Sidor som bilder
PDF
ePub

1

The volubility of a wheel, Del raddig beid van een wiel. Volubility of tongue, Vloeijendbeid van tong. VOLUBLE, Vloeijend, rad, dat zig ligt beweegt, rollend. A voluble tongue, Een vloeijende tong, een gladde tong, een tong die wel gebangen is. He is voluble in expreffion, Hy drukt zich vloeijend uit. VOLUME, Een boekdeel, Doek, band.

[ocr errors]

't Is a great volume 't Is een groot boek.

A portable volume, Een zakboekje, een boek dat men by zich kan draagen.

A book of feveral volumes, Een boek van verfcheidene banden; een boek beftaande uit verfcheidene stukken.

4 Volume, (a poetical word for wave) Baar, gölf. Voluminous, Dik van band.

A voluminous book, Een dik boek. VOLUNTARY, (free, (free, without compulfion) Vrywillig, ongedwongen. VOLUNTARY, (a voluntary action) Eene vrywillige daad. A Voluntary, (a mufician's play extempore, fuch as comes next to his fancy) Muziek die voor de vuift gespeeld wordt, een caprice.

Voluntarily, Krywilliglyk. VOLUNTEER, Een vrywillige [ten Oorlog.]

To beat up for volunteers, De trommel roeren om te werven. VOLUPTUARY, Een welluftige. Voluptuous, Welluftig. Voluptuously, Welluftiglyk. Voluptuousness, Welluftigbeid. VOLY, zie Volley.

VOM.

VOMIT, (a vomitory phyfick) Braakmiddel.

Vomit, (or vomiting) Braaken, tevergeeven.

To take a vomit, Iets inneemen `om te braaken.

The dog returns to his vomit, De bond keert weder tot zyn uitbraakfel.

to VOMIT, Braaken, uitbraaken. Vomited, Gebraakt, uitgebraakt. Vomiting, Braaking, uitbraaking, braakende.

To have both a loofenefs and vomiting, Aan de afgang zyn en braaken.

Vomitives, Braakmiddelen. Vomitory, Tot braaken verwekkend. A vomitory potion, Een braakdrankje.

VOR.

VORACIOUS, Gulzig, vraatachtig.

[ocr errors]

A voracious beaft, Een versin.

dend beeft.

Een A voracious man or ftomach, verflindend man, of een verflindende maag. Voraciously, Gulziglyk. Voracity, Gulzigbeid, vraatachtigbeid.

[blocks in formation]

VOU. to VOUCH, Staande houden, bewyzen, verzekeren, börg ftaan. I'll vouch, (or warrant) this horfe for a good horfe, Ikfta 'er voor in dat dit een goed paerd is.

To vouch (or challenge) a thing, Iets voorwenden, zich aanmaatigen.

To vouch (to pafs one's word) for one, Zyn woord voor iemand geeven. To vouch one, (in the fenfe of the law, to call one in court to make good his warranty) Iemand in rechten betrekken om zyn verbintenis goed te maaken. Vouched, Staande gebouden, verzékerd, beweezen.

[ocr errors]

Vouchee, Iemand die voor 't Recht geroepen wordt om iets te bewyzen, Voucher, (he that vouches one at law) Eiffcher. Voucher, (authentick deed, toi prove an allegation) Echt bewys, om eene aanbaaling te beveftigen. Voucher, (authority, or proof in hiftory) Gezach, of bewys in de gefcbiedeniffe.

I don't speak without fufficient vouchers, Ik fpreek niet zonder genoegzaame getuigen.

The gospel of peace is made a voucher for fedition and rebellion, Het Evangelium des vreedes ·word gebruikt om scheuring en oproerigbeid bevoegt te maaken. Vouching, Staandebouding, to VOUCHSAFE, Gewaardigen, ftaande boudende.

[blocks in formation]

The votes went for the deftro-Vouchsafed, Gewaardigd, vergund.

ying of the town, De meefte Stemmen waren voor 't verweef

ten der Stad.

Votes, (the things voted for the refolves of an affembly) Befluiten van eene vergadering. VOTE, (to give in one's vote) Voted, Geftemd. Stemmen, zyn ftem geeven.

to

Voted for, Voor geftemd. Voted againft, Tegen geftemd.. Voting, Stemming, femmen

de.

