} Heaven, (or paradise) Den bé- † To keep a heavy do, a heavy mel, 't Paradys. Heaven, (or God) God. The lord of heaven, Den Heer des bémels. Heaven born, Hemelsch, van een bémelfchen oorfprong. Heavenly, Hémelfch. The heavenly spirits, De bémel- The heavenly joys, Hémelsche The heavenly manfion of the bleffed, De bémelfche wooning der gelukzaligen. HEAVILY, Bezwaarlyk, zwaarmoediglyk, langzaamlyk. To goon heavily, Langzaam voortgaan. To take on heavily, Een zaak zeer na neemen. To complain heavily, Zwaar klaagen. To go on heavily with a bufi- HEAVING, Heffing, opheffing. Heaviness, (or drowsiness) Lus- Heaviness of mind, Zwaarmoedigheid, bedruktheid, zwaarboofdigbeid. 4t Heaviness, (or dulness) Dombeid. Heavinefs, (or fadness) Verdriet, droefbeid, leetweezen. Full of havinefs, Vol van droefbeid. HEAVY, (or weighty) Zwaar. A heavy burden, Een zwaare laft. Heavy, (or dull) Dom. A heavy man, or woman, a dull wit, Een dom Mans- of Vrouwsperfoon. A heavy way, Een zwaare, of flegte weg. work, or heavy life, Een groot geraas maaken. A heavy piece of work, that goes on heavily, Een zwaar tuks werk. A heavy book, (that does not go off well) Een boek dat geen aftrek beeft. HEB, HEBBERMAN, (one that fifhes below London bridge commonly at ebbing water) Een Visfcher die beneden de Londenfche brug vifcbt. HEBDOMADAL, Weeklyks, tot eene week beboorende. HEBDOMADE, Zéven. HEBETATION, Stompmaking. HEBETUDE, Stompheid. HEBRAISM, een Hebreeuwsche Spreekwyze. HEBREW, Hebreeuwsch. The Hebrew tongue, De Hebreeuwsche taal. HEC. HECATOMB, Een offerbande van bonderd offen. HECK, (an engine to take fish, in the river Owfe, by York) Een boek of baak om mede te visfchen. HECKLE, Een vlasbékel, olasbraak. an HECTICK feaver, Een kwynende koorts. HECTOR, Een blaaskaak, fnorker. to HECTOR, Overfnorken. To hector one into a party, Iemand dwingen om party te kie zen. I hectore'd him out of his money, Ik dwong bem zo lang door dreigementen, dat by my zyn geld gaf. Hectored, Getrotfeerd, gedwongen. Hectoring, Dwang, trotfeering. HED. HEDGE, Een beg, beining. A quick-fet-hedge, Een groene beg. A hedge-row of trees, Een befcbutfel van een reeks boomen, een manteling. A hedge-hog, Een égel, of égel- A hedge-fparrow, Een tuin flui- *To be on the wrong fide of the hedge, Op den verkeerden weg zyn, misleid zyn. Hedge-keeper, Een bedelaar, landLooper. Hedge-marriage, Een fmuig trouw, beimelyk buuwlyk. Hedge-hyffop, Gods-genade, [zéker kruid.] Hedge-mustard, Steenrakët, [een kruid.] to HEDGE, Bebeinen, ombeinen. To hedge a way with trees, Een weide met boomen afperken. To hedge in, Met een beg} To hedge about, ge betuinen. door een beining in trekken, ombeinen. To hedge in a debt, Eenfchuld inpalmen, ['t zy door waaren of huisraad na zich neemen.] Hedged-about, Ombeind, met een begge omtuind. Hedger, Een ombeiner. Hedging, Ombeining, nende. ombei Heedily, Omzigtiglyk, zie Heedfully. Heedinefs, Aandachtigheid, Heeding, Acbtbebbing. zie Heedlefs, Achteloos, onachtzaam. The heel of the foot, De biel The heel of afhoe, or boot, De His heart is at his heels 't They were at our heels, Zy waa ren ons dicht op de bielen, zy zaten ons kort op de bakken. To betake himself to his heels, Het op 't loopen zetten, 't baazenpad kiezen. To trip upon one's heels, Ie- To trip up one's heels, (to fup- To lay one by the heels, (to To fet a thing at one's heels, to