Sidor som bilder
PDF
ePub

f

de Venus-expeditie, en tot dat doel ieder oogenblik opgevraagd kunnen worden, blijkt het minder te zijn dan het saldo bij den aanvang voorhanden, tot een bedrag van f 1725.385ƒ 1083.72 = ƒ 641.665. De opbrengst van verkochte werken is slechts 1.61 beneden de raming gebleven, voor de Academie toch beloopende eene som van f 198.36; de overige f 5.70, die het bedrag op de Rekening-Courant van den Uitgever tot 204,06 opvoeren, komen het Fonds HOEUFFT ten goede, en zijn op de Rekening daarvan verantwoord, waaruit men wijders zal ontwaren: dat wederom f 2000.- nominaal 2 Inschrijving op het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld aangekocht is geworden.

Amsterdam, 11 April 1874.

De Algemeene Secretaris,
C. J. MATTHES.

De Commissie door de beide Afdeelingen der Academie, overeenkomstig § 37 der Algemeene Bepalingen benoemd tot het nazien van vorenstaande Rekeningen met de daarbij behoorende bescheiden, brengt daarover het navolgende Rapport uit, met welks conclusie de Vergadering zich vereenigt.

De Commissie door de beide Afdeelingen der Academie benoemd tot het nazien der Rekening en Verantwoording over 1873-1874, door den Algemeenen Secretaris overgelegd, heeft zich bij onderzoek der overgelegde bescheiden en door vergelijking der Rekening en Verantwoording met de Begrooting, overtuigd van het juiste beheer der geldelijke aangelegenheden der Academie door haren Algemeenen Secretaris. De geringe overschrijding van onkosten voor Vergaderingen, Bureaukosten en Expeditie en Huishouden werd door den Secretaris in de Memorie van Toelichting voldoende verantwoord.

Met het oog op genoemde Memorie zal het wel niet noodig zijn op de uitgave ten behoeve van de Commissie voor den Overgang van Venus voorbij de Zon de aandacht te vestigen; alleen zij hier vermeld dat van de som van ƒ 1000 een bedrag van f 600, als restant na hetgeen op de Rekening van 1872-1873 was uitgekeerd, aan den Heer VAN DER WILLIGEN werd verstrekt,

D*

Onder het hoofd, praesentie-gelden" vond de Commissie bij het nazien der quittantiën, dat voor ieder der Afdeelingen door vier Leden nog niet over de hun toekomende praesentie-gelden beschikt is.

Bij de groote gelijkvormigheid der posten die op de Rekening en Verantwoording telken jare terugkeeren, trok het de aandacht der Commissie, dat onder het hoofd Verslagen en Mededeelingen een post voorkomt zijnde, Declaratiën" van een der Leden der Natuurkundige Afdeeling. Uit de quittantiën bleek, dat de som van f 66.50 verstrekt was als restitutie van voorgeschoten correctieloonen. Zonder zich eenig oordeel aan te matigen over de billijkheid dezer restitutie, acht de Commissie zich evenwel verpligt, wegens het exceptioneele van zoodanige uitgave dit punt hier te vermelden.

Terwijl de Commissie, zooals hierboven door haar verklaard werd, de Rekening en Verantwoording in goede orde bevonden heeft, en de Rekening van het Fonds HOEUFFT almede geen aanleiding tot opmerkingen geeft, meent de Commissie U te mogen voorstellen, onder erkenning van de goede en zorgvuldige administratie van den Secretaris, den Voorzitter te magtigen, de Rekeningen te onderteekenen en een afschrift te zenden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken.

De Commissie voornoemd :

J. VAN GEUNS.

II. G. VAN DE SANDE BAKHUIJZEN.

J. T. BUIJS.

W. C. MEES.

De aanmerking der Commissie op den post van vergoeding voor onkosten, wegens het nazien van het Fransch der in die taal geschreven Verhandelingen van een Lid der Natuurkundige Afdeeling, brengt dit punt ter sprake en leidt tot het aannemen met eenparige stemmen van het beginsel: dat van elke aangeboden Bijdrage of Verhandeling mag en moet gevorderd worden, dat zij niet enkel wat den inhoud maar ook wat den vorm aangaat, voltooid ingeleverd worde, en dus voorlaan

onkosten wegens verbetering van handschrift door de emie meer zullen geleden worden. Aan de Natuurkundige 'ing zal hiervan kennis worden gegeven.