XXXXX 2

Vouchfafement,

Vouchsafing,

Gewaardiging, vergunning.

VOW.

[blocks in formation]
[blocks in formation]

UP, Op, rys op, ftaa op, stap op, overend.

Up betimes, By tyds op, vroeg op.

Up end, Overënd.

It makes my hair ftand up on end, Het doet my de baairente bergen ryzen.

To be in the water up to the chin, In 't water staan tot de kin toe.

(4) To be in love up to the ears, Byfter verliefd zyn.

His blood is up, Žyn bloed is aan 't zieden.

-To go up to London, Na Lon

den gaan. Dus zegt men in Engeland, fchoon de plaats daar men van daan kwam hooger lag dan Londen: daar men in tegendeel, te Londen zynde, zegt, I will go down into the country, Wanneer men landwaard in wil gaan. To lock up, Opfluiten. The river is frozen up, De Rivier is toegeurooren.

To blow up with powder, Door buskruid in de lucht doen vliegen.

To bring up, Opbrengen, opvoeden.

To clap up together, Saamenbinden.

To clap up in prifon, In de gevangenis fluiten.

[blocks in formation]

To go up, Opgaan.

To get up, Opklimmen, opryzen.
To lift up, Optillen.

To make up, Uitmaaken.
How many shall we make up?
Hoe veel zullen wy uitmaaken?
uit boe veel zal ons getal be-
Staan?

To be up, (to fit no longer)
Opstaan.

The Parliament is up, Het Par-
lement is gefcbeiden.
How many games up? Hoe veel
Spellen uit?

Five up, Vyf Spellen, of vyf ftreepjes uit.

I am up, (at play) Ik ben uit, ik win bet.

I want but one of up, Ik ben op een ftreepje na uit. To fall up stairs, In 't opgaan van de trappen vallen. To get up into a tree, boom klimmen.

In een

The quarter is up, (or expired) Het vierendeeljaars is om, verscheenen.

Up one pair of stairs, Op de eerfte verdieping

To run up and down, Gins en weer loopen, op en neer loopen.

To follow one up and down, ·Iemand overal volgen, naloopen. Up hill, De berg op. To go up hill, Op den berg, of den berg op gaan.

To write up hill, Naar de boogte fcbryven.

From my youth up, Van myne jeugd af aan.

To do up a letter

To do up a letter, Een brief

[blocks in formation]

UPB.

to UPBRAID, Verwyten, fmaadelyk toedryven,

To upbraid one with a thing, Iemand iets verwyten. To upbraid the government, De regeering boonen, belédigen, fmaaden. Upbraided, Verweeten. Upbraider, Een verwyter. Upbraiding, Verwyting, — veraytende.

UPH. UPHELD, Opgebouden, onderSteund.

to UPHOLD, Opbouden, onderfteunen.

Upholder, Een opbouder, onderfteur

ner.

[blocks in formation]

most. UPON, Op.

Upon the table, Op de tafel. Upon, (next or near) Aan, digt, digt by.

London is feated upon Thames, Londen legt aan de Teems. The countries upon the Rhine, De landen aan den Ryn. Upon, (a prep. of time, about, towards) Op, omtrent, naby. She is upon her departure, Zy ftaat op baar vertrëk. Upon his coming, Op zyne aankomft.

Upon the news of his coming, Op de tyding van zyne aan. komft. Upon ferves alfo to exprefs the caufe, motive, ground, er sub. ject of any action, Upon dient ook om de oorzaak, drangréden, grond, of onderwêrp van eenig bedryf uit te drukken.

Upon

Upon a meer fufpicion, Op een bloot vermoeden.

Upon my word, Op myn woord. Upon pain of death, Op doodtraf.

Upon his knees, Op zyne kniën. To fend letter upon letter, Brief op brief zenden.

I cannot gain any thing upon him, Ik kan niets op bem verwinnen.

Upon, expreffes all affignments, payments and impofitions, Upon, drukt alle aanwyzingen, betaalingen, en belastingen uit. A bill upon a merchant, Een briefje op een koopman.