flight it, Iets verwaarloo HEG. HEGIRA, (the epoch of the Turcks, and Arabians) Het begin der tydrékening van de Turken en Arabieren. HEGLER, Iemand die Waaren van bet Land in de Stad langs de buizen te koop brengt, Marskraa mer. HEI. HEIFER, Een jonge koe, veirze of vaerze, bokkeling. HEIGHT, Hoogte. to A steeple of a prodigious height, Een toren van een byftere boog te. onder die benaaminge betrok ken.] Heirdom, Opvolging. Heirefs, een Erffter, een Vrouwsperfoon die erfgenaam is. HEL. HE'LL, dit is een verkorting van HE WILL. He'll do it, Hy zal bet doen, of by wil bet doen. HELD, [van to Hold,] gebouden. I held, Ik bield, bebield. With much ado he held from laughing, Hy bad veel te doen om zich van lachen te houden. + Height, (or greatnefs) of cou-A motion (in dancing) well rage, Moedigheid. Height, (or highest pitch) Het toppunt. In the height of his pride, In zyn grootste boogmoed. In the height of his fickness, Toen zyne ziekte op 't boogft was. 4. The differences continue to fuch a height, De gefchillen worden 20 driftig voortgezet dat. HEIGHTEN, Verboogen, verbeffen, vermeerderen. To heighten the foldier's courage, De Soldaaten aanmoedigen. To heighten an tapestry with gold and filver, Een behangzel met goud of zilver opcieren. Heightened, Verboogd, verbéven, vermeerderd. The wine having heightened their fpirits, De drank bun moedig gemaakt, vervrolykt hebbende. Being heightened with that victory, Moedig zynde over die overwinning. Heightening, Verbooging, -verboogende. † HEINFARE, Affcheid, zie Hine fare. HEINOUS, Grouwzaam, zie Hai nous. † HEINSMAN, Een voetknegt, zie Henchman. HEIR, een Erfgenaam. He is next heir to the crown, kroon. Co-heir, Joint-heir, en Mede-erfge naam. Heirlooms, Inboel. [Dit woord plagt eertyds maar opzigt te hebben op Getouwen, maar fédert heeft men allerley Huisraad held out, Een welvoeglyke beweeging. HELIOTROPE, (the plant turnfol, or waterwort) Zonnebloem. HELL, De bël. That place is a hell to me, I Die A hellish crew, Een belsch ge- There is a hellish noise at his houfe, Daar is een belsch leeven in zyn huis. HELLEBORE, (a physical-plant) Nieskruid, nieswortel, maankruid, berffenkruid. HELLENISM, Grieksche Spreek wyze. HELLENISTICAL, Tot de Grieken beboorende, Griekfcb. HELLENISTS, Grieken, of GriekSche Fooden. the HELM of a fhip, Het roer of de belm van een schip. Tot fit at the helm, Aan't roer HELMET, Een belm, ftormboed. To call one's neighbours for help, The thing is past help, Daar is Help, Help, (or remedy) Hulpmiddel. There's no help for 't, 't is patt help, it cannot be help'd, Daar is geen belpen aan. He must declare one way or other, pro or con, there's no help for it, Hy moet zich voor of tegen verklaren: daar is geen bidden voor. He was a great help to me, Hy was my van veel nut. to HELP, Hälpen, te bulp komen, verbelpen. To help one another, Malkan- I cannot help myself with my I can 't help it, Ik kan 't niet bel- To help every thing by a fair To help one (at table) to a thing, Iemand iets voordienen. May I help you to a wing of a pullet, Kan ik u dienen met een vleugel van een kuïken. To help one to money, Iemand Who can help it, how can one To help a lady into a coach, To help one IN, (or to get him in) Iemand ergens in helpen, toegang verfchaffen. To help one OUT, Iemand uit- To help one out of trouble, Ie- To help one UP, Iemand opbel- To help one