III.

Vervolgens komt in behandeling een ontwerp van Begrooting van Inkomsten en Uitgaven voor het nieuwe dienstjaar, loopende van 1°. April 1874 tot ult. Maart 1875; welke raming in dezer voege wordt vastgesteld:

Begrooting van Inkomsten en Vilgaven gaande van
1o. April 1874 tot 1°. April 1875.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]

IV.

Daarop wordt het navolgende Verslag, door den Heer L. PH. C. VAN DEN BERGH, namens de Charter-Commissie ingezonden, voorgelezen en ingediend:

De Commissie voor het Oorkondenboek van Holland en Zeeland heeft de eer aan de Koninklijke Academie te berigten, in de eerste plaats dat in dit Academiejaar de laatste aflevering der eerste Afdeeling van het Oorkondenboek met de daarbij behoorende registers is uitgegeven.

Thans zal over de voortzetting van dit werk moeten gedacht worden en de Commissie zal trachten daarvoor geschikte hulp te vinden. In de eerste plaats zal het dan wenschelijk zijn, vooraf, evenals vroeger geschied is, de stof in een chronologisch register te verzamelen, om vervolgens, na aanvulling met al hetgeen nog opgespoord zal kunnen worden, tot de uitgave van het eigenlijke Oorkondenboek over te gaan. Misschien zelfs zal de overvloed van bouwstoffen tot de overtuiging leiden, dat het beter is die taak te splitsen, en zich voorloopig tot de regering van het Henegouwsche Gravenhuis te bepalen, waarover echter eerst later beslist zal kunnen worden.

Mogt de Commissie in hare pogingen slagen, dan koestert zij de hoop, dat de verzameling der stukken minder moeite en tijd zal kosten, dan bij de eerste Afdeeling het geval was daar met den aanvang der 14de eeuw geregelde registers bij de grafelijke kanselarij zijn gehouden, en de stukken minder dan vroeger uit allerlei schuilhoeken bijeengezocht moeten worden. Toch vertrouwt zij, dat ook in de tweede Afdeeling vele nog onbekende brieven aan het licht zullen komen.

Namens de Charter-Commissie : L. PH. C. VAN DEN BERGH.

V.

De Algemeene Secretaris doet alsnu Verslag van den staat van Boekerij en Munt- en Penningkabinet, van dezen inhoud:

Het Munt- en Penningkabinet, onder het bijzonder toezigt van den Secretaris der Letterkundige Afdeeling gesteld, verkeert in goeden toestand, maar werd dit jaar enkel verrijkt door eenige exemplaren van de medaille van HOEUFFT, te weten één gouden, één zilveren en ettelijke bronzen.

De Bibliotheek daarentegen nam voortdurend toe aan menigte van belangrijke boekdeelen, waardoor de behoefte aan ruime gelegenheid tot plaatsing steeds dringender zich doet gevoelen. Wij voegen hieraan eene opgave toe van de kostbaarste werken, waarmede zij verrijkt werd, namelijk:

Bord-Boeddhoer op Jara, uitgegeven op last der Hooge Regering.

Recueil d'antiquités de la Scythie. Publié par la Commission imp. archéologique de St. Pétersbourg 1872, Livraison 2me 4o. avec un atlas.

J. PLATEAU, Statique expérimentale et théorique des liquides soumis aux seules forces moléculaires. (Geschenk van den Schrijver).

Het Paradijs van Dante, met platen van G. DORÉ, door wijlen HACKE VAN MIJNDEN. (Geschenk van de Familie).

Een stel photographiën van den bouw der bruggen te Kuilenburg, Bommel en Crèvecoeur, genomen op verschillende tijdstippen en tot één geheel verzameld. (Geschenk van den Heer G. VAN DIESEN).

Vijf stuks verstelbare Chronologische Tabellen, genaamd Calendarium perpetuum mobile, ten behoeve van historische onderzoekingen, uitgevonden en vervaardigd door CH. A. KESSELMEIJER van Manchester, in lijsten achter glas (geschenk van den Maker).

VI.

Thans is aan de orde de keuze van den Algemeenen Secretaris. Bij monde van den Vice-Voorzitter der Afdeeling Letterkunde, komt deze terug op hare begeerte: dat het algemeene Secretariaat niet op den duur bij één en dezelfde Afdeeling bestendigd worde, welken wensch zij andermaal uitspreekt.

« FöregåendeFortsätt »