A tax upon paper, Een belafting op bet papier.

Upon, (at or on) By. Upon the first opportunity, By de eerfte gelegenbeid. Upon the left hand, Ter flinker

band.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

∞ To take a fervant upon trial Een knegt op de proef neemen. But upon looking narrowly into it, Docb bet naauwkeurig beziende.

Upon a full perufal of your pa-
pers, Na uwe papieren ter deeg
onderzögt te bebben.
Upon my finishing of it, Ze als
ik bet ge-eindigd zal bebben.
The ring that had the town
feal upon it, De ring daar bet
Stads zegel op ftond.

[ocr errors]

As if I were upon my last lea ve with the world Als of ik myn laafte affcbeid van de waereld nam.

We are all upon the club, Wy zyn alle op ons eigen gelach. Upon the matter, or near upon the matter, Byna, ten naaften by.

Upon the whole matter or upon the whole, Alles wel ingezien zynde, eindelyk, ten befluite. Me thinks I am in the ftorm myself upon the very hearing of it, My dunkt op bet booren van uw vertelling dat ik zelf in de förm ben.

He has been upon am Embassy to the Emperour, Hy is in gezantfcbap by den Keizer geweeft.

To have compaffion upon one, Médelyden met iemand bebben. Upon the grafs, Op bet gras. Upon that day, Op dien dag. A. Dit voorzetfel maakt, eindelyk, een gedeelte van den zin uit van 't werkwoord dat 'er voorgaat, als;

To call upon, Aanroepen.
To look upon, Aanzien.
To play upon, Op Speelen.
To rely upon, Op fteunen.
To think upon, Op denken.
UPP.

UPPER, Opper, boven, over.
The upper-houfe, Het Hooger-
buis.

An upper-room, Een boven-ka

mer.

The upper-leather of a fhoe, Het overleer van een Schoen.

To get the upper-hand, De overband krygen.

The upper-lip, De boven-lip. The upper Rhine, De boven Rhyn.

XXXXX 3

Upper Germany, Het opper-
Duitschland.

The upper region of the air, De
bovenfte lucht bemel.

The upper part of a thing, Het bovenfte gedeelte van een ding. Uppermoft, Opperste, bovenste, boogste.

And whatever was uppermoft out it, came without either fear or wit, En bet geene boven op lag, kwam er uit zonder vrees of vernuft.

To be uppermoft, (to prevail, to have the advantage) De overband bebben.

The uppermoft feats, De eerfte, bovenste plaatfen. UPPISH, Verbéven, verboogd. Uppifhnefs, Verbévenbeid. UPR. UPRIGHT, Recht op.

Upright, (honeft or just) Op

recbt.

To serve God with an upright fpirit, God met eenen oprechten geeft dienen.

Upright dealing, Oprechte bandeling.

To ftand upright, Recht op ftaan, recht overend staan. UPRIGHT, (the presentation of the front of a building) De ver tooning der voorfte zyde van een gebouw. Uprightly, Oprechtelyk. Uprightnefs, Oprechtigheid. UPRISING, Opryzing. UPROAR, Oproer, beroerte. To make an uproar, Een oproer verwekken. UPS. UPSHOT, Uitslag, uitkomft. A gay coat and a grimace is the upshot of what he can pretend to, Een fraai kleed, en een party kuuren, maaken alle zyne verdienften uit.

She was with child, and when it came to the upshot, it was found that he was not mar. ried, Zy was zwanger, en toen bet onderzögt wierd, bevond men dat zy niet getrouwd was. Upon the upfhot, By de uit. komft, per flot van reeke ning.

The upshot of his paffion was only to bid him be gone, A zyn drift kwam daar op uit, das by bem belafte te gaan.

UP.

UPSIDE DOWN, 't Onderfte bo

[blocks in formation]
[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Urinous, Pis-achtig.

Urinous fmell, Een pisachtige lucht, of ftank. URN. URN, Een doodbus, doodkruik, zynde een Bus of Kruik waar in de ouden de affche der verbrande beenderen hunner Dooden plagten te bewaaren; waar van men omftandig bericht kan vinden in Thomas Brown's, Hy. driotapbia of Kruik-begraavenis, door SEWEL vertaald. URS.