DOWN, Iemand belpen om af te klimmen. To help a business FORWARD, Een zaak bevorderen. And one of the guests, to help forward his evil humour, En één van de gasten om bem nog kwaad aardiger te maaken. Every thing helps on to wards his undoing, Alles werkt méde tot zyn bederf. Helped, Gebolpen, verholpen. It could not be helped, Het kon niet belet worden. Helper, Een helper. He is my helper, Hy is myn belper. Helpfull, Bebulpelyk, bebulpzaam. Helping, Helping, belpende. Helpless, (that cannot help himfelf) Hulploos. Helpless, (who has no ufe of his limbs) Lam. To be helplefs, (or left without help) Hulploos zyn. HELTER-SKELTER, RompЛlomp. HELVE, Een becht, handvatfel, Steel. to *To throw the helve after the hatchet, Den steel na den byl werpen, alles verliezen. HELVE, Met een bandvatfel of steel verzorgen. To helve an ax, Een fteel aan een byl maaken. Helved, Met een handvatfel of steel voorzien. Helving, De aanmaaking van een feel. + HELVETICK, Zwitsersch. HEM. HEM! Hem! a HEM, Een zoom, boord. A broad or a narrow hem, Een breede of een Smalle zoom. to HEM, Omzoomen, omboorden. To hem in, Bezoomen, beboorden. HEMP, Hennep, kennep. To peel hemp, Hennip breeken. Hemp-ftalk, Hennepstok. A piece of hemp stalk, Splinter van een bennep/tok. A hemp close, Hennip, of Kennep-veld, of Akker. Hempen, Hennepen, van bennep. (1) A hempen rogue, Een ban gebaft. Hemp-feed, Hennep-zaad, kennepzaad. HEN. HEN, Een boen, bën, 't wyfje van gevogelte. A young hen, Een jong boen. A pea-hen, Eene paauwin. Not inany days hence, Niet veele dagen geleden. From hence, Hier van daan. Hence-forth, Voortaan. Hence forward, Van nu voortaan. (†) HENCHMAN, Een voetknecht, voet looper. HENHUSWIFE, Een gortentelder, keukenklouwer, een man die zig met de keuken en buis-zaaken bemoeit. to HEN-PECK, Ringelooren. He is hen-peckt by his wife, Hy wordt van zyn wyf geringeloord, zyn wyf beeft de broek aan. HENT, (for caught) Betrapt, gevat. HEPAR, De lever. HEPS, Egelantier-beijen. Hep-tree, De groote égelantier boom. HEPATICAL, Tot de lever beboorende, HEPTAGONE, Een zévenboek. HEPTARCHY, Een zevenboofdige regeering. [Dus was Engeland eertyds onder zeven Koningen.] HER. HER, Haar, zy. He vexes her, Hy tergt baar. I have been with her, Ik ben by baar geweeft. She loves her fon, Zy bemint baaren zoon. She has married her daughter, Zy beeft baar dochter uitgetrouwd. "T is the herfelf, Zy is bet zel ve. She killed herself, Zy bracht haar zelve om 't leeven. She is by herself, Zy is alleen. A King of Heralds, Een wapenvoogd, wapenfchild-beer, wapen-Here, (or take it) Houd daar. fchild-koning. HERALDRY, de Wapenfchild-kun de. Heraldihip, Het ampt van Wapen. koning. HERAULD, zie Herald. A fmall-herb, Een kruidtje. HERBAGE, Een weide, groente. HERBENGER, Kwartier-meefter. HERD, Eene kudde. A herd of cattle, Eene kudde vees. Herd of deer, Een kudde her ten. A cow-herd, een Koeweider. A fwine-herd, een Varkenboeder. A thep-herd, een Schaapberder. Herds-man, (one that looks after droves of cattle) Een veeboeder, bërder. A. Herd, at the end of a word fignifies the fame as keeper, Herd, aan bet end van een woord, betekent bet zelfde als Hoeder. X X Here's to ye, Myn dienft, of ik breng bet u. His being here is uneafy to me, Here about, Hier omtrent. Here-above, Hier boven. Hereat, at this, als, He is of Here-below, Hier beneden. Hereto, (to this) Daar op.' What