ziektens en Tégen

2

genfpoeden bezögt word! Hoe pryffelyk is het dan ook niet het gebrekkige van onzen Arbeid aan de waare Oorzaaken, (zonder ydele Verwaandheid) te willen toefchryven, gelyk Vader SEWEL gedaan heeft? wiens Werk by onpartydige Menfchen, om voorgemelde Rédenen altoos Löf zal verdienen.

Wat my belangt: offchoon ik Réden heb, om de Göddelyke Goedertierenheid dankbaar te loven, voor een onafgebrokene Gezondheid van veele Jaaren, zo is het 'er zeer verre van daan, dat ik my in aangenaame Omftandigheden bevinde, maar wel in zulke die my dikwils Traanenbrood hebben doen eeten, en my deezen mynen Arbeid dies te zwaarder gemaakt hebben; de geenen die my kennen weeten wat ik al geléden heb, en hoe veele Rampen, my zyn bejégend en nög bejégenen: doch waar toe zal ik zulks vereeuwigen, en waar toe zal ik my trachten te rechtvaardigen? weinige Dagen zullen 'er nög zyn, en ik zal heenen gaan den Weg van alle Vleefch; en myne Gedagteniffe van deeze Dingen zal met my vergaan, als ik meede zal néderieggen in het Graf, daar de Gebondenen faamen in rufte zyn; daar de booze ophouden van Beroering; daar de vermoeide van kracht ruften, en daar de ftemme des Dryvers niet geboort word, tot dat wy uit dien Staat opgewekt wordende, voor een rechtvaardig Rechter zullen worden gefteld die een iegelyks Werk in bet gerichte zal brengen, en vergelden na het geene by gedaan beeft het zy goed het zy kwaad. Den Leezer vergeeve my deezen uitstap, uit de Volheid van myn Hart voortgevloeid.

Het is byna overtöllig te zeggen, dat de voorige Druk van het Woordenboek van den Heer SEWEL de helft van het Tégenwoordige niet bevatte, men kan zulks met het opflaan van een Oog aan het Getal der Bladzyden zien: maar het zal noodiger zyn, eenigzints aan te toonen waar in myne Verbétering bestaat.

1. In de Spelling; die ik (zonder in alles myn eigen Gevoelen daar omtrent te völgen, of genégen te zyn, daar over te twiften) ten eenemaal gebruikt heb zo als men dezelve hédendaagfch by de naauwkeurigfte Schryvers vindt: waar over men de Verhandeling over de Nederduitfche Spelling, agter The Dutch Grammar breeder kan nazien.

2. In de duidelyke Aanwyzing, en de Ophëldering met Voorbeelden, van de onderfcheidene Betékeniffen eenes Woords. Hoe zeer in deezen Opzichte het gemälde Woordenboek verbétert is, zal ik met twee of drie Exempelen aantoonen, waar uit men over de reft gemakkelyk zal kunnen oordeelen.

Het eerft dat ik opflaa is het Woord DRANK, en vinde by den Heer SEWEL;

A. DRANK, (M.) Drink, potion Het welke hy opheldert met de völgende Voorbeelden.

« FöregåendeFortsätt »