URSULINES, (a fort of Nuns) Urfelinen, zekere Nonnen.

To keep one's felf in ure, Zich
oeffenen, in de gewoonte bou-US. Ons.
den.

URE-OX, Een Aver-os, zékere wil

de os.

URETERS, Pisleiders, de pypen waar door het water van de nieren na de blaas gaat. URG. to URGE, (to prefs to follicit) Aandringen, perfen.

To urge a reason, an argument, Een réden, eene drangréden doen doorgaan.

To urge, (incenfe, provoke or exasperate) one, Iemand ver

US.

Ufage, (treatment) Bebandsling.

A kind ufage, Een vriendelyke bejégening, een minnelyk onthaal, Bad ufage, Kwaad onthaal. What ufage did you find? Hoe wierd gy bebandeld? USANCE, Koopmans gebruik, Uso,

een woord onder de Kooplui. den gebruikelyk omtrent de bo taaling der Wisselbrieven, be. tékenende een maand tyd; en tuffchen dit en Spanje, enz. twee maanden.

The bill was to be paid at double ufance, De wiffelbrief find te betaalen op dubbel Uso, d.i. op twee maanden.

USE. USE, (or ufing of a thing) Ha gebruik van een ding.

Out of use, Uit bet gebruik, wit
de gewoonte.

To make a good use of a thing,
Een goed gebruik van iets maa-

ken.

He made fo good ufe of the favour of the Prince, Hy maakte zulk een goed gebruik van de gunft des Vorfts. To make an ill use of it, 'Er

een kwaad gebruik van maaken. A book for the use of a Prince,

Een boek tot gebruik eenes Vorfts. The use of materials for a buil

ding, Het gebruik van materia, len tot een gebouw. To make ufe of, (to imploy or

use) Gebruik van maaken, gebruiken.

It will be of great use, Het zal van groot nut (of van gresten dienst) zyn.

Of no use, Van geen gebruik. It is a thing of no ufe, He is iets daar geen dienst (of) in fteekt.

He did not fee us, Hy zag ons Charitable uses, Werken van lief

niet.

To us, Aan ons.
With us, Met ons.
Without us, Zonder ons.

USA.

USAGE, (ufe, practice, or cuftom) Gebruik, praktyk, gewoonte. Ufage, (or habit) Hebbelykbeid. 't Is the ufage of the country, 't Is de gewoonte des lands. According to the ufage of Parliament, Volgens 't gebruik des Parlements.

daadigbeid.

Ufe, (enjoyment of a thing for a while) Tydelyk genōt, gr bruik.

Ufe, (ufage or custom) Gewoon te, gebruik.

'T was the use of thofe times,

't Was bet gebruik, de gewoonte dier tyden.

Ufe is the tyrant of languages, De gewoonte is de tiran der tas. len.

A word received into ufe, or a word in ufe, Een gebruikelyk woord.

According to the ufe of that pla

ce, Volgens bet gebruik van die plaats.

Ufe, (practice, or exercife) Prak·
tyk, oeffening.

The youth is trained up to the
ufe of arms, from the age of
feven years, De jeugd word tot
de wapen-oeffening opgebracht,
van de ouderdom van zeven jaar.
To put a thing into use, Een
ding in 't gebruik brëngen.
Ufe, (habit, or custom) Gewoon-
te, bebbelykbeid.

Ufe, (intereft of money) Inte-
reft van geld.

To put money out upon ufe,
Geld op rente doen.

To borrow money upon use,
Geld op rente neemen.
Ufe-money, Rente-geld.

To pay the ufe-money, De rente
betaalen.

To make ufe of, (to improve)
Gebruik van maaken.

A man must make use of (or im-
prove) every thing, Een man
moet van alles zyn gebruik maa-
ken.

I defire nothing but what's convenient for neceffary uses, Ik begeer niets als bet geene tot noodzaaklyk gebruik vereischt wordt.

to USE, Gebruiken.

To ufe force, Geweld gebruiken.
To use severity toward one,
Strengbeid tegens iemand plee-
gen.

To ufe remedies, Geneesmiddelen
gebruiken.