can a man fay hereto ? Wat kan men bier op zeggen? Heretofore, Voor deezen. Hereunto, Tot bier aan toe, toe. Hereunto I fhall add, Ik zal bier nog byvoegen. tot, bier Hereupon, Hier op. A damnable herefy, Een verdoe He is a rank heretick, Hy is een verbard ketter. ➡HERIOT, (a law term, for the beft cattle that the tenant has at the hour of death, due to the Lord by custom, be it horfe, ox, or any fuch like; this was called by the ancient Saxons heregate) Een uitdrukking, betekenende bet befte Vee dat een Hoevenaar by zyn overlyden beeft, 't geen volgens gebruik aan den Landbeer toebehoort, bet zy een Paerd, Os, of dergelyken. HERITAGE, Erfdeel. erfenis. HERMAPHRODITE, Een manwyf, balf man half vrouw. HERMETICAL, or Hermetick, Tot de fcheidkonft of fmeltkonft behoorende. The hermetick science, Defcheikonft, fmelt-konft. HERMETICALLY fealed, Een glaaze buis, aan 't einde beet gemaakt tot dat ze haaft fmelten zal, en dan met eene gloeijende nyptang toegeneepen. HERMIT, Een kluizenaar. Hermitage, Een kluizenaarschap, kluizenaars ftaat, kluis. HERMITE, zie Hermit. HERN,Een reiger, [zékere vogel.] Hernery, Hernfhaw, Een reigers bofch. HERNIA, (or broken-belly) Een breuk. HERNIA Gutturis, (a diftemper) Koude krop, of kwab, uitwas aan de kin. HERODIAN, Herodiaanfch. The herodian difeafe, (which is to be eaten to death with lice, as Herod was) De Herodiaanfche, of Luisziekte. HEROE, (a demi God, a man of great fortitude and worth) Een balve God. HEROE, Een beld. Hey ho, an interj. of bewailing, HEYRE, een Erfgenaam, zie Heir. It is a book of hers, Het is één HEYWARD, Stadts-berder. in HESITANCY, Hapering,onzékerbeid. to HESITATE, Haperen, twyffel staan. Hefitation, Hapering. HESTS, hefts and behefts, (orders, or commands) Bevélen. HET. HETCHEL, Een hékel, zie Hatchel. HETEROCLITE, Onregelmaatig. HETERODOX, Onrechtzinnig. HETEROGENOUS, Van een an der geflacht, anderfoortig. HETEROSCIANS, or Heterofcii, (a term of geography) Bewoonders van de gematigde Zones of Lugtftreeken, die in alle Faargetyden 's middags een foort van Jebaduw hebben; die aan dees xyde de Linie na 't Noorden en de andere na 't Zuiden went. HEW. HEW, Koleur, zie Hue. to HEW, Houwen, bakken, bikken. To hew a ftone, Een fteen bou wen. A heroe of the quill, (a fa-To hew timber, Hout bakken. mous author) Een beroemd scbry To hew down, Neerbouwen. To hew afunder, Van een bakken, klooven, klieven. Hewed, Gebouwen, gebakt, geHewn, } bikt. Hewed down, Neergebouwen. Hewer, Een bakker, bouwer. HICKOCK HICKET, HIC. } De bik, nok. To fright one's hicket away, lemand door een schrik de bikverdryven. HICKEL, Hékel, zie Hetchel, or Hatchel. HICKUP, zie Hicket. HICKWALL, Pimpelmees, een vogeltje. HID. HID, zie Hidden. ft To warm one's hide for him, or to give his hide a warming, (to bang, or maul him) †lemand belder afroffen. A hide of land, (a certain meafure of land) Een zekere maatte Lands. Hide-bound, Zoor van vēl. + Hide-bound, (or niggardly) Gierig, wrokkig. The hide-bound, (a fickness of cattle) Onganfch, een ziekte van het Vee, als de huid aan het vleefch kleeft. Hide-geld, zie Hidage. to HIDE, Verbergen, verfchuilen. To hide one's felf fomewhere," Zich ergens verbergen of verSchuilen. A hewer of stones, een Steenbou-To hide, (or keep fecret) Ge wer. beim bouden. Hide and feek, Schuilbokje, [een kinderspel.] HID, Verborgen, verfcbolen, HIDDEN,J verboolen. |