To use fair means, Betaamelyke middelen gebruiken.

[ocr errors]

To ufe a word, Een woord gebruiken.

To ufe extremity, Tot bet uiterfte komen.

He ufes no exercife, Hy doet geen oeffening.

To ufe (or treat) one well or ill, Iemand wel of kwaalyk bebandelen.

To use one ill, Iemand kwaaddoen.

To use one unkindly, Iemand ftuurfcb bejegenen.

I will use you as if you where my own brother, Ik zal u be

[blocks in formation]

To ufe the fea, Ter see vaaren. to USE, (to be wont or accufto. med) Gewoon kyn.

Ik ben

Do as you used to do, Doet zo
als gy gewoon zyt.
I do not use to do so,
niet gewoon zo te doen.
It is but what he ufed to do, 't
Is niet meer dan by plagt te
doen.

More than it used to be, Meer als bet pleeg te zyn. Ufed, Gebruikt, gepleegd, bejegend, gewoon.

A word that is ufed, Een woord
dat gebruikt word.
Such care was used, Zulke zörg
wierd 'er aangewend.
Ufefull, (profitable) Voordeelig.
Ufefull, "(or neceffary) Noodzaa
kelyk.

To make one's felf usefull, Zich zelven noodzaakelyk maaken. › Ufefully, Dienstiglyk. Ufefullnefs, Nuttelykbeid, dienftig. beid.

Ufelefs, Nutteloos.
USER, Een gebruiker.
USH.

USHER, Een deurwaarder, ondermeefter, oppaller.

The uther of the blak rod, De deurwaarder van 't Hooger buis des Parlements.

He is ufher of that fchool, Hy is ondermeefter van dat fchool. A lady's Gentleman usher, Een oppaljer die eene Mevrouw de band geeft, in en uit een koets gaande. Gentleman-ufher of the King's bed-chamber, Helbaardier van 's Konings bedkamer. Gentleman-uther of the prefencechambre, Deurwaarder van de fpreek kamer.

to USHER in, Invoeren.

To usher one in, Iemand inlei-
den.

To usher in a new doctrine,
Een nieuwe leer invoeren.'
To usher in a new cuftom, Een
nieuwe gewoonte invoeren.

Ufhered in, Ingeleid, ingevoerd. USHER-SHIP, , Ondermeefterfchap, deurwaarders ampt. USI.

USING, Gebruiking, gebrui kende.

USQ. USQUEBAUGH, (a ftrong Irish diftilled liquor) Een zekere fter ke drank die in Ierland gedifte leerd wordt.

UST. USTION, Verbranding. to USTULATE, Branden, zengen. Uftulation, Zenging, krulling met een beet yzer.

USU.
USUAL, Gebruikelyk, gewoonlyk.
In the ufual inanner, Op de ge
woone wyze.

Ufually, In 't gemeen, doorgaans.
Ufualnefs, Gewoonbeid.

The ufualness of the danger has made him lofe the fenfe of it, De gewoonbeid aan bet gevaar deed bem bet besef daar van ver liezen. USUCAPTION, Een langduurige bezitting, bekoming door 't gebruik, verjaaring. USUFRUCTUARY, Een vrucht gebruiker, vruchttrekker [van letsdat eenen anderen toekomt.] USURER, Een woekeraar. Ufurious, Weekerachtig. An ufurious contract, kerachtig verdrag! Ufurious, (or griping) Inbaalend. USURP, t'Onrecht aanmaarigen, met geweld in 't bezit dringen, overweldigen.

to

Een woe

Bad books ufurp upon the age, Kwaade boeken krygen in deeze eeuw de overband, (of dringen zich met kracht in.) Ufurpation, Een onrechtmaatige be

zitneeming, of indrang, dwinggebruik, overweldiging. Ufurped, 't Onrecht aangemaatigd. Ufurper, Een onrechtmaatig bezit ter, geweldenaar, indringer. Ufurping, Een onrechtmaatige bezitting, t'onrecht aanmaatigende. USURY, Woeker.

To lend upon ufury, Op rente leenen.

I shall pay you with ufury, Ik zal bet met woeker betaalen.

UT.

« FöregåendeFortsätt »